Gemeenteblad van Zwartewaterland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwartewaterland | Gemeenteblad 2023, 500954 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwartewaterland | Gemeenteblad 2023, 500954 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (2013), de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (2016), Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland in het kader van de Omgevingswet
De raad van de gemeente Zwartewaterland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 19 september 2023;
Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid onder f en g, 2.21, eerste lid onder a en b en 3.148, tweede lid onder a van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
de verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (2013), de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (2016), Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland in het kader van de Omgevingswet vast te stellen.
Artikel I De Algemene plaatselijke verordening (2013)
De Algemene plaatselijke verordening (2013) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:
Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.
Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:
Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:
Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:
Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op:
voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, bepalingen met betrekking tot waterstaatswerken bij of krachtens de Omgevingswet, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of de Omgevingsverordening Overijssel;
Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:
Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of waterschapsverordening.
Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:
Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.
Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.]
Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:
De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.
Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:
de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.
Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:
Dit verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of waterschapsverordening.
Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
Artikel 2:64, vierde lid komt te luiden:
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of waterschapsverordening.
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid, onder c, komt te luiden:
de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:
Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:
Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:
Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:
Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:
Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:
Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:
Artikel 5:24, vijfde lid, komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening Overijssel of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Overijssel of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.
Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:
Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:
Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:
Artikel 5:33, zesde lid, komt te luiden:
Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing binnen de bij of krachtens de Omgevingsverordening Overijssel aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als ‘toestel’.
Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid voorziet erin dat de in dit besluit opgenomen technische wijzigingen eerst van toepassing zijn op het tijdstip dat de Ow in werking treedt.
Het tweede lid wijkt hiervan af voor artikel I, onderdelen U en V. Zie de toelichting op die onderdelen. Artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet biedt overgangsrecht voor de op het moment van inwerkingtreding van de Ow van kracht zijnde APV-bepalingen over geluidhinder en hinder door verlichting (de artikelen 4:1 tot en met 4:5a APV). Omdat de artikelen 4:1 en 4:5 wel technisch wijzigen, is voor de zekerheid bepaald dat deze wijzigingen in werking treden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Ow.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (2013), Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (2016), Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland in het kader van de Omgevingswet.
Artikel II Algemene verordening ondergrondse infrastructuur
Artikel 2.1, zesde lid, komt te luiden:
Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de bepalingen met betrekking tot waterstaatswerken bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening Overijssel of de Waterschapsverordening.
In dit onderdeel worden de grondslagen en formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Ow. Zij behoeven geen afzonderlijke toelichting.
Deze verordening treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (2013), Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (2016), Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland in het kader van de Omgevingswet.
Artikel III Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland
Artikel 3, derde lid, komt te luiden:
Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Omgevingswet, kan bij de aanvraag om een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.
Artikel 4, tweede lid, onder h, komt te luiden:
Een bouwvergunning of een vergunning ingevolge de Omgevingswet.
Artikel 5, tweede lid, onder a, komt te luiden:
terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens art. 5.1 Omgevingswet.
Artikel 5, tweede lid, onder b, komt te luiden:
terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel artikelen 2.24, 2.25, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7 en 16.88 Omgevingswet;
Deze verordening treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (2013), Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (2016), Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland in het kader van de Omgevingswet.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zwartewaterland van 19 oktober 2023.
de griffier,
ing. H.W. Schotanus - Schutte
de voorzitter,
ing. E.J. Bilder
Toelichting bij de Algemene plaatselijke verordening (2017).
De Algemene plaatselijke verordening bevat regels over de fysieke leefomgeving en is aangepast met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet (hierna: Ow). De wettelijke grondslagen en formele verwijzingen zijn geactualiseerd, zodat vanaf juli 2022 doorgewerkt kan worden met deze verordening onder de Ow. Het betreft een juridisch-technische omzetting.
Artikel I.1, onderdelen A, E t/m H, I, J, K, L t/m O, P, Q, S t/m V, W, X t/m Y, AA, AB t/m AN
In deze onderdelen worden grondslagen en formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Ow. Zij behoeven geen afzonderlijke toelichting. Een aantal lichten wij vanwege het bijzondere karakter wel toe.
In dit onderdeel wordt een definitie van beperkingengebiedactiviteit opgenomen in artikel 1:1, waarbij wordt verwezen naar de bijlage, onder A, bij de Ow. Dit begrip komt voor in diverse artikelen van de APV. Volgens genoemde bijlage is een beperkingengebied een bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object. Een beperkingengebiedactiviteit is een activiteit binnen een beperkingengebied
In diverse artikelen van de APV staat dat een verbod niet van toepassing is op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur of de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement. Dat wordt dan vervangen door de tekst dat het verbod niet van toepassing is op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Ow, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.
Artikel I.1, onderdelen B, C, D en E
In deze onderdelen wordt opgenomen dat de artikelen (artikelen 1:2 en 1:4) of het eerste lid (artikelen 1:5 en 1:6) niet van toepassing is op een omgevingsvergunning. Voor vergunningen of ontheffingen die een omgevingsvergunning zijn, geeft de Ow een uitputtende regeling voor de in deze artikelen geregelde onderwerpen: over de beslistermijnen in de paragrafen 16.5.2 en 16.5 3 van de Ow, over het nakomen van de voorschriften in artikel 5.5 van de Ow (eventueel in samenhang met artikel 22.8 van de Ow en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit), voor wie de omgevingsvergunning geldt in artikel 5.37 van de Ow en over intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning in paragraaf 5.1.5 van de Ow.
In dit onderdeel wordt de definitie van consumentenvuurwerk aangepast in artikel 2:71. In artikel 5.43 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet wordt het Vuurwerkbesluit gewijzigd. De definitie van consumentenvuurwerk vervalt. Overal waar consumentenvuurwerk staat wordt dit in het Vuurwerkbesluit vervangen door ‘vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik’. Voor de toepassing van de APV wordt het begrip consumentenvuurwerk gehandhaafd. De verwijzing naar het Vuurwerkbesluit wordt vervangen door bovengenoemde definitie.
Artikel I.1, onderdelen U en V
Deze onderdelen strekken ertoe de bepalingen over het voorkomen of beperken van geluidhinder en hinder door verlichting binnen of vanuit inrichtingen te handhaven. Op grond van artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet kunnen de artikelen 4:1 tot en met 4:5a van de APV uiterlijk tot het einde van de overgangsperiode blijven gelden. Voor handhaving van de status quo moet de wetgeving zoals die vóór de inwerkingtreding van de Ow geldt, dus van toepassing blijven. Het gaat om de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder zoals deze luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Ow. Omdat in verschillende artikelen wordt verwezen naar het Activiteitenbesluit milieubeheer is daarvan een definitie opgenomen in artikel 4:1. Voor de andere genoemde wet- en regelgeving is de toevoeging in het betreffende artikel opgenomen (in onderdeel U voor artikel 4;1 van de APV en in onderdeel V voor artikel 4:5 van de APV).
In dit onderdeel wordt artikel 4:15, tweede lid, aangepast. Het verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.
In dit onderdeel wordt de definitie van kampeermiddel in artikel 4:17 aangepast. Door de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die gelijktijdig met de Ow in werking treedt, worden bouwwerken in gevolgklasse 1 vergunningvrij (bouwtechnisch deel). Grondgebonden recreatiewoningen vallen onder gevolgklasse 1 en zouden met alleen een aanpassing van de verwijzing in artikel 4:17 onder het begrip kampeermiddel komen te vallen. Dat is ongewenst. Het moet gaan om een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Toelichting bij de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur
In dit onderdeel worden de grondslagen en formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Ow. Zij behoeven geen afzonderlijke toelichting.
Toelichting bij de Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland
In dit onderdeel worden de grondslagen en formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Ow. Zij behoeven geen afzonderlijke toelichting
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-500954.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.