Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”, door de gemeenteraad vastgesteld op 8 november 2023
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken n.v.t.
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in het stadhuis
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het stadhuis:
|
|
- a.
op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 406,00
|
- b.
op zaterdag van 08.00 t/m 12.00 uur
|
€ 450,00
|
- c.
op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 485,00
|
- d.
op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 485,00
|
|
|
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in overige aangewezen locatie
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een overige aangewezen locatie:
|
|
- a.
op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 293,00
|
- b.
op zaterdag van 09.00 t/m 12.00 uur
|
€ 430,00
|
- c.
op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 463,00
|
- d.
op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 463,00
|
|
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op elke andere gewenste locatie binnen de gemeentegrenzen van Deventer
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op elke andere gewenste locatie binnen de gemeentegrenzen van Deventer:
|
|
- a.
op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 406,00
|
- b.
op zaterdag van 09.00 t/m 12.00 uur
|
€ 450,00
|
- c.
op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 485,00
|
- d.
op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 485,00
|
|
|
Artikel 1.4 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis:
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis
|
|
op maandag van 10.00 t/m 18.00 uur
|
€ 212,00
|
op dinsdag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur
|
€ 212,00
|
|
|
Artikel 1.5 Aanvangstijd huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op werkdagen na 18.00
|
|
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op werkdagen na 18.00 uur is gelijk aan het tarief van de zaterdagmorgen zoals vermeld per locatie met uitzondering van de Oostermaet in het stadshuis.
|
|
|
|
Artikel 1.6 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op 1 januari, 27 april, Hemelvaartsdag, 5 mei, 2e Paasdag, 2e Pinksterdag en 2e Kerstdag.
|
|
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie op 1 januari, 27 april, Hemelvaartsdag, 5 mei, 2e Paasdag, 2e Pinksterdag en 2e Kerstdag is gelijk als het tarief op zondag zoals vermeld per locatie
|
|
Artikel 1.7 Kosteloze sluiting van een huwelijk of geregistreerd partnerschap
|
|
Kosteloze sluiting van een huwelijk of geregistreerd partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis op maandag en dinsdag om 09.00 en 09.30 uur
|
|
|
|
Artikel 1.8 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
|
De tarieven genoemd in 1.1 tot en met 1.7 zijn eveneens van toepassing voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk wanneer daarbij gebruik wordt gemaakt van een van de in genoemde artikelen aangewezen locaties of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte. Wanneer de omzetting plaatsvindt in de Oostermaet in het stadhuis zonder ceremonie en zonder dat hierbij derden aanwezig zijn, is de omzetting kosteloos
|
|
|
|
Artikel 1.9 Toespraak van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
|
|
Het tarief voor een toespraak van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedraagt
|
€ 110,00
|
|
|
Artikel 1.10 Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
|
Het tarief voor ambtelijk laten getuigen bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt per ambtenaar
|
€ 39,00
|
|
|
Artikel 1.11 Trouwboekje, partnerschapsboekje of samenlevingsboekje
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
|
€ 31,00
|
|
€ 45,50
|
- c.
gekalligrafeerd bijschrijven van kinderen, per kind
|
€ 14,20
|
- d.
gekalligrafeerd bijschrijven van getuigen, per getuige
|
€ 5,95
|
|
|
Artikel 1.12 Naspeuringen in de burgerlijke stand
|
|
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan.
|
€ 22,50
|
|
|
Artikel 1.13 Verstrekken stukken vermeld in de Wet rechten burgerlijke stand
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.14 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a. van een nationaal paspoort:
|
|
- 1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
Wettelijk maximumtarief
|
- 2.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
Wettelijk maximumtarief
|
b. van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.14.a (zakenpaspoort):
|
|
- 1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
Wettelijk maximumtarief
|
- 2.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
Wettelijk maximumtarief
|
c. van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
- 1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
Wettelijk maximumtarief
|
- 2.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
Wettelijk maximumtarief
|
d. van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
Wettelijk maximumtarief
|
|
|
Artikel 1.15 Nederlandse identiteitskaart
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a. van een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
- 1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
Wettelijk maximumtarief
|
- 2.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
Wettelijk maximumtarief
|
b. van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon
|
Wettelijk maximumtarief
|
|
|
Artikel 1.16 Modaliteiten
|
|
Voor de versnelde uitreiking van een in de artikel 1.14 en 1.15 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:
|
Wettelijk maximumtarief
|
Voor het bezorgen van een in de artikel 1.14 en 1.15 genoemd document, zijnde een toeslag op in die onderdelen genoemde bedragen
|
Wettelijk maximumtarief
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.17 Rijbewijzen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
Wettelijk maximumtarief
|
|
|
Artikel 1.18 Modaliteiten
|
|
1. Het tarief genoemd in artikel 1.17 wordt
|
|
- a.
bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
|
Wettelijk maximumtarief
|
|
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Artikel 1.19 Definitie
|
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
|
|
Artikel 1.20 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€ 15,95
|
- b.
voor een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 19,35
|
- c.
voor een gewaarmerkt uitgebreid afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 22,50
|
- d.
voor een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 22,50
|
- e.
voor een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen via Digid
|
€ 15,95
|
- f.
voor een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de basisregistratie personen via Digid
|
€ 19,35
|
2. Het tarief bedraag voor het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:
|
|
|
€ 158,00
|
|
€ 379,00
|
|
€ 733,00
|
|
€ 1.434,00
|
|
|
Artikel 1.21 Schriftelijke verstrekking
|
|
In afwijking van de artikel 1.20 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:
|
€ 7,50
|
|
|
Artikel 1.22 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan te besteden uur of gedeelte daarvan
|
€ 85,50
|
|
|
Artikel 1.23 Bewijs van Nederlanderschap, attestatie de Vita
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
- a.
een bewijs van Nederlanderschap
|
€ 19,35
|
- b.
een bewijs van Nederlanderschap via Digid
|
€ 15,95
|
- c.
een attestatie de Vita internationaal
|
€ 15,70
|
- d.
een attestatie de Vita nationaal
|
€ 19,35
|
- e.
een attestatie de Vita nationaal via Digid
|
€ 15,95
|
- f.
elke andere verklaring omtrent een bepaald persoon, niet elders genoemd
|
€ 15,95
|
|
|
Artikel 1.24 vervaardigen selectie uit de basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek vervaardigen van een selectie (steekproef) uit de basisregistratie personen per selectie:
|
€ 1.057,00
|
|
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Nvt
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.25 Kopie van plan- of kaart informatie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van:
|
|
- a.
een exemplaar van een omgevingsvisie
|
€ 47,00
|
- b.
een exemplaar van een volledig bestemmingsplan of exploitatieplan
|
€ 65,50
|
- c.
een afschrift uit een bestemmingsplan of exploitatieplan per pagina (kopie A4)
|
€ 0,20
|
- d.
een afschrift uit een bestemmingsplan of exploitatieplan indien deze schriftelijk of per mail wordt aangevraagd
|
€ 18,95
|
|
€ 0,20
|
|
|
Artikel 1.26 Informatie uit registers
|
|
- a.
inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet
|
€ 15,95
|
- b.
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed
|
€ 15,95
|
|
|
|
|
Artikel 1.27 Beperkte kadastrale informatie
|
|
Beperkte kadastrale informatie wordt verstrekt aan de gemeentelijke balie. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kadastrale en hypothecaire informatie worden de op het moment van aanvraag geldende tarieven, zoals deze door de het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers zijn vastgesteld in de Regeling tarieven kadaster, in rekening gebracht.
|
|
Paragraaf 1.7 Overige Publiekszaken
Artikel 1.28 VOG, legaliseren handtekening, bewijs van Nederlanderschap
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag
|
Wettelijk maximumtarief
|
- b.
verstrekken van een garantverklaring
|
€ 22,50
|
- c.
tot het legaliseren van een handtekening of foto
|
€ 15,95
|
- d.
voor het waarmerken van een register
|
€ 15,95
|
- e.
voor het waarmerken van een diploma
|
€ 15,95
|
- f.
voor het verstrekken van informatie op een USB stick
|
€ 13,65
|
- g.
voor een besluit tot verlenen van uitstel tot begraven of cremeren
|
€ 15,95
|
- h.
voor het afgeven van een laissez passer (lijkenpas)
|
€ 15,95
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.29 Naspeuringen in het gemeentearchief
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan
|
€ 11,25
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.30 Leegstandwet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 142,00
|
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
- a.
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
- b.
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 34,00
|
- c.
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd
|
€ 226,50
|
- d.
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 226,50
|
En voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 136,00
|
2. Het eerste lid onderdelen a en b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.
|
|
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 38,00
|
|
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet, ondergrondse leidingen
|
|
1. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor Instemmingsbesluit of vergunning op basis van afdeling 7.2 van de Verordening fysieke leefomgeving (VFL)
|
€ 559,00
|
2. indien het werkzaamheden betreft in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
|
|
€ 3,10
|
|
€ 2,35
|
3. indien het werkzaamheden betreft in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
|
|
€ 0,55
|
|
€ 0,45
|
4. bij een sleuflengte van 50.000 meter of meer wordt het tarief van onderdeel 1.32.1 verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld.
|
|
5. indien de aanvrager verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Verordening fysieke leefomgeving wordt het tarief van onderdeel 1.32.1 verhoogd met
|
€ 559,00
|
6. het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in afdeling 7.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving
|
€ 60,00
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving ontheffing rijden, parkeren voetgangersgebied verkeersregels, gehandicaptenparkeerkaart en
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
|
€ 11,60
|
|
|
2. Het tarief per tijdvak (07.00 – 11.00, 11.00 – 18.00, 18.00 – 22.00 en 22.00 - 07.00) bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het berijden van het voetgangersgebied
|
€ 11,60
|
|
|
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
|
|
|
€ 35,50
|
- b.
voor een verlengingsaanvraag
|
€ 35,50
|
|
€ 13,65
|
|
|
4. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende pas behorende bij een parkeervergunning of parkeerabonnement, jaarkaart of ontheffing
|
€ 11,60
|
|
|
5. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor exploitatie van deelvoertuigen te weten deelfiets, deelbakfiets en deelscooters
|
€ 2.028,00
|
|
|
6. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van elke andere verkeersontheffing (bv APV)
|
€ 11,60
|
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 (Gewaarmerkte) afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1. a. gewaarmerkte afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 4,00
|
- b.
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
|
- c.
per pagina op papier van A4 formaat
|
€ 0,10
|
- d.
per pagina op papier van A3 formaat
|
€ 0,15
|
- e.
per pagina op papier van A2 formaat
|
€ 0,25
|
2. kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in artikel 1.34.1a genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk van:
|
|
|
€ 7,45
|
|
€ 10,35
|
3. een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 3,75
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
|
|
- a.
het wijzigen van de tenaamstelling van een op grond van een binnen hoofdstuk 1 verleende vergunning
|
€ 35,00
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities
|
|
1. Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
- -
bouwkosten: de aannemingssom, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting als bedoeld in normblad NEN 2699:2017. Het normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen;
|
|
- -
bouwkosten grondgebonden zonnepark: In afwijking van het bepaalde in paragraaf 2.3, wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken en/ of voorzieningen, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (leidingwerk, omvormers en schakelingen in de onderstations). Onder een zonnepark verstaan we een aaneengesloten gebied dat zodanig is ingericht dat zo efficiënt mogelijk zonnestroom wordt opgewekt, voor een substantiële bijdrage in de duurzame stroomvoorziening. Belangrijk kenmerk van het zonnepark is verder dat dit door een partij beheerd en geëxploiteerd wordt die in principe niet (alleen) de eindgebruiker van de energie is.
|
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
|
- b.
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
- c.
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
- d.
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
- e.
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
- f.
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
- g.
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
- h.
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
- 1.
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
- 2.
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
- 3.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
- 4.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
- 5.
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
- 6.
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Vooroverleg/pre-advies
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg/pre-advies betreffende de wenselijkheid van een initiatief die een of meer activiteiten omvat die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 600,00
|
Dit artikel is niet van toepassing op vooroverleg/pre-advies over Milieubelastende activiteiten (paragraaf 2.5) en Lozingsactiviteiten (paragraaf 2.6).
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- a.
als de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:
|
1,48%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 75,00
|
- b.
als de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000 bedragen:
|
1,06%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.481,00
|
- c.
als de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen:
|
0,91%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 7.951,00
|
- d.
als de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
0,84%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 13.651,00
|
- e.
als de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
0,69%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 37.801,00
|
|
€ 125.000,00
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken
bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1. voor een binnenplanse activiteit
|
|
- a.
als de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:
|
3,06%
|
van de bouwkosten, met een minimum van
|
€ 150,00
|
- b.
als de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000 bedragen:
|
2,75%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 3.061,00
|
- c.
als de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen:
|
2,38%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 20.626,00
|
- d.
als de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
2,17%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 35.701,00
|
- e.
als de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
1,93%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 97.651,00
|
|
€ 350.000,00
|
- 2.
Als moet worden beoordeeld of de binnenplanse omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, wordt het tarief in het eerste lid vermeerderd met:
|
€ 525
|
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
€ 306,00
|
- b.
100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³:
|
€ 869,00
|
|
€ 2.165,00
|
|
|
Artikel 2.8 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
Als moet worden beoordeeld of kan worden meegewerkt aan een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, welke is aan te merken als buitenplans en waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.6 en de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief;
|
|
- 1.
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor een kleine bouwactiviteit, zoals het bouwen/realiseren van:
|
|
- 1.
(alleen binnen de bebouwde kom) een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan.
- 2.
(alleen buiten de bebouwde kom) een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan op voorwaarde dat voldaan wordt aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 6 meter, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 150m2.
- 3.
(alleen buiten de bebouwde kom) een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen.
- 4.
inpandige aanpassingen, die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten in samenhang met het wijzigen van het gebruik van bouwwerken en van het bij die bouwwerken aansluitende terrein.
- 5.
een gebouw voor een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaarvervoer, het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer of voor een infrastructurele of openbare voorziening in openbaar gebied, onder de voorwaarde dat het gebouwde:
- a.
niet hoger is dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 50 m².
- 6.
een bouwwerk, dat geen gebouw is, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, onder voorwaarde dat het bouwwerk
- a.
niet hoger is dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 50 m².
- 7.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw.
- 8.
een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw.
- 9.
een uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard of voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw
- 10.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de voorgaande onderdelen zoals hierna genoemd:
- a.
het realiseren van een voorziening van tijdelijke aard (zoals kunstuitingen, evenementen, pop-up)
- b.
het plaatsen van tijdelijke woonunits ten tijde van de verbouw van het hoofdverblijf
- c.
het plaatsen van tijdelijke units, anders dan voor verblijf, noodzakelijk voor voortzetting van de hoofdactiviteit.
|
€ 525,00
|
Van een kleine bouwactiviteit is geen sprake als:
- a.
het aantal woningen wijzigt (met uitzondering van een mantelzorgwoning of een tijdelijke woonunit als bedoeld onder artikel 2.8 lid 1, onder 10b);
- b.
het maken van een Milieueffectrapportage verplicht is of het een categorie betreft waarvan moet worden beoordeeld of deze zodanige nadelige gevolgen voor het milieu heeft dat een Milieueffectrapport moet worden opgesteld (als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage).
|
|
- 2.
Voor de overige buitenplanse omgevingsplanactiviteiten:
|
|
- 1.
Als de bouwkosten minder bedragen dan € 100.000,00:
|
€ 3000,00
|
- 2.
als de bouwkosten € 100.000,00 tot € 300.000,00 bedragen vermeerderd met 1,0% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 te boven gaan;
|
€ 3000,00
|
- 3.
als de bouwkosten € 300.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: vermeerderd met 0,62% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 300.000,00 te boven gaan;
|
€ 5000,00
|
- 4.
als de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen: vermeerderd met 0,21% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 1.000.000,00 te boven gaan;
|
€ 9.340,00
|
- 5.
als de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 4.000.000,00 bedragen: vermeerderd met 0,19% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.000.000,00 te boven gaan;
|
€ 11.440,00
|
- 6.
als de bouwkosten meer dan tot € 4.000.000,- bedragen: vermeerderd met 0,12% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.000.000,00 te boven gaan
|
€ 15.240,00
|
met een maximum van
|
€ 22.113,00
|
- 3.
Als voor het beoordelen van de buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld onder 2.8 eerste lid, onder 2, een ruimtelijke onderbouwing dan wel een onderbouwing voor de evenwichtige toedeling van functies aan locaties noodzakelijk is, wordt het tarief in het tweede lid:
|
|
- a.
voor het opstellen van deze onderbouwing, vermeerderd met
|
€ 2500,00
|
- b.
als de initiatiefnemer de noodzakelijke onderbouwing aanlevert, voor de beoordeling daarvan, vermeerderd met
|
€ 500,00
|
|
|
Artikel 2.9 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
Als moet worden beoordeeld of kan worden meegewerkt aan een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, welke is aan te merken als buitenplans en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief;
|
|
- 1.
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor een kleine gebruikswijziging zoals het wijzigen van het gebruik van:
|
|
- 1.
bouwwerken en van het bij die bouwwerken aansluitende terrein.
- 2.
gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.
- 3.
gronden of bouwwerken voor het realiseren van een voorziening van tijdelijke aard (zoals kunstuitingen, evenementen, pop-up).
|
€ 525,00
|
Van een kleine gebruikswijziging is geen sprake als:
- a.
het aantal woningen wijzigt (met uitzondering van een mantelzorgwoning);
- b.
het maken van een Milieueffectrapportage verplicht is of het een categorie betreft waarvan moet worden beoordeeld of deze zodanige nadelige gevolgen voor het milieu heeft dat een Milieueffectrapport moet worden opgesteld (als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage).
|
|
- 2.
Voor de overige buitenplanse omgevingsplanactiviteiten:
|
€ 3.000,00
|
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en wereld erfgoed
Artikel 2.10 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: gemeentelijke monumenten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een (voorbeschermd) gemeentelijk monument, voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 4.3.1. van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- a.
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
- 1.
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 323,00
|
- 2.
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- a.
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):
|
€ 3.655,00
|
- b.
voor een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (milieubelastende activiteit BAL-activiteit regulier):
|
€ 3.655,00
|
- c.
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in onderdelen a en b, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (milieubelastende activiteit BAL-activiteit uitgebreid):
|
€ 5.930,00
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
2.14
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 565,00
|
|
|
2.15
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 565,00
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: uitweg / uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€565,00
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 5.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- a.
voor een aanvraag tot en met 2 bomen:
|
€ 103,00
|
- b.
voor een aanvraag van 3 bomen:
|
€ 209,00
|
- c.
vermeerderd met € 42,00 voor iedere volgende boom met een maximum van:
|
€ 4.242,00
|
- d.
bij intrekking van een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats.
|
|
- e.
bij weigering van een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats.
|
|
|
|
Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 162,00
|
|
|
Artikel 2.22 andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen in dit hoofdstuk:
|
€ 323,00
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.23
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
- a.
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
- 1.
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 565,00
|
- b.
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 565,00
|
|
|
Artikel 2.24 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
Als de aanvraag op een maatwerkvoorschriften als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.975,00
|
|
|
Artikel 2.25 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.22 en 2.23, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 565,00
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.26 Gelijkwaardige maatregel
|
|
- 1.
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft bedraagt het tarief:
|
Volgens begroting
|
- 2.
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.27
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 323,00
|
|
|
Artikel 2.28 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
|
1. Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen:
|
5%
|
van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 75,00 en een maximum van € 5.000,00.
|
|
2. Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en
|
|
- a.
het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijke plan:
|
5%
|
van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in artikel 2.5 en/of 2.6 bepaald) met een minimum van € 75,00 en een maximum van € 5.000,00;
|
|
- b.
als de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in artikel 2.5 en/of 2.6 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.27 eerste lid is bepaald;
|
|
- c.
de vergunning is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten:
|
55%
|
van de leges berekend op de wijze zoals in artikel 2.5 en/of 2.6 bepaald.
|
|
|
|
Artikel 2.29 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.42 van toepassing is:
|
€ 0,00
|
|
|
Artikel 2.30 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen.
|
0,00
|
|
|
Artikel 2.31 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.36 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
Artikel 2.32 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan.
|
€ 323,00
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.33 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
met een maximum van:
|
€ 1.000,00
|
|
|
Artikel 2.34 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
- a.
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.500,00
|
|
|
Artikel 2.35 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
- a.
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 479,00
|
- b.
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.500,00
|
|
|
Artikel 2.36 Advies
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
- a.
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 379,00
|
|
|
Artikel 2.37 Instemming
|
|
- 1.
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
- 2.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.38 Vermindering na vooroverleg/pre-advies
|
|
- 1.
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg/pre-advies als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
van de voor het vooroverleg/pre-advies geheven leges.
|
|
- 2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
- a.
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg/pre-advies betrekking had;
- b.
in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg/pre-advies; en
- c.
binnen 6 maanden na het laatste vooroverleg/pre-advies of, als het vooroverleg/pre-advies volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.39 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
2.40 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
- 1.
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit genoemd onder Paragraaf 2.3 (activiteiten met betrekking tot bouwwerken) of Paragraaf 2.4 (activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed of wereld erfgoed), Paragraaf 2.5 (milieubelastende activiteiten), Paragraaf 2.6 (lozingsactiviteiten), Paragraaf 2.7 (aanlegactiviteiten), een omgevingsplanactiviteit reclame (artikel 2.20) of een andere activiteit (artikel 2.21), al dan niet beslissend op bezwaar weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
50%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
- 2.
Onder een weigering als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.
|
|
|
|
Artikel 2.41 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
- a.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
- b.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
- c.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.42 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
- a.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de intrekking van de aanvraag:
|
75%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
- b.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
- c.
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.43 Teruggaaf in verband met het realiseren van voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw
|
|
Als moet worden beoordeeld of kan worden meegewerkt aan een omgevingsvergunning welke is aan te merken als buitenplans als bedoeld onder artikel 2.8.1 (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit) en deze activiteit enkel betrekking heeft op het treffen van voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw genoemd onder 9, bestaat aanspraak 100% teruggaaf van het daar opgenomen legestarief.
|
100%
|
|
|
Artikel 2.44 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
0%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.45 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12
|
|
Artikel 2.46 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven
|
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Uitoefenen horecabedrijf en slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
- a.
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet
|
€ 1.172,00
|
- b.
tot het verkrijgen van een drank- en horecavergunning voor onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor bepaalde tijd verleend is
|
€ 585,00
|
|
|
Artikel 3.2 W
ijziging van het aanhangsel leidinggevende(n) bij de
drank- en horecavergunning en / of exploitatievergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
- a.
een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel leidinggevende(n) bij de drank- en horecavergunning zoals bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet en/of exploitatievergunning voor een openbare inrichting zoals bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van de APV
|
€ 200,00
|
|
|
Artikel 3.3 Ontheffing artikel 35 alcoholwet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
- a.
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet
|
€ 124,00
|
Artikel 3.4 Ontheffing sluitingsuur
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 lid 3 APV:
|
|
- a.
(incidentele) ontheffing van de sluitingstijd
|
€ 246,00
|
- b.
Ontheffing voor onbepaalde tijd, nadat een ontheffing voor een bepaalde tijd verleend is
|
€ 124,00
|
|
|
Artikel 3.5 Exploitatievergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 APV voor een openbare inrichting, met uitzondering van een coffeeshop:
|
|
- a.
Een exploitatievergunning
|
€ 1.172,00
|
- b.
Exploitatievergunning voor onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor een bepaalde tijd verleend is
|
€ 585,00
|
- c.
Indien deze aanvraag tegelijk met een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 a of b wordt ingediend, worden voor de aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning 50% van de leges in rekening gebracht
|
|
|
|
Artikel 3.6 Wijziging exploitatievergunning artikel 2.28.1 APV mbt lokaliteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van de APV met betrekking tot de lokaliteit van dit bedrijf:
|
€ 124,00
|
|
|
Artikel 3.7 Melding als bedoeld in artikel 30 Alcoholwet betreffende slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet, voor zover dit betreft een slijtersbedrijf als in artikel 1 van de
Alcoholwet:
|
€ 124,00
|
|
|
Artikel 3.8 Geen restitutie bij tijdelijk geen gebruikmaking van vergunning
|
|
Indien een vergunning of ontheffing, al dan niet tijdelijk, wordt ingetrokken of van een vergunning of ontheffing gedurende kortere of langere tijd geen gebruik wordt gemaakt, bestaat geen recht op gehele of gedeeltelijke restitutie van leges
|
|
|
|
Artikel 3.9 Terrasvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen dan wel wijzigen van een vergunning voor de exploitatie en inrichting van een terras als bedoeld in artikel 2:28a van de APV voor:
|
|
|
€ 585,00
|
- b.
een terrasvergunning voor een onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor bepaalde tijd is verleend
|
€ 124,00
|
- c.
een terrasvergunning voor tijdelijke uitbreiding van een bestaand terras dan wel incidenteel terras, bijvoorbeeld vanwege een evenement
|
€ 124,00
|
- d.
voor het wijzigen van een terrasvergunning, anders dan in 3.9 b of c
|
€ 124,00
|
|
|
Artikel 3.10 Verkrijgen of verlengen gedoogverklaring coffeeshop
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
- a.
Een aanvraag tot het verkrijgen of verlengen van een gedoogverklaring voor het vestigen van een coffeeshop
|
€ 987,00
|
- b.
een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een coffeeshop als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van de APV
|
€ 1.628,00
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.11 Vergunning seksbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (APV) voor een seksbedrijf
|
€ 3.016,00
|
- b.
wijziging aanhangsel beheerder bij de vergunning zoals bedoeld in artikel 3:4 van de APV
|
€ 370,00
|
- c.
geschiktheidsverklaring zoals bedoeld in artikel 3:3 nadere regels van de APV per werkruimte (kamer)
|
€ 322,00
|
- d.
Indien de geschiktheidsverklaring wordt geweigerd, dan wel in het kader van een bezwaar of beroepsprocedure wordt ingetrokken of vernietigd zonder dat deze daarbij door een nieuwe verklaring wordt vervangen, bestaat aanspraak op 50% van de geheven leges
|
|
- e.
Indien besloten wordt om de aanvraag door ontoereikende gegevens niet in behandeling te nemen zijn geen leges verschuldigd.
|
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.12 Ontheffing winkeltijden
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
|
€ 48,00
|
- b.
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.12a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander
|
€ 40,00
|
- c.
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.12a bedoelde ontheffing
|
€ 40,00
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.13 Organiseren evenement
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement op/aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats als bedoeld in artikel 2.25, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
- a.
voor het houden of organiseren van een A-evenement
|
€ 218,00
|
- b.
voor het houden of organiseren van een B-evenement
|
€ 542,00
|
- c.
voor het houden of organiseren van een C evenement
|
€ 1.359,00
|
- d.
Voor een ondergeschikte wijziging van een reeds verleende evenementenvergunning
|
€ 46,00
|
|
|
Artikel 3.14 Ontheffing geluidshinder
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod om geluidhinder te veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1.3 van de Verordening fysieke leefomgeving
|
€ 41,00
|
|
|
Artikel 3.15 Exploiteren speelgelegenheid
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 lid 1 van de APV
|
€ 155,00
|
|
|
Artikel 3.16 Openbare inzameling geld of goederen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een openbare inzameling van geld of goederen of daartoe een intekenlijst aan te bieden als bedoeld in artikel 5:13 lid 1 van de APV
|
€ 41,00
|
|
|
Artikel 3.17 Aanleggen van een vuur in de open lucht
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen van vuur in de open lucht als bedoeld in artikel 5:24 lid 3 van de APV
|
€ 41,00
|
|
|
Artikel 3.18 In het openbaar optreden als Sinterklaas
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 5:25, lid 4, van de APV
|
€ 41,00
|
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt
Artikel 3.19 Standplaats (niet zijnde een ideële standplaats als bedoeld in artikel 1.2 van Bijlage 1 Begrippen behorende bij de Verordening fysieke leefomgeving)
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in de uitoefening van handel innemen van een standplaats of anderszins te koop aanbieden van goederen aan publiek als bedoeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving
|
€ 48,50
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.20 Huisvestingswet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
- a.
tot het verlenen van een omzettingsvergunning van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 2 van de Huisvestigingsverordening Deventer 2022
|
€ 1.433,00
|
- b.
overschrijving omzettingsvergunning, de wijziging tenaamstelling als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingsverordening Deventer 2022
|
€ 65,50
|
- c.
wijzigen van het aantal kamers genoemd in de voorwaarden bij de omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 7.1, lid d, van de Huisvestingsverordening Deventer 2022
|
€ 124,00
|
- d.
Indien een aanvraag om een omzettingsvergunning wordt geweigerd of in het kader van een bezwaarprocedure wordt ingetrokken, wordt een restitutie verleend van 50% van het verschuldigde bedrag
|
|
|
|
Artikel 3.20a huisvestingswet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een verhuurvergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 8b van de Huisvestingsverordening Deventer 2022
|
€ 269,00
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.21 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking
|
€ 39,50
|
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2023
|
De raad voornoemd,
|
de griffier,
|
de voorzitter,
…
|
A. Kerver
|
R.C. König
|
|
|