Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening Vermakelijkheidsretributie te water 2020 in verband met aanpassing van de tarieven (Eerste wijzigingsverordening Vermakelijkheidsretributie te water 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023

gelet op artikel 116 en 229 van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I  

De Verordening Vermakelijkheidsretributie te water 2020 als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 5 Tarieven, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    De rechten bedragen € 2,50 per bezoeker, passagier, respectievelijk deelnemer aan de vermakelijkheden, voor zover de vermakelijkheid plaatsvindt met, op, in of aan een gemotoriseerd, niet stationerend vaartuig.

B

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als “Eerste wijzigingsverordening Vermakelijkheidsretributie te water 2020”.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 november 2023.

 

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 5 Tarieven

De Gemeentewet schrijft geen tarief voor en gemeenten zijn in beginsel vrij om een heffingsmaatstaf voor de vermakelijkhedenretributie te bepalen, zolang deze maar niet direct of indirect afhankelijk is gesteld van inkomen, winst of vermogen van de belastingplichtige.

 

De toelichting op de Wet materiële belastingbepalingen stelt dat gemeenten die heffingsmaatstaf mogen kiezen die het best overeenkomt met het gemeentelijk beleid en de praktijk van de gemeentelijke belastingheffing. Zo mogen de heffingsmaatstaven binnen een belastingverordening variëren. Tarieven kunnen worden gedifferentieerd, bijvoorbeeld naar gebruik, voordeel of kostentoedeling; zelfs milieuaspecten kunnen bij de tariefbepaling een rol spelen.

 

Voor toepassing van differentiatie geldt dat deze niet mag leiden tot strijdigheid met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Van strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel zal niet snel sprake zijn, aangezien de vermakelijkhedenretributie meerdere doeleinden heeft, te weten: opbrengst verwerven, profijt en regulering. Hierbij kan worden aangesloten met de differentiatie.

 

Het tarief per deelnemer of passagier voor vermakelijkheden op een gemotoriseerd vaartuig wordt met ingang van 2024 verhoogd van €1,50 naar €2,50. Volgens de definitie van artikel 1 vallen onder gemotoriseerde vaartuigen ook vaartuigen die zich voortbewegen door middel van elektriciteit of door middel van zonne-energie.

Naar boven