Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening Precariobelasting Amsterdam 2020 in verband met wijziging van de tarieven (Vierde wijzigingsverordening precariobelasting Amsterdam 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023,

 

gelet op de artikelen 216, en 228 gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I  

De Verordening precariobelasting Amsterdam 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 Begripsomschrijvingen, sub f komt te luiden:

  • f.

    winterseizoen: de periode 1 januari tot 1 maart en 1 november tot 1 januari;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen, sub h, zomerseizoen wordt vernummerd naar sub g.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen, sub h komt te luiden:

  • h

    Stadsdelen: het grondgebied van de stadsdelen zoals bedoeld in artikel 1 van de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 (Gemeenteblad 2021, 443018), laatst gewijzigd 28 februari 2022 (wijzigingsverordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022) in verband met de aanpassing van de artikelen 1,19, 21, 27, 30, 38 en 75 (Gemeenteblad 2022, 113247);

artikel 1 Begripsomschrijvingen, sub i komt te luiden:

  • i.

    Stadsgebied: het grondgebied van het stadsgebied zoals bedoeld in Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 (Gemeenteblad 2021, 443018), laatst gewijzigd 28 februari 2022 (wijzigingsverordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022) in verband met de aanpassing van de artikelen 1,19, 21, 27, 30, 38 en 75 (Gemeenteblad 2022, 113247);

Artikel 1 Begripsomschrijvingen, sub k, komt te luiden:

  • k.

    geheel van als terras vergund oppervlak gemeentegrond of geheel van tafels, stoelen, gevelbank en/of andere roerende zaken die door of ten behoeve van de belastingplichtige zijn opgesteld om anderen in de gelegenheid te stellen ter plaatse iets te nuttigen;

B

Artikel 3 Belastingplicht, komt te luiden:

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn. Dan wel van degene die krachtens vergunning het recht heeft op exclusief genot of gebruik van die gemeentegrond, of diens rechtsopvolger.

 

C

Artikel 5 Belastingtijdvak, lid 2 kom te luiden:

  • 2

    Wanneer de voorwerpen binnen één kalenderjaar in het winterseizoen aanwezig zijn, wordt dit voor de tarieftoepassing precariobelasting terrassen als één winterseizoen aangemerkt.

Artikel 5 Belastingtijdvak, lid 3 kom te luiden:

  • 3

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

D

Artikel 7 Tarieftoepassing, lid 5, sub b, komt te luiden:

  • b

    bij het bepalen van de heffingsmaatstaf wordt voor terrassen uitgegaan van de vergunde oppervlakte, tenzij blijkt dat de feitelijk ingenomen oppervlakte waarvan de belastingplichtige het genot of gebruik heeft, groter is dan vergund. Indien blijkt dat de oppervlakte groter is dan de vergunde oppervlakte dan wordt voor de berekening van de belasting uitgegaan van de maten van het grootste buitenwerk gemeten vlak of bij niet-rechthoekige vlakken van twee denkbeeldig langs de uitersten van het vlak getrokken lijnen, die loodrecht op elkaar staan;

Artikel 7 Tarieftoepassing, lid 5, sub b, wordt vernummerd naar sub c.

 

E

Artikel 8 Vrijstellingen, komt te luiden:

De belasting wordt niet geheven indien en voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding wordt betaald aan de gemeente. De belasting wordt wel geheven indien op grond van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart een bedrag wordt gevorderd.

 

F

Artikel 11 Kwijtschelding komt te luiden:

Van precariobelasting terrassen, precariobelasting bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen, en precariobelasting passagiersvaartuigen wordt geen kwijtschelding verleend.

Van de precariobelasting kan slechts kwijtschelding worden verleend voor zover deze wordt geheven van gebruikers van woonschepen en vlotten, alsmede aanhorigheden.

 

G

Bijlage 1: Tarieventabel 2023, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020, inclusief kaart wordt vervangen door de bij dit besluit in Bijlage 1 opgenomen Tarieventabel 2024, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020, inclusief kaarten.

 

H

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel, derde lid komt te luiden:

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel II  

  • 1.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als “Vierde wijzigingsverordening precariobelasting Amsterdam 2020”.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 november 2023.

 

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1: Tarieventabel 2024, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020, inclusief kaarten

 

1.

Terrassen (per m²)

1.1

Onoverdekt zomerseizoen

1.1.1

Centrum tarief hoog en Zuid tarief hoog

€ 137,40

per seizoen

1.1.2

Centrum tarief laag, Zuid tarief laag, Oost en West tarief laag

€ 69,80

per seizoen

1.1.3

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort tarief overig

€ 54,70

per seizoen

1.2

Overdekt gehele jaar

1.2.1

Centrum tarief hoog en Zuid hoog tarief

€ 282,30

per jaar

1.2.2

Centrum tarief laag, Zuid tarief laag, Oost en West tarief laag

€ 140,60

per jaar

1.2.3

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort tarief overig

€ 112,70

per jaar

1.3

Onoverdekt winterseizoen

1.3.1

Hele stad

€ 40,80

per seizoen

2.

Woonschepen, vlotten alsmede aanhorigheden (per m²)

2.1.

Centrum, Zuid, Oost en West

€ 14,00

per jaar

2.2.

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort

€ 11,80

per jaar

3.

Bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen (tarief exclusief omzetbelasting en per m²)

3.1

Hele stad

€ 16,10

per jaar

4.

Passagiersvaartuig (tarief exclusief omzetbelasting en per m²)

4.1.

Tariefgebied 1

€ 52,60

per jaar

4.2.

Tariefgebied 2

€ 34,20

per jaar

 

Kaart tariefgebieden precariobelasting terrassen

 

Kaart tariefgebieden precariobelasting passagiersvaartuigen

 

Toelichting

 

Algemeen deel

Op basis van artikel 228 van de Gemeentewet kan een precariobelasting worden geheven ter zake van voorwerpen die zich onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevinden. Voor terrassen en vaartuigen die op eigen grond (in eigen water) liggen kan dus geen precariobelasting worden geheven. Vanaf 2016 kent Amsterdam alleen nog precariobelasting voor passagiersvaartuigen, terrassen, bedrijfsvaartuigen, woonboten en objecten op het water.

De gemeente is in beginsel vrij in het vaststellen van de tarieven precariobelasting (woonschepen, bedrijfs- en passagiersvaartuigen en terrassen) met dien verstande dat de tariefstelling niet willekeurig en onredelijk mag zijn.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I A

In artikel 1, sub 8, bij de begripsbepalingen wordt de omschrijving van het winterseizoen aangepast aan de structuur van de tarieventabel.

In artikel 1, sub h en i, worden de omschrijvingen van de begrippen stadsdelen en stadsgebied aangepast aan de meest recente verordeningen daaromtrent.

In artikel 1, sub k wordt in de begripsbepaling van terras ook een gevelbank opgenomen.

 

Artikel I B

In artikel 3 van de verordening wordt de omschrijving van de belastingplicht aangepast aan de tekst van de modelverordening van de VNG.

 

Artikel I C

Artikel 5 lid 3 wordt aangepast omdat de belastingplicht wordt bepaald aan de hand van de vergunning administratie maar daarnaast moet er ook sprake zijn van een of meer feitelijke constateringen van het aanwezig zijn van een of meer voorwerpen. 

 

Artikel I D

Artikel 7 lid 5 “bij de toepassing van de tarieven” wordt een nieuwe tekst ingevoegd onder sub b.

Dit artikel wordt ingevoegd omdat naast de feitelijke constateringen van belastbare feiten tevens gebruik wordt gemaakt van de gemeentelijke vergunningenadministratie voor het bepalen van de belastingplicht en de belastingplichtige.

 

Omdat in het vijfde lid een nieuw sub b is ingevoegd wordt het oude sub b omgenummerd naar sub c.

 

Artikel I E

Artikel 8 wordt gewijzigd omdat de oude tekst zag op een anticumulatiebepaling met de verordening reclamebelasting. Maar aangezien in Amsterdam geen precariobelasting wordt geheven op losse voorwerpen, zoals parasols, luifels en dergelijke hoeft deze bepaling niet te worden opgenomen. De vergoedingen verschuldigd voor het binnenhavengeld pleziervaart doen niet af aan de heffing van precariobelasting, omdat het binnenhavengeld in tegenstelling tot de precariobelasting geen duurzaam karakter heeft en er daarom niet snel sprake zal zijn van cumulatie.

 

Artikel I F

Dit betreft een tekstuele wijziging van Artikel 11 van de verordening.

Vanaf 2020 staat in de verordening dat van precariobelasting slechts kwijtschelding kan worden verleend voor zover deze wordt geheven van gebruikers van woonschepen en vlotten, alsmede aanhorigheden”. Huurders van woonboten met een laag inkomen die niet over voldoende vermogen beschikken om de verschuldigde belasting te betalen, kunnen daardoor in aanmerking komen voor kwijtschelding. De tekst van dit artikel is tekstueel aangepast aan de modelverordening van de VNG omdat indien ervoor wordt gekozen om kwijtschelding mogelijk te maken voor specifieke groepen, dit expliciet moet worden opgenomen.

 

Artikel I G

Bijlage 1: Tarieventabel 2024, behorende bij de Verordening Precariobelasting Amsterdam 2020, inclusief kaarten

 

Aanpassing tarieven precario terrassen

De tarieven precario voor terrassen zijn geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

 

Aanpassing tarieven precario woonschepen

De tarieven precario voor woonschepen zijn geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

 

Aanpassing tarieven precario passagiersvaartuigen

De gemeenteraad heeft op 7 juni 2023 besloten om de tarieven precario voor passagiersvaartuigen gefaseerd te verhogen tot een marktconform tarief. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan het voornemen uit de Nota Varen II, waarin is ogenomen dat de gemeente de kosten voor een ligplaats op het binnenwater meer in lijn wil brengen met de prijs voor een ligplaats in een jachthaven. Daarbij heeft de raad ingestemd met het gefaseerd omvormen van de huidige twee tariefgebieden naar één tariefgebied. Vanaf 2024 worden de tarieven jaarlijks verhoogd om in 2027 tot één stads breed tarief van €70 per m² te komen. Om te voorkomen dat de verschillen tussen de prijzen die jachthavens hanteren en de gemeentelijke tarieven in de periode 2024 – 2-27 weer oplopen, worden de tarieven precario voor passagiersvaartuigen jaarlijks geïndexeerd.

 

De tarieven precario voor passagiersvaartuigen zijn geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

 

Aanpassing tarieven precario bedrijfsvaartuigen

De tarieven precario voor bedrijfsvaartuigen zijn eveneens geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

 

Naar boven