Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

besluit vast te stellen de navolgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 wordt gewijzigd als volgt.

 

  • A.

    Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  • -

    beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

  • -

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • -

    bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • -

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

  • B.

    Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

  • C.

    Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • D.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • E.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  •  

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • F.

    Artikel 2:10, komt te luiden:

 

Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan openbare plaatsen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een vergunning worden geweigerd:

  • a.

    als het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • b.

    als het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; of

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 3.

    De vergunning wordt geweigerd voor zover het gaat om de plaatsing van driehoeksborden, sandwichborden of andere borden met een soortgelijke functie, tenzij het gaat om plaatsing voor de gevel van een winkel of ander gebouw.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op:

  • a.

    evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

  • b.

    terrassen als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid;

  • c.

    standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17;

  • d.

    voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard;

  • e.

    door burgemeester en wethouders aan te wijzen categorieën van voorwerpen;

  • f.

    beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

  • 5.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder a, is niet van toepassing als in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 6.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder b, is niet van toepassing op bouwwerken.

  • 7.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder c, is niet van toepassing als in de voorkoming van overlast wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

  • 8.

    In dit artikel wordt onder het bevoegd bestuursorgaan verstaan burgemeester en wethouders, of voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 Gemeentewet, de burgemeester.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden.

  • 10.

    Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

  • G.

    Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

 

  • 3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht, het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Goeree-Overflakkee.

 

  • H.

    Artikel 2:12 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “college” vervangen door “bevoegd gezag”.

  • 2.

    In het tweede lid, onder e, wordt “bestemmingsplan” vervangen door “omgevingsplan”.

  • 3.

    Het derde lid komt te luiden:

     

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

  • I.

    Artikel 2:14, derde lid, komt te luiden:

  •  

  • 3. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

 

  • J.

    Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

  •  

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

  •  

  • K.

    Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • L.

    Artikel 2:23a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Huisvestingswet, de Omgevingswet of het Arbeidstijdenbesluit vervoer.

  •  

  • 2.

    Het derde lid vervalt.

 

  • M.

    Artikel 2:23e, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de provinciale omgevingsverordening.

 

  • N.

    Artikel 2:28, tweede lid onder a, komt te luiden:

 

a. de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan;

 

  • O.

    Artikel 2:29, zesde lid, komt te luiden:

 

6. Het eerste en het vierde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

  • P.

    Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

  •  

  • b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

  •  

  • Q.

    Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:

  •  

  • 2. Dit verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

  • R.

    Artikel 2:64, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

  • S.

    Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

  • T.

    Artikel 3:7, eerste lid, onder k, komt te luiden:

 

k. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

 

  • U.

    Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

 

  • V.

    Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  •  

  • - Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

  • 2.

    De definitie van “besluit” komt te vervallen;

  •  

  • 3.

    De definitie van “inrichting” komt te luiden:

  •  

  • - inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

 

  • W.

    Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

  •  

c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

  • 2.

    Voor het woordje “Tabel” aan het einde van lid 1 wordt het lidnummer 2. ingevoegd, waarna de leden 2 tot en met 4 worden omgenummerd in 3 tot en met 5.

  •  

  • 3.

    Het vierde lid (nieuwe nummering) komt te luiden:

  •  

  • 4.

    Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

 

  • X.

    Artikel 4:5b, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • Y.

    Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • Z.

    Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op door burgemeester en wethouders in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

 

2. Het derde lid komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AA.

    Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

  •  

  • 2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

  •  

  • BB.

    Artikel 4:17, komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

  • CC.

    Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

  • DD.

    Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

  • EE.

    Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

  •  

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

  • FF.

    Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

  •  

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren wegens strijd met het omgevingsplan.

 

  • GG.

    Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

  •  

  • 1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • HH.

    Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:

 

a. wegens strijd met het omgevingsplan;

 

II. Artikel 5:24, vijfde lid, komt te luiden:

  •  

  • 5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

  • JJ.

    Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

 

  • KK.

    Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • LL.

    Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

  • MM.

    Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

  • NN.

    Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

  • OO.

    Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

2. Het vijfde lid komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • PP.

    Artikel 6:2, eerste lid, onder e, komt te luiden:

 

  • e.

    de krachtens artikel 18.6 van de Omgevingswet aangewezen ambtenaren;

 

Artikel II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen V en W van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan die van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 9 november 2023.

Griffier, voorzitter,

drs. G. Brand, mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Naar boven