Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 492539 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 492539 | beleidsregel |
Retailvisie Dijk en Waard 2023
De raad van de gemeente Dijk en Waard;
gelet op de Wet algemene regels herindeling,
In 2020 is de Retailvisie Dijk en Waard vastgesteld. Per 1 januari 2022 zijn de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard bestuurlijk gefuseerd naar de gemeente Dijk en Waard. Deze fusie heeft tot gevolg dat beleidsstukken, waaronder de Retailvisie opnieuw vastgesteld moeten worden. Naast het opnieuw vaststellen van de Retailvisie, speelt mee dat een actualisatie van het retailbeleid op een aantal punten gewenst is, door diverse ontwikkelingen in de nieuwe gemeente die vragen om afstemming en keuzes. Denk hierbij aan de (grootschalige) woningbouwontwikkelingen, flitsbezorgers en verkleuring op bedrijventerreinen en de situatie post-corona.
De gemeente Dijk en Waard heeft daarom behoefte aan een actualisatie van de vigerende Retailvisie Dijk en Waard 2020. Een retailvisie voor zowel detailhandel als voor aanvullende commerciële voorzieningen zoals horeca, overige leisure en diensten. Dijk en Waard hebben daarom aan Sweco, Business Unit Stedelijke Planning (voorheen Bureau Stedelijke Planning) gevraagd de retailvisie uit 2020 te actualiseren. Naast een visie tot 2030, bevat de retailvisie ook een uitvoeringsprogramma voor de gewenste retailstructuur. Hierin is onder andere het eerder opgestelde actieplan geactualiseerd die partijen aanzet tot actie in de gewenste retailstructuur.
FIGUUR 1 BELANGRIJKSTE WINKELGEBIEDEN GEMEENTE DIJK EN WAARD
Bron: BRT Achtergrondkaart; Bewerking Sweco
De nieuwe visie in een notendop
Binnen de gemeente Dijk en Waard zijn er verschillen in het functioneren van de retail, per type gebied, maar ook binnen (centrum)gebieden. We gaan voor een vitale en aantrekkelijke structuur voor alle inwoners. Er is binnen de gewenste structuur op basis van functie en maatvoering daarom een onderscheid gemaakt in:
Naast deze clusters zijn er verspreide en solitair gelegen verkooppunten (zoals de combinatie Aldi/Welkoop in Noord-Scharwoude). Deze winkels, horecazaken, leisure en diensten behoren niet tot de structuur.
De algemene boodschap is een duidelijke, en gezien de trends geen verrassende: voor de gemeente Dijk en Waard is er ondanks de grootschalige woningbouwontwikkelingen in nagenoeg alle detailhandelsbranches nu en in de toekomst een overschot aan winkelmeters.
Met dit overaanbod staat de gemeente voor een reductieopgave voor detailhandel. Om deze reductieopgave vorm te geven moeten er keuzes gemaakt worden. Enerzijds door zeer voorzichtig om te gaan met nieuwe (grootschalige) initiatieven, met name buiten de structuur. Anderzijds ook door verborgen plancapaciteit op ongewenste plekken te saneren, door de bestemming detailhandel er af te halen wanneer deze mogelijkheid zich voor doet.
Kwalitatieve versterking van de bestaande, perspectiefrijke (centrum)gebieden binnen de structuur en het intensiveren van een gemengd aanbod aan publieksfuncties (horeca, leisure, maatschappelijke voorzieningen) binnen deze gebieden staat boven het mogelijk maken van ontwikkelingen op nieuwe locaties. Deze centrumgebieden zullen (moeten) gaan functioneren als verblijfsgebieden in plaats van puur als winkelgebieden.
De visie en beleidslijn die voor de gewenste structuur wordt gevolgd is:
In de twee lokale centrumgebieden Broekerveiling en Centrumwaard is meer aanbod dan alleen voor de dagelijkse verzorging van de inwoners rondom het centrum nodig is. Omdat de positie van centra van deze omvang als niet-dagelijks winkelgebied onder druk staat, dient versterking hier vooral in kwalitatieve zin plaats te vinden. Het inzetten op meer compacte, maar ook multifunctionele centra is hier het devies. Deze multifunctionaliteit is ook te zoeken in versterking met maatschappelijke functies.
Concentratie van winkels in volumineus aanbod zo veel als mogelijk in de twee bestaande PDV-clusters Beveland en Woonboulevard Langedijk. Waar mogelijk is inzetten op reductie van het verspreid gelegen volumineuze aanbod in de twee gemeenten gewenst. De verblijfskwaliteit op de twee PDV-clusters Beveland en Woonboulevard Langedijk kan verbeterd worden door toevoeging ondersteunende daghoreca of leisurefuncties (die ruimtelijk niet passen binnen de centrumgebieden).
Voor de overige clusters, veelal ondersteunende wijk, dorps- en buurtcentra, geldt dat deze zich moeten richten op de dagelijkse verzorging van de inwoners in de gemeenten. Naast een plek voor boodschappen vormt het ook een ontmoetingsplek voor buurt, wijk en dorp. De opgave is om vitale en leefbare dorpskernen in stand te houden en waar nodig te creëren.
Samengevat kent het nieuwe beleid de volgende lijn:
In de volgende hoofdstukken werken we de visie uit (hoofdstuk 1), en voorzien we deze van een beleids- en afwegingskader (hoofdstuk 2) en van een concreet uitvoeringsprogramma (hoofdstuk 3). Apart van dit rapport is er nog een ‘context en analyse’ rapport beschikbaar.
1. Visie op de retailstructuur
In dit hoofdstuk worden de visie en het beleid voor de retailstructuur uitgewerkt. We starten met de noodzaak en ambitie die moet worden nagestreefd. Deze is vervolgens in paragraaf twee uitgewerkt in een visie op de retailstructuur. Deze visie wordt vervolgens vertaald naar vorm en invulling per type cluster.
1.1 Groot aanbod detailhandel maakt kiezen noodzakelijk
De algemene boodschap is een duidelijke en gezien de trends geen verrassende. Detailhandel staat landelijk onder druk door trends als online shoppen, het terugtrekken van retailers naar de grootste winkelgebieden en een (mede daardoor) steeds kritischer wordende consument als het gaat om ‘winkelen’. De behoefte aan fysieke detailhandelsmeters neemt de komende jaren (verder) af. Volgens het Marktruimteonderzoek Provincie Noord-Holland (2022) geldt voor de gemeente Dijk en Waard, dat er voor alle detailhandelssectoren in 2030 de vraag en het aanbod in balans zijn of er een overschot aan winkelmeters is. De behoefte ligt voor deze sectoren dus ondanks een groeiend inwonertal lager dan het huidig aantal gevestigde meters aan detailhandel. Daarbij is er nog een planvoorraad van nog toe te voegen winkelmeters, met name in winkelgebied Broekerveiling. Indien deze opgevuld worden zal het totale winkelaanbod in de gemeente Dijk en Waard naar de toekomst toe nog iets toenemen.
Ondanks de bevolkingsgroei is met het huidige winkelaanbod in de gemeente de reductieopgave voor detailhandel in de gemeente groter dan de kansen die er zijn voor uitbreiding van meters. Om deze reductieopgave vorm te geven moeten er keuzes gemaakt worden. Enerzijds door zeer voorzichtig om te gaan met nieuwe (grootschalige) initiatieven, met name buiten de gewenste structuur. Anderzijds ook door actief meters op ongewenste plekken buiten de structuur de bestemming detailhandel er af te halen als deze kans zich voordoet.
Voor een deel van de detailhandelsmeters, met name de meters die binnen de structuur gevestigd zijn, geldt dat deze met andere publieksfuncties ingevuld kunnen worden. Winkelclusters van de toekomst worden meer en meer verblijfsgebieden. Hiervoor is het belangrijk dat verschillende publieksfuncties worden geclusterd binnen deze structuur. Dit gaat om commerciële publieksfuncties als horeca, cultuur, overig leisure en diensten, maar ook om meer maatschappelijke functies als zorgfuncties. Daarbij kan ook de woon- en kantoorfunctie van deze centrumgebieden geïntensiveerd worden. Uiteindelijk wordt op deze manier een hart ontwikkeld op verschillende schaalniveaus: van stadshart via hart van de wijk tot een hart voor de buurt. Een levendig hart/verblijfsgebied ontstaat door de invulling van haar gebruikers. De ontmoeting van de gebruikers moet in al zijn facetten gestimuleerd worden zonder dwingend te zijn. Een doel of bestemming (functie) is cruciaal, maar ook een mix van functies en vrijheid in gebruik (in principe gedurende de gehele dag/avond voor iedereen toegankelijk) van het hart is belangrijk. 1
1.2 De ambitie voor retail in Dijk en Waard
In de regionale detailhandelsvisie regio Alkmaar 2025 zijn er enkele hoofdlijnen geformuleerd: 1) regionaal afstemmen over nieuwe ontwikkelingen, 2) terughoudend omgaan met uitbreiding, 3) inzetten op versterken van de structuur, 4) afwijzend staan tegenover nieuwe ontwikkelingen buiten de structuur (tenzij er sprake is van basisvoorziening in kleine kern of detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit) en 5) geen brancheverruiming doelgerichte gebieden (PDV-clusters). Aan de hand van de uitgevoerde analyses, de overwegingen en deze regionale hoofdlijnen hebben we de volgende ambitie gespecificeerd voor de retailstructuur van Dijk en Waard:
Duurzame structuur en ruimtegebruik. De retailclusters moeten in omvang en samenstelling passen bij het verzorgingsgebied en de functie van het cluster. Indien het (winkel)gebied te groot of te klein is voor deze functie, is optimalisering passend. Dit kan zijn in de vorm van concentratie en transformatie van een cluster (minder meters), of door een beperkte toevoeging van meters. Een retailgebied functioneert het beste met aaneengesloten voorzieningen en een beperkte leegstand.
Zo veel mogelijk clusteren van detailhandel (en andere publieksvoorzieningen). Nieuwe ontwikkelingen worden alleen toegestaan in de perspectiefrijke centra en niet op solitaire locaties. In nieuwe woongebieden met voldoende (nieuw) draagvlak worden gelijksoortige voorzieningen zoveel als mogelijk geclusterd.
Kwalitatieve versterking van de bestaande, perspectiefrijke (centrum)gebieden binnen de structuur en het intensiveren van een gemengd aanbod aan publieksfuncties binnen deze gebieden staat boven het mogelijk maken van ontwikkelingen op nieuwe locaties. Deze centrumgebieden zullen gaan functioneren als verblijfsgebieden in plaats van puur winkelgebieden.
Verzorgingsfunctie behouden en versterken. Binnen de huidige structuur vervullen de (centrum)gebieden primair een functie voor de eigen inwoners. Door de nabijheid van het grotere Alkmaar en doordat (niet-dagelijkse) detailhandel onder druk staat, ligt de focus niet op het realiseren van een groter verzorgingsbereik door een groter retailaanbod. Een volwaardig en een kwalitatief hoogwaardige verzorging van de eigen inwoners van Dijk en Waard heeft prioriteit.
Vitaliteit en leefbaarheid: Optimale (dagelijkse) verzorging voor alle inwoners in de gemeente, waarbij met name de dagelijkse voorzieningen voor kleine kernen als Sint Pancras en Oudkarspel in de toekomst geborgd worden. De (toekomstige) vergrijzing maakt bewoners minder mobiel, waardoor er nog meer behoefte is aan dagelijkse voorzieningen nabij. Naast een plek voor boodschappen vormen het ook ontmoetingsplekken. De opgave is om vitale en leefbare dorpskernen in stand te houden en waar nodig een kwalitatieve impuls te geven (toevoeging meters niet op zijn plaats).
Het bieden van ruimte voor dynamiek in de compacter wordende centrumgebieden met een bovenlokale of bovenwijkse functie. Hier ruimte bieden voor innovatieve ontwikkelingen als pop-up stores, blurring concepts, een meer multifunctionele invulling en andere deels niet te voorziene ontwikkelingen. Daarbij is van belang dat deze ontwikkelingen een meerwaarde hebben voor de huidige retailstructuur en geen afbreuk daaraan doen.
Er moet terughoudend worden omgegaan met (grote) nieuwe ontwikkelingen. Er is geen uitbreidingsruimte en gemiddeld ligt er een (toekomstige) reductieopgave voor detailhandel. In de centra functioneert het aanbod nu al vaak niet optimaal. Voor aantrekkelijke clusters die ook aangenaam zijn om te verblijven, is het essentieel dat er geen (grote) uitbreidingen worden toegestaan en dat er ingezet wordt op optimalisatie van het bestaande aanbod. Dit geldt zeker voor de ontwikkelingen buiten de gewenste structuur. Kwalitatieve versterkingen van bestaand aanbod in de structuur blijft wel gewenst.
Koester en bevorder de reeds aanwezige samenwerking tussen de direct betrokkenen. Structurele samenwerking tussen met name ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente bepaalt in steeds grotere mate het succes en de ontwikkeling van centrumgebieden. Professionalisering van samenwerkingsverbanden op verschillende schaalniveaus versterkt uiteindelijk (het functioneren van) de gewenste structuur.
Met het naleven van de bovenstaande ambitie in beleidsvorming, omgang met plannen en samenwerking komen we tot gezonde vraag-aanbod verhoudingen, een goede ruimtelijke ordening, wordt (onnodige) leegstand voorkomen en worden met structurele samenwerking succesvolle retailclusters gecreëerd.
1.3 De gewenste retailstructuur
In onderstaande figuur is de visie op de gewenste retailstructuur in de gemeente Dijk en Waard weergegeven. De structuur omvat de grootste en belangrijkste clusters. Initiatieven worden bij voorkeur geleid naar en ontplooid in deze (winkel)gebieden.
Er is in de structuur een onderscheid gemaakt in: één kernwinkelgebied, twee lokale centrumgebieden, twee perifere clusters en een ondersteunende boodschappenstructuur (zie afbeelding 3).
FIGUUR 3 DE GEWENSTE STRUCTUUR IN DIJK EN WAARD
Binnen de eerste drie typen centra kunnen initiatieven gehonoreerd worden en nieuwe concepten ingepast, mits ze passend zijn in de beoogde functie van het gebied, en passend zijn binnen de positie die het winkelgebied in de structuur vervult.
Voor de overige clusters, veelal ondersteunende wijk- en buurtcentra, geldt dat deze zich moeten richten op de dagelijkse verzorging van de inwoners in de gemeenten. Voor een deel van deze ondersteunende centra is het op den duur de vraag of ze voldoende kritische massa hebben om toekomstbestendig te zijn. Verdere clustering is dan nodig om perspectiefrijk te blijven.
Daarnaast vallen er nog enkele clusters of solitaire aanbod buiten de gewenste structuur. Zo zijn de Aldi vestigingen aan de Oostelijke Randweg (in Noord Scharwoude) en aan de Rustenburgerweg (Heerhugowaard) geen onderdeel van de structuur. Ook andere solitaire verkooppunten (met name detailhandel) vallen buiten de structuur. De Caravanboulevard aan de noordkant van Heerhugowaard is ontstaan om ABC verkooppunten (auto’s, boten, caravans) te vestigen en deze functie blijft leidend. In de loop der tijd hebben zich hier ook winkels uit andere branches gevestigd (zoals wonen). Deze winkels vallen buiten de structuur. De focus moet weer meer liggen op de ABC goederen.
Het Stationsgebied is niet bestempeld als een cluster in de structuur. Wel is dit een bijzondere trafficlocatie binnen de gemeente. Voorzieningen en diensten met een focus op deze reizigersdoelgroep kunnen zich hier vestigen. Belangrijk is dat de voorzieningen geen trekkracht genereren voor niet-reizigers. Daarom is er maximaal 2.500 m² wvo (en 3.200 m² bvo) aan voorzieningen en diensten mogelijk op het Stationsplein (direct gelieerd aan het station), met een maximale grootte per unit van 350 m² bvo. Zo is er wel ruimte voor bijvoorbeeld een to go supermarkt, maar niet voor een volwaardige supermarkt. Dit voorkomt dat de voorzieningen een negatief effect hebben op bijvoorbeeld Middenwaard.
FIGUUR 4 INDICATIEVE AFBAKENING VOOR CLUSTERING COMMERCIËLE PUBLIEKFUNCTIES STATIONSGEBIED
1.4 Invulling en functie gebiedstypes
De volgende invulling en functie is leidend binnen de verschillende types in de structuur.
Kernwinkelgebied Middenwaard met mix van alle publieksfuncties
Het gebied functioneert nu al als het recreatieve retailcluster binnen de gemeente. Die positie kan worden versterkt door nog meer dan nu het geval is een mix van publieksfuncties te creëren. Daarnaast kan ingezet worden op versterking/behoud van een krachtig aanbod aan retailfuncties in Middenwaard.
Waar het aanbod op en rondom het Coolplein al een sterke impuls vormt voor de breedte van het aanbod, kan dit nog beter worden uitgewerkt. Dit kan door gedoseerd ruimte te maken voor leisure (in de brede zin, waaronder horeca, vermaak, evenementen en cultuur), maar ook verschuiving naar andere (niet-)publieksfuncties als kantoren, maatschappelijke voorzieningen en intensiveren met meer woningen, en het toevoegen van andere functies met een bovenlokale reikwijdte. Deze moeten het verblijf in Middenwaard nog aantrekkelijker maken. Uitbreiding van het detailhandelsaanbod in dit cluster is altijd mogelijk, mits gefaciliteerd in reeds bestaande bebouwing.
FIGUUR 5 MIX AAN FUNCTIES IN MIDDENWAARD
Bron: Pixabay; bewerking Sweco
De lokale centrumgebieden als toekomstige boodschappenclusters+
In de twee lokale centrumgebieden Broekerveiling en Centrumwaard is meer aanbod dan alleen voor de dagelijkse verzorging van de inwoners rondom het centrum. Omdat de positie van centra van deze omvang als niet-dagelijks winkelgebied onder druk staat, dient versterking hier vooral in kwalitatieve zin plaats te vinden. Het aanbod moet passend zijn bij het draagvlak en dus ondersteunend aan het kernwinkelgebied Middenwaard. Het inzetten op meer compacte, maar ook multifunctionele centra is hier het devies. Deze multifunctionaliteit is ook te zoeken in maatschappelijke functies als de combinatie met een zorgcluster en/of scholengemeenschap (clustering publieksfuncties).
Twee perifere clusters met beide een eigen karakter
Concentratie van winkels in volumineus aanbod zo veel als mogelijk in de twee bestaande PDV-clusters (PDV = Perifere Detailhandels Vestigingen) Beveland en Woonboulevard Langedijk. Nieuwvestiging is alleen mogelijk binnen de fysieke kaders van de huidige clusters. Waar mogelijk is inzetten op reductie van het verspreid gelegen volumineuze aanbod in de gemeente gewenst. Daarnaast is brancheverruiming op de PDV-clusters niet toegestaan, voornamelijk om de reguliere centrumgebieden te beschermen.
Door de twee clusters duidelijk anders te positioneren ten opzichte van elkaar, hebben deze toch beide een goede toekomst. Voor Beveland is deze positionering meer te zoeken in een multifunctionaliteit van volumineus aanbod. Dus nog meer dan in de huidige situatie het bieden van een mix van detailhandel en grootschalige leisure, ondersteund door daghoreca (bijvoorbeeld kluscafé of coffee corner in bouwmarkt), in een samenhangend gebied. Voor Woonboulevard Langedijk geldt dat de trekkracht in grote mate afhankelijk is van de aldaar gevestigde grote Karwei-vestiging. De functie van dit volumineuze cluster is dan ook meer die van doe-het-zelf cluster met aanhangende winkels als de keuken- en badkamer specialist. Meer clusteren en de uitstraling vriendelijker maken, zodat Woonboulevard Langedijk gezien wordt als één samenhangend gebied, zijn hier belangrijke doelstellingen.
FIGUUR 6 WOONBOULEVARD LANGEDIJK (LINKS) EN BEVELAND (RECHTS)
Ondersteunende boodschappenstructuur
Tot slot is er de ondersteunende boodschappenstructuur. Deze clusters typeren zich als de dorpscentra of de wijk- en buurtcentra. In enkele gevallen gaat het om solitaire supermarkten in de wijk. Deze clusters hebben voornamelijk een boodschappenfunctie. Er zijn een (of in een enkel geval twee) supermarkt(en), in sommige gevallen aangevuld met ondersteunend dagelijks aanbod in de vorm van bijvoorbeeld een bakker en viswinkel en enkele niet-dagelijkse winkels. Dit zijn veelal winkels met frequent benodigde artikelen zoals de bloemenzaak en winkel met huishoudelijke artikelen. Daarnaast zijn er enkele diensten en soms wat horeca gevestigd. Door dit aanbod en ligging functioneren de centra vaak als ontmoetingsplek of hart van dorp of wijk.
In deze ondersteunende boodschappenstructuur is inzetten op behoud aan de orde. Alleen voor de dorpscentra geldt dat waar nodig versterking van de dagelijkse winkelvoorzieningen uitbreiding/nieuwvestiging mogelijk is, mits passend bij het draagvlak van deze dorpen. De verwachting is dat in Sint Pancras, Oudkarspel en Noord- en Zuid Scharwoude in de toekomst een bescheiden dagelijkse voorziening kan worden geboden. Dit is belangrijk om de leefbaarheid van deze kernen op peil te houden. Ook omwille van de leefbaarheid van de dorpen is een bovenmatige versterking van de bovenlokaal verzorgende centra niet gewenst. Daarbij dient bij alle ontwikkelingen zorgvuldig te worden gekeken hoe de vitaliteit geborgd kan blijven.
FIGUUR 7 VOOR MINDER MOBIELE INWONERS VAN DE TWEE GEMEENTEN IS HET BELANGRIJK DAT VOORZIENINGEN NABIJ ZIJN
FIGUUR 8 SUPERMARKT IN SINT PANCRAS: GEMAK VAN MOGELIJKHEID OM DE DAGELIJKSE BOODSCHAPPEN NABIJ HUIS (EN PER FIETS) TE DOEN IS MEERWAARDE VAN DE ONDERSTEUNENDE BOODSCHAPPENCLUSTERS
Voor het aanbod in de wijk- en buurtcentra van met name Heerhugowaard geldt eveneens bestendiging. De spreiding en de hoeveelheid meters zijn op orde. Optimalisering en modernisering moet mogelijk worden gemaakt, maar alleen als dit niet bijt met de andere onderdelen van de onderliggende structuur of met de centrumgebieden.
Verkooppunten buiten de structuur worden niet actief opgeruimd. Er zal wel een zogenaamd uitsterfbeleid worden gevoerd. Dit wil zeggen dat totdat de retailer het pand verlaat deze hier zijn zaak kan blijven exploiteren. Voor bestaande winkels en andere verkooppunten buiten de structuur zijn de uitbreidingsmogelijkheden zeer beperkt. Indien formules bijvoorbeeld wensen uit te breiden, wordt dit alleen mogelijk gemaakt indien dit samengaat met een relocatie naar een cluster binnen de structuur (en herbestemmen van de achtergelaten meters). Door hier strikt mee om te gaan en door in te zetten op minder aanbod buiten de structuur kan de gewenste structuur sterker worden.
De visie zoals verwoord in het vorige hoofdstuk wordt in dit hoofdstuk vertaald naar achtereenvolgens de beleidslijnen en afwegingskaders (o.a. ter beoordeling van initiatieven).
2.1 Beleidskader verschillende retailfuncties
De essentie voor het beleid: de juiste functie op de juiste plek
Centrale keuze is dat we volledig inzetten op de bestendiging en versterking van de vitale onderdelen van de retailstructuur. Voor retailfuncties onderscheiden we functies die een bovenlokale, lokale of dorps- of wijkverzorgende functie hebben. Insteek is dat de juiste functie op de juiste plaats landt: bovenlokale functies in Middenwaard (m.u.v. volumineus aanbod), lokale functies in Broekerveiling of Centrumwaard en de dorps- en wijkverzorgende functies in de ondersteunende boodschappencentra.
FIGUUR 9 HIËRARCHIE FUNCTIES EN BIJBEHOREND CLUSTER(TYPE)
Detailhandel alleen faciliteren binnen bestaande clusters
Binnen kernwinkelgebied Middenwaard, de lokale centrumgebieden Broekerveiling en Centrumwaard en de twee perifere clusters Beveland en Woonboulevard Langedijk kunnen detailhandelsinitiatieven gehonoreerd worden en nieuwe concepten ingepast, mits ze passend zijn in de beoogde functie van het retailcluster, en passend zijn binnen de positie die het cluster binnen de structuur vervult.
Voor de ondersteunende boodschappenstructuur, te weten de dorpsclusters in Langedijk en de ondersteunende clusters in Heerhugowaard, geldt dat er enige ruimte is voor initiatieven. Met name als dit een kwalitatieve versterking van dat cluster betekent en er geen functiesprong beoogd wordt.
Er wordt geen medewerking verleend aan initiatieven tot nieuwe clusters van detailhandel buiten de structuur. Ook nieuwe solitaire ontwikkelingen zijn niet gewenst. Winkelontwikkelingen dienen immers bij te dragen aan (een versterking van) de gewenste structuur. Dit betekent ook dat winkels buiten de structuur (en daarbij horen ook initiatieven voor solitair gevestigde supermarkten of eigenstandig trekkende winkels in het Stationsgebied) niet gewenst zijn. Bij nieuwbouwgebieden geldt in principe dat deze verzorgd worden door bestaande centrumgebieden. Bij grote ontwikkelingen zal er nader onderzocht worden of er specifieke behoefte is aan extra commerciële voorzieningen. Het is namelijk belangrijk dat de ontwikkeling past bij de omvang van de wijk en geen afbreuk doet aan de gewenste retailstructuur.
In lijn met de regionale visie is een uitbreiding van verspreide bewinkeling niet gewenst. Dit geldt voor reguliere detailhandel (waaronder supermarkten), maar ook voor PDV. Uitbreiding van reeds gevestigde tuincentra is alleen aanvaardbaar als de uitbreiding qua maatvoering past bij de functie van de vestiging (geen schaalsprong). Nieuwvestiging van supermarkten, bouwmarkten of tuincentra is buiten de structuur niet geoorloofd.
Samengevat kent het retailbeleid voor detailhandel de volgende lijn:
Horeca en leisure binnen clusters én op bijzondere plekken
Voor horeca en leisure geldt grotendeels hetzelfde als voor detailhandel. Ook hierin ligt de focus op het clusteren binnen de structuur. Daarbij moet eveneens gekeken worden naar of het beoogde initiatief past bij de functie van het retailcluster/verblijfsgebied. Zo horen horeca en leisure die een gemeente overstijgende functie hebben in Middenwaard thuis, of indien ruimtelijk-functioneel inpasbaar in een van de PDV-clusters. Meer lokale horeca en leisurevoorzieningen kunnen landen in Broekerveiling en Centrumwaard.
Anders dan voor detailhandel is volledige clustering voor horeca en leisure minder belangrijk. Voor een aantrekkelijke leefomgeving en voorzieningenaanbod geldt dat ook de vestiging van deze functies buiten de structuur mogelijk moet zijn. Daarvoor is het adagium ‘de juiste functie op de juiste plek’ van belang. Buiten de structuur is er ruimte voor een acupunctuur van horeca en leisure. Daarbij is het belangrijk dat dit bijzondere en kwalitatieve concepten zijn, die aanhaken op bijzondere locaties. Denk aan een plek aan het water (zoals horecazaak en sportaccomodatie Skeef in Heerhugowaard), of in de natuur (zoals de horeca in het Geestmerambacht). Of aan horeca die qua karakter past bij het Stationsgebied, door in te zetten op (zakelijke) ontmoeting en overbruggen van wachttijd. Er moet echter geen wildgroei ontstaan, dus toetsing op kwaliteit, concept en bijdrage aan de omgeving zijn essentieel. Overige horeca- en leisure-initiatieven dienen binnen de structuur gefaciliteerd te worden.
Diensten eveneens zo veel mogelijk geleiden naar clusters
Voor de diensten geldt dat de ambachten (zoals de kapper, stomerij en schoonheidsspecialist) een gezond perspectief hebben omdat deze (fysieke) diensten veelal geen concurrentie van online ondervinden. Wel ondervinden zij soms concurrentie van ambachten aan huis (bijvoorbeeld de thuiskapper2 ). De meer financiële en particuliere dienstverlening (zoals de bank en het reisbureau) staat echter onder druk. De vestigingspunten van de laatstgenoemde branches verdwijnen massaal uit de winkelstraat. Voor de veelal ambachtelijke diensten die nog wel vestigingspunten nodig hebben, geldt dat deze ook zo veel mogelijk geleid moeten worden richting clusters (ook kapperszaken als zij meer dan één stoel hebben). Ze dragen bij aan de dynamiek en multifunctionaliteit van deze clusters.
FIGUUR 11 VOORBEELDEN VAN DIENSTEN (/KAPPERS) ALS ONDERDEEL VAN CLUSTER: MIDDENWAARD (LINKS) EN SINT PANCRAS (RECHTS)
Momenteel zijn er in de gemeente Dijk en Waard enkele plekken aangewezen waar kramen een (vaste) standplaats hebben. Vaak verkopen zij eten als oliebollen, vis of loempia’s, maar in sommige gevallen gaat het om bijvoorbeeld een bloemenkraam. De standplaatsen zijn een toevoeging aan het huidige winkelaanbod en zorgen voor reuring. De locaties zijn vastgelegd in het standplaatsenbeleid van de gemeente Dijk en Waard.
Flitsbezorging en dark kitchens
Flitsbezorging is een specifieke vorm van een bedrijfsactiviteit die bestaat uit het dagelijks veelvuldig en met een zeer korte leveringstermijn (binnen 10 minuten) distribueren van voornamelijk dagelijkse goederen. Op dit moment zijn er in de gemeente Dijk en Waard geen flitsbezorgers actief. Wel is het noodzakelijk om op een eventuele vestiging van flitsbezorgers voor te sorteren.
Naast flitsbezorging zijn er ook zogenoemde dark kitchens wat ‘bezorgrestaurants’ zijn en niet toegankelijk zijn voor consumenten. Er wordt enkel gekookt voor bezorging en bestellen is ter plekke in de dark kitchen niet mogelijk door de consument. Vrijwel alle handelingen vinden online plaats, met uitzondering van bezorging, van de door de dark kitchens klaargemaakte maaltijden, bij de consument.
Ten aanzien van flitsbezorgers en dark kitchens geldt dat deze niet bestempeld worden als detailhandel en horeca, maar als bedrijfsactiviteit/distributie en zich daarom dienen te vestigen op bedrijventerreinen in de gemeente, want:
Bij vestiging op bedrijventerreinen dienen flitsbezorgers en dark kitchens fysiek en verkeerskundig nauwkeurig ingepast te worden, onder meer inzake parkeren, ruimte voor laden/lossen en manoeuvreren op eigen terrein. Dit om verkeersoverlast voor andere bedrijvigheid te beperken.
Overzichtstabel met functies bij type gebieden
In onderstaande tabel is op basis van de voorgaande visie op de structuur en per type functie weergegeven hoe deze zich vertalen naar beoordeling per type initiatief en per type cluster. Met andere woorden: welke functies en voorzieningen passen wel, niet of onder voorwaarden bij de verschillende gebiedstyperingen? Het gaat hier om richtlijnen. In werkelijkheid vraag de beoordeling van elk initiatief om maatwerk.
Reguliere niet-dagelijkse detailhandel3 |
|||||||||||||||||
= Toegestaan, mits voldaan aan voorwaarden: zoals maatvoering, bijdrage aan structuur, branchering en bestemmingsplan |
2.2 Toetsingskader: welk initiatief past op welke locatie?
Bij de beoordeling van nieuwe retailinitiatieven spelen of het wel of niet binnen de structuur ligt en het type branche (regulier of volumineus) de hoofdrol in het afwegingskader. Daarnaast dient er per initiatief gekeken te worden of dat past bij en positief bijdraagt aan het functioneren en de sfeer van het desbetreffende cluster. Het schema geeft een uitwerking van het principe “de juiste functie op de juiste plaats”.
Met dit afwegingskader krijgen initiatiefnemers inzicht in de overwegingen die de gemeente hanteert bij het beoordelen van initiatieven voor nieuwvestiging en uitbreiding die niet passen binnen de bestaande planologische kaders en waarvoor een planprocedure moet worden doorlopen. Bij de punten met een vergrootglas geldt een onderzoeksplicht ( ). Hier is het aan de initiatiefnemer om op basis van onafhankelijk onderzoek aan te tonen dat het initiatief aan alle genoemde voorwaarden voldoet.
FIGUUR 12 AFWEGINGSKADER RETAILINITIATIEVEN
Naast dit gemeentelijke afwegingskader gelden ook de regionale en provinciale afstemmingen. Voor initiatieven groter dan 5.000 m² wvo in bestaande winkelcentra, groter dan 1.500 m² wvo buiten bestaande clusters en tevens groter dan 1.500 m² wvo volumineus aanbod op bedrijventerreinen, geldt dat regionale afstemming en een advies van de RAC NH (Regionale Advies Commissie Noord-Holland) verplicht zijn.
Afwegingskader horeca en leisure buiten de structuur
Omdat voor speciale horeca en leisure concepten ook mogelijkheden worden geboden om zich buiten de structuur te vestigen, is hieronder een schema opgenomen om dit af te wegen. Het streven is om acupunctuur van speciale horeca en leisure concepten mogelijk te maken op bijzondere en passende locaties, zonder dat deze afbreuk doen aan die betreffende locatie. Indien er aan minimaal één van de voorwaarden in het schema niet voldaan wordt, is enkel vestiging binnen de structuur nog mogelijk.
FIGUUR 13 AFWEGINGSSCHEMA INITIATIEVEN HORECA EN LEISURE BUITEN DE STRUCTUUR
2.3 Praktische en juridische instrumenten
Uitvoering van retailbeleid krijgt vorm middels praktische en juridische instrumenten. Eerst gaan we in op de praktische instrumenten en vervolgens wordt ingegaan op de juridisch instrumenten die het mogelijk maken om de visie uit te voeren.
Ongewenste detailhandelsbestemmingen terugdringen
Doordat het detailhandelsaanbod in Dijk en Waard te groot is voor een toekomstbestendige exploitatie, is het noodzakelijk om in ieder geval (verborgen) plancapaciteit op plekken waar geen detailhandel gewenst is terug te dringen. Dit zal gedaan moeten worden door de detailhandelsbestemming te wijzigen naar niet-detailhandelsfuncties. Als deze plekken nu niet in gebruik zijn als detailhandel kan de bestemming zonder risico op planschade worden gewijzigd, als hier een redelijke termijn aan wordt gekoppeld (voorzienbaarheid creëren). Mogelijke instrumenten zijn:
Er bestaan veel vragen over hoe om te gaan met ‘blurring’. Blurring is het Engelse woord voor vervagen en het fenomeen heeft dan ook alles te maken met branchevervaging: winkels die aanbod uit alle branches verkopen, maar ook winkels met horeca of een kapper met een expositieruimte. In de gemeente zien wij de beleidslijn rondom blurring als volgt:
Binnen de reguliere structuur van centrumgebieden Middenwaard, Broekerveiling en Centrumwaard (en niet zijnde ondersteunende boodschappenclusters en PDV -locaties) kan in blurring worden voorzien. Ook binnen het Stationsgebied maken we blurring mogelijk, mits maximaal 350 m² bvo in totaal (bijvoorbeeld bloemenzaak met koffie to go). Binnen de ondersteunende clusters is blurring alleen mogelijk als deze een versterking van de dagelijkse verzorging van het dorp of de wijk betekent.
Blurring wordt toegestaan onder voorwaarde dat er aan de wettelijke mogelijkheden wordt vastgehouden. Dit betekent dat er in winkels en andere niet-horecabedrijven geen alcoholische dranken geschonken mogen worden (in verband met Drank- en Horecawetgeving). Voor zover bijdragend aan versterking van het cluster c.q. de structuur dient in de reguliere centrumgebieden de houding ten aanzien van blurring positief te zijn.
TABEL 2 BLURRING-CONCEPTEN - *OF EEN ANDERE RETAILFUNCTIE NIET ZIJNDE HORECA
Ten aanzien van branchevervaging op Beveland of Woonboulevard Langedijk met volumineus aanbod of op verspreide locaties geldt echter dat blurring dient te worden tegengegaan. Op deze locaties is alleen detailhandel in volumineuze branches toegestaan. Voorkomen moet worden dat deze winkelgebieden die bedoeld zijn voor volumineuze detailhandel verkleuren naar reguliere retailgebieden/verblijfsgebieden.
Ondergeschikte horeca op Beveland en Woonboulevard Langedijk
Alleen in ondergeschikte vorm is horeca aanvaardbaar op Beveland en Woonboulevard Langedijk. Dit dient maximaal 25% van het totale brutovloeroppervlak te betreffen en met een maximum van 100 m² bvo. Wel geldt er maatwerk voor integrale stedelijke concepten (waarbij sprake is van een combinatie van verschillende functies, zoals leisure, horeca, workshops en wonen). De definitie van ondergeschikte horeca is in bijlage 1 opgenomen.
Van ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming is sprake indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
FIGUUR 14 VERSCHILLENDE VORMEN VAN BLURRING: KOFFIE/FIETSEN - BOEKENWINKEL/CAFÉ
Branchevervaging en de Europese dienstenrichtlijn
Het Europese Hof van Justitie heeft in januari 2018 geoordeeld dat detailhandel als een dienst moeten worden beschouwd, waarop de Dienstenrichtlijn van toepassing is. Volgens het Hof is de Dienstenrichtlijn er niet op gericht om de vestigingslocatie van een dienst – en dus ook een winkel – afhankelijk te stellen van een geografische beperking. Dat de Dienstenrichtlijn van toepassing is op detailhandel is nieuw, maar de regels gelden ook ten aanzien van andere vormen van retail. Simpel gezegd is dat daar waar in een bestemmingsplan gronden zijn bestemd voor detailhandel, er in beginsel geen nadere eisen en beperkingen mogen worden gesteld ten aanzien van branchering, (winkel)omvang en aantal verkooppunten.
De Dienstenrichtlijn sluit bovengenoemde beperkingen niet op voorhand volledig uit. Conform artikel 15 lid 3 zijn deze beperkingen nog steeds mogelijk, mits wordt voldaan aan de eisen inzake:
Concreet gevolg van de Dienstenrichtlijn is het omkeren van de bewijslast. Voorheen konden gemeenten verwijzen naar bestemmingsplanregels om een (ongewenst) initiatief van een initiatiefnemer te weigeren. Als gevolg van de Dienstenrichtlijn moeten (decentrale) overheden hun eigen regelgeving die betrekking heeft op detailhandel en andere retailfuncties die als dienst worden aangemerkt toetsen aan de Dienstenrichtlijn. Het is dus aan de gemeente om te onderbouwen dat de maatregel (bestemmingsregeling) nodig is omwille van een dwingende reden van algemeen belang, dat de maatregel geschikt is om dat doel te bereiken en dat het doel niet met andere, minder vergaande maatregelen bereikt kan worden (zie ook de Handreiking Dienstenrichtlijn).
De visie en het beleidskader vormen een belangrijke basis waarop de gemeente Dijk en Waard hun uitvoeringsprogramma en actieplannen kan formuleren. We gaan in dit hoofdstuk zowel in op de generieke acties die gemeentebreed gelden, als op de acties die meer specifiek zijn voor een centrumgebied in de structuur of een type cluster. Dit hoofdstuk vormt de eerste aanzet van de vertaling van de visie en beleid naar acties en maatregelen. Het hoofddoel hierbij is het behoud en versterking van de gewenste retailstructuur. Om dit hoofddoel te realiseren geldt het volgende:
De focus ligt op maatregelen die naar verwachting de grootste bijdrage leveren aan het bereiken van een sterke toekomstbestendige structuur. Daarom maken we voor de specifieke gebieden gebruik van het assenkruis Impact vs. Inspanning. Alleen acties die een hoge impact hebben werken we uit. Deze zijn onder te verdelen in zogenaamde quick-wins en majeure projecten.
FIGUUR 15 ASSENKRUIS IMPACT VS INSPANNING
Binnen de centrumgebieden is samenwerking van ondernemers en eigenaren van essentieel belang voor de kracht en toekomstbestendigheid van het gebied. Een gedegen samenwerking en organisatie met bijbehorende financieringsstructuur vormt de basis. Indien dit op orde is kan er gezamenlijk worden gewerkt naar een passende positionering van het desbetreffende gebied die verder kan worden uitgewerkt naar een passende Functiemix & Branchering, Look & Feel en Communicatie & Marketing. Bij de totstandkoming van de actieplannen en zeker ook bij de uitvoering ervan is een aanjager / verbinder van essentieel belang. Dit kan zowel een direct belanghebbende zijn als een externe kracht.
In 2019 is t.b.v de Retailvisie 2020 een bustour en werksessie met stakeholders vanuit de verschillende verblijfgebieden gehouden. Deze hebben inzicht gegeven in de uitdagingen per winkelgebied. In juni 2023 is t.b.v. de actualisering van de Retailvisie een werksessie gehouden waarin bij stakeholders vanuit de verschillende verblijfsgebieden getoetst is wat de status van de uitvoeringsplannen zijn en of er eventueel extra uitdagingen sinds de vorige Retailvisie bijgekomen zijn. In de factsheets in het contextrapport hebben we onderstaand schema ingevuld met de input van stakeholders voor de gebieden die behoren tot de structuur.
FIGUUR 16 SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN TYPE ACTIES EN INGREDIËNTEN TOT EEN SUCCESVOL RETAILGEBIED
Per actie wordt aangegeven wie het initiatief tot de actie zal moeten nemen (gemeente, eigenaar, winkeliers(vereniging) of anderen), en wat de bijdrage van de actie is aan het bereiken van de doelstelling. Daarbij wordt er ook aangegeven wat voor een type actie het betreft. Hierbij wordt bovenstaande schema aangehouden. Retailgebieden worden doorgaans aantrekkelijker en succesvoller als voor alle ingrediënten uit dit schema de juiste inzet en aanpak aanwezig zijn. Als laatste is aangegeven of een actie reeds voltooid is/uitgevoerd wordt (groen), er aangezet wordt tot uitvoering/men met onderzoek bezig is (geel) of dat de actie nog niet is opgepakt (oranje).
In onderstaand schema zijn de acties die voor de gehele gemeente Dijk en Waard gelden opgenomen.
3.2 Specifieke acties retailclusters
Naast generieke acties die voor de gehele gemeente gelden zijn er ook meer specifieke acties die gelden voor een cluster of voor één type retailgebied. Op de volgende pagina’s zijn de acties voor de vijf belangrijkste clusters weergegeven. Deze uitgewerkte acties zijn voorafgegaan aan het assenkruis Impact vs. Inspanning. De acties met een (relatief) lage impact zijn niet uitgewerkt in de daarop volgende tabellen.
Voor de overige onderdelen van de structuur, de overige ondersteunende dorps- en boodschappencentra, zijn geen individuele acties benoemd. Lokaal maatwerk is hier het devies. Daarbij is de eerder aangehaalde denklijn met de drie platforms passende Functiemix & Branchering (focus op boodschappen en de directe omgeving), Look & Feel en Communicatie & Marketing leidend. Wel zijn onderstaand nog enkele acties uitgewerkt die naast de generieke acties voor de overige dorpscentra en wijkstructuur van toepassing is.
Wat betreft prioritering is het logisch om in alle gebieden eerst te focussen op de quick-wins die relatief weinig inspanning vergen maar wel een grote (positieve) impact hebben op het gebied. Daarnaast zal er meer focus op de samenwerking tussen gemeente, ondernemers en/of eigenaren komen. Samen zullen de acties geprioriteerd worden, wat kan betekenen dat er nieuwe acties bij komen of er gezamenlijk besloten wordt dat een actie wegvalt.
Besloten in de openbare vergadering van 8 november 2023
De griffier,
M. (Menno) Horjus
De voorzitter,
M.F. (Maarten) Poorter
De bedrijfsvloeroppervlakte (BVO) is de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of voorziening met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Winkels in Levensmiddelen en Persoonlijke Verzorging. Dit betreffen onder meer supermarkten, versspeciaalzaken, drogisterijen, parfumeries en apotheken.
Dark kitchens zijn ‘bezorgrestaurants’, welke niet toegankelijk zijn voor consumenten. Er wordt enkel gekookt voor bezorging en afhalen en bestellen is ter plekke in de dark kitchen niet mogelijk door de consument. Vrijwel alle handelingen vinden online plaats, met uitzondering van bezorging, van de door de dark kitchens klaargemaakte maaltijden, bij de consument.
Tot de Diensten behoren den hoofdbranches Verhuur, Ambacht, Financiële instelling en Particuliere dienstverlening. Hiertoe vallen de volgende verkooppunten: Videotheek, Autoverhuur, Rijwielverhuur, Gereedschap verhuur, Verhuur Overig, Edelsmid, Schoenreparatie/Sleutels, Kapper, Tattoo/Piercing, Schoonheidsspecialist, Kledingreparatie, Stoffeerderij, Kleermaker, Pottenbakker, Electro reparatie, Drukwerk, Foto-ontwikkelen, Dierentrimsalon, Lijstenmaker, Ambacht overig, Financiële intermediair, Verzekeringswerk, Bank, Postkantoor, Bellen/Internet, Fotostudio, Makelaardij, Autowasserij, Autopoetsbedrijf, Fietsenstalling, Stomerij/Wassalon, Reisbureau, Uitzendbureau, Uitvaart, Diensten overig.
Flitsbezorging is een specifieke vorm van een bedrijfsactiviteit die bestaat uit het dagelijks veelvuldig en met een zeer korte leveringstermijn (binnen 10 minuten) distribueren van voornamelijk dagelijkse goederen. Deze distributie vindt plaats vanuit zogenoemde darkstores: opslagpanden die niet toegankelijk zijn voor consumenten. Bestelling, communicatie en betaling van de producten vindt online plaats en enkel de aflevering vanuit de darkstores vindt fysiek aan huis bij de consument plaats.
Mate waarin inwoners van een bepaald gebied hun bestedingen verrichten bij gevestigde winkels buiten dat gebied of naar online kanalen.
Mate waarin inwoners van een bepaald gebied hun bestedingen verrichten bij winkels die in dat gebied gevestigd zijn.
Aandeel van de omzet die van bewoners komt die buiten een bepaald gebied wonen.
Een unit/verkooppunt/pand met een commerciële bestemming, zonder dat daar een functie is gevestigd. Een leegstaand pand kan in het verleden een winkel zijn geweest, maar ook een andere functie hebben gehad (zoals bijvoorbeeld een ambacht, horeca of dienstverlening). Ook bij eventuele invulling van het pand kunnen naast een winkel ook andere functies gevestigd worden.
Leisure is een brede term voor verschillende commerciële functies. Door Locatus is de groep uitgesplitst naar drie branches: Horeca, Cultuur en Vermaak. Onder Cultuur valt o.a. de bibliotheek, bioscoop, museum en theater. Vermaak betreffen functies als een pretpark, bowlingbaan, sauna en zwembad.
Locatus is een onafhankelijke commerciële dienstverlener die informatie verzamelt over alle winkels en consumentgerichte, dienstverlenende bedrijven. Veldwerkers bezoeken en onderzoeken jaarlijks alle winkelgebieden in de Benelux. De verzamelde gegevens, zoals (winkel)naam, winkelverkoopvloeroppervlak en branche worden geregistreerd in de database. Er wordt daarnaast ook een indeling in winkelgebieden aan gekoppeld en winkelgebieden worden geclassificeerd.
Marktruimte (o.b.v. distributieve berekening)
Een veelgebruikt rekeninstrument om het huidige functioneren en eventuele indicatieve markt voor detailhandel in de toekomst te kunnen duiden is de distributieve berekening. Hierin wordt het huidige gevestigde aanbod in een specifieke branche (bijvoorbeeld dagelijkse detailhandel) in een afgebakend gebied vergeleken met het landelijke gemiddelde. Daarbij wordt de gemiddelde vloerproductiviteit berekend van het in het gebied gevestigde aanbod. Het verschil tussen de gerealiseerde vloerproductiviteit en de landelijke gemiddelde vloerproductiviteit bepaalt of de desbetreffende branche boven- of ondergemiddeld functioneert. Het verschil tussen de gerealiseerde en gemiddelde vloerproductiviteit kan worden opgevat als indicatieve uitbreidingsruimte, dan wel overaanbod.
Niet-dagelijkse Sector (regulier)
Winkels in Mode & Luxe, Vrije Tijd en Elektronica. Dit betreffen de branches warenhuizen, kleding & mode, schoenen en lederwaren, huishoudelijke & luxe artikelen, juwelier & optiek, antiek & kunst, sport & spel, hobby, media en bruin & witgoed. Deze branches treffen we gewoonlijk aan in de centrale en ondersteunende winkelgebieden.
PDV (perifere detailhandelsvestigingen)/ Volumineuze detailhandel
Perifere detailhandelsvestigingen zijn winkels die vanwege hun aard en omvang over het algemeen niet in de traditionele winkelcentra (binnenstad, buurt- en wijkcentra) gevestigd kunnen worden. Het gaat hierbij over de volumineuze aard van de goederen. Deze benadering van perifere winkels is vanuit het voormalige rijksbeleid ingestoken en dus met name branchegericht. Veelvoorkomende branches zijn: auto’s, boten en caravans (ABC), bouwmarkten, tuincentra en detailhandel in woninginrichting.
Waar we in het verleden spraken over winkelgebieden, worden dit steeds meer verblijfsgebieden. De functie winkelen wordt minder belangrijk en dit biedt ruimte voor horeca en andere leisurefuncties. Een prettig verblijf staat voorop. We gaan van winkelgebieden waar transacties het hoofddoel vormden, naar verblijfsgebieden waar attractie en vermaak de belangrijkste doelen zijn.
De vloerproductiviteit (omzet in € per m² wvo) is een veelgebruikt kengetal om het functioneren van een winkel inzichtelijk te maken.
De winkelvloeroppervlakte betreft de winkeloppervlakte die in gebruik is voor de directe verkoop van goederen. Het betreft de voor de klant toegankelijke verkoopruimte van de winkel, oftewel de totale bedrijfsvloeroppervlakte minus eventueel kantoor-, personeels- en magazijnruimte, toiletten etc.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-492539.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.