Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Huizen 2024

De raad van de gemeente Huizen;

 

in vergadering bijeen op 2 november 2023;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2023;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Huizen 2024

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

vaartuig:

een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden.

b.

cruiseschip:

zeeschip of binnenschip dat bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers over zeewegen dan wel binnenvaarwegen, die om toeristische redenen, hoofdzakelijk gelegen in de zee- of rivierreis zelf, deelnemen aan die zee- of rivierreis.

c.

etmaal:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur.

d.

maand:

een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen.

e.

schipper:

de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig: de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

  • 2.

    van passagiers en bemanningsleden die verblijf houden op cruiseschepen;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal verblijven in het belastingtijdvak. Het aantal verblijven wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6. Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per verblijf € 1,50.

  • 2.

    Bij overnachten door groepen van meer dan 10 personen vanuit het basis of voortgezet onderwijs in het kader van het les of schoolprogramma wordt het onder lid 1 genoemde bedrag verlaagd met 50%.

Artikel 7. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan de duur van het verblijf op de daarvoor aangegeven locatie.

Artikel 8. Wijze van belastingheffing

De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, is de belasting verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding ter zake van het verblijf van het vaartuig wordt bepaald, of indien dat tijdstip eerder valt, op het tijdstip waarop het in het in artikel 2 bedoelde verblijf van het vaartuig wordt beëindigd.

  • 2.

    De verschuldigde belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de schriftelijke kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 11. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12. Overgangsrecht

De Verordening watertoeristenbelasting Huizen 2023, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 3 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening watertoeristenbelasting Huizen 2024'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2023.

De griffier,

J. Veenstra

De voorzitter,

N. Meijer

Naar boven