Gemeenteblad van Noordoostpolder
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2023, 488227 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2023, 488227 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Noordoostpolder
gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang (Wko) en artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 tweede lid van de Algemene subsidieverordening;
dat de subsidieregeling betrekking heeft op het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang en voorschoolse educatie;
dat de mogelijkheid moet worden geboden aan alle aanbieders van kinderopvang in de gemeente Noordoostpolder een subsidie aan te vragen om peuteropvang voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters aan te kunnen bieden;
vast te stellen: de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Noordoostpolder
Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen
De subsidie heeft als doel ouders zo laagdrempelig mogelijk, te stimuleren om hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken, om een kwalitatief goede doorgaande ontwikkelingslijn van voorschool naar basisonderwijs te bewerkstelligen en daarmee taal- en onderwijsachterstanden tegen te gaan.
Hoofdstuk 2 – Subsidiabele activiteiten
Artikel 7 Subsidie voor inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker voorschoolse educatie
Subsidie wordt verstrekt voor de inzet van een HBO geschoolde pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie. Dit betreft de totstandkoming en implementatie van beleid voor voorschoolse educatie en coaching van beroepskrachten voorschoolse educatie voor 10 uur per doelgroeppeuter per jaar.
Hoofdstuk 3 - Behandeling van aanvragen
In afwijking van artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder beslissen burgemeester en wethouders uiterlijk voor 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de aanvraag om verstrekking van subsidie is ingediend.
Artikel 12 Verantwoording en vaststelling
In afwijking van artikelen 12, 13 en 14 van de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder bevat de aanvraag:
de financiële verantwoording voor de subsidiabele activiteit omschreven in artikel 4 van deze regeling kan plaatsvinden aan de hand van de gegevens die gegenereerd worden vanuit de Peutermonitor. Als dit niet mogelijk is ontvangt de gemeente een financiële verantwoording waarin de volgende gegevens aan bod komen:
Artikel 14 Intrekking van de oude regeling
De Subsidieregeling peuteropvang gemeente Noordoostpolder vastgesteld op 14 januari 2020 wordt ingetrokken.
Met de inwerkingtreding van de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (Stb. 2017, 309) is het voormalige peuterspeelzaalwerk onder de definitie van kinderopvang gebracht. Het gevolg hiervan is dat de kwaliteitseisen voor kinderopvang ook op het peuterspeelzaalwerk van toepassing worden en de financiering voor ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag via het Rijk gelijkgeschakeld worden. Het Rijk is per 1 januari 2018 belast met de financiering van kinderopvang voor kinderen van ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag in alle voorschoolse voorzieningen. Daardoor kunnen ouders voortaan ook aanspraak maken op kinderopvangtoeslag als zij gebruik maken van wat voor de harmonisatie behoorde tot het peuterspeelzaalwerk. Het aanbod voor kinderen van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag via het Rijk wordt (evenals de voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs) gefinancierd door gemeenten. Tegen deze achtergrond is deze subsidieregeling opgesteld. Deze heeft tot doel het aanbod van kinderopvang voor kinderen van ouders die niet in aanmerking komen voor financiering door het Rijk door middel van kinderopvangtoeslag adequaat en financieel toegankelijk te houden.
In dit artikel zijn een aantal in deze regeling voorkomende definities opgenomen. Voor de begrippen genoemd in het eerste lid is aangesloten bij de betekenis die daaraan wordt gegeven in de Wet kinderopvang (hierna: wet). In het tweede lid worden de begrippen ‘kinderopvang’, ‘peuter’, ‘doelgroeppeuter’, ‘indicatie voorschoolse educatie’ en ‘ouderbijdrage’ afzonderlijk gedefinieerd.
Waar in deze regeling gesproken wordt van ‘kinderopvang’, wordt slechts bedoeld de opvang van kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot het moment waarop zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Omdat deze regeling alleen van toepassing is op peuters die gebruik maken van voorschools aanbod.
Artikel 4. Subsidie voor kindplaatsen
De subsidie wordt verstrekt voor de opvang van kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, waarvan de ouders geen recht hebben op financiering door het Rijk in de vorm van kinderopvangtoeslag. Om te garanderen dat alleen die ouders subsidie ontvangen die structureel gebruik maken van kinderopvang, moet er gedurende ten minste 40 weken per jaar, voor ten minste het aantal uur zoals omschreven in het artikel afgenomen worden. Voor opvang van een doelgroeppeuter is een wettelijke verplichting dat er minimaal 960 uur aanbod voorschoolse educatie is over 1,5 jaar bij een peuter van 2,5 tot 4 jaar.
In dit artikel worden de kosten die voor subsidie in aanmerking komen en de subsidiehoogte geregeld. Jaarlijks worden de kinderopvangorganisaties geïnformeerd over de hoogte van de te vergoeden uurtarieven.
De subsidie ziet uitsluitend op de kosten van kinderopvang die resteren na aftrek van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. In de beschikking tot subsidieverlening wordt het bedrag aangepast naar rato van het aantal uren kinderopvang waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
De subsidie voor opvang op het Asiel Zoekers Centrum wordt onder de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder behandeld en dient via een aparte aanvraag ingediend te worden.
Artikel 6. Subsidie voor instandhouding kleinschalige locatie
In dit artikel wordt geregistreerde kindercentra de mogelijkheid geboden om subsidie aan te vragen wanneer zij opvang aan doelgroeppeuters aanbieden in een kleine kern. Deze mogelijkheid wordt geboden om voorschoolse educatie in stand te houden in de kernen waar kinderopvang niet rendabel is. Vanwege het in standhouden van de leefbaarheid in de kleine kernen en de doorstroom naar het lokale basisonderwijs te bevorderen, is het mogelijk subsidie aan te vragen voor deze activiteit.
Burgemeester en wethouders moeten over alle relevante gegevens beschikken om een besluit tot subsidieverlening te kunnen nemen. In afwijking van de gegevens die op grond van artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder overlegd moeten worden, verstrekt de aanvrager daarom in ieder geval de gegevens genoemd onder het derde lid van artikel 8. Om te bevorderen dat alle benodigde gegevens bij de aanvraag overlegd worden, kan deze worden ingediend met behulp van het daartoe door de gemeente opgestelde formulier (vierde lid).
Artikel 11. Aanvullende verplichtingen
Gemeente Noordoostpolder kiest zelf voor een aantal aanvullende verplichtingen waar een geregistreerd kindercentrum aan moet voldoen. De verplichting dat een kindercentrum voldoet aan de kwaliteitseisen voor kindercentra, genoemd in de artikelen 2 tot en met 10 van het Besluit kwaliteit kinderopvang houdt verband met de aard van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd en strekt ertoe adequaat en financieel toegankelijk aanbod van kinderopvang te bieden voor kinderen van ouders die niet in aanmerking komen voor financiering door het Rijk (eerste lid).
Zoals in het tweede lid staat omschreven, vraagt de gemeente om het werken met het programma Startblokken. Er is voor eenzelfde programma voor alle aanbieders gekozen om de overdracht naar het basisonderwijs vanuit de verschillende aanbieders zo eenduidig mogelijk te maken.
Verder legt de houder een dossier aan per peuter waarin de informatie wordt weergegeven zoals omschreven in het derde lid van artikel 11. Deze gegevens dienen bijgehouden te worden vanwege de steekproefsgewijze controle die de accountant van de gemeente kan uitvoeren, ter controle van de rechtvaardigheid van de uitgaven aan subsidiabele activiteiten. De gemeente is verplicht deze controle te laten uitvoeren.
Artikel 12. Verantwoording en vaststelling
Zoals omschreven in het eerste lid van dit artikel, hangt het af van de subsidiebedragen van de subsidiabele activiteiten uit artikel 5, 6, 7, en 8 op welke wijze er verantwoord moet worden. De drempelbedragen voor verantwoording staan in de Algemene Subsidieverordening van de gemeente genoemd, maar hier wordt ook naar verwezen in de subsidiebeschikking die bij het verlenen of verstrekken van de subsidie verstuurd wordt. De activiteiten uit artikel 4 dienen altijd achteraf vastgesteld te worden, omdat het hier gaat om een inschatting bij het aanvragen van de subsidie. Uiteindelijk moeten enkel de daadwerkelijk gemaakte kosten gesubsidieerd worden.
Op grond van het derde lid bevat de aanvraag om de subsidie vast te kunnen stellen een financieel verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie, in afwijking van artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling (vierde lid).
Artikel 13. Bevoorschotting en betaling
Op grond van artikel 4:42 van de Awb wordt in de beschikking tot subsidievaststelling het bedrag van de subsidie vastgesteld, waarmee aanspraak bestaat op betaling van het vastgestelde bedrag. Op grond van artikel 4:29 Awb kan voorafgaand aan de vaststelling de subsidie worden verleend; dat is op grond van dit model het geval. Ingevolge artikel 5, tweede lid, wordt de subsidie verleend voor het tijdvak van een jaar. Omdat de subsidie op grond van artikel 12, eerste lid, achteraf wordt vastgesteld, worden er per kwartaal voorschotten verstrekt. Deze voorschotten hebben een beloop van een vierde deel van het subsidiebedrag dat is verleend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-488227.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.