Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
|
Definities
|
|
|
2.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
2.1.4
|
Omgevingsoverleg: het omgevingsoverleg is een proces waarin initiatiefnemers hun plan aan de gemeente kunnen voorleggen voordat de daadwerkelijke aanvraag wordt ingediend om van de gemeente te vernemen of het plan wenselijk en haalbaar is. Het omgevingsoverleg vindt plaats in twee stappen: een beoordeling aan de intaketafel en in voorkomende gevallen een beoordeling aan de omgevingstafel. Intaketafel: De intaketafel is een beoordeling van een initiatief dat niet past binnen de regels van het (tijdelijke) omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. Omgevingstafel: De omgevingstafel is een overlegvorm voor initiatieven waarvan bij het intaketafelgesprek is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Aan de omgevingstafel wordt een initiatief besproken en beoordeeld door gemeentelijke en externe adviseurs en specialisten (ketenpartners) met als doel het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een definitief plan met aanvraag.
|
|
|
2.1.5
|
Normbedrag: In voorkomende gevallen wordt voor het bepalen van de hoogte van de leges in afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling niet uitgegaan van de bouwkosten, maar van het normbedrag dat wordt vastgesteld aan de hand van de ‘Lijst standaard normbedragen’ die als bijlage is opgenomen bij deze verordening. Indien het normbedrag niet kan worden bepaald aan de hand van de ‘Lijst standaard normbedragen’, wordt het normbedrag gelijkgesteld met een door de gemeente vast te stellen raming van de bouwkosten (excl. BTW), zijnde de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor het bepalen van de afmetingen worden de bruto-inhoud en de bruto-oppervlakte gehanteerd conform NEN 2580.
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
2.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
2.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
2.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
2.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2 Voorfase
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.4.1
|
voor een vooroverleg zonder dat een gesprek aan de intaketafel of omgevingstafel nodig is
|
€ 180,45
|
|
2.4.2
|
voor een overleg aan de intaketafel:
|
€ 257,75
|
|
2.4.3
|
voor een overleg aan de omgevingstafel
|
|
|
a.
|
voor het eerste overleg:
|
€ 386,65
|
|
b.
|
voor elk volgend overleg:
|
€ 257,75
|
|
2.4.4
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.
|
|
|
2.4.5
|
Indien een aanvraag om een omgevingsoverleg niet in behandeling is genomen, worden geen leges geheven.
|
|
|
|
Een aanvraag om een omgevingsoverleg is in behandeling genomen als er een toets op de volledigheid van de noodzakelijke stukken is uitgevoerd, of als er een toets op inhoudelijke aspecten is uitgevoerd.
|
|
|
Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van € 0 tot € 25.000:
|
|
2,500%
|
|
van het normbedrag, met een minimum van:
|
€ 257,75
|
|
b.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 25.000, maar niet meer dan € 100.000:
|
€ 644,40
|
|
|
vermeerderd met
|
|
2,250%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 25.000
|
|
|
c.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 250.000:
|
€ 2.384,20
|
|
|
vermeerderd met
|
|
2,000%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 100.000
|
|
|
d.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 250.000, maar niet meer dan € 500.000:
|
€ 5.477,20
|
|
|
vermeerderd met
|
|
1,750%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 250.000
|
|
|
e.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 500.000, maar niet meer dan € 1.000.000:
|
€ 9.987,80
|
|
|
vermeerderd met
|
|
1,500%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 500.000
|
|
|
f.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 1.000.000, maar niet meer dan € 2.500.000:
|
€ 17.720,30
|
|
|
vermeerderd met
|
|
1,250%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 1.000.000
|
|
|
g.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 2.500.000, maar niet meer dan € 5.000.000:
|
€ 37.051,55
|
|
|
vermeerderd met
|
|
1,000%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 2.500.000
|
|
|
h.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 5.000.000, maar niet meer dan € 10.000.000:
|
€ 62.826,55
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,750%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 5.000.000
|
|
|
i.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 10.000.000, maar niet meer dan € 20.000.000:
|
€ 101.489,05
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,600%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 10.000.000
|
|
|
j.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 20.000.000:
|
€ 163.349,05
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,500%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 20.000.000
|
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 515.500,00
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.6.1
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
a.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van € 0 tot € 25.000:
|
|
3,500%
|
|
van het normbedrag, met een minimum van:
|
€ 257,75
|
|
b.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 25.000, maar niet meer dan € 100.000:
|
€ 902,15
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,750%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 25.000
|
|
|
c.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 250.000:
|
€ 1.482,05
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,600%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 100.000
|
|
|
d.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 250.000, maar niet meer dan € 500.000:
|
€ 2.409,95
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,500%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 250.000
|
|
|
e.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 500.000, maar niet meer dan € 1.000.000:
|
€ 3.698,70
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,400%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 500.000
|
|
|
f.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 1.000.000, maar niet meer dan € 2.500.000:
|
€ 5.760,70
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,300%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 1.000.000
|
|
|
g.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 2.500.000, maar niet meer dan € 5.000.000:
|
€ 10.400,20
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,250%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 2.500.000
|
|
|
h.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 5.000.000, maar niet meer dan € 10.000.000:
|
€ 16.843,95
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,200%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 5.000.000
|
|
|
i.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 10.000.000, maar niet meer dan € 20.000.000:
|
€ 27.153,95
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,150%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 10.000.000
|
|
|
j.
|
als het normbedrag is bepaald op een bedrag van meer dan € 20.000.000:
|
€ 42.618,95
|
|
|
vermeerderd met
|
|
0,100%
|
|
van het deel van het normbedrag boven de € 20.000.000
|
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 257.750,00
|
|
2.6.2
|
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:
|
|
|
a.
|
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:
|
€ 311,15
|
|
b.
|
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 1.555,80
|
|
2.6.3
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:
|
€ 622,30
|
|
2.6.4
|
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt het tarief verhoogd met:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 1.260,40
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 420,15
|
|
c.
|
voor een wijziging van alleen het gebruik tot maximaal 100 m2:
|
€ 210,05
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 233,35
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 350,00
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 311,15
|
|
Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
|
|
|
2.8.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.8.1.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Heerlen 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
2.8.1.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 622,30
|
|
2.8.1.1.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 622,30
|
|
2.8.1.2
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
|
2.8.1.2.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 622,30
|
|
2.8.1.2.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 622,30
|
|
2.8.1.3
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
2.8.1.3.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 622,30
|
|
2.8.1.3.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 622,30
|
|
2.8.2
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 311,15
|
|
2.8.3
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
2.8.4
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief in afwijking van de tarieven vermeld onder lid 1 indien de reguliere procedure van toepassing is en de bouwactiviteit vergunningvrij is:
|
€ 101,05
|
|
2.8.5
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, worden de leges op grond van lid 1 van dit artikel niet geheven indien de reguliere procedure van toepassing is en de bouwactiviteit niet vergunningvrij is.
|
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
|
|
|
2.9.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 777,90
|
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 777,90
|
|
2.9.2
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief in afwijking van de tarieven vermeld onder lid 1 indien de reguliere procedure van toepassing is en de bouwactiviteit vergunningvrij is:
|
€ 101,05
|
|
2.9.3
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, worden de leges op grond van lid 1 van dit artikel niet geheven indien de reguliere procedure van toepassing is en de bouwactiviteit niet vergunningvrij is.
|
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
|
|
2.10.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Heerlen 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 466,75
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 466,75
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 466,75
|
|
2.10.2
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
|
|
|
2.11.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 622,30
|
|
Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor de activiteit verwerken polyesterhars:
|
|
|
b.
|
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem:
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten:
|
€ 3.094,85
|
|
d.
|
voor de activiteit opslaan propaan of propeen:
|
€ 3.094,85
|
|
e.
|
voor de activiteit tanken met LPG:
|
€ 3.094,85
|
|
f.
|
voor de activiteit antihagelkanonnen:
|
€ 3.094,85
|
|
g.
|
voor de activiteit biologische agens:
|
€ 3.094,85
|
|
h.
|
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen:
|
€ 3.094,85
|
|
i.
|
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen:
|
€ 3.094,85
|
|
j.
|
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning):
|
€ 3.094,85
|
|
k.
|
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning):
|
€ 3.094,85
|
|
l.
|
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k:
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.094,85
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.094,85
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.094,85
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.094,85
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
|
|
2.17.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.094,85
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.094,85
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
2.20.1
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
2.20.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
Paragraaf 6 Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
2.21.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.555,80
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
2.22.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.555,80
|
|
Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven
|
|
|
2.23.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 622,30
|
|
2.23.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 933,45
|
|
2.23.3
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.249,80
|
|
2.23.4
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 933,45
|
|
2.23.5
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 933,45
|
|
2.23.6
|
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:
|
€ 622,30
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a.aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b.indrijven van voorwerpen, c.ophogen van de grond, of d.verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:
|
€ 622,30
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 933,45
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 622,30
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 933,45
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.050,60
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 262,90
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
|
|
|
2.28.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 210,30
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 466,75
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 622,30
|
|
2.28.2
|
Indien in het kader van de behandeling van de aanvraag een archeologisch advies noodzakelijk is worden de tarieven genoemd onder lid 1 van dit artikel vermeerderd met:
|
€ 388,95
|
|
Paragraaf 8 Overige activiteiten
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel [4:11] van de Algemene plaatselijke verordening OF artikel […] van de [citeertitel bomenverordening]] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 183,85
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 311,15
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 311,15
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
2.34.1
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 311,15
|
|
2.34.2
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.34.2.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 311,15
|
|
2.34.2.2
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 622,30
|
|
2.34.2.3
|
betreft een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 466,75
|
|
Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 622,30
|
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 622,30
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
2.36.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 2.089,15
|
|
b.
|
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.089,15
|
|
c.
|
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.089,15
|
|
2.36.2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.089,15
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
|
|
2.37.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 233,35
|
|
Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
|
2.38.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel
|
€ 1.244,60
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel
|
€ 1.244,60
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel:
|
€ 1.244,60
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel:
|
€ 1.244,60
|
|
2.38.2
|
Het op grond van de onderdelen c en d van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 11 Overige tarieven
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 311,15
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 622,30
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 233,35
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
|
|
|
2.45.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.45.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
|
|
|
2.46.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 311,15
|
|
2.46.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van overige, in dit hoofdstuk niet benoemde diensten, niet zijnde het nemen van een beschikking, op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€ 26,30
|
|
|
met dien verstande dat voor het eerste half uur dienstverlening geen leges in rekening worden gebracht en dat een gedeelte van een kwartier wordt beschouwd als een geheel kwartier.
|
|
|
Oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
2.46.3
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief, in afwijking van de overige tarieven van dit hoofdstuk:
|
€ 131,45
|
|
|
tenzij de verschulidigde leges voor de activiteit of activiteiten waarvoor de aanvraag werd ingediend lager is dan dit bedrag, in welk geval dit lagere bedrag verschuldigd is.
|
|
|
Paragraaf 12 Modaliteiten
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
€ 311,15
|
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 5.261,80
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 1.244,60
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 1.244,60
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 210,30
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 420,65
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 311,15
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 311,15
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 622,30
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 1.244,60
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een aeriusberekening
|
€ 622,30
|
|
h.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 622,30
|
|
Bodemgesteldheidonderzoek
|
|
i.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek inzake de gesteldheid van de bodem voor:
|
|
|
|
Een vooronderzoek / historisch onderzoek volgens de NEN 5725, naar de bodemgesteldheid.
|
€ 502,25
|
|
|
Een beknopt vooronderzoek / historisch onderzoek (niet volgens NEN-5725), naar de bodemgesteldheid
|
€ 111,60
|
|
|
Het beoordelen van een chemisch bodemonderzoek ten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit per uur
|
€ 111,60
|
|
|
Het verstrekken van informatie en/of afgifte van een verklaring betreffende de gesteldheid van de bodem en/of het aanwezig zijn van opslagtanks.
|
€ 55,90
|
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
|
|
|
|
2.50.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 629,95
|
|
b.
|
voor een advies van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit Heerlen 2023 als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Heerlen 2023:
|
€ 103,10
|
|
|
per € 500,00 van het normbedrag vermeerderd met:
|
€ 1,55
|
|
|
met een maximum legesbedrag van:
|
€ 5.155,00
|
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.50.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
|
|
|
|
2.51.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.51.2
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 13 Vermindering
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
|
|
|
2.52.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, met uitzondering van de leges op grond van artikel 2.4 lid 5.
|
|
|
2.52.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
c.
|
binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
2.52.3
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:
|
€ 257,75
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
|
25,000%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
|
30,000%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
|
35,000%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
Paragraaf 14 Teruggaaf
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
|
|
|
2.55.1
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
|
90,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat ten minste een bedrag aan leges verschuldigd blijft van:
|
|
|
a.
|
indien de aanvraag uitsluitend de activiteit kappen betreft:
|
€ 101,05
|
|
b.
|
indien de aanvraag uitsluitend een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft:
|
€ 202,10
|
|
c.
|
indien de aanvraag uitsluitend de activiteit aanleggen of veranderen weg, danwel uitweg/inrit, danwel opslag van roerende zaken betreft:
|
€ 101,05
|
|
d.
|
Indien het andere activiteiten betreft dan genoemd onder a tot en met c:
|
€ 241,85
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
80,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
70,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
60,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
80,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
60,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
40,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen [… maanden/… jaren] na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
35,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 98 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een aanvraag om een omgevingsoverleg
|
|
2.62
|
Indien een aanvraag om een omgevingsoverleg wordt ingetrokken voordat het in behandeling is genomen, worden geen leges geheven.
|
|
|
|
een aanvraag om een omgevingsoverleg is in behandeling genomen als er een toets op de volledigheid van de noodzakelijke stukken is uitgevoerd, of als er een toets op inhoudelijke aspecten is uitgevoerd.
|
|
|
2.63
|
Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelenAls een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit is verleend, én na het gereedkomen van de activiteit of activiteiten door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat een of meer duurzaamheidsmaatregelen zijn genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges onder de volgende voorwaarden: a. Het teruggaaf bedrag is gelijk aan 20% van de te betalen bouwleges, berekend conform artikel 2.5 van deze verordening; b. Er bestaat aanspraak op teruggaaf indien een of meer duurzaamheidsmaatregelen worden getroffen die: 1. staan vermeld in de lijst van duurzaamheidsmaatregelen die als bijlage bij deze verordening is opgenomen, of 2. die ten minste 20% verder gaan/beter zijn dan de regels die op grond van hoofdstuk 1 t/m 5 van het Bouwbesluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) aan een afzonderlijk onderdeel van het betreffende bouwwerk of de betreffende bouwwerken worden gesteld; c. Het maximale teruggaaf bedrag bedraagt niet meer dan de extra investering ten gevolge van de duurzaamheidsmaatregelen conform lid b1 en b2; d. Tegelijk met het indienen van de aanvraag om de omgevingsvergunning voor de activiteit waarop de getroffen duurzaamheidsmaatregelen betrekking hebben, is door de aanvrager aangegeven dat deze aanspraak maakt op teruggaaf in verband met duurzaamheidsmaatregelen; e. In eerste instantie wordt voor het teruggaaf bedrag uitstel van betaling verleend. Het definitieve teruggaaf bedrag wordt verrekend met het korting bedrag; f. De aanvrager toont binnen 6 maanden na gereedkomen van de bouw met bewijsstukken aan dat de getroffen duurzaamheidsmaatregelen voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden.
|
|
|