Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
Deze verordening en de bijbehorende tarieventabel verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
- 2.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op deze verordening, tenzij in de verordening of bijbehorende tarieventabel anders is bepaald.
- 3.
In deze verordening en bijbehorende tarieventabel voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het tweede lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de verordening of bijbehorende tarieventabel anders is bepaald.
- 4.
In deze verordening en bijbehorende tarieventabel wordt verstaan onder:
- a.
binnenplanse
omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
- b.
binnenplanse
omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
- 5.
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Conform de Nadere regel maatstaf leges omgevingsvergunningen, bouwactiviteiten gemeente Utrecht worden de opgegeven bouwkosten getoetst aan de, op het moment van het indienen van de aanvraag, meest recente uitgave met kengetallen van Bouwkostenkompas: de berekening van de bouwkosten op grond van de kengetallen van Bouwkostenkompas geldt als de normberekening.
- 6.
Omgevingsoverleg eenvoudig: behandeling van initiatieven die door de screeningstafel zijn toegewezen aan eenvoudig; dit betreft veelal veel voorkomende kleine bouwwerken, zoals dakkapellen;
- 7.
Omgevingsoverleg midden: behandeling van initiatieven die door de screeningstafel zijn toegewezen aan midden; dit betreft veelal complexere initiatieven waarvoor een projectmatige aanpak middels het UPP niet passend is, maar waarbij gebruik wordt gemaakt van omgevingstafels;
- 8.
Omgevingsoverleg complex: behandeling van initiatieven die door de screeningstafel zijn toegewezen aan complex; dit betreft complexe initiatieven waarvoor een projectmatige aanpak middels het UPP passend is;
- 9.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam leges worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Tarieven en heffingsmaatstaven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de
belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, dat besluit of die handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot het vaststellen van de maatstaf leges omgevingsvergunning, activiteit bouw. Artikel 11 Overgangsrecht
De ‘Verordening Leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023’ vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022 (Gemeenteblad van Utrecht 2022, nr. 511449) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
- 2.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
- 3.
De in artikel 1 genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het Stadskantoor, Stadsplateau 1 te Utrecht.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2024”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023.
De griffier,
Merel van Hall
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
Tarieventabel behorende bij de verordening Leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2024 Ow
PARAGRAAF 1 VOORFASE
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsoverleg:
Artikel 1
Omgevingsoverleg
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een bouwactiviteit en (indien van toepassing) een of meerdere omgevingsplanactiviteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief
|
|
1.1 Voor een omgevingsoverleg eenvoudig:
- a.
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- b.
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- c.
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- d.
indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
3,01%
€ 173,44
2,85%
€ 30.100,00
2,58%
€ 142.500,00
€ 1.290.000,00
0,23%
|
1.2 Voor een omgevingsoverleg midden en complex:
- a.
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- b.
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- c.
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
- d.
indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
2,86%
€ 173,44
2,71%
€ 28.600,00
2,45%
€ 135.500,00
€ 1.225.000,00
0,22%
|
Artikel 2 Omgevingsoverleg bouwwerken Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (
Wkb
)
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer omgevingsplanactiviteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, met betrekking tot een bouwwerk dat onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen valt, bedraagt het tarief
|
|
- 2.1
Voor een omgevingsoverleg eenvoudig:
- a.
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
b. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
c. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
d. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
2,50%
€ 173,44
2,37%
€ 25.000,00
2,14%
€ 118.500,00
€ 1.070.000,00
0,19%
|
- 2.2
Voor een omgevingsoverleg midden en complex:
- a.
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
b. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
c. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
d. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
2,38%
€ 173,44
2,25%
€ 23.800,00
2,03%
€ 112.500,00
€ 1.015.000,00
0,18%
|
Artikel 3
O
mgevingsoverleg
:
geen bouwkosten bekend
of afgebroken
Als de aanvraag als bedoeld in artikel 1 en 2 betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer bouw en/of omgevingsplanactiviteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief
|
|
3.1 Wanneer de bouwkosten niet bekend zijn:
- a.
voor een omgevingsoverleg eenvoudig
- b.
voor een omgevingsoverleg midden
- c.
voor een omgevingsoverleg complex
|
€ 173,44
€ 2.130,00
€ 15.975,00
|
3.2 Wanneer het initiatief na maximaal 2 omgevingstafels niet wenselijk en/of niet haalbaar blijkt te zijn:
- a.
voor een omgevingsoverleg eenvoudig
- b.
voor een omgevingsoverleg midden
|
€ 173,44
€ 1.065,-
|
PARAGRAAF 2 ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT BOUWWERKEN
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning:
Artikel 4 Bouw- en/of omgevingsplanactiviteit voorafgegaan door omgevingsoverleg
4.1 Als de aanvraag om omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2 en waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, bedraagt het tarief,
onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden
|
€ 0,00
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
b. indien beantwoording van voorwaarden en onderzoeksvragen waarmee het omgevingsoverleg is afgerond, volgens het bevoegd gezag vergunningverlening mogelijk maken;
c. indien het plan volledig overeenkomt met het plan waarmee het omgevingsoverleg is afgerond óf de wijzigingen in het plan volgens het bevoegd gezag van ondergeschikte aard zijn;
- d.
binnen zes (6) maanden na dagtekening van de brief ‘uitkomst omgevingsoverleg’.
|
|
Artikel 5
Bouw- en omgevingsplanactiviteit niet voorafgegaan door of in afwijking van het omgevingsoverleg
Als de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer bouw- en/of omgevingsplanactiviteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en de aanvraag
- a.
niet is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2;
- b.
is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2, maar
- 1.
niet dezelfde activiteit of activiteiten betreft als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
- 2.
de beantwoording van voorwaarden en onderzoeksvragen waarmee het omgevingsoverleg is afgerond, maken volgens het bevoegd gezag vergunningverlening niet mogelijk;
- 3.
het plan komt niet volledig overeen met het plan waarmee het omgevingsoverleg is afgerond óf de wijzigingen in het plan zijn volgens het bevoegd gezag niet van ondergeschikte aard;
- 4.
niet binnen zes (6) maanden na dagtekening van de brief ‘uitkomst omgevingsoverleg’ is ingediend,
|
|
5.1 bedraagt het tarief
a. indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
b. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
c. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
d. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
3,01%
€ 173,44
2,85%
€ 30.100,00
2,58%
€ 142.500,00
€ 1.290.000,00
0,23%
|
Artikel 6
Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel), niet voorafgegaan door of in afwijking van het omgevingsoverleg voor bouwwerken Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (
Wkb
)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwwerk dat onder de Wet kwaliteitsborging bouw valt en de aanvraag
- a.
niet is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2;
- b.
is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2, maar
- 1.
niet dezelfde activiteit of activiteiten betreft als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
- 2.
de beantwoording van voorwaarden en onderzoeksvragen waarmee het omgevingsoverleg is afgerond, maken volgens het bevoegd gezag vergunningverlening niet mogelijk;
- 3.
het plan komt niet volledig overeen met het plan waarmee het omgevingsoverleg is afgerond óf de wijzigingen in het plan zijn volgens het bevoegd gezag niet van ondergeschikte aard;
- 4.
niet binnen zes (6) maanden na dagtekening van de brief ‘uitkomst omgevingsoverleg’ is ingediend,
|
|
6.1 bedraagt het tarief
a. indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
b. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
c. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
d. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
2,50%
€ 173,44
2,37%
€ 25.000,00
2,14%
€ 118.500,00
€ 1.070.000,00
0,19%
|
Artikel 7 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, waarmee het bouwen, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk mogelijk wordt gemaakt, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- 1.
voor een binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
a. indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
b. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
c. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
d. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
vermeerderd met
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
0,40%
€ 394,00
0,38%
€ 4.000,00
0,34%
€ 18.960,00
€ 171.200,00
0,03%
|
Artikel 8 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
8.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 10, bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 394,00
|
PARAGRAAF 3 ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT CULTUREEL ERFGOED EN WERELDERFGOED
Artikel 9 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
9.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een monument, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument
van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden,
met een minimum van
|
1,13%
€ 173,44
|
9.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief
van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden,
met een minimum van
met een maximum van
|
2,20%
€ 173,44
€ 17.343,53
|
PARAGRAAF 4 AANLEGACTIVITEITEN
Artikel 1
0
Archeologie: beoordeling omgevingsplanactiviteit grondwerk
10.1 De leges voor de beoordeling van een omgevingsplanactiviteit grondwerk aan de bescherming van archeologische waarden en het schriftelijk verstrekken van besluiten inzake archeologische waarden en verwachtingen bedragen
|
€ 615,94
|
Artikel 1
1
Archeologie/grondwerk: beoordeling plannen van aanpak
11.1 De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek bedragen
|
€ 307,31
|
Artikel 1
2
Archeologie/grondwerk: beoordeling programma van eisen
12.1 De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek bedragen
|
€ 893,30
|
Artikel 1
3
Archeologie/grondwerk: beoordeling evaluatierapporten
13.1 De leges voor de beoordeling en goedkeuring, namens het bevoegd gezag, van evaluatierapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek bedragen
|
€ 615,94
|
Artikel 1
4
Archeologie/grondwerk: beoordeling rapportages
14.1 De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek bedragen
- a.
- b.
IVO/O en IVO/P incl. opstellen selectiebesluit
- c.
|
€ 615,94
€ 768,93
€ 1.850,38
|
Artikel 1
5
Archeologisch depot
15.1 De leges voor het controleren en in het gemeentelijk archeologisch depot opnemen van de archeologische documentatie en archeologische vondsten bedragen
|
€ 768,93
|
Artikel 1
6
Archeologie: aanvraag omgevingsvergunning activiteit archeologie/grondwerk
16.1 De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning activiteit grondwerk in verband met archeologische waarden, zoals bedoeld in artikel 19.4 van het bestemmingsplan Algemene regels Utrecht, bedragen
|
€ 1.850,38
|
Artikel 1
7
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
17.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 en bedoeld in artikel 18.2 van het bestemmingsplan Algemene regels Utrecht, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten.
|
€ 394,00
|
Artikel 1
8
Omgevingsplanactiviteit: uitweg / uitrit
18.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 369,93
|
PARAGRAAF 5 OVERIGE ACTIVITEITEN
Artikel
19
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
19.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom/bomen of het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Utrecht 2010 en bedoeld in artikel 20.1 van het bestemmingsplan Algemene regels Utrecht, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
- a.
indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen (levende of in een combinatie van levende en dode bomen)
|
€ 688,58
|
- b.
indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen (hetzij levend hetzij dood hetzij een combinatie daarvan) geldt het tarief van 20.1 voor de eerste vijf bomen, vermeerderd met
voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in hetzelfde project
|
€ 70,00
|
- c.
indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf dode bomen
|
€ 157,30
|
Artikel 2
0
Omgevingsplanactiviteit: reclame
20.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 3 van de Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte,
met een minimum van
en een maximum van
|
€ 192,77
€ 173,44
€ 6.239,73
|
Artikel 2
1
Andere activiteiten
21.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van deze tarieventabel bedoeld en die activiteit:
|
|
- a.
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel 2., bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 394,00
|
- b.
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
- 1.
voor een omgevingsplanactiviteit
- 2.
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit
|
€ 394,00
€ 394,00
|
PARAGRAAF 6 OVERIGE TARIEVEN
Artikel 2
2
Buiten behandeling laten aanvraag
22.1 De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel een tarief is opgenomen, bedragen
|
€ 173,44
|
Artikel 2
3
Wijzigen omgevingsvergunning
23.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, bedraagt het tarief
van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke omgevingsvergunning,
met een minimum van
met een maximum van
|
5%
€ 173,44
€ 7.960,61
|
Artikel 2
4
Intrekken omgevingsvergunning
24.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 32 van toepassing is
|
€ 394,00
|
Artikel 2
5
Niet genoemd besluit op aanvraag
25.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in deze tarieventabel niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan
|
€ 394,00
|
PARAGRAAF 7 MODALITEITEN
Artikel 2
6
Achteraf ingediende aanvraag
26.1 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouw- en/of omgevingsplanactiviteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, bedraagt het tarief
van de op grond van het van toepassing zijnde artikel verschuldigde leges,
met een minimum van
|
150%
€ 353,10
|
Artikel 2
7
Advies
27.1 Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel bedraagt het tarief,
a. indien een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet;
b. indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 394,00
€ 394,00
|
Artikel 2
8
Instemming
28.1 Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan
|
€ 394,00
|
PARAGRAAF 8 VERMINDERING
Artikel
29
Vermindering bij meervoudige aanvraag
29.1 Als de aanvraag om een omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2 of om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5 en 6 betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met Advies en Instemming als bedoeld in de artikelen 27 en 28 van deze tarieventabel. De vermindering bedraagt
van de voor de activiteiten verschuldigde leges
|
5%
|
Artikel 3
0
Vermindering bij duurzaamheid
30.1 Indien de aanvraag om een omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 1 en 2 of om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5 en 6 betrekking heeft op
|
|
- a.
de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 100%, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges.
Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak.
|
50%
|
- b.
de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 150%, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges.
Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak
|
100%
|
- c.
de nieuwbouw van gebruiksfuncties anders dan woonfunctie, waarvoor in artikel 4.3 1ste lid Omgevingswet iuncto artikel 4.149 Besluit bouwwerken leefomgeving, een grenswaarde voor de BENG 3 waarde is gegeven, met een gewogen BENG 3 waarde minimaal factor 1,50 hoger dan de norm uit het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges.
|
50%
|
- d.
de verbouw van woningen en andere gebruiksfuncties waarvan de BENG 3 waarde minimaal factor 1,75 beter dan de BENG 3 waarde van voor de verbouwing, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges.
Bij projecten met meerdere woningen of gebruiksfuncties wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de gebruiksfuncties, op basis van gebruiksoppervlak.
|
50%
|
- e.
de realisatie van een zonne-energiesysteem, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges.
|
50%
|
- f.
een initiatief dat een andere dan hierboven genoemde bijdrage levert aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen, bedraagt de vermindering maximaal
van de verschuldigde leges.
Hierbij staat de vermindering in verhouding tot de bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen.
|
100%
|
- g.
Voor de vermindering als genoemd in de onderdelen 30.1 t/m 30.6 geldt een maximumbedrag van
|
€ 73.025,72
|
PARAGRAAF 9 TERUGGAAF
Artikel 3
1
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsoverleg of aanvraag
omgevingsvergunning
31.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsoverleg als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van deze tarieventabel binnen drie werkdagen na dagtekening van de ontvangstbevestiging intrekt, bedraagt de teruggaaf
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
100%
|
31.2 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning bouw-, wijziging, sloop- of velactiviteit als bedoeld in de artikelen 5, 6, 8, 9 en 19 van deze tarieventabel, nadat deze in behandeling is genomen, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
- a.
Bij intrekking van de aanvraag binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
Het na de verrekening aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
en niet meer dan
|
75%
€ 173,44
€ 2.653,45
|
- b.
Bij intrekking van de aanvraag na vier weken na het in behandeling nemen ervan,
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
Het na de verrekening aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
en niet meer dan
|
60%
€ 173,44
€ 4.245,46
|
Artikel 3
2
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
32.1 Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw-, wijziging, sloop- of velactiviteit als bedoeld in de artikelen 5, 6, 8, 9 en 19 van deze tarieventabel, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt
van de voor de activiteit waarvoor de vergunning is ingetrokken verschuldigde leges.
Het na de verrekening aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
en niet meer dan
|
25%
€ 173,44
€ 7.960,61
|
Artikel 3
3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
33.1 Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw-, wijziging, sloop- of velactiviteit als bedoeld in de artikelen 5, 6, 8, 9 en 19 van deze tarieventabel, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
Het na de verrekening aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
en niet meer zijn dan
|
30%
€ 173,44
€ 7.429,76
|
Artikel 3
4
Geen teruggaaf legesdeel overige onderdelen
34.1 Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de artikelen 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 19 van deze tarieventabel wordt teruggaaf verleend.
|
|
Artikel 3
5
Minimumbedrag voor teruggaaf
35.1 Een bedrag minder dan
wordt niet teruggegeven.
|
€ 353,37
|