Aanwijzingsbesluit Weimarstraat/Beeklaan vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten ex artikel 2:98 APV

De Burgemeester van Den Haag,

 

overwegende dat:

  • -

    in het Integraal Veiligheidsbeleid 2023-2026 is opgenomen dat gekozen wordt voor intensivering van de gebiedsgerichte, integrale aanpak van onveiligheid in wijken, met een informatie-gestuurde, probleemgerichte inzet én op intensivering van de langdurige aanpak van ondermijnende criminaliteit;

  • -

    de aanpak van ondermijnende criminaliteit in het Haagse Veiligheidsbeleid 2023-2026 als één van de speerpunten is aangeduid;

  • -

    in 2020 delen van de Weimarstraat en de Beeklaan zijn aangewezen voor de vergunningplicht in de zin van artikel 2:98 van de Algemeen plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag (hierna: APV) en dat dit aanwijzingsbesluit afloopt op respectievelijk 16 november 2023 en 15 februari 2024;

  • -

    uit een recente evaluatie is gebleken dat de vergunningplicht in de Weimarstraat en de Beeklaan een positief effect heeft gehad op de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid en dat is aangetoond dat enkele malafide ondernemingen hun activiteiten in het focusgebied hebben gestaakt en dat daarvoor in de plaats ondernemers zijn teruggekomen die het winkelaanbod hebben verrijkt;

  • -

    u it een recente bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat de openbare orde en de leefbaarheid in een deel van de Weimarstraat en de Beeklaan nog steeds onder druk staan;

  • -

    de politie adviseert om de vergunningplicht in de Weimarstraat de Beeklaan voort te zetten;

  • -

    met de invoering van een vergunningplicht in dit gebied een instrument voorhanden blijft om (het faciliteren van) ondermijnende activiteiten in dit gebied te weren en de vestiging van bonafide ondernemers te stimuleren;

  • -

    de gemeente daarmee blijft bijdragen aan de verbetering van de openbare orde , de leefbaarheid en het versterken van het ondernemingsklimaat in dit gebied;

  • -

    het inroepen van dit vergunningenstelsel gelet op de Dienstenrichtlijn gerechtvaardigd, niet - discriminatoir en doelmatig wordt geacht, terwijl het nagestreefde doel niet door een minder beperkende maatregel kan worden bereikt;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 2:98 van de APV;

  • -

    beleidsregel toezicht vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten e.o. ex artikel 2:98 APV;

 

besluit:

 

  • I.

    het navolgende gebied, zoals aangegeven op onderstaande bij dit besluit behorende kaart, aan te wijzen als gebied waar bedrijfsmatige activiteiten vergunningplichtig zijn als bedoeld in artikel 2:98 van de APV: Weimarstraat: oneven kant huisnummer 169 t/m 349 , even kant 180 t/m 366 (inclusief alle hoekpanden op de Weimarstraat van de aangrenzende straten Fahrenheitstraat, Celciusstraat, Professor Kaiserstraat, Marconistraat, Herschelstraat, Noorderbeekdwarsstraat) en Beeklaan: oneven kant huisnummers 79 t/m 257, even kant 102 t/m 234 (inclusief alle hoekpanden op de Beeklaan van de aangrenzende straten Kepplerstraat, Newtonstraat, Cartesiusstraat, Vinkensteynstraat);

 

  • II.

    dat een vergunning, verleend op grond van en voor de duur van het Aanwijzingsbesluit Weimarstraat/Beeklaan vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten ex artikel 2:98 APV d.d. 3 november 2020 (RIS306651) geldt als een vergunning op grond van artikel 2:98 APV op grond van het onderhavige aanwijzingsbesluit en geldt voor de duur van het onderhavige aanwijzingsbesluit;

  • III.

    dat Aanwijzingsbesluit Weimarstraat/Beeklaan vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten ex artikel 2:98 APV’ d.d. 3 november 2020 vervalt per 16 november 2023;

  • IV.

    dat voor zover in deze vergunning het voorschrift staat vermeld dat de exploitant of beheerder de vergunning of een afschrift hiervan op schrift of in de officiële digitale versie dient te kunnen laten zien, dit voorschrift komt te vervallen;

  • V.

    dat dit besluit bekend wordt gemaakt in het Gemeenteblad en in werking treedt op 16 november 2023;

  • VI.

    dat dit besluit vervalt op 16 november 2026.

 

Den Haag, 31 oktober 2023

 

Jan van Zanen

 

Algemene toelichting

 

In afdeling 19 van de APV (Tegengaan onveilig, niet leefbaar of malafide ondernemersklimaat) is in artikel 2:98 lid 2 bepaald dat de burgemeester een gebied, branche of gebouw kan aanwijzen indien hij van mening is dat de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid in of rondom het gebied onder druk komt te staan. Doel van deze bevoegdheid is het opwerpen van een barrière in een gebied, branche of gebouw, zodat malafide ondernemers zich daarin minder makkelijk kunnen vestigen of daar minder makkelijk gevestigd kunnen blijven en de kans op meer bonafide ondernemers juist wordt vergroot. Inzet van deze bevoegdheid kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vergroting van de leefbaarheid in het gebied en het tegengaan van risico’s voor de openbare orde in dat gebied. De vergunningplicht maakt het mogelijk dat de burgemeester kan beoordelen of bedrijven binnen een gebied of branche de openbare orde of de leefbaarheid in een gebied door hun (ondermijnende, meer onzichtbare) wijze van exploitatie onder druk zetten. Daarmee is de vergunningplicht een middel om de openbare orde en de leefbaarheid binnen een gebied of branche te verbeteren en te waarborgen. Met het behouden van een vergunningplicht en de daarbij behorende levensgedrag- en Bibob-toetsen houdt de gemeente de mogelijkheid malafide ondernemers te weren uit het betreffende gebied op de Weimarstraat en de Beeklaan. Daarmee worden ook bezoekers die overlast of criminaliteit met zich meebrengen geweerd uit het gebied waardoor de leefbaarheid en openbare orde en veiligheid in het gebied verbeteren.

 

Met het onderhavige aanwijzingsbesluit wordt het gebied op de Weimarstraat en de Beeklaan opnieuw aangewezen voor de vergunningplicht. Het vorige besluit loopt op korte termijn af. Het onderhavige besluit beoogt de vergunningplicht zoals hij was door te zetten. In de toelichting wordt daarom gesproken over het verlengen of behouden van de vergunningplicht. In het eerdere aanwijzingsbesluit (Aanwijzingsbesluit Weimarstraat/Beeklaan vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten ex artikel 2:98 APV’ d.d. 3 november 2020’ (RIS306651)) is bepaald dat de vergunningplicht in twee delen is ingevoerd. Om deze reden loopt dat besluit ook langer door voor de Beeklaan dan voor de Weimarstraat. Om dit onderscheid op te heffen is besloten het aanwijzingsbesluit uit 2020 per 16 november 2023 te laten vervallen

 

Den Haag kent vijf prioritaire gebieden alwaar het vorige en het huidige gemeentebestuur heeft aangegeven extra en integrale inzet te plegen vanwege zorgen om de leefbaarheid en veiligheid. De vijf gebieden zijn Weimarstraat/Beeklaan/De Zevensprong, Kaapseplein, Duindorp, de Jan Luykenlaan/Van Baerlestraat en de wijk Rustenburg en Oostbroek. In twee gebieden, de Weimarstraat/Beeklaan/Zevensprong en de Jan Luykenlaan/Van Baerlestraat maakt een omvangrijk winkelgebied onderdeel uit van de prioritaire omgeving. De Weimarstraat karakteriseert zich daarbij als ‘kantelgebied’ waar met een effectieve aanpak van ondermijning (verder) afglijden moet en kan worden voorkomen. De belangrijkste problemen zijn malafide bedrijvigheid en een overconcentratie van coffeeshops. Hierdoor ontstaat overlast en staat het ondernemersklimaat onder druk.

 

De vergunningplicht is in de periode juni tot september 2023 geëvalueerd door een extern adviesbureau. Daar kwam uit naar voren dat de vergunningplicht een positief effect heeft gehad op de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid. Aangetoond is dat enkele malafide ondernemingen hun activiteiten in het focusgebied hebben gestaakt en dat daarvoor in de plaats ondernemers teruggekomen zijn die het winkelaanbod hebben verrijkt. De concentratie van malafide ondernemingen in het kantelgebied is daarmee afgenomen. Een (kleine) meerderheid van de bewoners is dan ook van mening dat de leefbaarheid en veiligheid in de buurt verbeterd zijn en dat het winkelaanbod aantrekkelijker is geworden. Met name bewoners ervaren de positieve gevolgen van de komst van een aantal nieuwe ondernemingen in de straat en de verbeterde uitstraling. Uit de evaluatie blijkt ook dat sommige ondernemers een hoge regeldruk ervaren.

Om de administratieve last als gevolg van dit nieuwe aanwijzingsbesluit te beperken is overgangsrecht opgenomen. Dit zal in deze toelichting nog worden beschreven.

 

Sinds de invoering van de vergunningplicht zijn er in totaal 105 vergunningaanvragen verwerkt door de gemeente. Ongeveer twee derde van vergunningplichtige ondernemingen bevindt zich op het aangewezen deel van de Weimarstraat en de rest op het aangewezen deel van de Beeklaan. Voor het totaal aantal ondernemingen is in vijftien van de gevallen (14%) om verschillende redenen geen vergunning verleend of is de vergunning na de verstrekking alsnog ingetrokken. Daarnaast blijkt uit enquêtes die zijn gehouden in het kader van voornoemde evaluatie dat de aanpak als geheel, waar de vergunningplicht deel van uitmaakt, heeft bijgedragen aan een verbetering van het ondernemersklimaat. Naast de vergunningplicht heeft hierbij ook de aangestelde transformatiemanager en het bijbehorende uitstralingsproject een belangrijke rol gespeeld. Deze verschillende maatregelen kunnen niet los van elkaar gezien worden, zo blijkt ook uit de evaluatie. Ook deze maatregelen zullen worden doorgezet zolang als dat nodig is.

 

Zoals ook beschreven in de evaluatie is de werking van de vergunningplicht zowel curatief als preventief. Curatief omdat malafide ondernemers gedwongen kunnen worden hun activiteiten in het gebied te staken door hen een vergunning te onthouden of het bedrijf (tijdelijk) te sluiten wanneer naderhand alsnog sprake blijkt van onvergunde of illegale activiteiten. Het is preventief omdat de vergunning van nieuwe malafide ondernemers zal worden geweigerd. Met deze dubbele werking staken malafide ondernemers hun activiteiten in het focusgebied. Met het vertrek van deze exploitanten verdwijnt ook (een belangrijk deel van) de overlast en (ondermijnende) criminaliteit uit te buurt. Juist vanwege die laatste reden is het belangrijk de vergunningplicht door te zetten.

 

Uit een rapportage van de politie valt af te leiden dat in de periode van 1 november 2020 tot en met 19 juli 2023 een grote inzet is gepleegd door de politie in het gebied rond de Weimarstraat en omgeving Beeklaan. Op de Weimarstraat zijn in die periode 1151 incidenten geregistreerd. Op de Beeklaan betreft het 378 incidenten. De aard van de incidenten lopen uiteen van meldingen over verminderde leefbaarheid tot meer ernstige incidenten. Daarnaast betreft dit zowel meldingen van burgers als incidenten waarbij de politie op eigen initiatief heeft opgetreden. Uit een analyse van de politie blijkt dat de openbare orde in dit gebied nog onder druk staat en er nog steeds sprake is van overlast. Het gebied wordt ook wel geduid als een ‘kantelgebied’. Dit betekent dat het gebied, hoewel er sprake is van verbetering, zonder ingrijpen de kans heeft om terug te vallen en verder af te glijden in een neerwaartse spiraal van overlast en (ondermijnende) criminaliteit. Met het verlengen van de vergunningplicht wordt voorkomen dat het voor malafide ondernemers weer mogelijk wordt zich te vestigen in het gebied en de reeds bereikte resultaten teniet worden gedaan.

 

Voortzetting van de vergunningplicht in dit gebied ligt in de rede, omdat de problematiek zich niet beperkt tot een of meer panden of branches. De aanwezigheid van bedrijven in het aanwijzingsgebied die de openbare orde en de leefbaarheid onder druk zetten, moet als zodanig worden tegengegaan, om de algehele openbare orde en de leefbaarheid aldaar en de omringende straten te verbeteren. Een recente analyse van de politie ondersteunt deze aanpak. De politie heeft aangegeven dat uit de analyse blijkt dat de huidige vergunningsplicht over het algemeen een positieve bijdrage heeft geleverd in termen van betere regulering van bedrijfsactiviteiten, verbeterde veiligheid en verhoogde leefbaarheid binnen het aangewezen en geprioriteerde gebied. De politie adviseert nadrukkelijk om de vergunningsplicht voor ondernemers in het gebied voort te zetten. Het doel van deze maatregel is om de beoogde verbeteringen (leefbaarheid) te continueren en verder te bevorderen.

 

Dat ondernemers in dit deel van de Weimarstraat en de Beeklaan een vergunning moeten aanvragen voor het uitvoeren van hun bedrijfsmatige activiteiten, vormt geen onevenredig hoge drempel voor de vestiging van ondernemers.

De vergunningen die onder het vorige aanwijzingsbesluit(RIS306651) verleend zijn, blijven op grond van het overgangsrecht in dit aanwijzingsbesluit geldig. Hiervoor zijn geen leges verschuldigd. De gemeente zal hierbij wel een controle doen naar justitiële antecedenten van de personen die op de vergunning vermeld staan. Dit vergt geen (administratieve) handelingen voor de ondernemers.

Ook voor nieuw aan te vragen vergunningen geldt er geen er leges zullen worden geheven. De aan de vergunning te verbinden voorschriften zullen uitsluitend zijn gericht op het stimuleren van een bonafide ondernemingsklimaat. Ondernemers die hun bedrijfsvoering en financiering op orde hebben en zich niet inlaten met criminele activiteiten, zullen dus geen negatieve gevolgen ondervinden van het aanwijzingsbesluit.

 

In artikel 2:98 APV is bepaald dat een gebied uitsluitend voor een bepaalde termijn wordt aangewezen. Omdat in dit gebied wordt ingezet op een integrale, gebiedsgerichte aanpak die vraagt om aanvullende bestuurlijke maatregelen, wordt het gebied nogmaals aangewezen voor de duur van drie jaar. Na afloop van deze periode zal opnieuw beoordeeld worden of het noodzakelijk is een nieuw aanwijzingsbesluit te nemen. Het doel van de verlenging is het bestendigen van de huidige integrale aanpak. Hiervoor is van belang dat de vergunningplicht voor een langere periode van toepassing blijft in het gebied. Om deze reden is gekozen voor een periode van drie jaar. Na de periode van drie jaar zal weer bekeken worden of een nieuwe verlenging aan de orde zal zijn.

 

Dienstenrichtlijn

De Dienstenrichtlijn streeft ernaar om de belemmeringen voor dienstverleners om zich in een lidstaat te vestigen of om er tijdelijk diensten te kunnen verrichten zoveel mogelijk weg te nemen. Op een vergunningstelsel dat de uitoefening van dienstenactiviteiten reguleert zijn de artikelen 9 en 10 van de Dienstenrichtlijn van toepassing. Dit betekent dat het inroepen van een vergunningstelsel als deze een gerechtvaardigde beperking van het vrij verrichten van diensten inhoudt, niet discriminatoir en doelmatig is en het nagestreefde doel niet door een minder beperkende maatregel kan worden bereikt (ABRvS 3 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:461).

 

Er bestaat ten aanzien van de Weimarstraat en Beeklaan een dringende reden van algemeen belang voor het invoeren van een vergunningstelsel voor bedrijfsmatige activiteiten in dit gebied. Een gedeelte van de bedrijfsmatige activiteiten die hier plaatsvinden blijkt crimineel besmet. De openbare orde en de leefbaarheid in het winkelgebied Weimarstraat en Beeklaan staan mede hierdoor al langere tijd onder druk. De Weimarstraat en Beeklaan kennen een concentratie van ondernemingen die daadwerkelijk vatbaar zijn gebleken voor ondermijnende activiteiten en betrokken zijn geweest bij overtredingen en openbare orde incidenten. Dergelijke ondernemingen kunnen met een vergunningstelsel uit het gebied worden geweerd en geweerd blijven. Dit draagt bij aan de verbetering van de veiligheid en leefbaarheid in het gebied. Het in het leven roepen van een vergunningstelsel is voorts onderdeel van een integrale aanpak binnen het gebied.

 

De maatregel is ook doelmatig en het nagestreefde doel kan niet met een minder beperkende maatregel worden bereikt. In dat kader wordt gewezen op het feit dat er in het verleden al diverse maatregelen zijn getroffen in dit gebied om het nagestreefde doel (het beschermen van de openbare orde en de leefbaarheid in het gebied en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit). Deze maatregelen hebben echter onvoldoende effect gehad. Zwaardere instrumenten zijn dus nodig om het beoogde doel te bereiken. Een vergunningplicht biedt zo een zwaarder instrument. Door middel van een vergunningplicht zijn er meer mogelijkheden tot toezicht, handhaving en toepassing van de Wet Bibob. Deze middelen zijn niet beschikbaar bij een minder vergaand instrument. Deze instrumenten zijn ook nodig, omdat het merendeel van de ondermijnende activiteiten vanuit ondernemingen die niet reeds over een andere band vergunningplichtig zijn.

 

De maatregel is ook niet discriminatoir. Er wordt een specifiek gebied aangewezen en daarbinnen wordt niet verder gedifferentieerd. Alle ondernemingen binnen het gebied die vallen onder de reikwijdte van artikel 2:98 APV zullen na het in werking treden van dit besluit vergunningplichtig blijven.

 

Bezwaar

 

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na publicatie ervan in het Gemeenteblad een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.

 

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:

- naam en adres van de indiener;

- telefoonnummer van de indiener, zodat contact opgenomen kan worden om samen te bespreken wat de beste aanpak van het bezwaarschrift is;

- datum bezwaarschrift;

- de gronden van het bezwaar;

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

De burgemeester van Den Haag, t.a.v. de Adviescommissie bezwaarschriften, postbus 12600, 2500 DJ te DEN HAAG. Faxnummer Adviescommissie bezwaarschriften: (070) 353 2331.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook via een webformulier indienen. U heeft daarvoor wel een DigiD, of als bedrijf een E-herkenning, nodig. Deze kunt u aanvragen via www.digid.nl, respectievelijk www.eherkenning.nl. Het webformulier is te vinden op de website www.denhaag.nl/nl/bestuur-en-organisatie/contact-met-de-gemeente/klachten-bezwaar-en-compliment/bezwaar-maken-overige-zaken.htm

 

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van het aanwijzingsbesluit niet op. U kunt, indien u een bezwaarschrift bij de burgemeester heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij: Rechtbank Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH te DEN HAAG. Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

 

 

Naar boven