Gemeenteblad van Meierijstad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meierijstad | Gemeenteblad 2023, 481947 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meierijstad | Gemeenteblad 2023, 481947 | beleidsregel |
Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Meierijstad 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad;
overwegende, dat hun college op grond van de artikelen 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11,12,13, 17, 18, 19, 20 21 en 22 van de Algemene Subsidieverordening Meierijstad 2018 nadere regels kan stellen met betrekking tot:
gelet op genoemde artikelen van de “Algemene Subsidieverordening Meierijstad 2018 (ASV 2018)”;
gelet op titel 4.2 en 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht;
Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Meierijstad 2024
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING
ASV: algemene subsidie verordening 2018 gemeente Meierijstad
AMvB: algemene maatregel van bestuur
college: het college van burgemeester en wethouders
doelgroeppeuter: kind in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar die woont in de gemeente Meierijstad met een risico op (taal)achterstand, waarvoor de Jeugdgezondheidszorg een indicatie heeft afgegeven en die in aanmerking komt voor een VE-peuterplaats;
doorgaande lijn: ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen, door samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en school, inclusief overdracht van gegevens;
fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (peuteropvang).
gemengde VE-peutergroep: VE-groep die bestaat uit VE-geïndiceerde kinderen en niet VE-geïndiceerde kinderen.
houder/aanbieder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;
kindercentrum: kindercentrum, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, dat gevestigd is in de gemeente Meierijstad en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;
kindnetwerk: een gebiedsgerichte samenwerking tussen alle kindfuncties peuteropvang, kinderop¬vang, basisschool en buitenschoolse opvang (BSO) in de gemeente.
kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang of peuteropvang.
Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Meierijstad;
ouder: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind dat opgevangen wordt in een peuterplaats of VE-peuterplaats;
ouderbijdrage: financiële vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuterplaats of VE-peuterplaats;
ouderbetrokkenheid: activiteiten geïnitieerd door het kindercentrum gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind door ouders;
peuteropvang: kortdurende opvang voor kinderen van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;
peuterplaats: een aanbod aan peuteropvang voor peuters niet zijnde doelgroeppeuters;
peutertoeslag: Een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een (VE-)peuterplaats;
reguliere peuter: een peuter in de leeftijd 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar, die woont in de gemeente Meierijstad en die gebruik maakt van peuteropvang en geen doelgroeppeuter met een indicatie is.
subsidie tarief peuteropvang: het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie, gebaseerd op het fiscaal uurtarief kinderopvang van de Belastingdienst;
toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;
verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;
VVE: Voor- en vroegschoolse educatie.
Voorschoolse educatie / VE: zijnde kortdurende opvang met een aanbod voor kinderen van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;
VE-peuterplaats: een aanbod aan voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters;
VE-locatie: een locatie van een kindercentrum die VE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie en als VE-gecertificeerde locatie is opgenomen in het Landelijke Register Kinderopvang;
Het doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie verspreid over de kernen van de gemeente Meierijstad zodat er gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar in de gemeente zijn.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 1 sub a en b dient het kindercentrum minimaal 40 weken per jaar voorschoolse educatie aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van minimaal 16 uur verdeeld over ten minste 4 dagen met een maximum van 960 uur over 1,5 jaar voorschoolse educatie. Kinderen tussen de 2 jaar en 3 maanden en 2 jaar en 6 maanden krijgen 8 uur voorschoolse educatie.
Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 1 sub c en d dient het kindercentrum minimaal 40 weken per jaar peuteropvang aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van minimaal 5 en maximaal 8 uur verdeeld over minimaal 2 dagen tot een maximum van 480 uur over een periode van 1,5 jaar peuteropvang.
Artikel 4 Hoogte subsidiebedrag
Het college subsidieert per uur per bezette VE-peuterplaats respectievelijk peuterplaats (aan een kindercentrum dat peuteropvang of zowel peuteropvang als dagopvang aanbiedt en als zodanig staat geregistreerd in het LRK). Voor de in artikel 3 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:
voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats per jaar: (maximaal) 8 uur per week * 40 weken * € 10,63 minus de geldende, berekende ouderbijdrage conform artikel 5 lid 3. Het kindercentrum geeft voor aanvang van het kalenderjaar aan, wat het regulier aantal uren is voor een peuterplaats;
Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage overleggen ouders eenmalig bij de start van de peuteropvang een inkomensverklaring van de Belastingdienst (IB60 formulier) van maximaal twee jaar oud zodat houder kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Artikel 6 Aanvraag en vaststelling subsidie
Tijdens het jaar wordt ieder kwartaal gerapporteerd over het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplaats (regulier en VE), het werkelijk gehanteerde uurtarief, de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en het aantal geregistreerde VE-locaties) op basis van een door de gemeente ontwikkeld registratieformulier.
een organisatie met winstoogmerk (een onderneming) dient een voor het hele jaar ingevuld registratieformulier als bedoeld in artikel 6 punt 4 in van deze regeling in., Daarnaast overlegt de organisatie de jaarrekening waarin de inkomsten uit de Regeling VVE worden verantwoord, inclusief de verklaring van de accountant bij die jaarrekening;
een organisatie zonder winstoogmerk dient een voor het hele jaar ingevuld registratieformulier als bedoeld in artikel 6 punt 4 van deze regeling in. Daarnaast overlegt de organisatie de jaarrekening waarin de inkomsten uit de Regeling VVE worden verantwoord, inclusief de accountantsverklaring bij deze jaarrekening.
Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder/meer bezette VE- of reguliere peuterplaatsen (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplaats regulier en VE), dan wel meer/minder ontvangen ouderbijdrage, dan wel meer/minder gecertificeerde VE-locaties dan wordt het te veel aan verleende subsidie teruggevorderd/het te weinig aan verleende subsidie aanvullend toegekend.
In afwijking van artikel 10 lid 4 van de ASV worden aanvragen ingediend voor 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
In aanvulling op artikel 12 van de ASV 2018 kan het college weigeren subsidie te verlenen indien door de toezichthouder in het vorige subsidiejaar één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de voorwaarden voor de wettelijke basiskwaliteit van kindercentra en van voorschoolse educatie.
Het college kan ten behoeve van het toekennen van een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, afwijken van de eis in artikel 4 en 6 dat een doelgroeppeuter woonachtig moet zijn of kindercentrum gevestigd dient te zijn in de gemeente Meierijstad, als daaraan vasthouden voor een doelgroeppeuter gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-481947.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.