Gemeenteblad van Land van Cuijk
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Land van Cuijk | Gemeenteblad 2023, 48014 | beleidsregel |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Terrassenbeleid Land van Cuijk
Binnen het straatbeeld van de nieuwe gemeente Land van Cuijk, mogen terrassen een prominente plaats innemen. Zeker bij een gemeente met zoveel unieke kernen, toeristisch aantrekkelijke locaties en een bourgondische inslag, leveren terrassen niet alleen een bijdrage aan de economie op, maar dragen zij ook bij aan de leefbaarheid en levendigheid van de kernen en aantrekkelijke locaties in de gemeente. Daar staat tegenover dat het gebruik van terrassen voor hinder en geluidsoverlast kan zorgen en door de inrichting van de openbare ruimte, de beeldkwaliteit en mogelijkheden van gebruik van de openbare ruimte kunnen beïnvloeden.
In dit terrassenbeleid staat het belang van deze nieuwe gemeente, met al haar kernen, centraal. Er is oog voor de horecaondernemers, de gebruikers van de terrassen en de effecten op de overige ondernemers die hierbij meeliften. De horecaondernemers maken de terrassen mogelijk en zorgen voor een dynamiek (aantrekkingskracht en langer verblijf) in de omgeving. Dit is dan ook een visitekaartje voor de kernen van de gemeente. Als gemeente creëren we de voorwaarden om horecaondernemers en hun gasten zo goed als mogelijk van dienst te kunnen zijn, in balans met het gebruik van de openbare ruimte en in harmonie met de leefomgeving. We geven ruimte waar het kan en richting waar het moet. Zo behouden we en verbeteren we de sfeer binnen onze gemeente.
Dit terrassenbeleid geldt, tenzij anders aangegeven, voor de gehele gemeente en is een toevoeging aan de regels die opgenomen staan in de Algemene plaatselijke verordening gemeente Land van Cuijk (hierna: APV).
Sinds 1 januari 2022 zijn de voormalige gemeenten; Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis opgegaan in de gemeente Land van Cuijk. Deze fusering vraagt om een harmonisering van de verschillende terrasbeleidsstukken (drie van de vijf fusiegemeenten beschikten over een afzonderlijk terrassenbeleid, namelijk: Terrassenbeleid gemeente Cuijk, Terrassenbeleid Grave 2012 en Beleidsregels terrassen gemeente Boxmeer 2003) tot één geharmoniseerd terrasbeleid. Uiteraard moet het passen binnen het eerste kader van het coalitieakkoord, “Samen bouwen aan een duurzaam en vitaal Land van Cuijk”. Hierin zijn drie opgaven benoemd; bouwen en wonen is een prioriteit, inzet op duurzaamheid in balans met fysieke en sociale leefomgeving en bestaanszekerheid voor onze inwoners. Horeca en terrassen kunnen bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente.
Het geheel vrijgeven van terrassen, of het stellen van minimale eisen kan ongewenste ontwikkelingen tot gevolg hebben. In de horecabranche dient er altijd maatwerk te worden toegepast. In dit geharmoniseerde beleid staat dan ook de praktische uitvoerbaarheid voorop die duidelijkheid moet bieden aan ondernemer, bezoeker, omwonenden en de gemeente.
Een terras is erg bepalend voor het straatbeeld en de uitstraling van de gemeente. De horecaondernemer is in beginsel verantwoordelijk voor de uitstraling en inrichting van zijn terras en het voorkomen van overlast / schade bij derden door de exploitatie van het terras. Echter, heeft de gemeente ook de verantwoordelijkheid om de kwaliteit en de veiligheid van de openbare ruimte te waarborgen en overlast te voorkomen. Met dit terrassenbeleid wordt beoogd eenduidige en transparante regels te stellen op het gebied van de exploitatie van terrassen en de wijze van vergunningverlening. Op deze wijze zal er sprake zijn van een geharmoniseerd beleid op het gebied van terrassen en de eisen aan de inrichting hiervan.
2. Relevante wet- en regelgeving
2.1 Algemene Plaatselijke Verordening
Definitie openbare inrichting en terras
De wettelijke grondslag voor een terrasvergunning staat in de APV. Onder artikel 2:27 lid 1 APV wordt onder openbare inrichting verstaan: ‘’een hotel, restaurant, pension, café, waterpijncafé, cafetaria, discotheek, buurthuis of clubhuis of elk andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatste worden bereid of verstrekt.’’
Vervolgens staat in 2:27 lid 2 APV een terras als volgt omschreven: “een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatste kunnen worden bereid of verstrekt.”
Artikel 2:10 APV stelt dat het verboden is om zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. Als het plaatsen van een terras leidt tot het anders gebruiken van de weg of het weggedeelte dan de publieke functie daarvan, dient er een vergunning zoals gesteld in artikel 2:10 APV aangevraagd te worden. Dit is het geval bij het innemen van een terras op gemeentegrond. Dit betreft dus specifiek een vergunning voor het gebruiken van de weg of weggedeelte. De burgemeester beslist op deze aanvraag in geval van een vergunningaanvraag over de ingebruikneming van een weg of weggedeelte ten behoeve van een terras behorende tot een openbare inrichting of behorende tot meerdere openbare inrichtingen.
Daar waar het eigen grond betreft ligt het net even anders. Dan is deze vergunningsplicht niet aan de orde. Een terras is echter niet vogelvrij op eigen grond en er worden wel regels opgelegd. De APV kent namelijk algemene regels voor de exploitatie van openbare inrichtingen. Hiernaast kan ook sprake zijn van een exploitatievergunningplicht, waarbij het terras op de vergunning moet worden benoemd. Daar waar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, is het de Alcoholwet die het de aanvrager verplicht het terras op de Alcoholwetvergunning te laten zetten.
Op basis van artikel 2:28 APV wordt gesteld dat het verboden is een openbare inrichting te exploiteren zonder of in afwijking van de vergunning van de burgemeester. Bij het aanvragen van deze vergunning moet ook worden vermeld of een terras wordt ingenomen (artikel 2:28 lid 6 onder e, APV). Dit verbod geldt niet voor (paracommerciële) horecabedrijven die beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet. Deze en andere uitzonderingen zijn opgenomen in artikel 2:28 lid 2 APV.
Artikel 2:29 APV vermeld de sluitingstijden die er gelden voor openbare inrichtingen incl. het terras. Bij het innemen van een terras moet rekening ermee worden gehouden dat de sluitingstijden van het terras afwijken van de sluitingstijden van het horecabedrijf (binnen-gedeelte). Voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard kan wel ontheffing worden aangevraagd.
Verboden gedragingen op of bij terrassen
Op basis van artikel 2.31 APV is het verboden in een openbare inrichting op het terras spijzen of dranken te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van het terras, de orde te verstoren of zich te in de openbare inrichting te bevinden na sluitingstijd (m.u.v. personeel).
Op basis van artikel 2:9, lid 1 onder b, APV is het een straatartiest verboden op te treden op terrassen van horecabedrijven. Het optreden kan wel nabij de terrassen als het optreden van de straatartiesten voldoet aan de regels gesteld in artikel 2:9 APV.
Incidentele festiviteit, collectieve festiviteit of onversterkte muziek
Het Activiteitenbesluit geeft algemene voorschriften waaraan de horecabedrijven zich moeten houden. Een onderdeel van het Activiteitenbesluit betreffen de geluidvoorschriften. Zie 2.4. Wet Milieubeheer. Het afwijken van de normen van het Activiteitenbesluit (hogere geluidsproductie) kan worden toegestaan via de zogenaamde twaalfdagenregeling. Het doel van de twaalfdagenregeling is om inrichtingen zoals horecabedrijven de mogelijkheid te bieden gedurende een aantal dagen activiteiten in de inrichting te organiseren, die normaal vanwege de strenge geluidsnormen niet mogelijk zijn. Deze regeling is uitgewerkt in hoofdstuk 4 in de APV. Zij omvat per jaar een aantal collectief aangewezen dagen voor festiviteiten die niet aan één inrichting gebonden zijn, zoals de carnavals- en kermisdagen, plus twaalf incidentele festiviteiten die specifiek aan een inrichting zijn verbonden en die moeten worden gemeld. In de APV staan ook de geluidsnormen bepaald die gelden voor een collectieve of incidentele festiviteit. Hiernaast staan in de APV ook regels ten aanzien van onversterkte muziek.
De Alcoholwet is van oudsher een volksgezondheidswet en gaat in de basis over het verstrekken van alcoholhoudende drank en sinds 1991 ook over eerlijke mededinging van paracommerciële instellingen. De wet kent ge- en verboden en heeft een imperatief karakter. De gemeente kan daar, waar deze landelijke wet het toestaat, verordeningen maken en op andere onderdelen heeft de gemeente (de burgemeester) ruimte om maatwerk te bieden. Voldoe je aan de bepalingen van de Alcoholwet, dan moet de gevraagde vergunning worden verleend. Dan kan het toch zijn dat de vergunning bijvoorbeeld niet gebruikt mag worden op basis van strijd met het bestemmingsplan.
Op een terras waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse bepaalt de Alcoholwet dat dit terras op de Alcoholwetvergunning moet worden vermeld. Dit staat los van het feit dat al een vergunning is verleend op basis van de APV. Voor de Alcoholwet geldt dat uitsluitend een terras op de Alcoholwetvergunning mag worden benoemd, indien zij in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen. Indien een terras onderdeel is van een inrichting, die onderdeel uitmaakt van een winkel wordt dit uitsluitend toegestaan, indien dit onmiddellijk aansluit aan een horecalokaliteit.
Net als in de APV is in de Alcoholwet bepaald dat de alcoholhoudende drank uitsluitend mag worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, dus in de horecalokaliteit of op het terras. Hiernaast bepaalt de Alcoholwet dat alcoholhoudende drank slechts mag worden verstrekt aan personen van wie is vastgesteld dat deze 18 jaar of ouder zijn en de alcoholhoudende drank kennelijk niet bestemd is voor personen van wie niet is vastgesteld dat deze 18 jaar of ouder zijn. Het is verboden in de Alcoholwet om in de horecalokaliteit of op het terras de aanwezigheid toe te laten dan wel dienst te (laten) doen van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.
2.3 Omgevingswet, bestemmingsplannen
In het bestemmingsplan is opgenomen of de locatie waar de horeca en de terrassen worden gevestigd of zich zal gaan vestigen, past binnen het bestemmingsplan. Het komt voor dat horeca inclusief terrassen, die zich wil vestigen op een bepaalde locatie, in strijd is met het geldende bestemmingsplan en daardoor niet past. Het kan zijn dat bepaalde vergunningen formeel moeten worden verleend in strijd met het bestemmingsplan, waardoor in de praktijk geen gebruik van de vergunning kan worden gemaakt in verband met deze strijdigheid (denk aan de Alcoholwetvergunning). Overigens is bij de exploitatievergunning strijdigheid met het bestemmingsplan wel een weigeringsgrond (artikel 2:28 APV). Het bestemmingsplan kan eventueel worden gewijzigd of een omgevingsvergunning voor strijd met het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden verleend. Hierbij hoort een ruimtelijke onderbouwing waaruit moet blijken dat de horeca met terrassen, of terrassen op zichzelf, commercieel of paracommercieel goed is in te passen in de omgeving. Hierbij zijn verschillende aspecten van belang, zoals geluid, verkeer en parkeren. Wanneer de Omgevingswet in werking zal treden zal er in de APV een overgangsbepaling worden opgenomen en wordt voor de fysieke leefomgeving gewerkt volgens de kaders uit die wet (verordening).
Milieuregels voor horeca zijn voornamelijk gesteld in het Activiteitenbesluit. Voor bijna alle horecabedrijven en dus ook de bijbehorende terrassen gelden de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Het gaat hierbij dan voornamelijk om bepalingen om hinder voor de omgeving te beperken of te voorkomen. Het Activiteitenbesluit stelt voor horeca voornamelijk eisen aan geluid, lucht en afvalwater. Voor terrassen zijn de laatste twee onderwerpen minder relevant.
De geluidsvoorschriften voor het horecabedrijf gelden voor de gehele inrichting. Het geluid inclusief dat van een terras moet worden getoetst aan de van het Activiteitenbesluit. Hierin staan ook enkele uitzonderingen genoemd. Bij het bepalen van het geluidsniveau wordt het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein buiten beschouwing gelaten, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein. Deze bepaling is in het Activiteitenbesluit opgenomen, omdat rigide toepassing van de geluidsnormen het in veel gevallen onmogelijk zou maken een terras in gebruik te hebben. De uitsluiting van stemgeluid afkomstig van een terras geldt uitsluitend voor situaties waarbij het terras aan de straat is gelegen. In die gevallen mag namelijk worden aangenomen dat het van het terras afkomstige geluid opgaat in het omgevingsgeluid. Als een terras omsloten is door bebouwing, zal het omgevingsgeluid doorgaans veel lager zijn. Stemgeluid van het terras zal dan eerder leiden tot overlast. Bij de beoordeling van dergelijke situaties moet het stemgeluid dus wel worden meegenomen. Verwarmde of overdekte terrassen nodigen tot een gebruik in alle jaargetijden en ook hier moet het stemgeluid wel worden getoetst. Het is echter lastig aannemelijk te maken bij welke periode en/of capaciteit het stemgeluid nog voldoet aan de geluidgrenswaarden. Daarom wordt landelijk geadviseerd om dergelijke regels op te nemen in een vergunning volgens de APV.
Bij de toetsing van muziekgeluid wordt onderscheid gemaakt tussen versterkte en onversterkte muziek. Voor versterkte muziekgeluid gelden de geluidsnormen in het Activiteitenbesluit. Als niet aan de geluidgrenswaarden kan worden voldaan, kan voor versterkte muziek maatwerkvoor-schriften worden vastgesteld. Hierbij kan worden gedacht aan verplicht stellen van een begrenzer. Onversterkte muziek is uitgezonderd. Hiervoor gelden de regels uit de APV. Om te kunnen voldoen aan de geluidsnormen is het bij de meeste inrichtingen niet mogelijk om versterkte muziek op het terras te hebben, tenzij zij hiervoor een kennisgeving incidentele festiviteit indienen bij de gemeente of sprake is van een dag(deel) dat is aangewezen als collectieve festiviteit op grond van de APV.
2.5 Wet Bibob, integriteit en aanpak ondermijning
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is een (preventief) bestuurlijk instrument. Het biedt bestuursorganen de mogelijkheid om de achtergrond van een bedrijf of persoon en de handelingen te onderzoeken. Bij Exploitatievergunningen en Alcoholwetvergunningen wordt een eerste Bibob-toets altijd uitgevoerd. Bij een terrasvergunning o.g.v. artikel 2:10 APV wordt deze toets niet standaard gedaan. Als er aanleiding voor is mag dat overigens wel. Als een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden en/of witwassen van gelden, kan het bevoegde bestuursorgaan de vergunning die is aangevraagd weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Zo wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. De wet ondersteunt op die manier de gemeente ook bij de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en het ontstaan van vermenging van boven- en onderwereld (ondermijning).
Vanaf 1 juli 2008 zijn de sectoren horeca, sport en kunst & cultuur niet langer uitgezonderd in de Tabakswet en dus moeten deze rookvrij zijn. De rokende bezoekers zijn vanaf die tijd aangewezen op een terras en/of openbare weg. Bij overlast daardoor kan de gemeente nadere regels voor terrassen overwegen. Zo kan worden bepaald dat er meubilair op een terras moet zijn of zelfs uitsluitend zitgelegenheid mag worden geboden. Dit beperkt het maximale aantal mensen dat zich op het terras kan bevinden en voorkomt mogelijk overlast.
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Bouwbesluit worden vervangen door het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Als er vaste bouwsels op of aan het terras worden aangebracht moeten deze voldoen aan de in het genoemde besluit gestelde eisen en moet in veel gevallen een aanvraag worden ingediend.
Deze wet wil voorkomen dat op zondag: “in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik, zonder strikte noodzaak gerucht wordt verwekt, waardoor de godsdienstoefening wordt gehinderd.” Daarnaast is het op grond van artikel 4 lid 1 van de Zondagswet verboden om op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen. Op grond van artikel 4 lid 3 van de Zondagswet is de burgemeester bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde bij het eerste lid.
3. Van aanvraag tot vergunning
In artikel 1:8 en 2:10 APV zijn weigeringsgronden opgenomen welke kunnen leiden tot het weigeren op een aanvraag voor een terrasvergunning. De aanvraag voor een terrasvergunning op grond van 2:10 APV kan worden geweigerd:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Op basis van artikel 1:8 lid 2 APV kan de vergunning of ontheffing ook worden geweigerd als de aanvraag minder dan vijf weken voor de beoogde datum van het in gebruik nemen van het terras is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.
Indien aan de indieningvereisten wordt voldaan en er geen redenen zijn om te weigeren op basis van de weigeringsgronden, kan een terrasvergunning onder voorwaarden voor onbepaalde tijd worden verleend.
Het staat de exploitant vrij gedurende het gehele jaar een vergund terras te exploiteren. In verband met o.a. sommige evenementen, reguliere weekmarkten of beschikbaarheid parkeerplaatsen in de winter, kan de gemeente specifieke voorwaarden en beperkingen stellen aan de reguliere terrassen. Indien de gemeente van deze bevoegdheid gebruik maakt, wordt dit tijdig gecommuniceerd met de horecaexploitant(en) en de omgeving.
Een aantal specifieke situaties worden onderstaand toegelicht:
- •
- •
Op de donderdagen tijdens de weekmarkt in Boxmeer wordt in de vergunningvoorschriften van de terrasvergunningen van enkele horecaondernemers die een terras op het Raadhuisplein exploiteren opgenomen dat zij hun terras moeten verkleinen of moeten verwijderen op deze dag. Dit in verband met de doorgang van de standplaatsen op de weekmarkt en indeling hiervan.
- •
Bij noodzakelijke (onderhouds)werkzaamheden door of namens de gemeente moet het terras (terrasmeubilair en andere voorwerpen behorende bij het terras incl. in de grond verankerde objecten) ook worden verwijderd. In dit geval of in het geval van een evenement, kermis, weekmarkt, kan de burgemeester tijdelijk een andere locatie voor het terras aanwijzen dan waarvoor vergunning is verleend, indien dat mogelijk is.
De afmetingen van een terras worden per situatie bepaald. Dit is afhankelijk van de mogelijkheden van de situatie en de verkeersveiligheid. In ieder geval moet rekening gehouden met de volgende voorwaarden:
- •
- •
- •
- •
- •
In de vergunning worden de exacte afmetingen aangegeven en hierbij dient ook een situatietekening te worden bijgevoegd. Het terras mag geen grotere afmetingen hebben dan de afmetingen die staan vermeld in de vergunning en op de situatietekening staan vermeld.
Bij uitzondering kan er besloten worden dat er gedurende een bepaalde periode een andere terrasafmeting mag worden geëxploiteerd. Dit dient in de vergunning specifiek te worden omschreven met de bijbehorende afmetingen gedurende deze periode.
Een terras is erg bepalend voor het straatbeeld en de uitstraling van de gemeente. De horecaondernemer is in beginsel verantwoordelijk voor de uitstraling en inrichting van zijn terras.
Van belang is dat het terrasmeubilair van hoogwaardig en brandveilig/brandvertragend materiaal moet zijn, maar dat het ook moeten passen bij de omgeving en de inrichting. Dit laatste is afhankelijk van de locatie van het terras, zo zal binnen de kernen een andere uitstraling van het terras worden gevraagd dan in het buitengebied.
Voor de binnenstad van Grave gelden hiervoor specifieke eisen waarop wordt getoetst. In het Beeldkwaliteitsplan Binnenstad Grave is aangegeven onder welke voorwaarde een terras mag worden geplaatst in verband met de inrichting en verzorgde uitstraling van de terrassen. Dit zijn aanvullende eisen op de eisen genoemd in dit beleid. De kwaliteitseis ten aanzien van de situering/ongehinderde doorgang voor voetgangers en/of winkelend publiek uit het Beeldkwaliteitsplan Binnenstad Grave wordt slechts ten dele van toepassing verklaard op de terrassen waarbij de infrastructurele situatie ter plaatse het niet toelaat. Vanwege de breedte van de stoep en het belang van de horeca kan worden afgeweken van dit criterium. Uiteraard blijft een veilige doorgang uitgangspunt van de bepaling van de grootte van het terras.
Het is hiernaast ook van belang voor het straatbeeld om zichtlijnen te behouden van de terrassen, naar de terrassen en over de terrassen. Terrasschotten zijn daarom wel toegestaan, mits deze:
- a.
- b.
- c.
Andere terras gerelateerde objecten mogen niet groter zijn dan 0,80 bij 1,15 meter. De totale constructie mag niet hoger zijn dan 1,50 meter en niet breder en dieper dan 1 meter. Deze objecten moeten binnen de grenzen van het terras worden geplaatst.
Teveel en te grote reclameobjecten zijn niet sierlijk voor het straatbeeld. Om die reden is het plaatsen van reclameborden gelimiteerd op 1 reclamebord (conform de afmetingen in de vorige alinea). Op een terrasschot is tevens ten hoogste één reclame-uiting toegestaan, mits deze is aangebracht op het niet-transparante deel.
Binnen de sluitingstijden zoals bepaald in de APV moet alle terrasmeubilair en andere voorwerpen behorende bij het terras van de weg zijn verwijderd. Het terrasmeubilair en de parasols moet inpandig worden opgeslagen. Indien inpandige opslag niet mogelijk is, mag het terrasmeubilair buiten worden opgeslagen, mits deze zijn vervaardigd van brandvertragend materiaal, dit op een brandveilige wijze geschiedt en daarnaast voldoende is beveiligd. Als het terras niet meer wordt gebruikt moeten de terrasschermen worden verwijderd, tenzij deze schermen tegen de gevel zijn ingeklapt en blijven gedurende het niet gebruik van het terras. De burgemeester kan nadere aanwijzingen geven over de opslag van terrasmeubilair in de openbare ruimte.
3.3.5. Overlast, hinder en schade
De horecaondernemer is verantwoordelijk voor de exploitatie van zijn terras alsmede in het voorkomen van overlast / schade bij derden door de exploitatie. De exploitant is dan ook gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast veroorzaakt door op het terras aanwezige bezoekers te voorkomen of te beperken.
Obstakels, in welke vorm dan ook, markeert de exploitant duidelijk en worden zodanig geplaatst dat daardoor geen hinder, schade of overlast wordt veroorzaakt voor derden, nog dat de plaatsing daarvan op enigerlei wijze kan leiden tot gevaarlijke situaties. Daarom ziet de exploitant er ook op toe dat bezoekers van de openbare inrichting geen rijwielen, bromfietsen of andere voertuigen plaatsen tegen de gevels van belendende percelen of op het voetgangersgedeelte voor de openbare inrichting dat niet als terras in gebruik mag zijn. Het plaatsen van rijwielhekken op of bij het terras is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van de gemeente.
In het voorkomen van overlast is het belangrijk dat de exploitant zorgt voor een schoon en net terras alsmede omgeving. Zoals in 2.4 reeds benoemd is het bij de meeste inrichtingen niet mogelijk om met versterkte muziek op het terras te kunnen voldoen aan de geldende geluidsnormen (tenzij sprake is van een incidentele/collectieve festiviteit op grond van de APV). Om deze reden is versterkte muziek op het terras standaard niet toegestaan. Eventueel mag slechts zacht achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht, mits het geluidsniveau binnen de geldende geluidsnormen blijft. Op zondagen mag voor 13.00 uur in ieder geval geen achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht in verband met de Zondagswet.
Van de exploitant mag worden verwacht dat hij alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen treft teneinde te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden ten gevolge van het gebruiken van de vergunning. De exploitant is verplicht de schade, die door het gebruikmaken van de vergunning aan eigendommen van de gemeente of van derden toebrengt te vergoeden. De gemeente kan in ieder geval niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het gebruiken van de terrasvergunning.
3.4 De vergunning en voorschriften
Indien de aanvraag aan het toetsingskader kan voldoen, kan een terrasvergunning onder voorwaarden worden verleend.
De vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Dit is om handel in vergunningen te voorkomen. Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf, is dus niet mogelijk.
3.4.1. Vergunningvoorschriften
Op grond van artikel 1:4 van de APV kunnen er voorschriften aan de vergunning worden verbonden. De vergunninghouder is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Onderstaand de voorschriften die standaard kunnen worden opgenomen in de terrasvergunning. Indien noodzakelijk kunnen er aan de vergunning andere nadere voorschriften worden verbonden.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
Sluiting terras en opslag materiaal
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 11.
Binnen de sluitingstijden zoals bepaald in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Land van Cuijk moet alle terrasmeubilair en andere voorwerpen behorende bij het terras van de weg zijn verwijderd. Het terrasmeubilair en de parasols moet inpandig worden opgeslagen. Indien inpandige opslag niet mogelijk is, mag het terrasmeubilair buiten worden opgeslagen, mits deze zijn vervaardigd van brandvertragend materiaal, dit op een brandveilige wijze geschiedt en daarnaast voldoende is beveiligd;
- 12.
- 13.
- 14.
- 15.
- 16.
- 17.
- 18.
- 19.
- 20.
- 21.
- 22.
- 23.
- 24.
- 25.
- 26.
- 27.
- 28.
Op het terras is versterkte muziek standaard niet toegestaan. Eventueel mag slechts zacht achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht, mits het geluidsniveau binnen de voor u geldende geluidsnormen blijft. Op zondagen mag voor 13.00 uur in ieder geval geen achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht;
- 29.
U ziet erop toe dat bezoekers van uw openbare inrichting geen rijwielen, bromfietsen of andere voertuigen plaatsen tegen de gevels van belendende percelen of op het voetgangersgedeelte voor uw openbare inrichting dat niet als terras in gebruik mag zijn. Het plaatsen van rijwielhekken op of bij het terras is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van de gemeente.
- 30.
- 31.
- 32.
- 33.
- 34.
3.4.2. Vergunningsvoorschriften terras als onderdeel van exploitatievergunning
Indien het terras onderdeel is van de exploitatievergunning, kunnen op grond van artikel 1:4 van de APV er voorschriften aan de vergunning worden verbonden. De vergunninghouder is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Onderstaand de voorschriften die standaard kunnen worden opgenomen in de exploitatievergunning voor wat betreft het terras. Indien noodzakelijk kunnen er aan de vergunning andere nadere voorschriften worden verbonden.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 11.
- 12.
Op het terras is versterkte muziek standaard niet toegestaan. Eventueel mag slechts zacht achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht, mits het geluidsniveau binnen de voor u geldende geluidsnormen blijft. Op zondagen mag voor 13.00 uur in ieder geval geen achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht;
- 13.
U ziet erop toe dat bezoekers van uw openbare inrichting geen rijwielen, bromfietsen of andere voertuigen plaatsen tegen de gevels van belendende percelen of op het voetgangersgedeelte voor uw openbare inrichting dat niet als terras in gebruik mag zijn. Het plaatsen van rijwielhekken op of bij het terras is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van de gemeente.
- 14.
- 15.
- 16.
- 17.
Voor het in behandeling nemen van een vergunningsaanvraag moeten leges worden betaald.
De tarieven van de leges zijn opgenomen in de legesverordening. Deze verordening wordt jaarlijks opnieuw geïndexeerd en vastgesteld door de gemeenteraad.
Voor het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een terras, kan een huurovereenkomst worden opgemaakt en jaarlijks huur in rekening worden gebracht voor het gebruiken van de grond.
Voor een goede naleving van de relevante regels uit de APV en andere wetgeving, dit terrassenbeleid, de voorschriften in de vergunning is toezicht en handhaving op de regels van groot belang. Toezicht en handhaving geschiedt door de aangewezen toezichthouders van de gemeente Land van Cuijk. Indien er wordt geconstateerd dat de exploitant zich niet houdt aan de wet- en regelgeving, de vergunningsvoorwaarden en/of de vergunningsvoorschriften dan kan handhavend worden opgetreden. Toezicht en handhaving wordt uitgevoerd volgens het Beleidsplan Vergunningen, Toezicht en Handhaving en wordt jaarlijks ingezet conform het Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-48014.html