Verordening Nadeelcompensatie gemeente Noordwijk 2024

De raad van de gemeente Noordwijk heeft;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

de volgende verordening vastgesteld:

 

Verordening Nadeelcompensatie gemeente Noordwijk 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indient;

  • b.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente die bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

  • c.

    belanghebbenden:

    • -

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

    • -

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.

  • d.

    deskundige: adviescommissie in de zin van artikel 4:130 Awb

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat de gestelde schade wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente;

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

Artikel 3. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- per aanvraag geheven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst de aanvrager op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de opgegeven rekening van de gemeente. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven, wordt de aanvrager eenmaal een mogelijkheid geboden om het verzuim binnen twee weken te herstellen. Als het verzuim niet tijdig is hersteld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan het bepaalde in lid 1 van dit artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld (elektronisch) formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      indien het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving; jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting, of

    • b.

      indien het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten; een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte, of

    • c.

      bij een aanvraag wegens de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of onroerende zaak; een kopie van de eigendomsakte van de onroerende zaak dan wel – als het de verkoop van een bedrijf betreft – van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, alsmede in beide gevallen een taxatierapport van een onafhankelijke deskundige.

Artikel 5. Vereenvoudigde behandeling van de aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan neemt de aanvraag niet in behandeling indien deze niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:127 Awb is ingediend en van de geboden gelegenheid om de aanvraag aan te vullen niet tijdig of onvoldoende is gebruik gemaakt.

  • 2.

    Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3.

    Het bestuursorgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af indien het naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is.

  • 4.

    Het bestuursorgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af indien het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,-- voor natuurlijke personen en € 1.000,-- voor rechtspersonen.

  • 5.

    Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviseur c.q. wegens kennelijke ongegrondheid wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn is verstreken gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

Artikel 6. De deskundige

  • 1.

    Indien geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 5 kan het bestuursorgaan, bijvoorbeeld indien sprake is van complexe juridische en/of financiële omstandigheden, een deskundige benoemen.

  • 2.

    De deskundige heeft tot taak het bestuursorgaan van onpartijdig en deskundig advies te dienen over de op de aanvraag te nemen beslissing.

  • 3.

    De functie van de deskundige kan tevens door meerdere personen gezamenlijk worden uitgevoerd.

  • 4.

    Het bestuursorgaan stelt de aanvrager in kennis van het voornemen om een deskundige aan te stellen.

  • 5.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a)

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, lid 1, Omgevingswet is gesloten, en

    • b)

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • 1.

        de schadevergoeding redelijkerwijs voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • 2.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd. De belanghebbende kan binnen twee weken na verzending van de kennisgeving, schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere deskundigen indienen bij het bestuursorgaan.

  • 6.

    De deskundige maakt geen deel uit van de bestuurlijke of ambtelijke organisatie van de gemeente. Daarnaast maakt hij geen deel uit van de bezwaarschriftencommissie van de gemeente.

  • 7.

    De deskundige is een adviseur in de zin van afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7. Procedure deskundige

  • 1.

    De deskundige stelt de aanvrager en indien aan de orde de belanghebbende in kennis van de te volgen procedure.

  • 2.

    Het bestuursorgaan en de aanvrager stellen de deskundige de gegevens en bescheiden ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van zijn taak.

  • 3.

    De deskundige kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Indien met het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de deskundige deze bevoegdheid pas uit na instemming van het college.

  • 4.

    De deskundige stelt de aanvrager en het bestuursorgaan en indien aan de orde de belanghebbende in de gelegenheid om een (mondelinge) toelichting te geven dan wel een standpunt over de aanvraag kenbaar te maken. Partijen kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde.

  • 5.

    Van de toelichtingen wordt een verslag opgemaakt dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 6.

    Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, wordt door de deskundige de situatie ter plaatse bezichtigd. Het tijdstip waarop deze plaatsopneming plaatsvindt wordt bepaald door de deskundige.

  • 7.

    Alvorens de deskundige zijn definitieve advies opstelt, maakt hij een conceptadvies op. Dit conceptadvies wordt uiterlijk zestien weken nadat de deskundige is ingesteld, aan de aanvrager, het bestuursorgaan en indien aan de orde de belanghebbende toegezonden. Indien niet binnen deze termijn een conceptadvies opgemaakt kan worden, deelt de deskundige de aanvrager en het bestuursorgaan gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt. Hij geeft daarbij een termijn aan waarbinnen het conceptadvies aan aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbende zal worden toegezonden.

  • 8.

    De aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbende maken eventuele bedenkingen tegen het conceptadvies, uiterlijk vier weken na de datum van verzending daarvan, schriftelijk aan de deskundige kenbaar.

  • 9.

    In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de deskundige binnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken. De deskundige kan deze termijn, onder opgaaf van redenen, eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 10.

    In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de deskundige binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit.

Artikel 8. Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de aanvrager en de belanghebbende.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag. De betaling vindt plaats door overschrijving naar de door de aanvrager aangegeven rekening, onder gelijktijdige restitutie van het door aanvrager betaalde recht en verminderd met een aan aanvrager betaald voorschot.

Artikel 10. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.

  • 2.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 11. Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 12. Intrekking oude regeling

De ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Noordwijk 2019’ wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 lid 1 genoemde datum

Artikel 13. Overgangsbepaling

In afwijking van het bepaalde in deze verordening blijft de ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Noordwijk 2019’ van kracht voor aanvragen waarop ingevolge de artikelen 4.18 en 4.19 van de Invoeringswet Omgevingswet het oude recht van toepassing blijft.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Nadeelcompensatie gemeente Noordwijk 2024.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noordwijk in de openbare vergadering van 24 oktober 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven