Gemeenteblad van Midden-Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2023, 474585 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2023, 474585 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2024
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor concrete activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud of de verbetering van de leefbaarheid. Onder leefbaarheid wordt verstaan de sociale en culturele leefkwaliteit van inwoners of hun organisaties en het bevorderen van het meedoen van kwetsbare inwoners aan de samenleving in de gemeente Midden-Groningen.
Subsidiabele activiteiten als bedoeld in het eerste lid worden gecategoriseerd in:
activiteiten die primair gericht zijn op 1 wijk of dorp en eventueel de aangrenzende dorpen of wijken. Activiteiten die worden georganiseerd door of plaatsvinden in een jeugdhonk, dorpshuis of wijkcentrum behoren tot deze categorie, tenzij de aanvrager aannemelijk maakt dat de activiteit een activiteit is als bedoeld in onderdeel d. Activiteiten van gezelligheids-, sport- en muziekverenigingen en vergelijkbare verenigingen behoren tot deze categorie tenzij de aanvrager aannemelijk maakt dat de activiteit een activiteit is als bedoeld in onderdeel d. Activiteiten die naar hun aard in vele dorpen of wijken worden georganiseerd, behoren tot deze categorie. Voorbeelden hiervan zijn dorpsfeesten, sinterklaasintochten, carnavalsvieringen, kerstactiviteiten en nieuwjaarsvieringen;
activiteiten die zijn gericht op meer dan 1 wijk of dorp en de aangrenzende dorpen of wijken. Hiermee wordt eveneens activiteiten met een bovengemeentelijke uitstraling bedoeld. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn jaarmarkten, festivals en sporttoernooien en -activiteiten die door meerdere sportverenigingen worden georganiseerd en/of aantoonbaar in ruime mate deelnemers trekken van verschillende dorpen en wijken en/of plaatsen buiten de gemeente Midden-Groningen. Activiteiten die een bijdrage leveren aan de emancipatie en/of deelname aan de samenleving van minderheidsgroeperingen die niet enkel gericht zijn op 1 dorp of wijk met de aangrenzende dorpen of wijken, behoren eveneens onder deze categorie.
In afwijking van het eerste lid is subsidie mogelijk voor het uitgeven van publicaties. Dit betreft jubileumpublicaties van organisaties gevestigd in de gemeente Midden-Groningen, publicaties met verhalen en/of gedichten van inwoners van de gemeente Midden-Groningen en publicaties die primair handelen over de gemeente Midden-Groningen.
De doelgroep bestaat uit individuen, groepen en organisaties die een activiteit als bedoeld in artikel 3 organiseren op het grondgebied van de gemeente Midden-Groningen. Het is hierbij niet van belang of deze individuen, groepen en organisaties in de gemeente Midden-Groningen zijn gevestigd.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Kosten voor eten en niet-alcoholhoudende dranken zijn niet subsidiabel, met uitzondering van:
kosten voor eten en niet-alcoholhoudende dranken voor activiteiten waarbij eten en/of niet-alcoholhoudende dranken centraal staan en een bijdrage wordt geleverd aan de leefbaarheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid. Een voorbeeld is het uitdelen van soep om gesprekken en ontmoetingen te faciliteren. Kosten voor eten en drinken voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel a, waaronder buurtbarbecues, zijn niet subsidiabel. Kosten voor eten en drinken voor organisatoren, gasten en bezoekers van activiteiten die niet vallen onder de eerste volzin van dit onderdeel, zijn niet subsidiabel.
Niet-gespecificeerde kosten en kosten voor aandenkens aan de activiteit of prijzen voor deelnemers komen beperkt in aanmerking voor subsidie. Met niet-gespecificeerde kosten wordt bedoeld de post onvoorzien, de post diversen of een vergelijkbare kostenpost. De subsidie voor deze kostenposten wordt als volgt gemaximeerd:
Als het geheel van de subsidiabele kosten tijdens een tijdvak hoger is dan het subsidieplafond en eventuele resterende middelen uit één of meerdere voorgaande tijdvakken, wordt – in het geval een of meerdere aanvragers meerdere subsidieverzoeken heeft ingediend – alleen het subsidieverzoek met het hoogste subsidiabele bedrag per aanvrager toegekend. Mochten er vervolgens middelen resteren, dan worden deze naar rato verdeeld over de subsidiabele subsidieverzoeken van aanvragers die meerdere aanvragen hebben ingediend.
Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:
Het college voert per tijdvak als bedoeld in artikel 7, vijfde lid een aselecte steekproef uit. In afwijking van het eerste lid dient de subsidieontvanger van een verleende subsidie van € 1.000 of meer in 10% van de gevallen uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Als de steekproef een gebroken getal oplevert, wordt deze naar boven afgerond op het eerstvolgende natuurlijke getal.
Artikel 13 Subsidievaststelling
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 12, tweede lid is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van de ASV en deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 4 en 9 van de ASV, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.
Toelichting bij artikel 7, vijfde en zesde lid van de Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2024
Subsidies voor het leefbaarheidsfonds worden toegekend aan iedere aanvrager die tijdig een aanvraag in heeft gediend en aan de voorwaarden voldoet. Per tijdvak is een bedrag beschikbaar (artikel 7, eerste lid). Bedragen die resteren van eerdere tijdvakken, worden aan de beschikbare middelen toegevoegd (artikel 7, tweede lid). Als blijkt dat het totaalbedrag van subsidiabele aanvragen hoger is dan de beschikbare middelen, worden de beschikbare middelen als volgt verdeeld:
Stap 1: meerdere aanvragen door dezelfde aanvrager
Hebben één of meerdere aanvragers meerdere subsidiabele aanvragen ingediend? Dan wordt van deze aanvrager(s) de aanvraag met het hoogste subsidiabele bedrag in aanmerking genomen.
Worden de beschikbare middelen ook overschreden als van elke unieke aanvrager één subsidiabele aanvraag zou worden toegekend? Dan wordt voor al deze aanvragen stap 2 toegepast. De overige subsidiabele aanvragen van aanvrager(s) die meer dan één subsidiabele aanvraag hebben ingediend, worden afgewezen op grond van artikel 7, zevende lid.
Beleidsmatige onderbouwing van stap 1
Het leefbaarheidsfonds beoogt om een zo divers mogelijk aanbod van activiteiten te stimuleren die de leefbaarheid ten goede komen. Het is in het belang van deze diversiteit om zoveel mogelijk verschillende activiteiten van verschillende aanvragers in staat te stellen doorgang te vinden. Het is daarom niet onbillijk om voorrang te geven aan activiteiten van unieke aanvragers.
Als na toepassing van stap 1 het subsidiabele bedrag nog altijd hoger is dan de beschikbare middelen, worden de beschikbare middelen naar rato verdeeld over de aanvragers. Iedere aanvrager ontvangt een bedrag dat overeenkomt met het aandeel van zijn aanvraag binnen het totaal van aanvragen tijdens het desbetreffende tijdvak. Hieronder staat een voorbeeld:
Aanvrager A vraagt € 2.000,- aan, aanvrager B € 2.000,-, aanvrager C € 1.500,-, aanvrager D € 1.000,- en aanvrager E € 500,-. Het totaalbedrag aan aanvragen bedraagt € 7.000,-. Er is echter € 6.000,- aan middelen beschikbaar. Het subsidiebedrag dat aanvragers A en B aanvragen, is in beide gevallen 28,57% van het totaalbedrag. Aanvrager C vraagt 21,43% van het totaalbedrag, aanvrager D 14,29% en aanvrager E 7,14%. Aanvragers A en B krijgen een subsidie toegekend van 28,57% van € 6.000,-. Dit is € 1.714,20. Aanvrager C krijgt € 1.285,80 toegekend, aanvrager D € 857,40 en aanvrager E € 428,40. In tabel 1 staat deze uitleg schematisch weergegeven.
Tabel 1: voorbeeld van een verdeling naar rato als het aangevraagde subsidiebedrag de beschikbare middelen overschrijdt
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-474585.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.