Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam in verband met de Wet goed verhuurderschap en enkele technische correcties (Eerste wijzigingsbesluit Algemeen mandaatbesluit Amsterdam)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a, van de Gemeentewet en de Wet goed verhuurderschap,

 

besluit:

Artikel I

Het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam als volgt te wijzigen:

 

A

 

Aan Bijlage 2: Ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan de stedelijk directeuren, Hoofdstuk 2 Cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer, Paragraaf 3 Dienstverlening wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 40.

    De bevoegdheid om trouwlocaties aan te wijzen, in te trekken of te wijzigen in de zin van artikel 1:63 Burgerlijk Wetboek in samenhang met artikel 108 en 147 van de Gemeentewet en het Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Mandateren van de bevoegdheid tot het aanwijzen, intrekken en wijzigen van “het huis der gemeente” ten behoeve van het voltrekken van huwelijken en partnerregistraties (Gemeenteblad 2018, 227851), voor zover deze bevoegdheid in dat besluit aan het college is gemandateerd.

B

 

Bijlage 2: Ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan de stedelijk directeuren, Hoofdstuk 4 Cluster Ruimte en Economie, Paragraaf 3 Grond en Ontwikkeling, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel 5 wordt “(Gemeenteblad, 24, dan wel de meest actuele variant daarvan)” vervangen door “gepubliceerd in het Gemeenteblad van 2001, afdeling 3, volgnummer 24, dan wel de meest actuele variant daarvan”.

  • 2.

    Onderdeel 12, komt te luiden:

    • 12.

      Het aangaan van overeenkomsten in de zin van artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet, gericht op de totstandkoming, wijziging en beëindiging van zakelijke rechten ongeacht de hoogte van de grondwaarde.

  • 3.

    Onder vernummering van onderdelen 13 tot en met 28 tot 16 tot en met 32 worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

    • 13.

      Het aangaan van overeenkomsten in de zin van artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet, waarbij partijen zich verbinden elkaar over en weer de eigendom van een grondperceel over te dragen, ongeacht de hoogte van de grondwaarde van het door de gemeente over te dragen grondperceel, mits de grondwaarde van het door de gemeente over te dragen grondperceel de grondwaarde van het door de gemeente te verkrijgen grondperceel niet overstijgt.

    • 14.

      Het aangaan van overeenkomsten in de zin van artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet, gericht op de overdracht van eigendom van een gemeentelijk perceel aan uitsluitend een eigenaar van een aangrenzend perceel, wanneer overdracht van de eigendom gezien de economische en functionele eenheid van het over te dragen en het aangrenzende perceel te verkiezen is boven uitgifte in erfpacht en het gemeentelijk belang daardoor niet wordt geschaad.

    • 15.

      Het aangaan van overeenkomsten in de zin van artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet, gericht op aan- en verkoop van bloot eigendom als bedoeld in artikel 5 van het Vicariebeleid, ongeacht de grondwaarde.

  • 4.

    In onderdeel 20 (nieuw) wordt na “Het vaststellen van de” ingevoegd “jaarlijkse dan wel”.

  • 5.

    In onderdeel 21 (nieuw) wordt na “inzake erfpachtuitgifte” ingevoegd “dan wel wijzigingen van erfpachtrechten”.

  • 6.

    Onderdeel 31 komt te luiden:

    • 31

      Het verstrekken van begeleidingsbrieven aan een vervoerder en ontvanger van afvalstoffen op grond van artikel 10.39 van de Wet Milieubeheer en het (namens hem door het terzake verantwoordelijke afdelingshoofd) verlenen van ondermandaat en onder(vol)machtiging aan in opdracht van de directeur Grond en Ontwikkeling werkende aannemers en milieukundige begeleiders om begeleidingsbrieven te verstrekken aan een vervoerder en ontvanger van afvalstoffen op grond van artikel 10.39 van de Wet Milieubeheer.

  • 7.

    In onderdeel 32 wordt “15 tot en met 19” vervangen door “18 tot en met 22”.

C

 

Bijlage 2: Ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan de stedelijk directeuren, Hoofdstuk 4 Cluster Ruimte en Economie, Paragraaf 5 Zuidas, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdelen 1 tot en met 3 wordt telkens na “Het aangaan van overeenkomsten” ingevoegd “in de zin van artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet” en komt telkens “(artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet)” te vervallen.

  • 2.

    In onderdeel 7 wordt “(artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.2.12 van het Besluit ruimtelijke ordening)” vervangen door “op grond van artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.2.12 van het Besluit ruimtelijke ordening“.

  • 3.

    In onderdeel 8 wordt “(afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 6.1 van het Besluit ruimtelijke ordening)” vervangen door “op grond van afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 6.1 van het Besluit ruimtelijke ordening”.

  • 4.

    In onderdeel 11 wordt “vergeze-ld” vervangen door “vergezeld”.

D

 

In Bijlage 2: Ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan de stedelijk directeuren, Hoofdstuk 4 Cluster Ruimte en Economie, Paragraaf 9 Wonen wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 54.

    Het nemen van alle besluiten die gebaseerd zijn op de Wet goed verhuurderschap, en alle daarmee samenhangende handelingen.

E

 

In onderdeel 24 van Bijlage 2: Ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan de stedelijk directeuren, Hoofdstuk 5 Cluster Sociaal, Paragraaf 2 Werk en Participatie, wordt “[voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, als dit nergens anders staat]” vervangen door “Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen”.

 

F

 

In onderdeel 1 van Bijlage 3: Mandaatverlening van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester en ondermandaatverlening van de gemeentesecretaris aan directeuren en de functionaris Gegevensbescherming, Hoofdstuk 1 Bestuur en Organisatie, Paragraaf 1 Juridische Zaken, wordt “onder f” vervangen door “onder e”.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als Eerste wijzigingsbesluit Algemeen mandaatbesluit Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 31 oktober 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Het Algemeen Mandaatbesluit bevat de bevoegdheden die door het college en de burgemeester aan de gemeentesecretaris zijn gemandateerd en bevoegdheden die zijn ondergemandateerd aan de stedelijk directeuren en directeuren. Vanwege de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap per 1 juli 2023 waarmee het college nieuwe bevoegdheden heeft gekregen is het noodzakelijk om het Algemeen mandaatbesluit aan te vullen. Tevens zijn een aantal gebreken in het Algemeen mandaatbesluit hersteld. Het gaat daarbij om juridisch-technische reparaties, zoals het herstel van verschrijvingen, kennelijke omissies en fouten.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

D (onderdeel 54)

 

Middels de wijziging van het Algemeen mandaatbesluit verleent het college mandaat aan de gemeentesecretaris voor de bevoegdheden opgenomen in de Wet goed verhuurderschap. De gemeentesecretaris verleent ondermandaat voor deze bevoegdheden aan de stedelijk directeur Ruimte en Economie, die op haar beurt voor het uitoefenen van deze bevoegdheden ondermandaat verleent aan de directeur Wonen.

Naar boven