Gemeenteblad van Overbetuwe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overbetuwe | Gemeenteblad 2023, 473976 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overbetuwe | Gemeenteblad 2023, 473976 | delegatie- of mandaatbesluit |
Mandaatbesluit omgevingsdienst regio Arnhem – gemeente Overbetuwe 2024
Burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Overbetuwe ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelet op artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst regio Arnhem; afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
Mandaatbesluit omgevingsdienst regio Arnhem – gemeente Overbetuwe 2024
Artikel 4 Ondermandaat en vervanging
De directeur kan ter uitoefening van een aan hem gemandateerde bevoegdheid ondermandaat verlenen aan degenen die werkzaam zijn onder zijn verantwoordelijkheid of, indien door het bestuursorgaan toegestaan, aan derden. In dat laatste geval dient degene aan wie ondermandaat is verleend, alsmede degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkzaam is, schriftelijk met de verlening van het ondermandaat in te stemmen.
Artikel 5 Voorschriften, instructies en begrenzing
Artikel 6 Informatieverstrekking
De directeur draagt ervoor zorg dat het bestuursorgaan tijdig in kennis wordt gesteld van krachtens mandaat te nemen besluiten, waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het bestuursorgaan gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
advies nodig is van anderen dan de omgevingsdienst of onder hem ressorterende medewerkers, en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de omgevingsdienst dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt. In dat geval lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.
Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de ondergemandateerde in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de directeur worden geplaatst.
Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit worden alle eerder genomen besluiten waarin algemeen mandaat wordt verleend aan de directeur ingetrokken zijnde het Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst regio Arnhem – gemeente Overbetuwe 2019, zoals vastgesteld op 17 december 2019 en de wijzigingen zoals vastgesteld op respectievelijk 15 juni 2021 en 14 maart 2023. De ingetrokken besluiten blijven van kracht voor zover het overgangsrecht van de Omgevingswet dit vereist.
Aldus besloten in de vergadering van 31 oktober 2023
Burgemeester en wethouders,
de gemeentesecretaris de burgemeester,
P.J.E. Breukers
R.P. Hoytink-Roubos
De burgemeester,
R.P. Hoytink-Roubos
De Omgevingswet treedt per 1 juli 2024 in werking. Om deze reden dient het mandaatbesluit uit 2019 te worden herijkt. Vanaf 1 juli gelden nieuwe rijks- en decentrale regels over de fysieke leefomgeving.
Het mandaat uit 2019 met de lijst van bevoegdheden was gedetailleerd opgesteld. Dit hield in dat de omgevingsdienst alleen mandaat heeft voor de bevoegdheden die expliciet in de mandaatbesluiten aangekruist zijn.
Dit mandaat is minder gedetailleerd opgesteld. Dit houdt in dat in de bijlage met de lijst van bevoegdheden volledige wet- en regelgeving wordt gemandateerd en uitsluitend expliciet wordt genoemd waar geen mandaat wordt verleend.
Dit heeft als voordeel dat bij een wijziging van het takenpakket uitsluitend een wijziging in het werkprogramma nodig is. Daarbij worden de termijnen onder de Omgevingswet veelal korter. Een flexibeler mandaatbesluit voorkomt mogelijke overschrijding van deze termijnen, omdat er niet snel sprake zal zijn van ontbreken van mandaat. Tevens beschikt iedere gemeente bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege over een set bruidsschatregels als onderdeel van het omgevingsplan. Bij de overgang van de bruidsschatregels naar eigen Omgevingsplanregels, moet een gedetailleerd mandaat telkens door de colleges worden geactualiseerd. Een breed mandaat scheelt veel besluitvorming door de colleges, omdat niet naar specifieke regelgeving wordt verwezen.
Hierbij moet wel het volgende worden opgemerkt. Het werkprogramma blijft altijd leidend voor de omvang van het takenpakket van de omgevingsdienst. Louter de grondslag voor het doen uitvoeren van de taken is gelegen in het mandaat. Een breder mandaat heeft nimmer een wijziging in het takenpakket van de omgevingsdienst als effect. Daarbij is het uitgangspunt dat de omvang van het mandaat beleidsneutraal t.o.v. het voorgaande mandaat is overgezet.
Het mandaatbesluit en bijbehorende kruisjeslijst is gezamenlijk, in samenwerking met Hekkelman Advocaten, door de zeven Gelderse Omgevingsdiensten ontwikkeld. Hierdoor is het mogelijk dat er bevoegdheden in het format zijn opgenomen, die niet van toepassing voor het desbetreffende bevoegd gezag zijn. Met nadruk wordt vermeld dat het alleen een gezamenlijk format betreft en geen uniform inhoudelijk mandaat. Dit laatste is niet aan de orde: elke partner dient zelf te kunnen besluiten welk mandaat aan de omgevingsdienst wordt verstrekt. Daarin wordt niet getreden.
Dit artikel bevat een omschrijving van de belangrijkste begrippen die in het mandaatbesluit worden gebruikt.
Begrippen bestuursorgaan en Directeur
Niet de rechtspersoon zelf (bijvoorbeeld de gemeente) maar de afzonderlijke bestuursorganen (bijvoorbeeld de raad, het college of de burgemeester) zijn bevoegd tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling. Bestuursorganen kunnen alleen een gemeenschappelijke regeling treffen voor de overdracht c.q. mandatering van hun eigen taken. Zie artikel 51 Wet gemeenschappelijke regelingen.
De omgevingsdiensten in het Gelders stelsel zijn zogeheten ‘collegeregelingen’. De gemeenschappelijke regeling van elke omgevingsdienst is ingesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland. In het kader hiervan hebben deze deelnemers een aantal van hun bevoegdheden gemandateerd aan de directeur van de omgevingsdienst. In het format wordt ervan uitgegaan dat er één mandaatbesluit per deelnemer komt. Omdat in dit format de mandaten van de Gelderse gemeentelijke deelnemers zijn geïnventariseerd, wordt met ‘bestuursorgaan’ het college van burgemeester en wethouders van de betrokken deelnemende gemeente aangeduid als mandaatgevend orgaan.
In artikel 10:1 Awb wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan. De gemandateerde kan namens de mandaatgever besluiten nemen. Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen (art. 10:7 Awb). Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de ambtenaar die het besluit feitelijk heeft genomen.
In dit Algemeen mandaatbesluit wordt onder mandaat tevens de bevoegdheid begrepen tot het verrichten van de noodzakelijke feitelijke handelingen in het kader van de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een in mandaat genomen of te nemen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb.
Volmacht is geregeld in artikel 3:60 e.v. Burgerlijk Wetboek. De schakelbepaling van artikel 10:12 Awb zorgt ervoor dat de publiekrechtelijke vereisten die gelden voor mandaatverlening overeenkomstig gelden voor het verlenen van volmachten. Volmacht speelt een rol bij het optreden van een deelnemer als rechtspersoon naar burgerlijk recht. Volmacht betreft de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van een deelnemer bij privaatrechtelijke rechtshandelingen.
In dit Algemeen mandaatbesluit wordt onder volmacht tevens de bevoegdheid begrepen tot het verrichten van de noodzakelijke feitelijke handelingen in het kader van de voorbereiding en uitvoering van een in volmacht verrichte privaatrechtelijke rechtshandeling.
In het vervolg van deze toelichting wordt verder uitsluitend over mandaat gesproken, tenzij er specifiek aanleiding is om over volmacht te spreken.
In dit Algemeen mandaatbesluit wordt onder machtiging begrepen de bevoegdheid tot het verrichten van de feitelijke handelingen welke niet onder de definitie van mandaat of volmacht vallen. Te denken valt aan het feitelijk handelen van de overheid bij de uitvoering van haar publiekrechtelijke taken zoals wegonderhoud, of een informatieve brief welke niet noodzakelijk is in het kader van een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Hiermee worden er geen beoogde rechtsgevolgen in het leven geroepen.
Een zodanige machtiging is volgens het Algemeen mandaatbesluit alleen mogelijk bij afzonderlijk besluit door het bevoegde bestuursorgaan bijv. in het kader van een project (zie de schakelbepaling van artikel 2 Algemeen mandaatbesluit). De schakelbepaling van artikel 10:12 Awb zorgt ervoor dat de publiekrechtelijke vereisten die gelden voor mandaatverlening overeenkomstig gelden voor het verlenen van machtigingen.
In het vervolg van deze toelichting wordt verder uitsluitend over mandaat gesproken, tenzij er specifiek aanleiding is om over machtiging te spreken.
Lid 1 van dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb voor wat betreft volmacht. Door dit lid wordt duidelijk dat het Algemeen mandaatbesluit niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de deelnemers, maar van overeenkomstige toepassing is op het privaatrechtelijk handelen. Volmacht is de privaatrechtelijke evenknie van mandaat.
Lid 2 van dit artikel maakt duidelijk dat het bevoegde bestuursorgaan bij afzonderlijk besluit een mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen aan de omgevingsdienst. Alsdan is onderhavig mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing. Deze verlening van mandaat, volmacht of machtiging voor een bepaald geval dient schriftelijk te geschieden, nu de directeur van de omgevingsdienst niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan (art. 10:5 lid 2 Awb).
Artikel 3 Gemandateerde bevoegdheden
In dit artikel wordt het verband gelegd tussen de spelregels van het Algemeen mandaatbesluit en het bijbehorende mandaatregister. Het mandaatregister is het gedeelte dat in de praktijk zal worden gebruikt om te checken of de bevoegdheid aanwezig is en zo ja, of het daarmee samenhangende gebruik begrensd is (zie de laatste kolom ‘begrenzing’ van het mandaatregister). Ook naar buiten toe dient het mandaatregister als legitimatie.
Bij mandaatverlening gaat het om de bevoegdheid om een bestuursorgaan te mogen vertegenwoordigen. Een bestuursorgaan kan zowel een algemeen mandaat als een mandaat voor een specifiek geval verlenen (art. 10:5 Awb). Onderhavig Algemeen mandaatbesluit, de naam zegt het al, ziet op algemene mandaten. Een algemeen mandaat moet altijd schriftelijk worden verleend.
In casu gaat het om mandaatverlening aan een niet-ondergeschikte. Met een dergelijke mandaatverlening komt de gemandateerde, de directeur van de omgevingsdienst, eigenlijk in een gezagsverhouding met de mandaatverlener terecht. Om die reden verbindt de wet hieraan de voorwaarde dat instemming vereist is van de mandaatontvanger en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt (art. 10:4 Awb). Deze instemming kan ook blijken uit de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.
Artikel 4 Ondermandaat en vervanging
Een mandaatverlener kan vooraf toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Hierop zijn dezelfde regels van toepassing als op een ‘primair’ mandaat (artikel 10:9 Awb).
Een besluit tot verlening van ondermandaat wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de omgevingsdienst en treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Het is niet nodig om (onder)mandatering aan een plaatsvervanger apart te regelen. De plaatsvervanger valt immers vanzelf binnen de reikwijdte van het Algemeen mandaatbesluit, mits deze plaatsvervanger formeel schriftelijk als zodanig is aangewezen.
Artikel 5 Voorschriften, instructie en begrenzing
Artikel 5 geeft de grenzen aan voor het uitoefenen van een bevoegdheid, naast de wettelijke beperkingen krachtens artikel 10:3 Awb. Een correcte naleving hiervan voorkomt dat besluiten onbevoegd worden genomen. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt of worden de grenzen van het mandaat overschreden, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Het gevolg van een onbevoegd genomen besluit kan zijn dat dit in rechte wordt vernietigd. De bestuursrechter mag een dergelijk bevoegdheidsgebrek ambtshalve constateren. Uit artikel 10:3 Awb volgt dat mandaatverlening niet toegestaan is, indien dit bij wettelijk voorschrift is bepaald of de aard van de bevoegdheid in verband met de zwaarte van de bevoegdheid en/of de positie van de gemandateerde zich tegen mandaatverlening verzet.
Lid 2 geeft aan dat het werkprogramma in de basis leidend blijft, wat betreft de omvang van het takenpakket van de omgevingsdienst. Louter de grondslag voor het doen uitvoeren van de taken is gelegen in het mandaat.
Lid 3 geeft aan dat aan de directeur algemene instructies en instructies per geval kunnen worden meegegeven. Aan de verlening van mandaat is inherent dat de mandaatgever bevoegd is aan de gemandateerde per individueel geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid (art. 10:6 Awb).
Lid 5 geeft algemene instructies aan de directeur voor de uitoefening van het mandaat. Deze algemene instructies geven aan dat het bestuursorgaan in dit lid genoemde gevallen eerst overleg wenst alvorens het besluit wordt genomen.
Artikel 6 Informatieverstrekking
Deze algemene instructie conform artikel 10:6 Awb is gericht tot de gemandateerde. Het artikel beperkt niet de omvang van de gemandateerde bevoegdheden en kan in die zin niet aan derden worden tegengeworpen, maar geeft wel aan in welke gevallen een gemandateerde in ieder geval vooraf gevraagd en ongevraagd informatie dient te verstrekken aan het bestuursorgaan.
In dit artikel is aangegeven hoe de ondertekening luidt bij (onder)mandaat. Dit artikel is opgenomen gelet op artikel 10:10 Awb. Hierin is bepaald dat het mandaatbesluit moet vermelden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.
In dit artikel is aangegeven dat het Algemeen mandaatbesluit in werking treedt op 1 januari 2024, de dag dat de Omgevingswet in werking gaat. Tevens wordt aangegeven dat de eerdere algemene mandaten en de daaropvolgende wijzigingsbesluiten komen te vervallen.
In de wetstoelichting bij de Awb staat dat een schriftelijk verleend algemeen mandaat een besluit van algemene strekking is dat overeenkomstig artikel 3:42 Awb bekend moet worden gemaakt. In casu gaat het inderdaad om een mandaat dat is gericht op een niet nader gedefinieerde doelgroep. Dit betekent dat het bestuursorgaan moet zorgdragen voor een geschikte wijze van bekendmaking, via een (elektronisch) gemeenteblad. Niet bekendgemaakte mandaatbesluiten treden niet in werking, voordat ze zijn bekendgemaakt. Bij de bekendmaking dient de mogelijkheid van bezwaar en beroep te worden vermeld. Overigens zal het niet snel voorkomen dat een derde een voldoende rechtstreeks belang heeft om als belanghebbende in een procedure tegen een mandaatbesluit te kunnen worden aangemerkt (zie art. 1:2 lid 1 juncto 8:1 Awb).
Het oude mandaatbesluit blijft van kracht voor lopende procedures en voor besluiten waarvoor overgangsrecht is geregeld in de Omgevingswet, denk hierbij aan met name procedures en besluiten in het kader van de Wet Bodembescherming.
In dit artikel wordt de naamaanduiding van het Algemeen mandaatbesluit aangegeven.
Bijlage 1 Lijst van bevoegdheden
In onderstaand overzicht is met een ‘X’ in de kolom ‘Mandaat’ aangegeven welke bevoegdheden het college van burgemeester en wethouders en/of de burgermeester van de gemeente Overbetuwe heeft gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem, waarbij een ‘X’ betekent dat de betreffende bevoegdheid is gemandateerd. In de kolom ‘begrenzing’ is, indien van toepassing, vermeld tot welke omvang de gemandateerde bevoegdheid is begrensd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-473976.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.