Achtste Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019

De gemeenteraad van Vlaardingen,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei juni 2023;

 

Gelet op artikel 149 Gemeentewet;

 

Overwegende dat:

  • -

    het wenselijk is om het aanbieden van deelmobiliteit te reguleren;

  • -

    deelmobiliteit enerzijds een bijdrage kan leveren aan de bereikbaarheid van Vlaardingen, minder uitstoot van uitlaatgassen en een afname van de parkeerdruk in de stad;

  • -

    anderzijds ook geconstateerd is dat het aanbieden van deelmobiliteit voor overlast kan zorgen;

  • -

    het daarom wenselijk is via deze wijzigingsverordening een vergunningsplicht voor het aanbieden van deelmobiliteit te introduceren in de algemene plaatselijke verordening en daarbij het college in de gelegenheid te stellen om nadere regels vast te stellen over dit onderwerp, vergunningen te verlenen en in te trekken.

Besluit vast te stellen de:

 

Achtste Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019

Artikel I Wijziging Algemene Plaatselijke verordening Vlaardingen 2019

De Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 5.2a wordt toegevoegd:

Artikel 5.2a Het aanbieden van deelmobiliteit

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college (bedrijfsmatig) voertuigen ten behoeve van gebruik door derden op de weg of in de openbare ruimte te plaatsen en aan te bieden.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op door het college aangewezen categorieën voertuigen.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het aanbieden en faciliteren van deelmobiliteit, in ieder geval ten aanzien van:

    • a.

      de indieningsvereisten bij de aanvraag;

    • b.

      de tijdsduur van de te verlenen vergunning;

    • c.

      het aantal voertuigen per vergunning;

    • d.

      kwaliteitseisen ten aanzien van de dienstverlening en aanverwante effecten, of;

    • e.

      aan te wijzen gebieden die zijn uitgesloten van de mogelijkheid tot vergunningverlening zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 5.

    Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

    • a.

      het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel, en;

    • b.

      een exploitatieplan met verantwoording over bijdrage aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente Vlaardingen, in het bijzonder op het gebied van mobiliteit.

  • 6.

    Indien het college het nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag, kan het college van de aanvrager verlangen dat hij aanvullende gegevens overlegt. Tot deze gegevens zijn overgelegd, is de aanvraag onvolledig ingediend.

  • 7.

    De vergunning kan slechts worden verleend voor bepaalde tijd.

  • 8.

    Het college kan, onverminderd hetgeen in de nadere regels wordt bepaald, een vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, intrekken, wijzigen of schorsen indien niet wordt voldaan aan de nadere regels, in strijd is gehandeld met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen of indien het ten gebruik aanbieden van de voertuigen:

    • a.

      gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen of de verkeersveiligheid;

    • b.

      schade aan de weg toebrengt;

    • c.

      afbreuk doet aan de directe leefomgeving;

    • d.

      een nadelige invloed heeft op het milieu;

    • e.

      onevenredig beslag legt op de openbare ruimte; of

    • f.

      ernstige afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte.

B. In de TOELICHTING OP DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING VLAARDINGEN 2019 wordt een artikelsgewijze toelichting toegevoegd. Het gaat om een artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.2a en deze wordt geplaatst tussen de artikelsgewijze toelichting van artikel 5.2 en artikel 5.3. Deze artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.2a komt te luiden:

 

Artikel 5.2a Het aanbieden van deelmobiliteit

 

Het aanbieden van deelmobiliteit kan een waardevolle bijdrage leveren aan de mobiliteit in Vlaardingen. Zo kan het de behoefte aan autobezit en de vraag naar parkeergelegenheid matigen. Deelmobiliteit betreft het ter beschikking stellen van voertuigen, zoals deelfietsen en deelauto's, voor gebruik door derden. Dit artikel stelt een vergunningplicht in voor bedrijven die deelmobiliteit willen aanbieden in de gemeente Vlaardingen. De vergunningsplicht wordt ingesteld omdat deelmobiliteit op zichzelf positief is, maar gebleken is dat regulering wenselijk is. De vergunningaanvraag moet voldoen aan bepaalde eisen en het college van burgemeester en wethouders heeft de mogelijkheid om nadere regels te stellen. Het doel van dit artikel is het mogelijk maken om deelmobiliteit te reguleren in Vlaardingen. Dit om zo overlast, gevaar, schade en andere negatieve effecten voor de openbare ruimte en haar gebruikers te voorkomen.

 

Eerste lid

 

Het is verboden om zonder vergunning van het college (bedrijfsmatig) voertuigen ten behoeve van gebruik door derden op de weg of in de openbare ruimte te plaatsen en aan te bieden. Dit betekent dat bedrijven die deelmobiliteit willen aanbieden in de gemeente Vlaardingen eerst een vergunning moeten aanvragen bij het college van burgemeester en wethouder. Het aanbieden van deelmobiliteit op non-profit basis blijft zonder vergunning mogelijk.

 

Tweede lid

 

Dit lid geeft aan dat het verbod uit het eerste lid niet van toepassing is op door het college aangewezen categorieën voertuigen. Het college kan bijvoorbeeld elektrische deelauto's die voldoen aan bepaalde milieunormen, vrijstellen van de vergunningplicht. Op deze manier kan het college het gebruik van duurzame deelmobiliteit stimuleren en is het mogelijk om snel te reageren op technologische ontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken.

 

Derde lid

 

Dit lid geeft het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen ten aanzien van het aanbieden en faciliteren van deelmobiliteit. De nadere regels kunnen betrekking hebben op onder andere de indieningsvereisten bij de vergunningaanvraag, de tijdsduur van de te verlenen vergunning, het aantal voertuigen per vergunning en kwaliteitseisen ten aanzien van de dienstverlening en aanverwante effecten. Het college kan ook gebieden aanwijzen waar geen vergunningen worden verleend.

 

Vierde lid

 

Dit lid bepaalt dat een vergunningaanvraag moet worden ingediend met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

 

Vijfde lid

 

Deze gegevens en bescheiden zijn noodzakelijk om een aanvraag goed te kunnen beoordelen en te bepalen of er voldoende verantwoording wordt afgelegd over de bijdrage aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente op het gebied van mobiliteit. Het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel geeft inzicht in de betrouwbaarheid van de aanvrager en het exploitatieplan biedt inzicht in de manier waarop de aanvrager bijdraagt aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente.

 

Zesde lid

 

Het kan voorkomen dat het college aanvullende gegevens nodig heeft om een aanvraag goed te kunnen beoordelen. In dat geval kan het college de aanvrager verzoeken om aanvullende gegevens te overleggen. Indien de aanvrager niet aan dit verzoek voldoet, is de aanvraag onvolledig ingediend en zal deze niet in behandeling worden genomen.

 

Zevende lid

 

Dit lid geeft aan dat de vergunning voor deelmobiliteit slechts voor een bepaalde periode kan worden verleend. Dit betekent dat het bedrijf dat de vergunning heeft verkregen, deze vergunning niet voor onbepaalde tijd mag behouden. Gezien het belang van een goede mededinging wordt zo geborgd dat nieuwe partijen ook tot de markt kunnen toetreden. Het college kan nadere regels opstellen met betrekking tot de tijdsduur van de vergunning. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een vergunning telkens voor een vaste periode wordt verleend.

 

Achtste lid

 

Dit lid geeft het college de bevoegdheid om een vergunning te weigeren, in te trekken, te wijzigen of te schorsen als niet wordt voldaan aan de nadere regels die het college heeft opgesteld. Daarnaast kan de vergunning worden ingetrokken als er sprake is van een overtreding van de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Ook kan de vergunning worden ingetrokken als het aanbieden van de deelvoertuigen leidt tot gevaar voor personen of goederen, schade aan de weg, aantasting van de directe leefomgeving, een nadelige invloed op het milieu, onevenredig beslag op de openbare ruimte of ernstige afbreuk aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte. Dit artikel biedt het college dus de nodige flexibiliteit om te handelen wanneer dit nodig is om de veiligheid en het welzijn van de gemeenschap te beschermen.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag drie maanden na de dag van publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel III Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Achtste Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019”.

De gemeenteraad van Vlaardingen,

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 5 juli 2023.

De waarnemend griffier,

I.L.J.C. Konings LLB MA

De voorzitter,

drs. B. Wijbenga - van Nieuwenhuizen

Naar boven