Omgevingsvisie Tytsjerksteradiel 2023 - 2040

September 2023

 

Omgevingsvisie Tytsjerksteradiel

2023 – 2040

 

Onze koers: We wonen, werken en ontspannen in vitale en leefbare dorpen en een aantrekkelijk buitengebied. De leefomgeving beweegt mee met de ontwikkelingen van deze tijd, met respect voor de bestaande ruimtelijke en sociaal-culturele kwaliteiten.

 

  • 1.

    Wonen

    iedere inwoner een passende woning

  • 2.

    Werken

    iedere inwoner toegang tot werkgelegenheid

  • 3.

    Economie

    vitaal en toekomstgericht

  • 4.

    Leefomgeving

    gezond, veilig en groen

  • 5.

    Ontmoetingsplekken en voorzieningen

    toegankelijk voor iedereen

  • 6.

    Mobiliteit

    gezond, vlot en veilig

  • 7.

    Klimaat en biodiversiteit

    voorkomen, herstellen en aanpassen

  • 8.

    Schone energie

    beschikbaar voor iedere inwoner

Objectiviteit is belangrijk

Gezondheid is belangrijk

Afwentelen wordt voorkomen

We kijken integraal en gaan zorgvuldig met de beschikbare ruimte om

Omgevingskwaliteit is belangrijk

We zoeken samenwerking

We hebben een positieve houding

We denken inclusief

 

1. Inleiding

Waarom een omgevingsvisie?

Het mooie Tytsjerksteradiel is onze gemeente en daar zijn we trots op! We zijn zuinig op ons DNA en sterke basis, tegelijkertijd willen we Tytsjerksteradiel verbeteren. De vraag daarbij is, hoe onze gemeente er over 20 jaar uit moet zien. Welke ontwikkelingen komen op ons af en hoe spelen we daarop in? Welke wensen hebben we zelf voor de fysieke leefomgeving? En hoe gaan we dat mét elkaar voor elkaar krijgen?

 

Deze vragen liggen ten grondslag aan de omgevingsvisie die voor u ligt. Dit document is een visie die we samen met onze inwoners en betrokken organisaties hebben opgesteld. Hiermee schetsen we op hoofdlijnen onze ambities voor de ruimtelijke ontwikkeling van Tytsjerksteradiel tot 2040. Stevige ambities om onze gemeente mooi te houden.

 

We hebben deze visie nodig om een koers uit te zetten en om initiatieven te kunnen beoordelen. Maar, wie bepaalt of een initiatief een goed idee is? Het is logisch dat niet alles overal kan. Met de omgevingsvisie moet echter ook niet alles dichtgetimmerd worden. Daarom heeft deze omgevingsvisie een andere insteek dan de traditionele structuurvisies die de afgelopen jaren in Nederland zijn gemaakt: duidelijk over wat we willen bereiken, zonder daarbij precies vast te leggen welke functies waar mogelijk zijn. We willen daarmee flexibiliteit inbouwen en zo kunnen inspelen op ontwikkelingen en behoeften.

 

Met de omgevingsvisie sorteren we voor op de nieuwe werkwijze van de Omgevingswet. Regelmatig zullen we de ambities die we nastreven tegen het licht moeten houden. Zijn ze nog relevant of zijn er nieuwe ontwikkelingen waar we op in moeten spelen? In het laatste geval moet de omgevingsvisie op die onderdelen wellicht worden herzien. We houden continu de vinger aan de pols en stellen de visie bij als de toekomst dat van ons vraagt.

 

Nieuwe rol- en taakverdeling

Bij een nieuwe werkwijze hoort ook een andere rol- en taakverdeling. De Omgevingswet is hier duidelijk over. De overheid wil samen met de samenleving beleid vormgeven en uitvoeren. Dat betekent, dat diezelfde overheid minder stuurt, meer loslaat en meer ruimte geeft aan de samenleving. Binnen de gemeente stuurt de raad daarbij uitsluitend op hoofdlijnen, het college verzorgt de uitvoering en bepaalt de details.

 

Tegelijkertijd verwachten we dat de samenleving ook haar verantwoordelijkheid neemt. Initiatief nemen en samen doelen realiseren. De gemeente zal vaker faciliterend optreden en minder als regisseur en uitvoerder. Bij het loslaten hoort ook een andere houding ten opzichte van initiatieven. Alle initiatieven die bijdragen aan de ambities die we samen hebben gesteld, verdienen het om vanuit een positieve houding serieus onderzocht te worden op haalbaarheid.

 

Er blijven altijd voorwaarden gelden, bijvoorbeeld als het gaat om hoger overheidsbeleid dat bindend is of regels uit het omgevingsplan. Daarom werken we volgens het motto: ‘Ja, mits …’. We willen graag initiatieven stimuleren en samen met anderen ontwikkelingen mogelijk maken, maar enige sturing blijft gewenst. Ontwikkelingen moeten elkaar ook versterken en niet beperken. De gemeente is verantwoordelijk voor het bewaken van een goede samenhang en de afweging tussen algemeen en individueel belang. Ook moet de gemeente bemiddelen tussen voor- en tegenstanders van een initiatief.

 

Hoe werkt de nieuwe omgevingsvisie?

De omgevingsvisie geeft aan wat we willen bereiken in Tytsjerksteradiel. Hiervoor hebben we ambities geformuleerd die een vooruitblik bieden naar 2040. Hoe we dat gaan doen wordt beschreven in het later vast te stellen omgevingsplan, mogelijke nieuwe programma's en al bestaande beleidsdocumenten.

 

De transitie naar de nieuwe integrale beleidsinstrumenten uit de Omgevingswet is niet van de ene op de ander dag gereed. Daarom blijven onze bestaande, vaak meer gedetailleerde sectorale beleidsdocumenten naast de omgevingsvisie van toepassing.

 

 

Als er zich nieuwe initiatieven aandienen, en ook als we zelf plannen hebben, kijken we of deze voldoen aan het volgende:

 

  • -

    Past het binnen de ambities van de omgevingsvisie?

  • -

    Is er rekening gehouden met het afwegingskader van acht algemene uitgangspunten van de omgevingsvisie?

De beantwoording van deze vragen vormt een flexibel kader voor initiatieven van inwoners en/ of ondernemers en gemeentelijke plannen. Dit kader biedt daarmee volop mogelijkheden voor gemeente en samenleving om de ambities voor de toekomst waar te maken.

 

Hoe is deze omgevingsvisie ontwikkeld?

De tijd dat de overheid alleen de inrichting van Nederland regelt is voorbij. We willen gezamenlijk met inwoners en belangenvertegenwoordigers tot goede en gedragen plannen en oplossingen komen. Dat betekent dat iedereen vanaf de start mee kan praten en beslissen over de koers die we in Tytsjerksteradiel gaan varen.

 

We hebben daarom niet alleen met ambtenaren en raadsleden nagedacht over de toekomst van onze gemeente. Bij de “Doarpetoer” is met inwoners en bezoekers van de gemeente gesproken over wat ze belangrijk vinden voor de toekomst van Tytsjerksteradiel. Ook hebben we vragen gesteld via de participatiewebsite www.denkmee.tytsjerksteradiel.nl. Verder hebben we rekening gehouden met het bestaande beleid, waarbij het detailniveau soms verschilt. Tot slot vroegen we belanghebbenden (stakeholders en ketenpartners) in onze regio om mee te kijken met een werkversie van de omgevingsvisie en suggesties te doen voor de verdere uitwerking. De visie sluit aan bij de landelijke omgevingsvisie (NOVI) en de provinciale omgevingsvisie “De Romte Diele”.

 

Vanuit deze opbrengst hebben we de koers en de ambities geformuleerd, waarbij we er steeds rekening mee houden dat we via co‐creatie verder willen komen. Deze aanpak is (voor iedereen) misschien even wennen, maar er ontstaat meer ruimte en draagvlak om samen de ambities te realiseren. Wij willen samen met inwoners en betrokken partijen aan de slag voor een toekomstbestendig Tytsjerksteradiel met ruimte voor initiatief. De omgevingsvisie is bindend voor het gemeentebestuur. Met andere woorden, u mag ervan uitgaan dat de gemeente handelt naar deze visie.

 

Wat staat waar in de omgevingsvisie?

De omgevingsvisie moet (verplicht) in elk geval de volgende elementen bevatten:

 

  • -

    Een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving: waar bestaat de fysieke leefomgeving uit en wat is de kwaliteit ervan?

  • -

    De hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van het grondgebied: wat gebeurt er/gaat er gebeuren en hoe houden we de bestaande kwaliteiten in stand?

  • -

    De hoofdzaken van het beleid op alle relevante terreinen van de fysieke leefomgeving: wat zijn onze ambities?

Al deze elementen zijn terug te vinden in deze visie. In hoofdstuk 2 (Tytsjerksteradiel nu) beschrijven we de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de gemeente. In hoofdstuk 4 (Tytsjerksteradiel straks) leest u de voorgenomen ontwikkelingen voor onze gemeente. Hierbij is ook beschreven welke rol de gemeente voor zichzelf ziet bij de aanpak. In hoofdstuk 5 leggen we uit hoe de beleidscyclus van de omgevingsvisie werkt en hoe we de visie met alle betrokkenen actueel houden. In de bijlage leest u welke beleidsdocumenten naast de omgevingsvisie van belang zijn voor de fysieke leefomgeving.

2. Tytsjerksteradiel nu

Landschap en cultuurhistorie

Het grondgebied van Tytsjerksteradiel heeft een grote verscheidenheid aan landschappelijke en natuurlijke waarden. Dat komt omdat het op de overgang ligt van het Drents-Friese Plateau naar de lager gelegen veen- en kleigebieden in het noordwesten. Rondom het Burgumermar liggen hoge zandgronden die naar het westen toe geleidelijk onder het laagveen verdwijnen.

In Wyns en omstreken gaat uiteindelijk het kleigebied het beeld beheersen.

 

Samenhangend met de bodem en de hoogteligging kan het landschap in verschillende typen worden opgedeeld. In het oosten de Wâlden, een besloten en wat hoger gelegen coulisselandschap op zandgrond met elzensingels en houtwallen. Meer naar het noordwesten ligt open veen- en kleiweidelandschap. In de zuidwesthoek van Tytsjerksteradiel zijn laagveenmoerasgebieden en meren te vinden in brede open laagten tussen de hoger gelegen gebieden. Deze natuurlijke laagten zijn in het verleden in de ondergrond uitgesleten en vormen nu veelal de natte verbindingen tussen de grotere natuurgebieden. Op deze plaatsen zijn moerassige elementen te vinden vanwege de van oorsprong hoge grondwaterstand.

 

In Tytsjerksteradiel zijn er dus verschillende landschappen en natuurwaarden. Stilte en duisternis zijn hier ook te vinden. Er liggen grote natuurgebieden als de Alde Feanen (Nationaal Park), de Grutte Wielen, het Bûtenfjild, de Burgumermar en De Leijen. Hier komen veel zeldzame en bedreigde plant- en diersoorten voor. In het gebied bevinden zich ook diverse karakteristieke Amerikaanse windmolens. De Alde Feanen en Grutte Wielen zijn aangewezen als Natura 2000-gebied en worden beschermd onder de Wet Natuurbescherming. Tegelijkertijd zijn beide gebieden van groot belang voor de watersport en de recreatie in de gemeente.

 

Een groot deel van de gemeente ligt in het Nationaal Landschap van de Noardlike Fryske Wâlden, een lommerrijk singel- en houtwallenlandschap. Het open weidelandschap biedt plaats aan tal van weidevogels. Boeren spelen in beide landschappen een cruciale rol in het beheer en moeten er tegelijkertijd bedrijfsmatig uit de voeten kunnen. De belevingswaarde is groot en er wordt veelvuldig gerecreëerd.

 

Ook belangrijk voor de herkenbaarheid en identiteit van onze gemeente, zijn onze cultuurhistorisch waardevolle, karakteristieke en monumentale gebouwen en objecten. Zoals de wâldhúskes, boerderijen, kerken, molens, klokkentorens, staten en stinzen. Daarnaast bevat ons bodemarchief nog veel zichtbare en onzichtbare sporen die ons vertellen over hoe we vroeger leefden en werkten.

 

De kernen

Het karakter en de inrichting van het landschap wijzen op een plattelandsgemeente die overwegend agrarisch van aard is. In de laatste decennia van de twintigste eeuw groeide Tytsjerksteradiel echter ook sterk als forensengemeente. De gemeente telt zeventien dorpen, waarvan Burgum en Hurdegaryp de grootsten zijn. Daarnaast ligt het dorp Feanwâldsterwâl voor een deel in de gemeente. Het voorzieningenniveau in de dorpen is goed en alle dorpen hebben een eigen historie, waar de inwoners veel waarde aan hechten.

 

Dit gevoel voor historie blijkt uit de grote betrokkenheid van de inwoners bij hun dorp en leefomgeving. Er zijn de laatste decennia vele internetsites opgezet, waar men ingaat op de geschiedenis van het dorp, met diverse foto’s van vroeger. Ook hebben de meeste dorpen cultuurhistorische routes ontwikkeld, vaak met gebruik van informatiepanelen waarop de geschiedenis van markante plekken is beschreven.

 

Burgum is de hoofdplaats van de gemeente en hier is ook het gemeentekantoor. Het dorp heeft de meeste voorzieningen en vervult een centrumfunctie in de nabije omgeving. Bijna een derde van de 32.000 inwoners van de gemeente woont in Burgum.

 

Ligging

Tytsjerksteradiel heeft een landelijke ligging, maar Leeuwarden, Drachten en Dokkum zijn via de centrale as goed te bereiken. Daarnaast heeft Hurdegaryp een treinstation op de lijn Leeuwarden-Groningen. Dit maakt het dorp aantrekkelijk voor forensen die makkelijk naar Leeuwarden en Groningen kunnen reizen. Voorzieningen en werkgelegenheid zijn daarmee nooit heel ver weg, maar de dorpen in de gemeente kennen niet de drukte en schaarse ruimte van de steden.

 

Identiteit

Uit onderzoek onder de Friese bevolking is gebleken dat het Friese landschap en de Friese taal als belangrijke onderdelen van de Friese identiteit worden gezien. Al deze aspecten hebben een sterk raakvlak met onze gemeente. Daarbij heeft Tytsjerksteradiel bijna alle kenmerken van het Friese landschap in zich. De Friese taal is nog steeds de meest gesproken omgangstaal in de gemeente. Vooral in de kleinere dorpen vormt de Friese taal een belangrijk deel van de identiteit van de bewoners.

 

Verder heeft elk dorp zijn eigen karakter en identiteit. In de Trynwâlden wonen veel forensen die op Leeuwarden zijn georiënteerd. In Burgum kan men juist voor veel voorzieningen in het eigen dorp terecht. Earnewâld staat bekend om zijn recreatie en watersport en Jistrum en Eastermar zijn echte wâlddoarpen. In Tytsjerksteradiel heerst een gemeenschapsmentaliteit met een rijk verenigingsleven. Men heeft daarbij een mentaliteit van “trochpakken” wat blijkt uit de vele initiatieven die vanuit de mienskip komen.

 

Sociaal leven

De gemeente kent sterke sociale structuren. Vooral de kleinere dorpen zijn overzichtelijke gemeenschappen, waar een elk eenieder kent en van ieders doen en laten op de hoogte is. Men voelt zich nog geroepen tot de zorg voor elkaar. Er is een rijke sportcultuur in Tytsjerksteradiel met een grote deelname in diverse sporten.

 

Elk dorp kent zijn multifunctioneel centrum of dorpshuis met allerhande activiteiten voor de inwoners. Elk jaar zijn er toneeluitvoeringen met vaak Friestalige stukken en ook openluchtspelen. Belangstellenden kunnen verder hun hart ophalen bij muziekverenigingen of zangkoren. Voor het leven in het verleden kan men terecht in veel musea met collecties van uiteenlopende aard.

 

De sociale structuren in Tytsjerksteradiel staan wel onder druk. Enerzijds treedt er vergrijzing op in de dorpen van de gemeente en anderzijds is het voor jongeren moeilijk om in de gemeente te blijven door een beperkt woningaanbod. Daarentegen bieden de goede infrastructuur van wegen en spoor, maar ook de moderne glasvezelnetwerken een goede basis voor forensen, thuiswerkers of ambitieuze ondernemers.

 

Recreatie en toerisme

In Tytsjerksteradiel is het toerisme goed ontwikkeld. Vooral het gebied rond Earnewâld wordt druk bezocht. Het Nationaal Park De Alde Feanen is een toeristische trekker. Hier zijn veel mogelijkheden om te varen, fietsen en wandelen. Naast Earnewâld en omgeving, zijn de vakantieparken Swartkrús en Bergumermeer en het dorp Eastermar belangrijke trekpleisters. In de gehele gemeente zijn ook diverse campings te vinden.

 

De streek De Trynwâlden kent een aantal states met historische parken waar vooral dagjesmensen plezier aan beleven. Voor fietsers en wandelaars zijn er bewegwijzerde routes door de gemeente. Bovendien zijn er met veerponten extra mogelijkheden gecreëerd om een fietstocht te maken door het waterrijke gebied van de gemeente.

3. Ontwikkelingen

De volgende belangrijke ontwikkelingen in de wereld en in Nederland zijn van invloed op de leefomgeving in onze gemeente. Ze worden ook genoemd in de Nationale omgevingsvisie en in de provinciale omgevingsvisie, dus ze worden breed erkend. Deze ontwikkelingen vormen samen met de beschreven kwaliteiten de basis voor wat we willen bereiken om onze gemeente vitaal en leefbaar te houden. Ze zijn per onderwerp weergegeven, maar houden allemaal verband met elkaar.

 

  • 1.

    Bevolking en wonen

    De bevolkingsaantallen van zowel Fryslân als de gemeente Tytsjerksteradiel zijn, na decennia van groei, nu langzaam maar zeker aan het stabiliseren. Op middellange termijn (vanaf 2025) is de verwachting dat bevolkingsaantallen zelfs licht gaan dalen1. Dit alles heeft effect op de leefomgeving op het gebied van wonen, werken, mobiliteit en recreatie. Er is voorlopig nog wel een lichte groei van het aantal huishoudens (voornamelijk eenpersoonshuishoudens in de vorm van alleenstaande jongeren en ouderen).

     

    Doordat we steeds ouder worden en er steeds minder kinderen geboren worden, ‘vergrijst’ de samenleving. Dat wil zeggen dat er in relatieve zin meer ouderen zijn dan jongeren of mensen van middelbare leeftijd. Dat heeft effect op de gezondheidszorg (hogere kosten), het onderwijs (minder scholen nodig), de woningmarkt (vraag en aanbod passen niet meer bij elkaar), het voorzieningenniveau (veranderende behoefte in voorzieningen) en de arbeidsmarkt (krapte op de arbeidsmarkt en het moeilijk kunnen vinden van geschikt personeel). Aan de andere kant betekent het dat er naar verwachting voldoende werk zal zijn voor de komende generaties.

     

    Door deze ontwikkelingen is er de komende 20 tot 30 jaar naar verwachting nog behoefte aan extra en ook andersoortige woonruimte. Actuele factoren die hierbij ook een rol kunnen spelen zijn migratie richting Fryslân. Verder maken de prijsontwikkelingen het vooral voor jongeren moeilijk om woonruimte te kunnen betalen. Dit probleem kan versterkt worden door hogere rentestanden en hoge energieprijzen. Deze sterke ontwikkelingen in de woningsector bieden echter ook kansen voor onze bouwsector om met innovatieve ideeën aan oplossingen te werken.

     

  • 2.

    Economie en werkgelegenheid

    Als gevolg van de veranderende economie (groei van de dienstverlenende sector ten opzichte van de agrarische en industriële sectoren) is steeds meer werkgelegenheid te vinden in de stedelijke centra van ons land. Dat trekt mensen vanuit het platteland of de regio naar die stedelijke centra toe. Dit is terug te zien in de populariteit van de grote steden in het Westen van het land. Ook in Fryslân zijn de grootste kernen met de meeste voorzieningen het populairst om in te wonen en die groeien dan ook het snelst.

     

    De laatste jaren zijn we meer hybride gaan werken. Het is waarschijnlijk dat dit ook op langere termijn een blijvend onderdeel van het werken wordt. Dat betekent dat het gemakkelijker wordt om te gaan wonen op een plek verder weg van de fysieke werkplek zoals het kantoor. Dat biedt mogelijkheden voor onze landelijke gemeente waar het werk- en voorzieningenniveau lager ligt dan in de stedelijke centra, maar waar het wel prettig wonen is in een schone, groene en landelijke omgeving.

     

    Onze economie draait nu bijna volledig op de energie die we halen uit fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie en steenkool). Vanwege klimaatverandering is het nodig de economie fossielvrij te maken en over te gaan op koolstofvrije, schone energie zoals groene stroom en waterstof. Dat is de energietransitie. Daarnaast kennen we nu een economie die lineair2 is ingericht. Het is van belang de economie ‘circulair’ te maken. Daarbij wordt bewust geconsumeerd en bewust geproduceerd zodat grondstoffen niet te snel opraken en wordt afval omgezet in nieuwe grondstoffen.

     

  • 3.

    Voorzieningen

    De ontwikkeling van snel (mobiel) internet heeft de samenleving ingrijpend veranderd. Wonen, werken en winkelen zijn erdoor beïnvloed en de ontwikkelingen gaan nog steeds door. In huis zijn steeds meer apparaten aangesloten op het internet, waardoor ouderen bijvoorbeeld langer thuis kunnen blijven wonen, werkenden ook thuis kunnen werken en consumenten de deur niet meer uit hoeven om te winkelen. Dit alles heeft ook effecten op de fysieke leefomgeving. Het aanbod van fysieke winkels laat weer een lichte groei zien na jaren van afname, waarbij ook het karakter van deze winkels aan het veranderen is. Deze verandering gaat vaak samen met een (deels) digitale manier van ondernemen.

     

    Door die sterk groeiende digitale afzetmarkt rijden er steeds meer busjes op de weg die pakketbestellingen thuis afleveren. Maar dit biedt ook extra mogelijkheden om prettig te kunnen wonen en leven. En het biedt kansen voor ondernemers die het hier een prima vestigingsklimaat vinden en daarbij hun afzet in heel Nederland kunnen hebben.

     

  • 4.

    Leefbaarheid en sociale basis

    De hiervoor beschreven ontwikkelingen hebben invloed op de leefbaarheid in onze buurten en dorpen. Daarnaast zien we de laatste decennia een terugtrekkende (Rijks)overheid, waardoor mensen meer op zichzelf zijn aangewezen en meer voor elkaar moeten zorgen. Een goede sociale basis (sociale kring van gezin, buurt en dorp) is daarbij van belang. Actief meedoen (participeren) in de samenleving wordt steeds belangrijker en is ook steeds meer nodig.

     

    We zien dan ook dat onze inwoners steeds meer activiteiten (vrijwilligerswerk, mantelzorg, etc.) zelf doen. En we zien tegelijkertijd dat steeds meer nieuwe initiatieven ontstaan vanuit de samenleving. Vooral in Fryslân en ook in onze gemeente is de gemeenschapszin groot en is het woord mienskip een begrip.

    1 Bron: CBS prognose Fryslân 2020 - 2050

    2 Hierbij worden grondstoffen niet hergebruikt

     

    Het draagt bij aan de sterke sociale verbinding in de dorpen en daarmee aan de leefbaarheid. We hebben een grote rol op het gebied van sociale zaken, maar ook bij de inrichting van de fysieke leefomgeving. Deze thema's kunnen we daarom goed bij elkaar brengen.

     

  • 5.

    Gezondheid

    We zien een toenemende ongelijkheid op het gebied van gezondheid bij onze inwoners. De achterliggende oorzaken zijn complex, maar een belangrijk deel wordt veroorzaakt doordat mensen in verschillende omstandigheden leven. Dat hangt weer samen met hun sociaaleconomische status en de mogelijkheden en kansen die mensen hebben.

     

    Specifieke gezondheidsproblematiek op mentaal en fysiek gebied zien we toenemen. Eenzaamheid komt steeds meer voor, niet alleen bij ouderen. Overgewicht en middelengebruik is actueel. Door de juiste keuzes te maken bij de inrichting van onze leefomgeving kunnen wij een bijdrage leveren aan oplossingen voor deze problematiek. Door bijvoorbeeld ruimte te maken voor ontmoetingsplekken, sportlocaties en recreatieve gebieden, kunnen we de mentale en fysieke gezondheid van onze inwoners bevorderen.

     

  • 6.

    Mobiliteit

    Digitale ontwikkelingen hebben een sterke invloed op de ontwikkeling van mobiliteit. Er zijn steeds meer digitale hulpmiddelen beschikbaar die ons helpen om onze reizen per auto of openbaar vervoer optimaal in te vullen. Ook komen er steeds meer deelauto’s, -scooters en -fietsen. Het is niet meer per se noodzakelijk om zelf een auto of een scooter te hebben. Ook de ontwikkelingen in het zelfrijdende vervoer gaan snel. Vracht- en personenwagens zijn nu al deels zelfsturend.

    ‘Transportation as a service’ is mogelijk de toekomst. Ook zijn er andere ontwikkelingen in de mobiliteit. De gangbare brandstofmotoren in voertuigen worden in het kader van de energietransitie vervangen door elektromotoren. Dat heeft als positief effect dat geluidsoverlast langs wegen de komende jaren vermindert, waardoor de woonkwaliteit langs wegen toeneemt. Wel moet hier in de komende jaren laadinfrastructuur voor worden ingepast en aangelegd en de openbare ruimte. Deze ombouwoperatie is complex, maar kan goede kansen opleveren voor ondernemers.

     

    Al deze ontwikkelingen dwingen ons om na te denken over de toekomstige invulling van onze infrastructuur, als het gaat om bijvoorbeeld veiligheid en stroomvoorziening. Ook bieden de ontwikkelingen de mogelijkheid om onze infrastructuur nog beter te benutten.

     

  • 7.

    Klimaat en energie

    Om klimaatverandering tegen te gaan is een energietransitie nodig. De energietransitie betekent dat we overgaan van energie uit fossiele brandstoffen naar koolstofvrije, schone energie. Dat heeft effect op de fysieke leefomgeving: opwekken van die schone energie is nodig, huizen moeten worden verduurzaamd en auto’s worden steeds meer elektrisch aangedreven. Dit vraagt de nodige aanpassingen van en ruimte voor de energie-infrastructuur. Verder kan het vergroenen van de leefomgeving bijdragen in het tegengaan van klimaatverandering.

     

    Naast het tegengaan van verdere klimaatverandering is ook aanpassing aan de al gaande opwarming van de aarde noodzakelijk. We noemen dat klimaatadaptatie. Als gevolg van de opwarming van de aarde veranderen de weersomstandigheden wereldwijd en ook in Nederland. Zo ervaren we enerzijds vaker hitte en droogte en anderzijds juist ook vaker hevige neerslag. De hitte en droogte houdt ook vaker langer aan en de neerslag is vaker veel heviger dan we gewend zijn. Het is van groot belang de leefomgeving hier goed op in te richten.

     

  • 8.

    Biodiversiteit en milieu

    Door de klimaatverandering en het menselijk handelen verdwijnen er wereldwijd steeds meer soorten dieren en planten. Een miljoen (van de in totaal zeven miljoen) plant- en diersoorten zijn met uitsterven bedreigd. In Nederland en Fryslân zien we dit bijvoorbeeld terug in het verdwijnen van insecten, bodemleven en weidevogels. Daarnaast levert in Nederland de hoge concentratie van stikstof in de bodem, het water en de lucht problemen op voor de kwetsbare natuur.

4. Tytsjerksteradiel straks: visie op de toekomst

Hier staat Tytsjerksteradiel in 2040

 

In hoofdstuk 2 zijn de bestaande kwaliteiten van onze gemeente geschetst. In hoofdstuk 3 zijn de belangrijkste ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op de leefomgeving in Nederland, Fryslân en onze gemeente. Die ontwikkelingen grijpen allemaal in elkaar en houden allemaal verband met elkaar. In dit hoofdstuk beschrijven we, op basis van de bestaande kwaliteiten en ontwikkelingen, de koers die we nastreven tot 2040.

 

Onze koers:

We wonen, werken en ontspannen in vitale en leefbare dorpen en in een aantrekkelijk buitengebied. De leefomgeving beweegt mee met de ontwikkelingen van deze tijd, met respect voor de bestaande ruimtelijke en sociaal-culturele kwaliteiten.

 

Deze koers is hieronder uitgewerkt in acht ambities. Het is belangrijk dat we integraal en gelijktijdig aan deze ambities werken en tijdig inspelen op ontwikkelingen. Als gemeente doen we dit samen met de mienskip en overige partijen.

Onze gemeente is ‘Global Goals gemeente’. Alle ambities dragen bij aan een of meerdere ‘Global Goals’ van de Verenigde Naties.

 

We komen voor onze gemeente tot de volgende ambities:

 

In 2040 in Tytsjerksteradiel…

 

  • 1.

    Heeft iedere inwoner een passende woonruimte.

  • 2.

    Heeft iedere inwoner toegang tot werkgelegenheid.

  • 3.

    Is de economie vitaal en toekomstgericht.

  • 4.

    Bewegen en ontspannen alle inwoners in een gezonde, veilige en groene omgeving.

  • 5.

    Zijn er genoeg ontmoetingsplekken en voorzieningen.

  • 6.

    Is de mobiliteit gezond, vlot en veilig.

  • 7.

    Is de leefomgeving aangepast aan het veranderende klimaat en de biodiversiteit hersteld.

  • 8.

    Heeft iedere inwoner toegang tot schone energie.

We komen voor onze gemeente tot de volgende ambities:

 

  • 1.

    Wonen: iedere inwoner een passende woning

    We zorgen voor een woningvoorraad die aansluit bij de vraag en behoefte van onze inwoners, met name ook de jongeren en mogelijk mensen van buiten. Dat betekent dat we nieuw bouwen wanneer die vraag er is, en ook dat we de mogelijkheid bieden bestaande woningen aan te passen aan de veranderende samenstelling van gezinnen en zorgbehoefte. Daarnaast bieden we de mogelijkheid om nieuwe – mogelijk innovatieve – woonvormen toe te voegen aan de voorraad. Deze ambitie draagt bij aan Global goal 11 (duurzame steden en gemeenschappen).

     

  • 2.

    Werken: iedere inwoner toegang tot werkgelegenheid

    We zorgen voor voldoende toegang tot werkgelegenheid voor onze inwoners. Dat betekent dat we onze ondernemers faciliteren in hun bestaande bedrijfsvoering, maar ook waar mogelijk helpen met ruimere planologische mogelijkheden als dat nodig is. Het betekent ook dat we voor onze ondernemers werken aan voldoende geschikte bedrijfskavels zowel op bedrijventerreinen als in het buitengebied bij voorkeur bij vrijkomende agrarische bebouwing. Dat we thuiswerken faciliteren, meer mogelijkheden voor toerisme bieden en de verbindingen met de nabijgelegen plaatsen Leeuwarden, Groningen, Drachten en Dokkum optimaliseren. Deze ambitie draagt bij aan Global Goals 2 (geen honger) en 8 (waardig werk en economische groei).

     

  • 3.

    Economie: vitaal en toekomstgericht

    We stimuleren en faciliteren ondernemerschap, talentontwikkeling en innovatieve ideeën uit de mienskip. Ook optimaliseren we de aantrekkelijkheid van onze winkelgebieden. We willen ruimte bieden aan agrariërs en andere ondernemers, ingepast in, en met respect voor het bestaande landschap.

     

    We dragen bij aan een moderne economie die vitaal, toekomstgericht, fossielvrij en circulair wordt.

    We stimuleren de mienskip hieraan mee te werken. Dat betekent dat we schone energie opwekken en gebruiken, zuinig omgaan met grondstoffen en die zoveel mogelijk hergebruiken. Daarnaast stimuleren we het hergebruiken van restproducten zoveel mogelijk om op die manier de afvalstroom zo klein mogelijk te maken. Deze ambitie draagt bij aan Global Goal 12 (verantwoorde consumptie en productie).

     

  • 4.

    Leefomgeving: gezond, veilig en groen

    We zorgen voor een gezonde, veilige en groenblauwe leefomgeving in de dorpen en het buitengebied, die als prettig wordt ervaren. In die leefomgeving zijn gezonde keuzes gemakkelijk en logisch te maken en is de negatieve invloed op de gezondheid zo klein mogelijk. Deze omgeving nodigt uit tot bewegen en ontspannen in de buitenlucht en heeft een goede milieukwaliteit en is klimaatbestendig. Ook de bescherming van ons grondwater en de drinkwatervoorziening horen hierbij. We breiden de mogelijkheden voor sport en recreatie zo veel mogelijk uit en vergroenen de leefomgeving. We verhogen de verkeersveiligheid waardoor ook wandelen en fietsen aantrekkelijker wordt.

     

    Met deze goed ingerichte leefomgeving willen we een positieve invloed uitoefenen op de gezondheidssituatie van mensen. Als de leefomgeving uitnodigt om naar buiten te gaan, leidt dit ook tot meer bewegen en meer sociale contacten. In gebieden waar de inrichting van de leefomgeving de gezondheid onvoldoende stimuleert passen we dit aan. Deze ambitie draagt bij aan Global Goal 3 (goede gezondheid en welzijn).

     

  • 5.

    Ontmoetingsplekken en voorzieningen: toegankelijk voor iedereen

    Om bij te dragen aan de sociale basis zorgen we ervoor dat er voor alle leeftijdsgroepen voldoende ontmoetingsplekken zijn in de dorpen. Daarbij valt te denken aan sportclubs, multifunctionele centra, jeugdhonken, etc. Ook willen we dat onze inwoners een goede toegang hebben tot noodzakelijke voorzieningen. Waar voorzieningen niet haalbaar zijn in de kleinere dorpen, zorgen we voor voldoende toegang tot voorzieningen elders door de infrastructuur te optimaliseren.

     

    Met een gerichte aanpak in de leefomgeving willen we eenzaamheid tegengaan en sociale verbondenheid bevorderen. Met voorzieningen en verenigingen op korte afstand treffen buurtgenoten elkaar makkelijker en ontstaat sociale samenhang. Dit kan een positief effect hebben op bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en het vergroot ook de mogelijkheden voor mensen om op hogere leeftijd zelfstandig te blijven wonen. Deze ambitie draagt bij aan Global Goals 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en 11 (duurzame steden en gemeenschappen).

     

  • 6.

    Mobiliteit: gezond, vlot en veilig

    We zorgen ervoor dat inwoners, ondernemers en toeristen vlot en veilig kunnen gaan waar ze naar toe willen. Iedereen moet daarbij kunnen kiezen hoe te reizen en makkelijk kunnen wisselen tussen fiets, bus, auto en trein. We benutten daarbij de bestaande infrastructuur zo goed mogelijk, en gebruiken daarbij toekomstige digitale mogelijkheden. We stimuleren het gebruik van het openbaar vervoer en ook van het actieve vervoer. Lopen of fietsen in plaats van de auto gebruiken is gezonder, beter voor de omgeving en beter voor het klimaat. Door voor dagelijkse verplaatsingen, naar werk, school en winkel, te fietsen en te lopen kan iedereen voldoen aan de nationale beweegnorm. Deze ambitie draagt bij aan Global Goals 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en 11 (duurzame steden en gemeenschappen).

     

  • 7.

    Klimaat en biodiversiteit: voorkomen, herstellen en aanpassen

    We zorgen ervoor dat de leefomgeving zodanig is ingericht dat het de gevolgen van klimaatverandering aankan. Maar ook dat het verdere klimaatverandering zoveel mogelijk tegengaat. We stimuleren inwoners en bedrijven daar zelf ook mee aan de slag te gaan. We realiseren voldoende waterberging en stimuleren een groenblauwe ruimte om hittestress tegen te gaan en CO₂ te binden. Hierbij geven we invulling aan de punten uit de Friese klimaatatlas. En ondersteunen een aangepast water- en bodembeheer om droogte tegen te gaan.

     

    We herstellen de biodiversiteit en versterken deze waar mogelijk. Dat kan door bijvoorbeeld ecologisch bermbeheer, of door het vervangen van tegels door groen. In het buitengebied stimuleren we natuurvriendelijk grondgebruik en -beheer door onze agrariërs, zodat ook daar de biodiversiteit – zowel bovengronds als ondergronds– herstelt en weidevogels worden beschermd. Waar agrariërs andere planologische mogelijkheden nodig hebben, denken we met ze mee en faciliteren daar waar mogelijk. Deze ambitie draagt bij aan Global Goal 13 (klimaatactie).

     

  • 8.

    Schone energie: beschikbaar voor iedere inwoner

    Naast het stimuleren van energiebesparing zorgen we voor voldoende schone energie voor onze inwoners. Bijvoorbeeld door ruimte te creëren voor kleine windmolens in het buitengebied en zonnepanelen te plaatsen volgens de gemeentelijke zonneladder. Ook kan invulling worden gegeven aan de Warmtevisie (2020) door bijvoorbeeld aquathermie toe te passen en restwarmte te gebruiken. Maar dat kan bijvoorbeeld ook door woningen te verduurzamen en duurzame mobiliteit (elektrisch rijden) te faciliteren. Ook hier stimuleren we experimenten, innovaties en initiatieven uit de mienskip en vragen deze om mee te werken. Ook faciliteren we de realisatie van een goede energiemix en de uitbouw van een toereikende elektrische infrastructuur. Deze ambitie draagt bij aan Global Goals 7 (betaalbare en duurzame energie) en 9 (industrie, innovatie en infrastructuur).

Hoe geven we daar in Tytsjerksteradiel invulling aan?

 

We werken aan deze koers via een afwegingskader dat bestaat uit acht algemene uitgangspunten. Dit afwegingskader gebruiken we samen met de hiervoor genoemde ambities om te kijken of we mee willen werken aan ideeën en initiatieven.

 

  • 1.

    Omgevingskwaliteit is belangrijk

    Onze bestaande ruimtelijke waarden, cultuurhistorie en identiteit vormen de basis voor alle ontwikkelingen. Dat betekent dat ontwikkelingen voortbouwen op de bestaande kwaliteiten en deze zo mogelijk versterken of verder ontwikkelen. Ook een goede milieukwaliteit van het water en de bodem in de gemeente is belangrijk. We houden rekening met de Europese milieubeginselen.

     

  • 2.

    We kijken integraal en gaan zorgvuldig met de beschikbare ruimte om

    We kijken integraal naar initiatieven uit de samenleving en we zoeken naar meervoudig ruimtegebruik, herbestemming en koppelkansen in de leefomgeving. Voorbeelden kunnen zijn: landbouw en natuurbeheer in het coulissenlandschap, thuis wonen en werken, zonnepanelen op daken. Als het koppelen of samenvoegen van functies niet haalbaar is, zorgen we voor een goede inpassing in de omgeving.

     

  • 3.

    Afwentelen wordt voorkomen

    Het is van belang dat onze leefomgeving zoveel mogelijk voorziet in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie inwoners, zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties. Hetzelfde geldt voor afwentelen naar plaats. Bij ingrepen in het ene gebied moeten negatieve effecten op andere gebieden en wie daar leven en werken zoveel mogelijk worden voorkomen.

     

  • 4.

    Gezondheid is belangrijk

    De fysieke leefomgeving heeft invloed op zowel de lichamelijke als de mentale gezondheid van onze inwoners, zowel in positieve als negatieve zin. Een gezond ingerichte fysieke leefomgeving draagt bij aan het voorkomen van gezondheidsproblematiek. Preventief handelen heeft de voorkeur boven achteraf handelen. Daarom wegen we het aspect gezondheid als belangrijk thema mee bij de inrichting van de fysieke leefomgeving.

     

  • 5.

    Objectiviteit is belangrijk

    Objectiviteit willen we waarborgen waar mogelijk. Dit betekent dat we keuzes maken op basis van data, metingen, onderzoek en participatie en minder op gevoel of politieke voorkeur. Zo krijgen we een objectief beeld van de ontwikkelingen en de gevolgen daarvan.

     

  • 6.

    We denken inclusief

    Iedereen in onze samenleving doet ertoe en is gelijkwaardig. Waar sociale ongelijkheden zijn ontstaan, zetten we ons binnen de mogelijkheden van de fysieke leefomgeving in om dit bij te sturen. Wat we doen, doen we voor alle mensen, flora en fauna. Hierbij hoort ook participatie. Inclusief betekent voor ons ook: overal toegankelijk. Mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking moeten dezelfde toegang tot openbare ruimtes en voorzieningen hebben als ieder ander.

     

  • 7.

    We hebben een positieve houding

    We hebben een positieve houding richting initiatiefnemers en samenleving. Het ja, mits-principe is voor ons leidend. Dus: kansen en ruimte bieden, zodat we als samenleving ons kunnen aanpassen aan de ontwikkelingen die op ons afkomen (uitnodigingsplanologie). En dat op zo’n manier dat de verschillende belangen in balans blijven. Met respect voor ieders belang. Dat vraagt om vertrouwen en ook om een goed ingebedde participatie bij initiatieven.

     

  • 8.

    We zoeken samenwerking

    We staan niet alleen in de regio en we kunnen ook niet alles alleen oplossen. Bovendien zijn veel opgaven regio-overstijgend en ligt besluitvorming niet altijd bij ons. We zoeken daarom zo veel mogelijk de samenwerking in onze regio. Daarmee willen we niet alleen ons zelf versterken, maar ook een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en vitale noordelijke topregio.

5. De omgevingsvisie in de praktijk

De beleidscyclus

Deze visie richt zich op de periode tot 2040. Anders dan vroeger, zal deze vastgestelde omgevingsvisie een blijvend gegeven zijn en dus ook actueel moeten blijven. Dat betekent dat we een proces vaststellen om de visie actueel te houden. Dat is de beleidscyclus die we hier voorstellen.

 

 

Deze cyclus is vierjarig en loopt gelijk op met die van de gemeenteraad. In het eerste jaar van een nieuwgekozen raad ontvangt de nieuwe raad de terugkoppeling over de afgelopen vier jaar. Dit op basis van actuele data, monitoring van de afgelopen periode, maatschappelijke ontwikkelingen, etc. De nieuwe politieke samenstelling van de gemeenteraad kan daarbij haar weerslag vinden in de herziening van het beleid. Hierna heeft de gemeenteraad haar verdere periode om dit beleid ook uit te voeren.

 

Invulling van koers en ambities

Belangrijk binnen iedere vierjarige cyclus is het vaststellen van de resultaten die de gemeente per ambitie wil bereiken. Zodat monitoring mogelijk is. Binnen de visie zijn hier geen harde cijfers voor genoemd. Dit past niet binnen de opzet van de omgevingsvisie en het is ook niet de taak van de gemeenteraad: zij stuurt op hoofdlijnen. Het college heeft de taak de vastgestelde ambities voor de lange termijn op een realistische manier in te vullen voor de komende periode van vier jaar. Hiertoe benoemt het college indicatoren die per ambitie en de daarbij te bereiken resultaten de voortgang en resultaten inzichtelijk maken.

 

Belangrijke elementen in het proces:

 

Participatie en communicatie

Participatie is belangrijk en dat nemen we serieus. Om zoveel mogelijk inwoners te bereiken gebruiken we digitale middelen en hebben we persoonlijk contact. Ook het bedrijfs- en verenigingsleven vragen we om hun mening. En vooral de jeugd willen we horen, we zoeken naar nieuwe wegen om deze doelgroep nadrukkelijk te betrekken bij de participatie. We vertellen daarbij steeds in begrijpelijke taal welke vragen of initiatieven er spelen en wat de spelregels zijn. En achteraf vertellen we welke keuzes we gemaakt hebben en waarom. Dat doen we op een proactieve manier via een mix van vindbare kanalen. Ook kan de gemeente de rol van participant op zich nemen.

 

Ketenpartners

Een goede omgevingsvisie, het daaraan gekoppelde omgevingsplan en eventuele programma’s, kunnen alleen ontstaan en blijven bestaan wanneer we ook de ketenpartners (buurgemeenten, provincies, Wetterskip, hulpdiensten, ANNO, Veiligheidsregio, FUMO. etc.) continu bij het proces betrekken.

 

Monitoring

Monitoring is een voorwaarde om goede afwegingen te maken, bij alle initiatieven. Door te meten of gewenste effecten worden behaald – of juist niet – ontstaat kennis en kunnen we bijsturen en leren. Zo kan ook de omgevingsvisie in een vierjarige cyclus verder worden doorontwikkeld. Om goed te kunnen monitoren zullen we in elk geval per ambitie indicatoren benoemen die een objectief beeld geven van wat hier wordt bereikt.

 

Datagedreven werken

Datagedreven werken zorgt voor een zoveel mogelijk objectieve benadering van de hele beleidscyclus. We bieden raad en college hierbij voortdurend de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen aan via bijvoorbeeld dashboards. We kijken hierbij naar “harde” data en naar de ervaringen en meningen van onze inwoners. Want ook dat is data.

 

Wie doet wat?

Binnen de Omgevingswet zijn de rollen voor gemeenteraad en college verschillend. In onderstaande afbeelding is zichtbaar welk instrument bij welk bestuursorgaan hoort. De terugkoppeling in de laatste fase is een activiteit tussen beide bestuursorganen.

 

 

Bestaand beleid

De omgevingsvisie is opgesteld voor de gehele fysieke leefomgeving en verbindt de daaronder vallende afzonderlijke beleidsterreinen. Wel is de omgevingsvisie minder gedetailleerd dan de bestaande beleidsdocumenten en geeft het alleen de grote lijnen aan. Daarom komen de bestaande beleidsdocumenten ook nog niet te vervallen op het moment dat de omgevingsvisie vastgesteld is.

 

Zo blijft de woonvisie Tytsjerksteradiel 2019-2024 bijvoorbeeld nog steeds van kracht omdat hier meer details en lokale bijzonderheden in staan. Dit geldt ook voor de structuurvisie.

In de bijlage is een lijst opgenomen van de belangrijkste beleidsdocumenten per ambitie. De bestaande beleidsdocumenten blijven van kracht totdat ze worden ingetrokken of totdat er een nieuw programma voor in de plaats komt.

 

Kostenverhaal

Voor de ontwikkeling van gebieden maakt de overheid kosten voor bijvoorbeeld de aanleg van openbare voorzieningen en het wijzigen van het omgevingsplan. De aanleg van voorzieningen vindt in veel gevallen plaats voor rekening van de gemeente. De initiatiefnemers van de ontwikkeling profiteren meer van de aanleg van die voorzieningen dan andere burgers en bedrijven. Om die reden is het gerechtvaardigd om de kosten te verhalen op de initiatiefnemers. Naast de kosten voor de openbare voorzieningen worden ook de overige kosten verhaald op alle eigenaren. Op basis van de Omgevingswet is de gemeente verplicht om de kosten voor werken, werkzaamheden en maatregelen naar evenredigheid te verhalen op de initiatiefnemers die profijt hebben van de aan te leggen openbare voorzieningen.

 

Er zijn twee wegen om kosten te verhalen. De private weg biedt de mogelijkheid om de kosten te verhalen door het sluiten van een zogenaamde “anterieure” overeenkomst. Op het moment dat er geen overeenkomst tot stand komt, kunnen met een publiekrechtelijke regeling de kosten worden verhaald.

 

Met de inwerkingtreding van de omgevingswet komt de Wet ruimtelijke ordening (Wro) te vervallen, maar de werkwijze rond het kostenverhaal blijft grotendeels hetzelfde. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft een Handreiking kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet opgesteld. De gemeente Tytsjerksteradiel sluit na het inwerkingtreden van de Omgevingswet aan bij datgene wat hierin is opgenomen. Tot het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft de Wro en de Nota Grondbeleid op het gebied van kostenverhaal gelden.

Bijlage: bestaand beleid (niet uitputtend)

Per ambitie:

 

  • 1.

    Wonen

    iedere inwoner een passende woning

    • -

      Woonvisie Tytsjerksteradiel 2019-2024

    • -

      Nota grondbeleid 2020-2024

  • 2.

    Werken

    iedere inwoner toegang tot werkgelegenheid

    Beleidsplan Economische Zaken

     

  • 3.

    Economie

    vitaal en toekomstgericht

    • -

      Beleidsplan Economie Zaken ‘Foarút yn in nije tiid 2021-2027’

    • -

      Toerisme en recreatie Beleid en uitvoeringsprogramma 2021–2030 ‘Folle mear om te ûntdekken’

    • -

      Regionaal beleid voor toerisme en recreatie (ANNO)

  • 4.

    Leefomgeving

    gezond, veilig en groen

     

    • -

      Veiligheidsnota van de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel 2019-2022, “Feiligens yn ferbûnens”

    • -

      Beleidsregel Wet Aanpak Woonoverlast

    • -

      Nota Kapitaalgoederen 2022 -2026

    • -

      Gezondheidsbeleid Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel 2022-2026 ‘Tegearre sûn fiele’

    • -

      vGRP (verbreed gemeentelijk rioleringsplan) 2020-2025 ‘Wettersoarch’

  • 5.

    Ontmoetingsplekken en voorzieningen

    toegankelijk voor iedereen

     

    • -

      IHP (integraal huisvestingsplan) Tytsjerksteradiel

    • -

      Beleidskader sociaal domein

    • -

      Visie sociale basis

    • -

      Accommodatiebeleid

    • -

      Kultuernota Ut de kûlizen

  • 6.

    Mobiliteit

    gezond, vlot en veilig

     

    • -

      Mobiliteitsvisie ANNO

    • -

      GVVP (Gemeentelijk Verkeers-en Vervoersplan)

  • 7.

    Klimaat en biodiversiteit

    voorkomen, herstellen en aanpassen

     

    • -

      Duurzaamheidsagenda

    • -

      Nota bodembeheer 2018

    • -

      Nota grondbeleid 2020-2024

  • 8.

    Schone energie

    beschikbaar voor iedere inwoner

     

    • -

      TVW (transitievisie warmte)

    • -

      Zonneladder

Overkoepelend:

  • -

    Structuurvisie ‘Finster op Romte’

 

Naar boven