Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Nunspeet 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

 

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het Uitvoeringsplan Bestaanszekerheid en Schulden gemeente Nunspeet 2023;

 

Besluit: vast te stellen de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Nunspeet 2024.

 

 

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader omschreven staan, hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schudhulpverlening, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In de beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Bbz 2004: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

  • b.

    betalingsregeling: een afspraak voor gespreide betaling door derden met een schuldeiser.

  • c.

    budgetbeheer: het beheren van het inkomen van de aanvrager door het openen van een rekening bij de gemeente Zwolle, waarop de inkomsten worden gestort en waarvan uitgaven en reserveringen worden gedaan.

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet

  • e.

    inkomen: alle van toepassing zijnde middelen als bedoeld in artikel 32 van de Participatie-wet en artikel 6 van het Bbz 2004.

  • f.

    geslaagde schuldregeling: het bereiken van een minnelijk akkoord met alle schuldeisers ter (gedeeltelijke) aflossing van de schuldenlast tegen finale kwijting.

  • g.

    minnelijk traject: onderdeel van de schuldhulpverlening waarbij een schuldregeling wordt getroffen door overeenstemming met alle schuldeisers te krijgen over de schulden, inclusief de doorlooptijd van de minnelijke schuldregeling (Msnp).

  • h.

    nazorg: het hebben van een of meerdere contactmomenten met een natuurlijk persoon na afloop van een traject schuldhulpverlening.

  • i.

    NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de branchevereniging voor Schuld-hulpverlening en Sociaal bankieren.

  • j.

    plan van aanpak: het plan wat na de intake en analyse voor de natuurlijke persoon wordt opgesteld en waarin de wederzijdse afspraken en aangeboden dienstverlening wordt beschreven.

  • k.

    problematische schuld: situatie waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon zijn betalingsverplichtingen niet meer kan voldoen.

  • l.

    recidivist: inwoner die eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.

  • m.

    Recofa: landelijk overlegorgaan van rechters-commissarissen in faillissementen.

  • n.

    saneringskrediet: een vorm van schuldregeling waarbij met een krediet (een percentage van) de totale schuld van de klant wordt afgekocht, afhankelijk van de afloscapaciteit van de inwoner.

  • o.

    schuldbemiddeling: maken van betalingsafspraken door bemiddeling van de gemeente Zwolle naar aanleiding van een schuldregeling waarbij alle schuldeisers instemmen met een prognose voorstel tegen finale kwijting na verloop van 18 maanden.

  • p.

    schuldregeling: verzamelnaam voor de diensten tot minnelijke regeling van de schulden door een saneringskrediet en schuldbemiddeling.

  • q.

    vroegsignalering: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening.

  • r.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • s.

    Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen): onderdeel van de faillissementswet waarbij de toepassing ervan wordt uitgesproken door de rechtbank en waarbij sprake is van een verplichte medewerking aan de schuldsanering onder benoeming van een bewindvoerder en onder toezicht van de rechter.

Artikel 2. Doelgroep

Alle inwoners van 18 jaar en ouder met een hoofdverblijf in de gemeente Nunspeet kunnen zich tot het college, of het dagelijks bestuur, wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanvraag schuldhulpverlening

  • 1.

    Inwoners kunnen zich voor schuldhulpverlening aanmelden bij het college of bij het Algemeen Maatschappelijk Werk. Een rechthebbende moet aan de volgende minimale voorwaarden voldoen:

  • a.

    hij beschikt over een vaste woon- en verblijfplaats en is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Nunspeet;

  • b.

    hij dient zich te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Als geldig legitimatiebewijs gelden de documenten genoemd in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht;

  • c.

    hij is niet rechtens zijn vrijheid ontnomen of zijn vrijheid zal niet binnenkort worden ontnomen.

  • 2.

    Bij in gemeenschap van goederen gehuwden of geregistreerde partners kan een aanvraag schuldhulpverlening alleen gezamenlijk door beide partners worden gedaan. Bij gehuwden op huwelijkse voorwaarden en/of een beperkte gemeenschap moeten beide partners apart een aanvraag indienen. Als er sprake is van beschermingsbewind moet de bewindvoerder mede ondertekenen.

  • 3.

    Schuldhulpverlening is breed toegankelijk. Wanneer sprake is van een weigeringsgrond zoals bedoeld in lid 1 van artikel 6, dan wordt de aanvrager voor zover mogelijk naar een andere instelling of traject begeleid.

  • 4.

    Een aanvrager van schuldhulpverlening kan naar het oordeel van het college in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bestaande uit één of meerdere van de volgende diensten:

  • a.

    advies- of informatiegesprek: raadgeving op basis van individuele omstandigheden als andere diensten niet ingezet kunnen of hoeven te worden;

  • b.

    budgetbeheer;

  • c.

    budgetcoaching;

  • d.

    stabiliseringsmiddelen opstart budgetbeheer of budgetcoaching

  • e.

    stabilisatietraject;

  • f.

    saneringskrediet;

  • g.

    schuldbemiddeling;

  • h.

    duurzame financiële dienstverlening (DFD): langdurige stabilisatie voor de betaling van de primaire vaste lasten als er geen zicht is op een schuldregeling;

  • i.

    verklaring ex. art. 285 Faillissementswet voor toepassing van de Wsnp: document waarmee men bij de rechtbank de wettelijke schuldsanering kan vragen;

  • j.

    nazorg.

  • 5.

    De in lid 4 van dit artikel genoemde diensten worden aangeboden en uitgevoerd conform de gedragscode, richtlijnen en modulen van de NVVK en worden opgenomen in het met de aanvrager opgestelde plan van aanpak.

  • 6.

    Indien de diensten uit lid 4 van dit artikel ontoereikend of niet passend zijn in de individuele situatie van de belanghebbende kan het college de belanghebbende een andere dienst of voorziening aanbieden.

Artikel 4. Voorwaarden en verplichtingen schuldhulpverlening

  • 1.

    Om de schuldhulpverlening te doen slagen is de medewerking en de inzet van de aanvrager noodzakelijk. Bij geen of onvoldoende medewerking kan de aanvraag schuldhulpverlening buiten behandeling worden gesteld, worden afgewezen of voortijdig worden beëindigd. Er is in ieder geval sprake van geen of onvoldoende medewerking als de aanvrager:

  • a.

    niet verschijnt op een oproep van het college, nadat een hersteltermijn is gegeven;

  • b.

    geen, onjuiste of onvolledige informatie verstrekt of heeft verstrekt;

  • c.

    naar oordeel van het college verwijtbaar nieuwe schulden is aangegaan na de aanvraag schuldhulpverlening;

  • d.

    zich niet houdt aan de opgelegde voorwaarden of gemaakte afspraken in het kader van de schuldhulpverlening niet nakomt;

  • e.

    niet meewerkt aan de totstandkoming van het plan van aanpak of een overeenkomst in het kader van de schuldhulpverlening bijvoorbeeld budgetbeheer en/of schuldregeling of juiste uitvoering van het plan van aanpak en/of een dergelijke overeenkomst;

  • f.

    niet meewerkt aan doorverwijzingen naar andere instanties ter ondersteuning van het schuldhulpverleningstraject en niet voldoet aan de verplichting tot begeleiding door een erkende hulpverleningsinstelling;

  • g.

    niet meewerkt aan het oplossen van de onderliggende oorzaak van de schulden, psychosociale problemen en/of verslavingsproblematiek als dat – naar het oordeel van het college - nodig is voor het slagen van het schuldhulpverleningstraject of het voorkomen van terugval;

  • h.

    niet de beschikking heeft over een betaalrekening op eigen naam en zonder debetstand bij een reguliere bank. Het college kan de verplichting opleggen om een basisbankrekening te openen als voorwaarde voor de inzet van stabilisatie, budgetbeheer, betalingsregelingen en/of een schuldregeling;

  • i.

    niet meewerkt aan het verkrijgen of behouden van een stabiel inkomen;

  • j.

    geen toestemming verleent aan het college om relevante informatie in te winnen en te verstrekken bij en aan derden.

  • k.

    de overeengekomen aflossingsverplichtingen niet nakomt en de beschikbare afloscapaciteit niet benut voor het aflossen van schulden.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht gedurende de periode van schuldbemiddeling, naar het oordeel van het college, aantoonbare inspanningen te verrichten om zijn inkomsten te vergroten.

  • 3.

    De aanvrager is verplicht om direct en uit eigen beweging dan wel op verzoek van de gemeente alle gegevens door te geven waarvan het hem duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening.

  • 4.

    In het kader van de schuldhulpverlening is de aanvrager verplicht om de onderstaande verzekeringen af te sluiten, de polis(sen) te overleggen en de verschuldigde premies te betalen van:

  • a.

    zorgverzekering;

  • b.

    wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) voor particulieren en Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AvB) voor ondernemers;

  • c.

    inboedelverzekering;

  • d.

    opstalverzekering bij bewoning van een woning in eigendom.

Artikel 5. Wacht- en doorlooptijden

  • 1.

    Het eerste gesprek, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid Wgs, waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld, vindt plaats binnen vier weken nadat:

  • a.

    een inwoner zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening; of

  • b.

    het college een vroegsignaal als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b van de Wgs heeft ontvangen, in het geval de inwoner het hulpaanbod heeft geaccepteerd.

  • 2.

    Binnen uiterlijk acht weken na het eerste gesprek, zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt een beschikking afgegeven met daarin het besluit op de aanvraag schuldhulpverlening, inhoudende:

  • a.

    een toekenning schuldhulpverlening met een plan van aanpak; of

  • b.

    een weigering tot schuldhulpverlening.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste ge-sprek, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid Wgs, door de inwoner wordt aangegeven af te zien van verdere schuldhulpverlening.

Artikel 6. Weigerings- en beëindigingsgronden

  • 1.

    De inwoner kan worden uitgesloten van schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de aanvrager geen inwoner is van de gemeente Nunspeet;

  • b.

    de inwoner geen geldige verblijfsstatus in Nederland heeft in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • c.

    de inwoner eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening (recidive):

  • i.

    als een aanvrager binnen een jaar gerekend vanaf de datum van het besluit tot afwijzing van de aanvraag een nieuwe aanvraag indient, kan het college besluiten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, tenzij er sprake is van aantoonbaar gewijzigde omstandigheden;

  • ii.

    als een aanvrager binnen twee jaar na voortijdige beëindiging van een schuldregeling, gerekend vanaf de datum van de beëindigingsbeschikking, een nieuwe aanvraag indient, kan het college besluiten dat er geen schuldregeling wordt aangeboden;

d. de inwoner fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroor-deeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opge-legd.

  • 2.

    Het college kan overgaan tot beëindiging van de schuldhulpverlening als:

  • a.

    het traject en/of het plan van aanpak succesvol is afgerond;

  • b.

    de aanvrager niet of in onvoldoende mate de voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in artikel 4 nakomt of is nagekomen;

  • c.

    de inwoner hier schriftelijk om verzoekt;

  • d.

    de inkomens-, woon- of leefsituatie van de aanvrager dermate onzeker is geworden, dat schuldhulpverlening niet meer mogelijk is;

  • e.

    de inwoner niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2. Tenzij een inwoner naar een andere gemeente verhuist terwijl er sprake is van een lopende schuldbemiddeling;

  • f.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan de inwoner is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college een andere beslissing zou zijn genomen;

  • g.

    zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers belast met de werkzaamheden voor de schuldhulpverlening. Onder misdraging wordt in elk geval verstaan: verbaal geweld, discriminatie, lichamelijk geweld of dreiging met lichamelijk geweld, gijzelneming, huis-of lokaalvredebreuk met geweld en dreiging met geweld;

  • h.

    de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de inwoner, niet (langer) passend is.

  • 3.

    Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging van schuldhulpverlening, wordt de inwoner een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 7. Nazorg

Bij beëindiging van een traject schuldhulpverlening beoordeelt het college in welke vorm de belanghebbende nazorg moet worden aangeboden ter voorkoming van nieuwe schulden.

Artikel 8. Vroegsignalering

  • 1.

    Het college is verplicht de inwoner een hulpaanbod te doen als hij een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald signaal van een schuldeiser ontvangt over een betalingsachterstand dat een goede indicatie vormt voor grotere schuldenproblematiek. Dit betreft signalen van betalingsachterstanden die betrekking hebben op:

  • a.

    Huur

  • b.

    Drinkwater

  • c.

    Zorgverzekering

  • d.

    Elektra

  • e.

    gas

  • 2.

    Zowel een enkelvoudig signaal als combinaties van signalen op een adres kunnen aanleiding zijn om een outreachend hulpaanbod te doen.

  • 3.

    De uitkomsten c.q. de gemaakte afspraken met de inwoner naar aanleiding van het hulpaanbod worden binnen 28 kalenderdagen na ontvangst van het signaal, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 van dit artikel, teruggekoppeld aan de schuldeiser.

  • 4.

    Schuldeisers dienen aan de voorwaarden van sociale incasso te voldoen voordat zij signalen van betalingsachterstanden aanleveren bij het college:

  • a.

    schuldeisers sturen ten minste één schriftelijke betalingsherinnering;

  • b.

    spannen zich in om in persoonlijk contact treden met de klant (telefonisch, aan de deur of aan de balie) en;

  • c.

    verwijzen klanten met betalingsachterstanden naar de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 9. Gegevensuitwisseling en samenwerking

  • 1.

    Om de inwoner te ontzorgen en uitval tijdens het schuldhulpverleningstraject te voorkomen biedt de gewijzigde Wgs de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen ten behoeve van vroegsignalering, de toegang tot schuldhulpverlening en het plan van aanpak:

  • a.

    er wordt binnen de gemeente navraag gedaan of een inwoner bekend is bij de uitvoering van de Participatiewet, de Wmo 2015 en/of de Jeugdwet zodat er integraal samengewerkt kan worden. Het college heeft hierbij bijzondere aandacht voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen;

  • b.

    het college maakt gebruik van de bevoegdheid, zoals benoemd in artikel 8 en 8a t/m d van de Wgs, om gegevens te hergebruiken voor zover noodzakelijk voor schuldhulpverlening.

  • c.

    het college maakt gebruik van de bevoegdheid om voorafgaand aan het nemen van een besluit op een aanvraag schuldhulpverlening gegevens over fraude of recidive die van belang zijn voor dit besluit op te vragen bij andere bestuursorganen. Het college kan de informatie uit het CKI en Insolventieregister gebruiken om te toetsen op recidive.

  • 2.

    Het college maakt actief afspraken met schuldeisers. Met deze afspraken wordt in algemene zin preventie van schulden en schuldhulpverlening beoogd, maar ook vroegsignalering van schulden. De afspraken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit:

  • a.

    het gevoerde incassobeleid;

  • b.

    invulling van vroegsignalering;

  • c.

    samenwerking bij schuldregelingen.

  • 3.

    Het college informeert gerechtsdeurwaarders, verstrekkers van signalen, schuldeisers, be-windvoerders en kredietverstrekkers op het moment dat de inwoner een beschikking heeft ontvangen met toegang tot de schuldhulpverlening. De beschikking wordt geregistreerd in het Centraal Krediet Informatiesysteem.

Artikel 10. Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

  • 1.

    Het college neemt conform artikel 4a lid 4 van de gewijzigde Wgs bij het opstellen van het plan van aanpak de beslagvrije voet zoals geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in acht. De beslagvrije voet bedraagt altijd ten minste 5% van het totale netto-inkomsten uit arbeid of uitkering voor aflossing van schulden.

  • 2.

    Bij een lopende schuldbemiddeling vindt jaarlijks een heronderzoek plaats. Bij het heronderzoek krijgt de schuldhulpverlening te maken met de Wvbvv (Wet vereenvoudiging beslagvrije voet) en wordt de afloscapaciteit indien nodig aangepast naar ten minste 5%.

  • 3.

    Het college houdt vanaf 1 januari 2021 5% van het inkomen in op een door het college verstrekte uitkering aan een belanghebbende als er sprake is van een beslag.

  • a.

    Het college reserveert maandelijks 5% voor vakantiegeld en kan kiezen om geen vakantiegeld uit te betalen aan belanghebbende, zodat het gereserveerde vakantiegeld kan wordt benut ter aflossing van de bestaande schulden.

  • b.

    Beslagen en verrekeningen die zijn ontstaan voor 1 januari 2021 worden binnen 12 maanden herberekend conform de Wvbvv.

  • c.

    De inhouding van 5% heeft slechts betrekking op situaties bij beslag en verrekeningen. Niet op situaties zoals het aflossen van een lening in het kader van het Bbz 2004.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van deze beleidsregels, indien wegens bijzondere omstandigheden toepassing voor de verzoeker onevenredige gevolgen zou hebben zoals bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12. Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Nunspeet 2012 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Nunspeet 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Nunspeet 2024.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet in de vergadering van 17 oktober 2023.

Algemene toelichting

Met de inwerkingtreding van de Wgs op 1 juli 2012 valt schuldhulpverlening onder de Awb. De Beleidsregels schuldhulpverlening verduidelijken wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan de inwoners zich dient te houden. De gemeente weet op haar beurt welke verplichtingen zij aan de inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Gemeente Nunspeet werkt conform de gedragscodes en modulen van de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.

 

Door ontwikkelingen in verschillende soorten wetgeving, te weten het aanpassen van de Wsnp-termijn van 36 maanden naar 18 maanden en het schrappen van de recidivetermijn in de Faillissementswet, is het noodzakelijk om de beleidsregels te herijken.

 

Daarnaast heeft de gemeenteraad van de gemeente Nunspeet in juni 2023 het Uitvoeringsplan Bestaanszekerheid en Schulden gemeente Nunspeet 2023 vastgesteld. Hierin staan een aantal actiepunten benoemd die de drempel tot toegang tot (gemeentelijke) voorzieningen moeten verlagen (bijvoorbeeld het stimuleren van saneringskredieten). Deze actiepunten zijn waar nodig verwerkt in de herijkte beleidsregels.

 

Artikelsgewijze toelichting

Onderstaand zijn de artikelen benoemd die verdere toelichting behoeven.

 

Artikel 2. Doelgroep

Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van gemeente Nunspeet van 18 jaar en ouder. Het college hanteert als uitgangspunt dat alle inwoners in aanmerking komen voor minnelijke schuldhulpverlening. Er worden geen groepen op voorhand uitgesloten. Iedereen moet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Drempels die de participatie van mensen in gevaar brengen willen we zoveel mogelijk wegnemen. Schulden kunnen zo’n drempel vormen.

 

(Ex-)ondernemers hebben net als anderen als natuurlijke personen ook toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. (Ex-)ondernemers kunnen toegang krijgen tot schuldhulpverlening, wanneer de weigeringsgronden van lid 1 van artikel 6 niet van toepassing zijn. De gemeentelijke Bbz-consulent adviseert en begeleid (ex)-ondernemers richting gespecialiseerde schuldhulpverlening. Het kan per situatie verschillen welke vorm van hulpverlening gewenst is en welk instrument wordt ingezet. Te denken valt aan: Bbz 2004, Wet Homologatie onderhands akkoord, Time-Out Arrangement, een dwangakkoord, een minnelijke regeling of Wsnp.

 

Artikel 3. Aanvraag schuldhulpverlening

Een inwoner die een beroep wil doen op de gemeentelijke schuldhulpverlening, moet zich wenden tot de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft. Nunspeet heeft een integrale toegang tot schuld-hulpverlening georganiseerd met de schuldhulpverleningsconsulent van de gemeente en het algemeen maatschappelijk werk. Een inwoner kan zich melden bij beide partijen, waarna er een laagdrempelig integraal gesprek plaatsvindt. Dit vindt bij voorkeur plaats door middel van een huisbezoek. Er wordt een screening gedaan van zowel de financieel/administratieve situatie als van de psychosociale situatie. Ook wordt onderzocht wat de inwoner zelf kan en wat zijn netwerk/vrijwilligers/professionals kunnen oppakken. Na de intake wordt een plan van aanpak opgesteld (Let op! Dit is niet het plan van aanpak ten behoeve van de schuldregeling). Daar waar sprake is van een problematische schuld wordt geadviseerd om een aanvraag voor schuldhulp-verlening in te dienen.

 

Om tot een minnelijke schuldregeling te komen, is het noodzakelijk dat de inwoner een inkomen heeft, dan wel zicht op een inkomen heeft wanneer het om een ondernemer gaat. Zonder dit inkomen kunnen er onvoldoende afspraken worden gemaakt met de bestaande schuldeisers en zal een schuldregeling in de regel niet succesvol zijn. Tot het inkomen worden alle vermogens- en inkomensbestanddelen gerekend waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Voor de beoordeling of en in hoeverre middelen bij de beoordeling van de aanvraag schuld-hulpverlening en gedurende het schuldhulpverleningstraject in aanmerking worden genomen, wordt aangesloten bij de werkgroep Rekenmethode VTBL van Recofa.

 

De gemeente Nunspeet hanteert een standaardformulier voor het aanvragen van schuldhulpverlening. Na ontvangst van het formulier wordt een aanvraaggesprek gepland. Overal waar gesproken wordt van de aanvrager, gelden de voorwaarden e.d. ook voor een eventuele partner en zijn gezin.

 

Het college zal schuldhulpverlening verlenen indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Daar waar de inwoner in staat wordt geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening beperkt blijven tot informatie en advies. Indien andere problematiek het slagen van de hulpverlening in de weg staat, dient de aanvrager deze problematiek aan te pakken, dan wel mee te werken aan een ander traject alvorens een aanvraag in te dienen voor schuldhulpverlening.

 

Met de herijking van de beleidsregels zijn ook ‘budgetcoaching’ en ‘stabiliseringsmiddelen opstart budgetbeheer of budgetcoaching’ als dienst binnen de schuldhulpverlening opgenomen. Budgetcoaching helpt inwoners om al gedurende de schuldregeling getraind te worden om na afloop van een traject schuldenvrij te blijven. Het belang van tijdige coaching is groter geworden door het verkorten van de Wnsp-periode van 36 naar 18 maanden. Omdat de opstartfase van budgetcoaching of budgetbeheer levert vaak veel stress op voor de inwoner vanwege het aanpassen van de geldstromen/rekeningen. Om deze stress (en dus de kans op uitval uit een schuldentraject) te verminderen, heeft het college daarom de mogelijkheid om (in principe eenmalig) stabiliseringsmiddelen te verstrekken, zodat de inwoner in ieder geval middelen heeft voor de dagelijkse boodschappen in deze fase. Hierbij wordt waar mogelijk aangesloten bij Nibud-leefgeldnormen.

 

Artikel 4. Voorwaarden en verplichtingen schuldhulpverlening

Met dit artikel wordt uitleg gegeven aan de inlichtingenplicht en de medewerkingsplicht die de Wgs oplegt. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de inwoner om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1b) en medewerking te verlenen (lid 1). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Met betrekking tot het nakomen van afspraken (lid 1d) geldt bijvoorbeeld dat afgesproken kan worden dat een klant in budgetbeheer gaat, zijn vaste lasten laat doorbetalen en bijvoorbeeld flankerende begeleiding van verslavingszorg accepteert. Deze verplichtingen worden schriftelijk vastgelegd. De genoemde verplichtingen betreffen voorbeelden, het is geen limitatieve opsomming.

 

Bij de voor de integrale schuldhulpverlening noodzakelijke bewijsstukken kan gedacht worden aan:

• geldig identiteitsbewijs;

• actuele gegevens met betrekking tot de vaste lasten;

• actuele gegevens met betrekking tot de inkomsten;

• actuele bankafschriften;

• actuele gegevens betreffende de schuldeisers.

 

Bij persoonlijke omstandigheden kan gedacht worden aan:

• wijzigingen in de gezinssamenstelling (samenwoning/echtscheiding/zwangerschap);

• te verwachten erfenis;

• medische beperkingen die gevolgen hebben voor de inzet op de arbeidsmarkt.

 

Bij financiële omstandigheden kan gedacht worden aan:

• wijziging van de huur;

• wijziging van de zorgpolis;

• wijziging van toeslagen;

• verlies van baan;

• wijziging van inkomsten (soort en hoogte).

 

Houdt de inwoner zich niet aan de verplichtingen, dan kan dit er toe leiden dat de inzet van een dienst of de gehele integrale schuldhulpverlening wordt beëindigd. Afhankelijk van de dienst en de situatie van de belanghebbende kunnen aanvullende verplichtingen gelden. Zo kent het minnelijk traject veel verplichtingen voor de inwoner. Een belangrijke verplichting is het verrichten van inspanningen om het inkomen te vergroten. Met name van de werkloze mag worden verwacht dat hij zich (naar vermogen) tot het uiterste inspant om werk te vinden. Dat geeft de beste kansen op het slagen van het minnelijk traject en een duurzaam effect van de schuldregeling.

 

Artikel 5. Wacht- en doorlooptijden

De bepalingen van dit artikel zijn afkomstig uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, artikel 4 en 4a en bevatten de wettelijke termijnen uit de Wgs. In de praktijk streven we naar zo kort mogelijke doorlooptijden die ruim binnen deze termijnen vallen. Dit kan door te investeren in contacten met schuldenaren, schuldeisers en andere betrokken partijen. Het traject van schuldregeling wordt zo verkort.

 

Daarnaast vindt er een meldgesprek plaats, nog voordat het aanvraaggesprek wordt gehouden waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Het streven is het meldgesprek binnen één week nadat de inwoner (schriftelijk of mondeling) heeft aangegeven gebruik te willen maken van schuldhulp-verlening te laten plaatsvinden. Het doel hiervan is om te onderzoeken of schuldhulpverlening het juiste middel is voor de inwoners, of de inwoner gemotiveerd is en/of er nog op andere terreinen ondersteuning nodig is voordat er een aanvraag schuldhulpverlening kan worden ingediend.

 

Artikel 6. Weigerings- en beëindigingsgronden

In dit artikel wordt aangegeven dat, indien één van de omschreven punten van lid 1 en/of 2 van toepassing is op de situatie van de inwoner, de schuldhulpverlening wordt geweigerd dan wel beëindigd. Voordat het besluit tot weigering of beëindiging wordt genomen krijgt de inwoner een hersteltermijn aangeboden (lid 3). Indien de inwoner binnen de hersteltermijn de afspraken niet nakomt of niet meewerkt dan wordt de schuldhulpverlening geweigerd dan wel beëindigd.

 

De beschikking tot weigering bevat de motivering. Er is slechts één absolute weigeringsgrond welke is opgenomen in lid 4 van artikel 3 Wgs, te weten een persoon die geen verblijfstatus heeft komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. De motivering kan beperkt blijven tot de constatering dat iemand geen verblijfstatus heeft. De overige reden om te weigeren zijn minder absoluut (artikel 3, tweede en derde lid, Wgs) en vereisen een deugdelijke motivering. De Weigerings- en beëindigingsgronden gelden niet voor het hebben van een advies- of informatiegesprek met een consulent schuldhulpverlening.

 

Voor mensen die recidiveren is een termijn bepaald waar binnen aanvragen kunnen worden geweigerd. De termijn varieert afhankelijk van het voorgaande bereikte resultaat. Voor mensen die uitvallen is gedurende de aanvraagprocedure is de termijn bepaald op een jaar (lid 1 onder C i). Voor mensen die uitvallen gedurende het minnelijk traject is de termijn bepaald op twee jaar (lid 1 onder C ii).

 

Artikel 7. Nazorg

Nazorg omvat alle activiteiten die plaatsvinden na beëindiging van het traject schuldhulpverlening, gericht op het voorkomen van herhaling.

 

Artikel 8. Vroegsignalering

Sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde Wgs op 1 januari 2021 is vroegsignalering een wettelijke taak van de gemeente. Het doel van vroegsignalering is in een zo vroeg mogelijk stadium inwoners met financiële problemen in beeld krijgen, zodat zij vroegtijdig ondersteuning kunnen ontvangen en grotere schuldproblematiek kan worden voorkomen. Dit proces komt dus nog voor een eventuele aanvraag voor schuldhulpverlening. Op het moment dat iemand al bekend is bij schuldhulpverlening wordt een signaal over een betalingsachterstand binnen het al bestaande hulptraject opgepakt. Als een inwoners tijdens de vroegsignalering aangeeft gebruik te willen maken van schuldhulpverlening treedt de reguliere werkwijze rond de integrale toegang tot schuldhulpverlening in werking.

 

Artikel 9. Gegevensuitwisseling en samenwerking

Gegevensuitwisseling en samenwerking in het kader van schuldhulpverlening en vroegsignalering is niet gelimiteerd tot hetgeen dat in dit artikel omschreven is. Artikel 8 en de artikelen 8a t/m 8d van de Wgs vormen de wettelijke grondslag voor gegevensdeling. De wijziging van de Wgs faciliteert enerzijds de gegevensuitwisseling tussen schuldhulpverleners en schuldeisers met als doel vroegsignalering van schulden en creëert anderzijds een grondslag voor de gegevensuitwisseling voor het besluit over de toegang tot en het plan van aanpak voor de schuldhulpverlening.

 

De gegevens die mogen worden uitgewisseld met als doel vroegsignalering van schulden, zijn opgenomen in het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (Bgs). Het gaat hierbij om betalingsachterstanden op vaste lasten, zoals huur, energie, water en zorgverzekering. Na ontvangst van een vroegsignaal dient het college binnen vier weken uit eigen beweging schuldhulpverlening aan te bieden. Om de wacht- en doorlooptijden voor schuldhulpverlening te versnellen, is opgenomen dat het college na ontvangst van een hulpvraag de bevoegdheid krijgt om gegevens op te vragen die noodzakelijk zijn om de inkomens- en schuldenpositie te bepalen.

 

Artikel 10. Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Op 1 januari 2021 is de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv) inwerking getreden. De beslagvrije voet werd onder de voormalige regelgeving om diverse redenen vaak te laag vastgesteld, waardoor inwoners in (grotere) financiële problemen terechtkwamen.

Met de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is een eenduidige manier van berekenen van de beslagvrije voet door beslagleggers op periodieke vordering gewaarborgd (via een centrale reken-tool). Zodat inwoners beter in hun bestaansminimum beschermd zijn en de beslagvrije voet eenvoudiger te controleren is. Een inwoner is niet meer belast met het aanleveren van gegevens maar heeft door de Wvbvv een controlerende rol. Door de informatie automatisch op te halen uit systemen wordt een correcte vaststelling bevorderd. Voor verschillende afdelingen (schuldhulp-verlening en inkomensconsultenten) is het soms nodig om de beslagvrije voet te berekenen. Dat kan nu sneller en eenvoudiger met de nieuwe rekentool.

 

In de wet is een verplichte beslagvolgorde vastgelegd, zodat beslaglegging door verschillende schuldeisers zoveel mogelijk op dezelfde inkomstenbron plaatsvindt. Daarnaast is het proces van beslagleggen gewijzigd om beslagen zoveel mogelijk te concentreren en beter te coördineren.

 

De nieuwe wet introduceert ook een nieuwe rol, de coördinerend deurwaarder. Deze is het (centrale) aanspreekpunt van de inwoner voor de bij hem gelegde beslagen en is ook aanspreekpunt voor andere beslagleggers en inhoudingsplichtigen voor wat betreft de beslagvrije voet en de gegevens waarop deze is gebaseerd. In sommige gevallen zal de gemeente de rol van coördinerend deurwaarder op zich nemen. Wanneer dit het geval is, is wettelijke bepaald en afhankelijk van de beslagvolgorde.

 

Artikel 11. Hardheidsclausule

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere of onvoorziene omstandigheden af te wijken van deze beleidsregels ten gunste van de inwoner wanneer de toepassing van de regels onevenredige gevolgen heeft voor de inwoner. Het gebruik hiervan moet worden beschouwd als uitzondering en niet als regel. Er moet dan ook duidelijk worden aangegeven waarom in een bepaalde situatie van de beleidsregels wordt afgeweken, mocht dit het geval zijn.

 

Een voorbeeld om af te wijken is als er sprake is van een situatie waarin jonge (inwonende minderjarige) kinderen de dupe kunnen worden. Bij een dreigende situatie als woningontruiming en afsluiting van energie kunnen kinderen beschermd worden als zij het slachtoffer dreigen te worden van de problematische schuldsituatie van hun ouders. Met dit artikel geeft het college zichzelf de ruimte om in zulke gevallen af te wijken van deze beleidsregels.

 

Hoewel deze hardheidsclausule al rechtstreeks uit artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht volgt, heeft het college uit hoofde van duidelijkheid ervoor gekozen om eenzelfde bepaling toch op te nemen in dit artikel.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de voorzitter,

A. Heijkamp C.W.J. Blom

Naar boven