Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022

Toelichting

 

Deze wijzigingsregeling regelt het verhogen van het subsidieplafond en het uitbreiden van het aanbod van de subsidie 'versterken van basisvaardigheden voor laaggeletterde volwassenen' en de subsidie ‘taal voor specifieke doelgroepen volwassenen’. Daarnaast worden subsidieactiviteiten die eerder waren uitgesplitst onder verschillende paragrafen samengevoegd onder de ‘subsidie voor laagdrempelige activiteiten ter versterking van taal, rekenen en digitale vaardigheden voor volwassenen' en is het subsidieplafond voor deze activiteit opgehoogd. Tot slot is het subsidieplafond voor de subsidie ‘Haagse taalketenaanpak’ ook opgehoogd met als doel dat de samenwerking en infrastructuur van de Haagse taalketen kan worden geïntensiveerd en versterkt.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022:

 

Artikel I

De Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A

    Aan artikel 1.4 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt:

    4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.4, tweede lid, van deze subsidieregeling worden, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV, aanvragen voor het subsidie voor het jaar 2024 ingediend in het tijdvak gelegen tussen 1 december 2023 tot en met 31 oktober 2024.

 

  • B

    Aan artikel 2.1.2 wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    c. activiteiten die ondersteunend of aanvullend zijn aan de activiteiten genoemd onder a, zoals online oefenmateriaal en het organiseren van taalstages voor de regio Haaglanden.

 

  • C

    In artikel 2.1.3, derde lid, onder j, wordt “4.000” vervangen door: 6.000.

 

  • D

    Artikel 2.1.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 2.1.4 Hoogte van de subsidie

    1. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, bedraagt maximaal € 6.217.987,- per aanvrager.

    2. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, bedraagt maximaal € 2.416.000,- per aanvrager.

    3. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder c, bedraagt maximaal € 155.000,- per aanvrager.

 

  • E

    Artikel 2.1.5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 2. 1 .5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 5.655.022,- voor het kalenderjaar 2023. Dit bedrag kan wijzigen afhankelijk van het bedrag dat het Rijk beschikbaar stelt op grond van artikel 2.3.1 van de WEB.

    2. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 2.623.500,- voor het kalenderjaar 2023.

    3. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 6.217.987,- voor het kalenderjaar 2024. Dit bedrag kan wijzigen afhankelijk van het bedrag dat het Rijk beschikbaar stelt op grond van artikel 2.3.1 van de WEB.

    4. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 2.416.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    5. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder c, geldt een subsidieplafond van € 155.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    6. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

  • F

    Artikel 2.2.2, onderdeel b wordt gewijzigd en komt te luiden:

    b. het uitvoeren van een activiteitenplan, uitgevoerd door professionele docenten of getrainde vrijwilligers, gericht op taallessen op diverse niveaus voor deelnemers uit moeilijker te bereiken groepen die aansluiten bij de prioritaire doelgroepen uit de Taalnota en die niet aan regulier taalaanbod deelnemen of kunnen deelnemen.

 

  • G

    Artikel 2.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

    1 Onderdeel b komt te luiden:

    b. activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.2.2, worden uitgevoerd met de inzet van getrainde vrijwilligers en of professionele docenten;

    2 Onderdeel c komt te luiden:

    c. training en begeleiding aan vrijwilligers wordt geboden, indien gewerkt wordt met de inzet van getrainde vrijwilligers;

    3 In onderdeel e wordt “250” vervangen door: 300.

 

  • H

    Artikel 2.1.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 2. 2 .4 Hoogte van de subsidie

    1. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, bedraagt maximaal € 775.500,- per aanvrager.

    2. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, bedraagt maximaal € 275.000,- per aanvrager.

 

  • I

    Artikel 2.2.5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 2.2.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 700.500,- voor het kalenderjaar 2023.

    2. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 175.000,- voor het kalenderjaar 2023.

    3. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 775.500,- voor het kalenderjaar 2024.

    4. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 275.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    5. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

  • J

    Paragraaf 2.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Paragraaf 2.3 Subsidie voor laagdrempelige activiteiten ter versterking van taal, rekenen en digitale vaardigheden voor volwassenen

     

    Artikel 2.3.1 Doel van de subsidie

    Het doel van de subsidie is om aan volwassenen, groepsgewijs of individueel, laagdrempelige activiteiten aan te bieden in Den Haag die bijdragen aan het verbeteren van taal, rekenen en digitale basisvaardigheden en in het verlengde daarvan aan zelfredzaamheid in de samenleving.

     

    Artikel 2.3.2 Activiteiten

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het uitvoeren van één of een combinatie van de volgende activiteiten:

    a. activiteiten waarmee deelnemers werken aan het behouden van het huidige taalniveau en mogelijk kunnen doorstromen naar andere activiteiten waaronder participatieactiviteiten;

    b. activiteiten gericht op het behouden of versterken van de spreekvaardigheid van deelnemers voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, door het oefenen van de Nederlandse taal met een vrijwilliger;

    c. alternatieve laagdrempelige activiteiten gericht op het versterken van de basisvaardigheden of activiteiten die ondersteunend of aanvullend zijn aan het doel zoals bedoeld in artikel 2.3.1.

     

    Artikel 2.3.3 Doelgroep en aanvraag

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon die bij de aanvraag aantoont dat:

    a. over aantoonbare expertise en ervaring wordt beschikt om de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.3.2, uit te voeren;

    b. de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.3.2, worden uitgevoerd met de inzet van professionals of getrainde vrijwilligers;

    c. training en begeleiding aan vrijwilligers wordt geboden als de activiteit uitgevoerd wordt met de inzet van vrijwilligers;

    d. wordt samengewerkt met commerciële en gesubsidieerde organisaties in Den Haag en in de regio om taalachterstand bij laaggeletterden en anderstaligen te verminderen;

    e. wordt samengewerkt met andere organisaties om deelnemers door te verwijzen naar een vervolgtraject of -activiteit;

    f. een proces wordt gevolgd van intake, voortgangsmeting en rapportage op resultaat van deelnemers;

    g. aan deelnemers een duidelijke beschrijving wordt geboden van de aard en omvang van de trajecten en activiteiten; en

    h. gebruik kan worden gemaakt van geschikte locaties in Den Haag en van geschikte leermiddelen en digitale leermiddelen voor het uitvoeren van de activiteiten.

     

    Artikel 2.3.4 Hoogte van de subsidie

    Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 bedraagt maximaal € 80.000,- per activiteit per aanvrager.

     

    Artikel 2.3.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 geldt een subsidieplafond van € 412.500,- voor het kalenderjaar 2024.

    2. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

     

    Artikel 2. 3 .6 Wijze van verdeling

    1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

    2. Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

 

  • K

    Aan artikel 2.4.3, derde lid, wordt een onderdeel toegevoegd dat luidt:

    h. de infrastructuur voor samenwerking binnen de taalketen is geborgd, minimaal door het organiseren van een centraal aanspreekpunt binnen en namens de taalketen en voldoende capaciteit van taalcoördinatoren in de verschillende wijken.

 

  • L

    In artikel 2.4.4 wordt “€1.500.000,-” vervangen door: €1.800.000,-.

 

  • M

    Artikel 2.4.5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 2. 4 .5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.2 geldt een subsidieplafond van € 1.500.000,- voor het kalenderjaar 2023.

    2. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.2 geldt een subsidieplafond van € 1.800.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    3. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

  • N

    De paragrafen 2.5 en 2.6 komen te vervallen.

 

  • O

    In artikel 3.1, tweede lid wordt “31 december 2023” vervangen door: 31 december 2024.

 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2023.

 

Den Haag, 24 oktober 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven