Besluit tot wijziging Beleidsregels woonsituatie gemeente Stein 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

gelet op:

  • de artikel 3 van de Participatiewet;

  • artikel 10, lid 1 onder a van de Gemeentewet;

  • het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

overwegende dat:

  • het wenselijk is om bijstandsgerechtigden in de gelegenheid te stellen om een periode ‘op proef’ te gaan samenwonen, zodat ze tijd en ruimte krijgen om een goed besluit te nemen over het al dan niet definitief te gaan samenwonen, zonder angst voor directe consequenties voor hun uitkering.

 

besluit de ‘Beleidsregels woonsituatie gemeente Stein 2021’ als volgt te wijzigen:

Artikel I

Aan Artikel 1 Begripsomschrijving worden de volgende begrippen toegevoegd:

  • d.

    kennismakingsperiode: een periode van maximaal 6 maanden waarin het college bijstandsgerechtigde(n) toestemming geeft om samen te wonen op proef, zoals bedoeld in deze beleidsregels, zonder consequenties voor de uitkering;

  • e.

    bijstandsgerechtigde: de persoon met een uitkering voor het levensonderhoud op grond van de Participatiewet (hierna: PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: IOAW) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna: IOAZ).

 

Artikel 4 wordt nieuw ingevoegd en komt alsvolgt te luiden:

 

Artikel 4 Kennismakingsperiode

  • 1.

    Het college kan op aanvraag aan één of aan beide personen die een uitkering ontvangt of ontvangen, op grond van de Pw, IOAW of IOAZ een kennismakingsperiode verlenen, voor een periode van maximaal 6 maanden.

  • 2.

    De kennismakingsperiode vangt niet eerder aan dan nadat het college schriftelijk toestemming heeft verleend.

  • 3.

    Gedurende de kennismakingsperiode ontvangt de bijstandsgerechtigde een uitkering naar de norm die de belanghebbende ontving ten tijde van de aanvraag van de kennismakingsperiode, waarbij wel rekening gehouden kan worden met overige wijzigingen.

  • 4.

    De kennismakingsperiode moet worden aangevraagd in de gemeente waar de bijstandsgerechtigde, of de afzonderlijke bijstandsgerechtigden, de uitkering ontvang(en). Wanneer er sprake is van twee partners die ieder een bijstandsuitkering ontvangen in een andere gemeenten, dan bestaat het recht op de kennismakingsperiode alleen wanneer beide colleges hierin toestemmen.

 

Artikel 5 wordt nieuw ingevoegd en komt alsvolgt te luiden:

 

Artikel 5 Voorwaarden voor de kennismakingsperiode

Het college verleent toestemming voor de kennismakingsperiode wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    aanvragers hebben niet eerder met elkaar samengewoond,

  • 2.

    er is geen sprake (geweest) van kostgangerschap of onderhuur (van aanvragers),

  • 3.

    beide aanvragers houden hun eigen woonruimte aan,

  • 4.

    indien één van de partners voor een periode van langer dan 28 dagen ten tijde van de kennismakingsperiode in een inrichting als bedoeld in artikel 1 onderdeel f van de Pw verblijft, houdt het recht op de kennismakingsperiode op te bestaan. Wanneer de partner niet langer meer in de inrichting verblijft, kan de kennismakingsperiode opnieuw worden aangevraagd. Bij toekenning herleeft het recht op de kennismakingsperiode voor de periode dat van de oorspronkelijk toegekende 6 maanden resteert. Dit geldt ook wanneer één van beide partners langer dan 28 dagen in het buitenland verblijft en bij detentie.

 

Artikel 6 wordt nieuw ingevoegd en komt alsvolgt te luiden:

 

Artikel 6 Uitsluitingen kennismakingsperiode

Geen kennismakingsperiode wordt verleend indien de aanvragers al eerder het hoofdverblijf hebben gehad op dezelfde woning en

  • a.

    zij met elkaar gehuwd zijn geweest of

  • b.

    uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de andere of

  • c.

    er sprake is van een samenlevingscontract of ondertrouw of

  • d.

    zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3 lid 3 Pw.

 

Het huidige artikel 4 wordt vernummerd tot artikel 7

Artikel II

Aan de toelichting van de Beleidsregels woonsituatie gemeente Stein 2021 wordt een toelichting op de nieuwe artikelen 4, 5, en 6 toegevoegd die alsvolgt komt te luiden.

 

Artikel 4

Dit artikel is een zgn. “kan-bepaling” waaruit blijkt dat het college de bevoegdheid heeft om een kennismakingsperiode te verlenen. Normaliter gaan we ervan uit dat een kennismakingsperiode eenmalig aan bijstandsgerechtigde(n) wordt verleend. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij het college besluit om nog eens een kennismakingsperiode toe te kennen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om situaties waarbij de relatie tijdens de kennismakingsperiode is stukgelopen en waarbij de bijstandsgerechtigde later een nieuwe relatie aangaat (met een andere partner) en graag opnieuw van een kennismakingsperiode gebruik wil maken. Het college wil dan niet uitsluiten dat een verzoek tot gebruikmaking van de kennismakingsperiode meerdere malen kan worden toegekend. We willen hiervoor geen vaste regels vaststellen, omdat we in dergelijke gevallen uitgaan van individueel maatwerk ten gunste van de bijstandsgerechtigde. Dat geldt echter ook andersom indien het voor het college aannemelijk is, dat er misbruik van deze regeling wordt gemaakt, waarbij het bijvoorbeeld aantoonbaar of aannemelijk is dat het instrument kennismakingsperiode wordt ingezet om een (structureel) financieel voordeel te bewerkstelligen dat tegenstrijdig is met de aard en de geest van deze regeling. Dan heeft het college de bevoegdheid om een volgende kennismakingsperiode af te wijzen. In een dergelijke situatie zal het besluit individueel gemotiveerd worden.

 

De kennismakingsperiode is een tijdelijk/kortdurend verblijf van maximaal 6 maanden. Een kennismakingsperiode moet vooraf worden aangevraagd en gaat niet eerder in dan nadat het verzoek schriftelijk is gehonoreerd. Bij de toekenning wordt een aanvangsdatum genoemd.

Gedurende de kennismakingsperiode behoud de bijstandsgerechtigde de reeds toegekende norm voorafgaande aan de kennismakingsperiode (norm alleenstaande resp. alleenstaande ouder). Er dient ook tijdens de kennismakingsperiode wel rekening te worden gehouden met andere wijzigingen in de woon- of leefsituatie, bijvoorbeeld als nog een andere persoon op hetzelfde adres komt inwonen of vertrekt.

 

Als de bijstandsgerechtigde door schending van de inlichtingenplicht tijdens de kennismakingsperiode te veel bijstand ontvangt en het college dit terugvordert, dan geldt de hoofdelijke aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 59 tweede lid Participatiewet niet voor de andere partner. De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt wel voor de terugvorderingen die het gevolg zijn van verzwegen gewijzigde omstandigheden op grond waarvan het college alsnog het besluit had moeten nemen dat er niet langer sprake was van het recht op een kennismakingsperiode. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als beide partners zich bij een andere instantie hebben gepresenteerd of geregistreerd als gezamenlijke huishouding.

 

Artikel 5

Lid 1 en 2:

De kennismakingsperiode is bedoeld voor aanvragers die willen ervaren hoe het is om dag in dag uit samen te verblijven in dezelfde woning. Mensen voor wie dit niet nieuw is (omdat ze eerder met elkaar hebben samengewoond of op een andere manier een woning hebben gedeeld) worden uitgesloten van een kennismakingsperiode.

 

Lid 3:

Ook het opzeggen van de eigen huurwoning e.d. is een indicatie dat onzekerheid over een toekomstige gezamenlijke huishouding ontbreekt.

Bij een kennismakingsperiode wordt de uitkering ongewijzigd voortgezet zodat de ene partner, die bij de partner in gaat wonen, de eigen woning kan aanhouden.

Bij thuiswonenden doet zich deze noodzaak van het aanhouden van een eigen woning niet voor.

 

Artikel 6

Met de uitsluitingsgronden geeft het college gevolg aan het onweerlegbaar rechtsvermoeden ten aanzien van het voeren van een gezamenlijke huishouding zoals dat is beschreven in artikel 3 lid 4 van de Participatiewet. De kennismakingsperiode is ook niet bedoeld voor mensen die al een huwelijksdatum hebben gepland. Dit kan blijken indien aanvrager(s) al in ondertrouw zijn gegaan, d.w.z. dat aanvragers officieel aan de gemeente - om precies te zijn aan de ambtenaar van de burgerlijke stand – hebben gemeld dat ze gaan trouwen.

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Stein in zijn vergadering van 10 oktober 2023.

De Burgemeester

M.F.H. Leurs-Mordang

De Secretaris

W. Ploeg

Naar boven