Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Tholen 2023

De raad van de gemeente Tholen;

 

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 september 2023;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Tholen 2023

 

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;

  • -

    eigenaar: natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een monument;

  • -

    gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;

  • -

    adviescommissie: de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Tholen;

  • -

    onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. als zodanig in stand te houden en/of toekomstig onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • -

    subsidiabele kosten: de door het college vast te stellen direct met het onderhoud van een monument samenhangende kosten waarvoor subsidie kan worden verleend;

  • -

    subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb, te weten: “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”;

  • -

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op gemeentelijke monumenten binnen de gemeente Tholen;

  • 2.

    De in deze verordening beschreven subsidies zijn uitsluitend van toepassing op de natuurlijke of rechtspersoon, die krachtens het eigendomsrecht het genot heeft van een monument, of dit recht aantoonbaar in de naaste toekomst verkrijgt.

Artikel 3. Bevoegdheid

  • 1.

    Het college is bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van onderhoudssubsidies, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening;

  • 2.

    Het college is bij de uitvoering van de in lid 1 van dit artikel genoemde handelingen gebonden aan het in artikel 4 van deze verordening genoemde subsidieplafond;

  • 3.

    Het college kan aan de toekenning van subsidies nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 4. Subsidieplafond

Voor de uitvoering van de subsidieregeling zoals bedoeld in deze verordening is een budget beschikbaar van €120.000,- per kalenderjaar voor de jaren 2024, 2025 en 2026.

§ 2. Onderhoudssubsidie

Artikel 5. Subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van €250,- en een maximum van €3.000,-;

  • 2.

    Er kan maximaal 1 maal per 3 jaar subsidie worden aangevraagd en/of verstrekt voor dezelfde werkzaamheden aan een monument.

Artikel 6. Voorwaarden

  • 1.

    Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie in de kosten van onderhoud worden verstrekt, deze kosten zijn uitsluitend subsidiabel voor zover de werkzaamheden:

    • a.

      noodzakelijk zijn voor het in stand houden van de monumentale waarden van het monument, blijkend uit de redengevende omschrijving;

    • b.

      op een sobere en doelmatige wijze worden uitgevoerd.

  • 2.

    Indien de werkzaamheden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft vergunningplichtig zijn wordt de subsidie alleen verleend als er een vergunning is verleend voor het uitvoeren van die werkzaamheden;

  • 3.

    Met de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt pas begonnen nadat op de aanvraag door het college is beslist;

  • 4.

    Binnen 6 maanden na de verzenddatum van de voorlopige beschikking moet gestart zijn met de werkzaamheden;

  • 5.

    Na aanvang moeten de werkzaamheden binnen 1 jaar worden afgerond;

  • 6.

    Bij onvoorziene omstandigheden, die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen, kan het college de in de leden 4 en 5 van dit artikel genoemde termijnen op verzoek van de aanvrager eenmalig verlengen;

  • 7.

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met schriftelijke toestemming van het college;

  • 8.

    Werkzaamheden van een subsidieaanvraag dienen uiterlijk gereed te zijn voor 1 december 2026.

Artikel 7. Procedure aanvraag en voorlopige beschikking

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gestelde wijze;

  • 2.

    De aanvraag om subsidie dient in ieder geval vergezeld te gaan van de volgende gegevens:

    • a.

      Een werkomschrijving of bestek;

    • b.

      Een offerte van het bedrijf dat, of de bedrijven die, de werkzaamheden zal/zullen uitvoeren of – in geval van zelfwerkzaamheid – een begroting van de benodigde materialen;

    • c.

      Foto’s en/of ander documentatiemateriaal van de bestaande toestand;

    • d.

      Een planning waaruit blijkt wanneer gestart wordt met de werkzaamheden en wanneer deze zijn afgerond;

  • 3.

    Het college kan bepalen dat naast de in lid 2 van dit artikel genoemde gegevens nog andere stukken moeten worden overgelegd, als deze stukken van belang zijn voor de beslissing over subsidietoekenning;

  • 4.

    Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst;

  • 5.

    Een subsidieaanvraag wordt pas in behandeling genomen als deze compleet is;

  • 6.

    Voordat het college een beslissing neemt op een subsidieaanvraag kan het college advies inwinnen van de adviescommissie;

  • 7.

    Het college beslist op een subsidieaanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op maatregelen waarvoor een omgevingsvergunning door het college moet worden afgegeven of op maatregelen waarvoor het college advies vraagt aan de adviescommissie, gaat de periode van 8 weken in op de dag nadat deze vergunning is verleend of het advies van de adviescommissie is ontvangen;

  • 8.

    Uit overschrijding van de in het zevende lid van dit artikel bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd;

  • 9.

    Op basis van de aanvraag wordt de subsidie toegekend bij voorlopige beschikking;

  • 10.

    Aanvragen om subsidie waarover in verband met het overschrijden van het subsidieplafond niet positief kan worden beschikt, worden door het college voor dat betreffende jaar afgewezen;

  • 11.

    Aanvragen als bedoeld in lid 10 van dit artikel behoeven niet opnieuw te worden ingediend. Deze aanvragen worden in het eerstvolgend jaar waarop een subsidieplafond is vastgesteld op de oorspronkelijk ingediende volgorde als eerste in behandeling genomen.

Artikel 8. Afwijzen aanvraag en intrekken subsidieverlening

  • 1.

    Subsidie wordt niet verleend als:

    • a.

      het subsidieplafond als bedoeld in artikel 4 van deze verordening voor dat jaar is bereikt;

    • b.

      niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • c.

      de kosten op grond van een verzekering of enige andere regeling worden gedekt;

  • 2.

    Het college besluit een subsidieverlening in te trekken als:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      de subsidie is toegekend op basis van onjuiste gegevens.

Artikel 9. Definitieve vaststelling en uitbetaling subsidie

  • 1.

    De aanvrager stelt het college voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk in kennis van de startdatum van de werkzaamheden;

  • 2.

    Binnen twee weken na het gereedkomen van de werkzaamheden dient de aanvrager een verklaring in dat de werkzaamheden zijn afgerond;

  • 3.

    Op verzoek van het college toont de aanvrager aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidieverlening zijn verbonden;

  • 4.

    Na gereedkomen van de werkzaamheden legt de eigenaar financiële verantwoording af van de werkelijk gemaakte kosten, met daarbij afschriften van de facturen en bewijzen van betaling op een door de gemeente beschikbaar gestelde wijze;

  • 5.

    De definitieve subsidie wordt vastgesteld op basis van de financiële verantwoording nadat de in de subsidieaanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 6.

    Ten behoeve van de definitieve vaststelling van de subsidie kan het college aan de eigenaar om nadere informatie verzoeken;

  • 7.

    De definitieve subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd respectievelijk minder voorzieningen zijn getroffen;

  • 8.

    De subsidie wordt uitbetaald na de definitieve vaststelling van de subsidie op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 13. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college gemotiveerd afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024;

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Tholen 2023.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 12 oktober 2023.

w.g. M.L.P. Sijbers, voorzitter

w.g. L. Vermeij, griffier

Naar boven