Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 452321 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 452321 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Geestmerambacht
De raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar & Dijk en Waard;
het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht
de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Geestmerambacht te wijzigen waardoor deze als volgt komt te luiden:
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Wanneer het recreatieschap enig zakelijk dan wel persoonlijk recht verwerft op gronden, grenzend aan het in het derde lid bedoelde gebied, is deze regeling ook van toepassing op (het gebied van) die gronden, indien de daartoe bevoegde bestuursorganen van de deelnemende gemeente, tot het grondgebied waarvan deze behoren, bij aangetekende brief hebben medegedeeld hiermede in te stemmen. De in het derde lid bedoelde tekening wordt overeenkomstig aangepast en aanvullend gewaarmerkt.
HOOFSTUK II: BELANG, TAKEN, BEVOEGDHEDEN
De regeling is mede getroffen om er namens de deelnemende gemeenten voor zorg te dragen dat de in het eerste lid, sub a genoemde belang in overeenstemming is met de aspecten van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. In de algemene verordening worden regels vastgesteld, op basis waarvan het recreatieschap de bevoegdheid heeft te handhaven.
Ter verwezenlijking van het in artikel 3 genoemde doel worden aan het recreatieschap onder meer de volgende taken toegekend:
het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 15 en 16 van de Wegenwet voor wat betreft de door het recreatieschap aangelegde c.q. aan te leggen dan wel door een deelnemende gemeente in beheer en onderhoud aan het recreatieschap overgedragen c.q. over te dragen wegen en recreatieve fietspaden/routevoorziening;
het verwerven, ruilen, bezwaren en vervreemden van voor natuur en recreatie van belang zijnde roerende en onroerende zaken, vorderingen of persoonlijke rechten en tot het verhuren, verpachten of op ander wijze in gebruik geven van de werken, inrichtingen, goederen of eigendommen van het recreatieschap.
In aanvulling op de taken, genoemd in het eerste lid kan het recreatieschap op verzoek van een deelnemer voor deze deelnemer in het kader van de doelstelling als bedoeld in artikel 3 en met inachtneming van het door die deelnemer vastgestelde beleid, ook andere adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden verrichten. Dit wordt in een overeenkomst vastgelegd.
Aan het bestuur van het recreatieschap worden ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen en ter verwezenlijking van de in artikel 4 omschreven taken alle bevoegdheden toegekend die aan de bestuursorganen van de deelnemers toebehoren evenals alle bevoegdheden van regeling en bestuur voortvloeiende uit de Wgr en de Gemeentewet, met inachtneming van de beperkingen daarin gesteld en voorts met inachtneming van hetgeen in deze regeling verder is bepaald.
Onder de in het eerste lid overgedragen bevoegdheden worden in ieder geval verstaan:
het uitoefenen van de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 2.1 en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor wat betreft het gestelde in Bijlage I, onderdeel C, categorie 19, onder 19.1, onder g en ten eerste van het Besluit omgevingsrecht (gemotoriseerde modelvliegtuigen, -vaartuigen; -voertuigen).
Het algemeen bestuur besluit niet tot vaststellen van een verordening, dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het dagelijks bestuur zendt daartoe het ontwerp van de verordening aan de raden. De raden van de deelnemende gemeenten zenden binnen drie maanden na ontvangst van het ontwerp van die verordening schriftelijk bericht aan het algemeen bestuur.
Indien de raad van een deelnemende gemeente, op het grondgebied waarvan de verordening betrekking heeft, schriftelijk heeft bericht, dat naar zijn mening de verordening geheel of ten dele niet dient te gelden voor bepaalde aangewezen gebieden van deze gemeente, worden deze gebieden uitgesloten van de werkingssfeer van de betreffende bepalingen van de verordening. Deze uitsluiting geldt slechts indien:
HOOFDSTUK III: ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 6 Samenstelling algemeen bestuur
De raad kan voor elk lid van het algemeen bestuur dat hij heeft aangewezen, tevens één plaatsvervangend lid aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid, tenzij de regeling anders bepaalt.
Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van de bepalingen van deze regeling, een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen. Dit reglement alsmede de daarin aangebrachte wijzigingen worden zo spoedig mogelijk na vaststelling ter kennis gebracht van de colleges en de raden van de deelnemers.
Het algemeen bestuur en de leden van het algemeen bestuur hebben de bevoegdheid personen uit te nodigen als adviseur aan een vergadering deel te nemen dan wel zich te doen bijstaan door één of meer (al dan niet ambtelijke) adviseurs. Het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur kan hieromtrent nadere regels stellen.
Artikel 9 Stemmen en besluitvorming
Wanneer ten aanzien van zaken geen der leden stemming vraagt, wordt aangenomen dat conform het voorstel is besloten. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen dient steeds tot stemming te worden overgegaan, tenzij het bestuur unaniem besluit van stemming af te zien. Als dan wordt, evenals ten aanzien van zaken, aangenomen dat conform het voorstel is besloten.
Indien tot stemming wordt overgegaan, wordt over alle zaken mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ondertekende briefjes. Daarbij wordt de stemverhouding als aangegeven in het eerste en tweede lid in acht genomen.
Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in privaatrechtelijke rechtspersonen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij unanimiteit.
Artikel 11 Vergoedingen en tegemoetkoming
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van artikel 21, eerste en tweede lid van de Wgr voor leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen en dagelijks bestuur, alsmede ten behoeve van de leden en plaatsvervangende leden van een in artikel 16 bedoelde commissie een regeling vaststellen voor een op jaarbasis te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten.
HOOFDSTUK IV: Dagelijks bestuur
Artikel 14 Taken en bevoegdheden dagelijks bestuur
Indien en voor zover het dagelijks bestuur de uitvoering van de zijn toebedeelde taken opdraagt aan de uitvoeringsorganisatie, dient het erop toe te zien dat die taken conform het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid wordt uitgevoerd. Het dagelijks bestuur adviseert de uitvoeringsorganisatie met betrekking tot de wijze van uitvoering van het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid.
Het dagelijks bestuur is bevoegd om in onvoorziene en dringende gevallen afwijkingen in de uitvoering van door het algemeen bestuur vastgestelde plannen en begrotingen goed te keuren. Het algemeen bestuur kan deze bevoegdheid van het dagelijks bestuur inperken door het stellen van algemeen verbindende voorschriften.
Artikel 15 Benoeming en taak van de voorzitter
Het algemeen bestuur wijst uit de overige leden van het dagelijks bestuur tevens een vicevoorzitter aan die niet uit dezelfde gemeente afkomstig mag zijn als de voorzitter. Indien het algemeen bestuur besluit tot het instellen van roulerend voorzitterschap, zal er alsdan ook sprake zijn van roulerend vicevoorzitterschap.
Zo door het recreatieschap een geding wordt gevoerd tegen of een rechtshandeling gepleegd met een rechtspersoon, die door dezelfde persoon wordt vertegenwoordigd als de voorzitter van het recreatieschap, wordt het recreatieschap vertegenwoordigd door de vicevoorzitter, ook indien door de wederpartij alsnog een andere vertegenwoordiger mocht zijn aangewezen.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een bestuurscommissie als bedoeld in het vorige lid dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten over dit voornemen zijn geïnformeerd en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
HOOFDSTUK VII: INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING EN ONTSLAG
Artikel 17 Interne verantwoording en inlichtingenplicht
Zij verstrekken - tezamen dan wel afzonderlijk - aan het algemeen bestuur alle inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met het bepaalde in artikel 23 Wgr, die door het algemeen bestuur dan wel één of meer leden daarvan, hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd en wel door:
Artikel 19 Informatieverstrekking door het bestuur
HOOFDSTUK VIII: BELEID, UITVOERING EN VERANTWOORDING
Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen de uitvoering van de hun opgedragen taken mandateren aan een uitvoeringsorganisatie voor zover er geen wettelijk voorschrift is dat hieraan in de weg staat of voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering verzet Het algemeen bestuur stelt daarvoor een verordening op betreffende algemene bepalingen en uitgangspunten op basis waarvan de uitvoeringsorganisatie de taken in mandaat uitvoert.
HOOFDSTUK IX: FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 26 Voorbereiden begroting
De raden van de deelnemers kunnen gedurende ten minste 10 weken na de in het eerste de lid genoemde datum bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Het algemeen bestuur reageert ter vergadering gemotiveerd op deze zienswijzen.
Artikel 28 Financieel en beleidsmatige kaders
Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening van het recreatieschap eventueel vergezeld van zijn opmerkingen en vergezeld van een verantwoording van het financieel beleid aan de raden van deelnemers en aan het algemeen bestuur onder overlegging van een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de hiertoe door het algemeen bestuur aangewezen certificerend accountant(s).
De raden van de deelnemers kunnen uiterlijk 10 weken na de in het tweede lid genoemde datum bij het dagelijks bestuur hun bedenkingen over de ontwerpjaarrekening naar voren brengen. Het dagelijks bestuur reageert gemotiveerd op deze bedenkingen en voegt zijn reactie op deze bedenkingen bij de ontwerpjaarrekening.
Artikel 30 Bijdrage in exploitatietekort
Geen van de deelnemers is gehouden in de netto-lasten met betrekking tot de financiering van de investeringen en het beheer en onderhoud meer bij te dragen dan - afgezien van de stijging van die lasten die een gevolg is van loon- en prijsstijgingen (indexcijfer en percentages als bedoeld in artikel 25 tweede lid) - is geraamd als aan het recreatieschap verschuldigde bijdrage als bedoeld in artikel 25, vierde lid, behoudens het bepaalde in het derde lid van dat artikel.
Indien van de deelnemers de in het derde en vierde lid bedoelde voorschotten later zijn ontvangen dan de krachtens besluit van het dagelijks bestuur, ingevolge het derde lid bepaalde data respectievelijk de in het vierde lid genoemde data, komen de hieruit voortvloeiende kosten voor rekening van die deelnemers naar rato van de grootte van de verschuldigde voorschotten gerelateerd aan de termijn waarmee die data zijn overschreden. Voor die kostentoerekening is basis de debetrente van de door het recreatieschap aangegane rekeningcourantovereenkomst.
Indien de vastgestelde jaarrekening sluit met een positief saldo besluit het algemeen bestuur of dit:
HOOFDSTUK X: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het algemeen bestuur stelt, na overleg met de deelnemers, binnen drie maanden, nadat het in het eerste lid bedoelde verzoek is ontvangen, een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling in verband met de voorgenomen toetreding alsmede een regeling voor de gevolgen van de toetreding. Het dagelijks bestuur zendt dit ontwerp en regeling aan de deelnemers, waaronder begrepen de aspirant-deelnemer, met het verzoek binnen drie maanden na verzending hiervan, inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen. De toetreding vindt plaats wanneer alle deelnemers en de aspirant-deelnemer hiertoe eensluidend besluiten.
Uittreding geschiedt onder door het algemeen bestuur na overleg met deelnemers te stellen regelen die in ieder geval betreffen de voort te zetten verplichtingen van de uittredende deelnemer betreffende de rente en aflossing van geldleningen bedoeld in artikel 32, eerste lid en andere langlopende verplichtingen met een resterende looptijd van ten minste 5 jaar.
Het algemeen bestuur stelt binnen drie maanden nadat het besluit tot uittreding is ontvangen een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de gevolgen van de uittreding en zendt dit ontwerp aan de deelnemers met het verzoek binnen drie maanden na verzending van dat ontwerp inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.
Als onderling het geschil niet opgelost kan worden, wijst iedere partij een onafhankelijke deskundige aan. Deze deskundigen brengen, als zijnde een geschillencommissie, gezamenlijk een advies uit aan het bestuur over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen. Voorafgaand aan het uitbrengen van het advies hoort de commissie de bij het geschil betrokken bestuursorganen.
Na ontvangst van het advies treden de in het tweede lid bedoelde partijen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voor te leggen aan gedeputeerde staten.
Aldus besloten door de raden en colleges van de deelnemende gemeenten, op:
Deelnemende gemeente Raad en College
Alkmaar:
Dijk en Waard:
Overeengekomen verdeelsleutel als bedoeld in artikel 23, lid 1 van deze regeling met ingang van 1 januari 2022:
De gemeenten Alkmaar en Dijk en Waard betalen vanaf het tijdstip waarin de bestemminsgreserve exploitatie zal zijn uitgeput hun bijdrage in het jaarlijkse exploitatietekort volledig op basis van het inwoneraantal van die gemeenten waarbij ten aanzien van de gemeente Alkmaar het inwoneraantal van de voormalige gemeenten/kernen Schermer en Graft-De Rijp niet wordt meegerekend doch het inwoneraantal van de dorpen Oterleek en Stompetoren wel.
Het inwoneraantal van de gemeenten Alkmaar en Dijk en Waard wordt eenmaal per 5 jaar herzien, voor het eerst met ingang van het jaar 2027. Voor het jaar 2022 zijn conform de voorgaande GR (geldig tot 1-1-2022) en rekening houdend met de nieuwe gemeente Dijk en Waard de inwonersaantallen herzien uitgaande van de stand van zaken (CBS oktober - 2020)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-452321.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.