Gemeenteblad van Assen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Assen | Gemeenteblad 2023, 44759 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Assen | Gemeenteblad 2023, 44759 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijzigingsverordening Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen
Artikel I Wijziging verordening
De verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen 2016 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6. Criteria voor maatwerkvoorziening
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het gesprek als bedoeld in artikel 2.3.2., eerste lid van de Wmo een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. van de Wmo, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk, naar vermogen, weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Aan artikel 7 wordt onder lid 1 onderdeel h ingevoegd.
Artikel 7. Voorwaarden en weigeringsgronden
Het college verstrekt geen woningaanpassing:
ten behoeve van hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantie‐ en recreatiewoningen, ADL‐clusterwoningen en gehuurde kamers, aangezien de voorziening bedoeld is voor woningen die de eigenschappen hebben van een zelfstandige woonruimte, permanent bewoond worden, en als hoofdverblijf dienen. Dit geldt bovendien voor specifiek op personen met beperkingen en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Hierbij wordt wel een uitzondering gemaakt voor het bezoekbaar maken van een woning;
Artikel 9. Persoonsgebonden budget
Bovenstaande bedragen zijn inclusief vervoer.
Artikel 9a Persoonsgebonden budget hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen
De hoogte van een pgb voor een niet elektrisch hulpmiddel wordt bepaald op basis vanmaximaal de huurprijs inclusief reparatie en onderhoud van de goedkoopst compenserende voorziening in natura maal zeven jaar. Indien een voorziening met een lagere prijs aangeschaft wordt, kan 25% van deze aanschafprijs bij het bedrag opgeteld worden tot het maximum van het pgb bereikt is.
De hoogte van een pgb voor een elektrisch hulpmiddel wordt bepaald op basis vanmaximaal de huurprijs inclusief reparatie, verzekering en onderhoud van de goedkoopst compenserende voorziening in natura maal vijf jaar. Indien een voorziening met een lagere prijs aangeschaft wordt, kan 25% van deze aanschafprijs bij het bedrag opgeteld worden tot het maximum van het pgb bereikt is.
Een aanpassing van een reeds aangepaste auto: op basis van de oorspronkelijke offerte van de aanpassing minus de afschrijvingstermijn van deze aanpassing. Of op basis van de kostprijs van de aangepaste auto minus de gemiddelde kostprijs van 3 auto’s zonder aanpassing van hetzelfde merk, type, bouwjaar en met een vergelijkbare kilometerstand.
Artikel 10. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen in natura of pgb’s en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
De bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de inwoner of de gehuwde inwoners tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere eigen bijdrage is verschuldigd. In geval van samenloop van een dienst en een zaak wordt de bijdrage geïnd op de maatwerkvoorziening die het langst loopt.
pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
De toelichting op Artikel 2 komt als volgt te luiden:
Artikel 2. Toegang maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
De samenwerking in de toegang:
De gemeente Assen organiseert de toegang tot zorg en ondersteuning in samenwerking met de lokale welzijnspartij middels een multidisciplinair overleg. Wanneer een voorliggende voorziening binnen het welzijnswerk het best passend lijkt, wordt er in principe zonder beschikkingen gewerkt. Indien een inwoner het aanbod niet passend vindt, dan zoekt de toegangspartij met de inwoner naar een ander passend aanbod. Een inwoner kan daarnaast altijd een aanvraag doen voor een maatwerkvoorziening. Als deze door de gemeente wordt afgewezen, kan een inwoner hiertegen een bezwaar indienen.
In dit artikel is de toegangsprocedure voor mensen met behoefte aan ondersteuning opgenomen. De Wmo 2015 introduceerde het begrip melding, waarmee de bespreking van een ondersteuningsbehoefte start. De melding kan, door of namens een inwoner, op verschillende manieren worden gedaan, onder andere via de het telefoonnummer van Zorg en Welzijn 088-1230999, via het emailadres zorgenwelzijn@assen.nl of via de Buurtteams. De medewerker die de melding in behandeling heeft, bespreekt samen met de melder waaruit de behoefte aan ondersteuning bestaat.
De medewerker maakt een inschatting van de ondersteuningsbehoefte en brengt (indien gepast) de casus in bij het multidisciplinair overleg van Zorg en Welzijn om te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang. De medewerker koppelt de uitkomsten van dit overleg terug aan de melder.
De melding kan leiden tot een onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet. Ook als de melding leidt tot een aanvraag voor een maatwerkvoorziening, zal dit nader onderzoek plaatsvinden. Een melder kan zich laten bijstaan door een familielid of anderen uit zijn netwerk. Tevens kan de melder kosteloos gebruik maken van een cliëntondersteuner. De medewerker die de melding in behandeling heeft, geeft uitleg over dit onderzoek en over de benodigde informatie, en verzamelt deze informatie voor zover mogelijk. Daarbij is de medewerking van de melder onontbeerlijk.
Als iemand al voldoende bekend is en er zijn geen nieuwe omstandigheden die op de melding van invloed zijn, kan in overleg met de melder worden afgezien van het onderzoek. De aanvrager wordt in de onderzoeksfase reeds voorbereid op de eventuele keuze tussen een ondersteuning in natura, een financiële tegemoetkoming en een persoonsgebonden budget, ingeval er een maatwerkvoorziening wordt aangevraagd. De termijn voor het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte bedraagt uiterlijk zes weken.
In spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 2.3.3 van de wet treft het college na de melding een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek. Bij de melding wordt vastgesteld wat de hulpvraag is. De inwoner kan dan vervolgens een aanvraag doen.
Op grond van de Wmo - artikel 2.1.3, tweede lid, onder a- moeten gemeenten onder meer regelen op welke wijze wordt vastgesteld of een cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt. Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige procedure te waarborgen en kan worden gezien als een uitwerking van artikel 2.1.3. voornoemd. De raad delegeert het vaststellen van de procedure volledig aan het college. Voordeel van deze variant is dat de procedure sneller gewijzigd kan worden. De wet regelt zelf – in de artikelen 2.3.1 tot en met 2.3.5- al de nodige zaken waar bij het opstellen van de nadere regeling rekening mee gehouden zal worden.
Op grond van de Jeugdwet – artikel 2.9 onder a – stelt de gemeente bij verordening in ieder geval regels over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en vrij toegankelijke voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Deze bepaling regelt de toegang van jeugdhulp via de gemeente en is opgenomen om een zorgvuldige procedure te waarborgen. De raad delegeert het vaststellen van de procedure volledig aan het college. De Jeugdwet zelf kent geen procedurele bepalingen.
De toelichting op Artikel 7 Ad. d komt als volgt te luiden:
Artikel 7. Voorwaarden en weigeringsgronden
Het is niet de bedoeling dat de gemeentelijke overheid voorzieningen verstrekt, waarvan gelet op de omstandigheden van de cliënt, aannemelijk is te achten dat deze daarover, ook als hij of zij geen beperkingen had, zou (hebben kunnen) beschikken (zie o.a. CRvB 03-07-2001, nr. 00/764 WVG, CRvB 16-04-2008, nr. 06/4668 WVG, CRvB 14-07-2010, nr. 09/562 WVG en Rechtbank Arnhem 16-08-2012, nr. AWB 11/5564).
Het college moet steeds onderzoeken of een voorziening ook algemeen gebruikelijk is voor de cliënt. Bij de vraag of een voorziening algemeen gebruikelijk is, wordt altijd gekeken naar de individuele situatie. De volgende criteria worden gebruikt bij het beoordelen van de algemeen gebruikelijkheid (zie CRvB 20 11 2019, nr. 18/3544 WMO)
Indien alle vier de vragen met ‘ja’ kunnen worden beantwoord is in de regel sprake van een algemeen gebruikelijke voorziening. Hoe de gemeente Assen berekend of een middel betaald kan worden door iemand met een minimum inkomen gebruiken wij de volgende berekening. Een (hulp)middel kan financieel worden gedragen met een inkomen op minimumniveau indien de kosten daarvan binnen een termijn van 36 maanden kunnen worden terugbetaald bij een aflossing van 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-44759.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.