Gemeenteblad van Bunnik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2023, 447292 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2023, 447292 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2023;
gelet op de artikelen 147, 149, 84, 96 en 98 Gemeentewet, de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3.4.2. van Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
- het voor een goede uitvoering van de taken van de Commissie voor de Bezwaarschriften noodzakelijk is te beschikken over een verordening die adequaat is en aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen;
- de vergoeding van de Commissieleden sinds 2014 niet meer is herzien;
Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Inleidende bepalingen Commissie
De Commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:
titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht, betreffende geldschuld- en bijkomende beschikkingen met uitzondering van de beschikkingen tot inning van dwangsommen en het verhalen van de kosten van de bestuursdwang in het geval tegen het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang een bezwaarprocedure is gestart en niet is beëindigd;
De voorzitter van de Commissie ontvangt voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 200,-De leden van de Commissie ontvangen voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 175,-.
Artikel 6 Reis- en verblijfkosten
De leden van de Commissie krijgen reiskosten voor het bijwonen van een hoorzitting van de Commissie vergoed tot een bedrag tot maximaal de onbelaste kilometervergoeding voor dienstreizen of de kosten voor openbaar vervoer tweede klas.
De secretaris van de Commissie wordt door het college benoemd.
Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift
Het verwerend orgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de Commissie gesteld.
De Commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.
Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de Commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 16 Openbaarheid hoorzitting
De hoorzitting van de Commissie vindt achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Huisvestingswet en-verordening, de Jeugdwet en andere regelingen op grond waarvan besluiten met gevoelige persoonsgegevens aan de orde komen.
Artikel 20 Uitbrengen advies en verdaging
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de Commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.
De Commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 22 Intrekking oude regelingen
De ‘Verordening Commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014’ van 23 januari 2014 wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 12 oktober 2023,
de griffier, de voorzitter,
dhr. F.J. van der Lubbe dhr. R. van Bennekom
Toelichting bij Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik.
Voor een goede uitvoering van de taken van de Commissie is het noodzakelijk te beschikken over een
verordening die geactualiseerd is en aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Een nieuwe
verordening en de daaropvolgende instellingsbesluiten van het college en de burgemeester maken dit
mogelijk. Het uitbreiden van de bevoegdheid van de Commissie draagt daaraan bij.
In deze verordening stelt de raad een Commissie in. Het is niet mogelijk om in de verordening op te nemen
dat de bezwaarschriften tegen besluiten van het college en de burgemeester eveneens voor advies
voorgelegd moeten worden aan de Commissie. Een bestuursorgaan is daarin autonoom en kan niet bij
verordening daartoe verplicht worden.
Het college en de burgemeester hebben zich middels een instellingsbesluit geconformeerd aan de
verordening. In het instellingsbesluit is bepaald dat de bezwaarschriften tegen besluiten van het college en
de burgemeester voorgelegd worden aan de bij deze verordening ingestelde Commissie voor de
Bezwaarschriften, waarop deze verordening van toepassing is.
Alleen de noodzakelijke artikelen die een nadere toelichting behoeven, worden voorzien van een toelichting.
Artikel 2 Inleidende bepalingen Commissie
De hoofdregel is dat de Commissie de raad, het college en de burgemeester (juridisch) adviseert alvorens
een besluit wordt genomen op de ontvangen bezwaren. Het tweede lid geeft vier uitzonderingsgevallen
waarin de Commissie niet bevoegd is. De uitzondering genoemd onder c van dat artikellid geldt voor
bestuursrechtelijke geldschuld en bijkomende beschikkingen in de zin van titel 4.4 van de Awb.
Het bevoegd gezag, veelal het college, kan een last onder bestuursdwang of -dwangsom opleggen om een
overtreding te beëindigen en de situatie te herstellen. Als een overtreder de last niet uitvoert, kan het
bevoegd gezag respectievelijk de last uitvoeren op kosten van de overtreder of dwangsommen innen. Het
kostenverhaal of de inning van dwangsommen vangt aan met een besluit in de zin van titel 4.4. Awb. Dit
besluit wordt een kostenbeschikking genoemd. Deze vloeit inhoudelijk rechtstreeks voort uit de oplegging
van de last. Eventuele bezwaren tegen de kosten die voortvloeien uit de last, moeten in dat kader al
inhoudelijk worden beoordeeld. In de fase van de inning van de dwangsommen of de kosten van
bestuursdwang heeft de Commissie geen tot nauwelijks meer juridische ruimte. De Commissie is daarom
onbevoegd om kennis te nemen van bezwaren tegen kostenbeschikkingen.
Als een belanghebbende bezwaren heeft gemaakt tegen een besluit tot het opleggen van een last onder
bestuursdwang of -dwangsom én een kostenbeschikking aanwezig is, zien deze bezwaren ook op de
aanwezige kostenbeschikking. Volgens de artikelen 5:31c en 5:39 Awb worden de bezwaren dan
gezamenlijk behandeld. Voor die situatie geldt de geformuleerde uitzondering: ‘met uitzondering van de
beschikkingen tot inning van dwangsommen en het verhalen van de kosten van de bestuursdwang in het
geval tegen het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang
een bezwaarprocedure is gestart en niet is beëindigd.’
Deze zinsnede maakt het mogelijk dat de Commissie bevoegd is om de bezwaren tegen de
kostenbeschikking te behandelen indien de bezwaarprocedure tegen de oplegging van de last nog loopt:
de bezwaarde is nog niet gehoord en/of het advies is nog niet gegeven. Mocht de Commissie reeds een
advies hebben gegeven ten aanzien van de bezwaren tegen het besluit tot het opleggen van een last onder
bestuursdwang of -dwangsom of de bezwaren zijn alleen gericht tot de kostenbeschikking, dan blijft de
De voorzitter en de leden van de Commissie konden onbeperkt herbenoemd worden. Deze situatie was
onwenselijk. Een daadkrachtige Commissie ontleent haar kracht aan Commissieleden met verschillende
deskundigheid, ervaringen en leeftijden. Door nieuwe Commissieleden aan te trekken blijft de kennis, kunde
en scherpheid van de Commissie geborgd. Het is daarom wenselijk om de herbenoemingstermijn te
beperken tot maximaal vier jaar. De totale benoemingstermijn bedraagt dan ook acht jaar.
De gemeenteraad moet conform artikel 96 eerste lid van de Gemeentewet een vergoeding bij verordening
vaststellen voor de werkzaamheden van de Commissieleden. Bij het vaststellen van de vergoeding moet
aansluiting gezocht worden bij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van de regering
(hierna: Rechtspositiebesluit). Artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit bepaalt dat de Commissieleden
een vergoeding moeten ontvangen die gelijk is aan het normbedrag. Het normbedrag voor een
Commissielid van de gemeente Bunnik bedraagt € 76,09. Artikel 3.4.2. van het Rechtspositiebesluit geeft
de gemeenteraad de mogelijkheid om de vergoeding te verhogen.
In deze vordering is afgeweken van het normbedrag. Het afwijken van de normbedragen berust op
verschillende motieven, waaronder:
Aanvullend dient te worden opgemerkt dat de gemeente Bunnik jaarlijks meerdere complexe
bezwaarschriften ontvangt. Hierbij stellen de bezwaarmakers zich doorgaans zeer kritisch op. Dit vraagt
veel van de Commissie qua juridisch inhoudelijke kennis, de benodigde sociale vaardigheden en het borgen
van de kwaliteit van de advisering.
Voor de hoogte van de vergoedingen is onder 20 gemeenten met een vergelijkbaar inwonersaantal een
inventarisatie gedaan. Daarbij is gebleken dat de eerdere vergoeding van een voorzitter van € 175,- en de
eerdere vergoeding van een commissielid van € 150,- onder het gemiddelde lagen. In deze verordening zijn
de vergoedingen verhoogd. Op deze manier worden de vergoedingen weer marktconform.
Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift
Het eerste lid van het artikel is aangepast naar aanleiding van de digitale ontwikkelingen. De afgelopen
jaren is de gemeente namelijk meer digitaal gaan werken. De ontvangen bezwaarschriften, alsmede de
ontvangstdatum, worden heden digitaal geregistreerd en opgeslagen. Het vermelden van de
ontvangstdatum op het bezwaarschrift betreft een fysieke handeling die niet meer actueel en passend is in
Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden
In het eerste lid worden de bevoegdheden van de voorzitter beschreven. Daarnaast is de opgenomen
bevoegdheid onder sub b verduidelijkt. Het tweede lid geeft de voorzitter de mogelijkheid om zijn
bevoegdheden te mandateren. Dit is praktisch omdat de voorzitter slechts enkele dagdelen per
kalandermaand beschikbaar is voor de Commissie.
De samenleving heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld. Veel mensen werken digitaal thuis en/of wonen
vergaderingen digitaal bij. Het is wenselijk dat de gemeente meegaat in deze ontwikkelingen. Het eerste lid
geeft de voorzitter de bevoegdheid om de hoorzitting (deels) digitaal te houden. Dit zorgt ervoor dat
belanghebbenden of gemachtigden van de raad, het college en de burgemeester die niet fysiek de
hoorzittingen bij kunnen wonen, de mogelijkheid kunnen krijgen om de hoorzitting digitaal bij te wonen. In
de praktijk is het meermalen voorgekomen dat belanghebbenden vanwege een verblijf in het buitenland of
medische omstandigheden niet fysiek aanwezig konden zijn. Het digitaal bijwonen van de hoorzitting was
voor deze belanghebbenden een aangename oplossing. Het is daarom mogelijk om de hoorzittingen digitaal
Artikel 16 Openbaarheid hoorzitting
Een hoorzitting is in beginsel openbaar voor eenieder. In sommige gevallen worden zaken besproken van
persoonlijke aard. In het vierde lid is daarom bepaald dat de bezwaarzaken tegen besluiten op grond van
de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet de Huisvestigingswet en -verordening en andere
regelingen achter gesloten deuren worden behandeld. De genoemde wet- en regelgeving zijn de meest
voorkomende. Bij ‘andere regelingen’ kan gedacht worden aan besluiten op grond van de Algemene
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-447292.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.