Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2023, 445530 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2023, 445530 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijmegen
[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zal de wijziging van artikel I onderdeel S verwerkt worden.]
De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 30 november 2022;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2022;
gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nijmegen.
De Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:
Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
Artikel 2:72, eerste lid, komt te luiden:
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, voor zover de locatie van de bedrijfsuitoefening niet voldoet aan het in het belang van de openbare orde en in het belang van het voorkomen of beperken van overlast, door het college gestelde afstandscriterium. Onder consumentenvuurwerk wordt in dit artikel verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Artikel 2:73, eerste lid, komt te luiden:
Het is verboden om consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen. Onder consumentenvuurwerk wordt in dit artikel verstaan vuurwerk van categorie F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
Artikel 4.3.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.3.1, eerste lid, komt te luiden:
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet of voor zover hiervoor geen omgevingsvergunning is verleend, een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 4.3.3 wordt als volgt gewijzigd:
de Aanhef en sub a worden samengevoegd waardoor het volledige artikel komt te luiden:
De houder of beheerder van een winkel, hal, kraam of een andere inrichting waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht welke ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2022.
raadsgriffier
Drs. S.J. Ruta
burgemeester
drs. H.M.F. Bruls
De Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen (verder APV) bevat regels over de fysieke leefomgeving en is aangepast met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet (verder Ow). De wettelijke grondslagen en formele verwijzingen zijn geactualiseerd, zodat vanaf januari 2023 (datum onder voorbehoud) doorgewerkt kan worden met deze verordening onder de Ow. Het betreft een juridisch-technische omzetting.
Nagenoeg alle wijzigingen hebben betrekking op de aanpassing van terminologie of een verwijzing. Zij behoeven geen afzonderlijke toelichting. Een aantal lichten wij hieronder vanwege het bijzondere karakter wel toe.
In diverse artikelen van de APV staat dat een verbod niet van toepassing is op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur, de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement. Dat wordt vervangen door de omschrijving dat het verbod niet van toepassing is op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Ow, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.
In de APV is de lex silencio positivo (een positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing verklaard voor een aantal vergunningen. Dit betreft vergunning die voortaan als omgevingsvergunning verleend moeten worden. Onder de Ow wordt de lex silencio positivo niet gebruikt. zodat de lex silencio positivo voor deze vergunningen niet langer van toepassing kan worden verklaard. Dit betreft de uitwegvergunning, de kapvergunning en de reclamevergunning.
In dit onderdeel wordt een definitie van beperkingengebiedactiviteit opgenomen in artikel 1:1, waarbij wordt verwezen naar de bijlage, onder A, bij de Ow. Dit begrip komt voor in diverse artikelen van de APV. Volgens genoemde bijlage is een beperkingengebied een bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object. Een beperkingengebiedactiviteit is een activiteit binnen een beperkingengebied
Artikel I, onderdelen B, C, D en E
In deze onderdelen wordt opgenomen dat de artikelen (artikelen 1:2 en 1:4) of het eerste lid (artikelen 1:5 en 1:6) niet van toepassing is op een omgevingsvergunning. Voor vergunningen of ontheffingen die een omgevingsvergunning zijn, geeft de Ow een uitputtende regeling voor de in deze artikelen geregelde onderwerpen: over de beslistermijnen in de paragrafen 16.5.2 en 16.5 3 van de Ow, over het nakomen van de voorschriften in artikel 5.5 van de Ow (eventueel in samenhang met artikel 22.8 van de Ow en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit), voor wie de omgevingsvergunning geldt in artikel 5.37 van de Ow en over intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning in paragraaf 5.1.5 van de Ow.
In dit onderdeel wordt de definitie van consumentenvuurwerk aangepast. In artikel 5.48 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet wordt het Vuurwerkbesluit gewijzigd. De definitie van consumentenvuurwerk vervalt. Overal waar consumentenvuurwerk staat wordt dit in het Vuurwerkbesluit vervangen door ‘vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik’. Voor de toepassing van de APV wordt het begrip consumentenvuurwerk gehandhaafd. De verwijzing naar het Vuurwerkbesluit wordt vervangen door bovengenoemde definitie.
Dit onderdeel strekt ertoe de bepalingen over het voorkomen of beperken van geluidhinder en hinder door verlichting binnen of vanuit inrichtingen te handhaven. Op grond van artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet kunnen de artikelen 4:1 tot en met 4:3 van de APV uiterlijk tot het einde van de overgangsperiode blijven gelden. Voor handhaving van de status quo moet de wetgeving zoals die vóór de inwerkingtreding van de Ow geldt, dus van toepassing blijven. Het gaat om de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder zoals deze luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Ow. Omdat in verschillende artikelen wordt verwezen naar het Activiteitenbesluit milieubeheer is daarvan een definitie opgenomen in artikel 4:1. Voor de andere genoemde wet- en regelgeving is de toevoeging in het betreffende artikel opgenomen.
In dit onderdeel wordt de definitie van kampeermiddel in artikel 4:17 aangepast. Door de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die gelijktijdig met de Ow in werking treedt, worden bouwwerken in gevolgklasse 1 vergunningsvrij (bouwtechnisch deel). Grondgebonden recreatiewoningen vallen onder gevolgklasse 1 en zouden met alleen een aanpassing van de verwijzing in artikel 4:17 onder het begrip kampeermiddel komen te vallen. Dat is ongewenst. Het moet gaan om een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Voor hetgeen voorheen geregeld in artikel 4.3.3 onder b en c geldt dat deze is opgenomen als onderdeel van de zogenoemde bruidsschat (artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet) die een onderdeel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente (artikel 22.53 in paragraaf 22.3.3 Zwerfafval van de bruidsschat behorende bij het Invoeringsbesluit Omgevingswet). Deze twee onderdelen kunnen om die reden vervallen. De verplichting om voor een afvalbak zorg te dragen, bedoeld in het eerste lid, blijft wel bestaan.
Artikel II van het wijzigingsbesluit
Het eerste lid voorziet erin dat de in dit besluit opgenomen technische wijzigingen eerst van toepassing zijn op het tijdstip dat de Ow in werking treedt.
Het tweede lid wijkt hiervan af voor artikel I, onderdeel S. Zie ook de toelichting op dat onderdeel. Artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet biedt overgangsrecht voor de op het moment van inwerkingtreding van de Ow van kracht zijnde APV-bepalingen over geluidhinder. Deze bepalingen blijven van kracht tot het einde van de overgangsperiode. Op het moment dat de Ow in werking treedt wijzigt onderhavig besluit artikel 4.1. van de APV. Daarom is voor deze zekerheid bepaalt dat deze wijziging één dag eerder in werking treedt. Zodat de gewijzigde bepaling ook gedurende de overgangsperiode geldt. Wij volgen hierbij het advies van de VNG.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-445530.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.