Gemeenteblad van Valkenburg aan de Geul
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenburg aan de Geul | Gemeenteblad 2023, 440521 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenburg aan de Geul | Gemeenteblad 2023, 440521 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Fysieke Leefomgeving Valkenburg aan de Geul 2022
De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders de dato 29 augustus 2023;
Gelet op artikel 149 en 154 van de Gemeentewet, artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.18. eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
Gewijzigd vast te stellen de Verordening Fysieke Leefomgeving Valkenburg aan de Geul 2022.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning
De vergunning is persoonsgebonden, tenzij daarvan wordt afgeweken in de bepalingen van deze verordening.
Hoofdstuk 2 . Ambulante handel
paragraaf 2.1 Algemene bepalingen Markten
voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor één of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor één of meer branches, artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;
paragraaf 2.2 Vaste-standplaatsvergunningen
Artikel 2.2.2 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
Als de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik maakt van de vergunning, is overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator, de vergunning overschrijven op naam van zijn kind, echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.
Het recht op een vaste standplaats op de desbetreffende markt kan, met inachtneming van eventuele herziening van de branche(s) conform de op dat moment gewenste nieuwe situatie, overgaan op een mede-eigenaar of medewerker, als deze in ieder geval drie jaren onafgebroken in deze relatie tot de vergunninghouder staat. In dat geval kan het college de overschrijving weigeren als voor de markt een selectiestelsel geldt en de gegadigde naar zijn oordeel niet voor een vaste standplaatsvergunning in aanmerking komt gelet op de in artikel 2.2.1, eerste lid, onder c genoemde factoren.
paragraaf 2.3 Dagplaatsen en standwerkers
Artikel 2.3.1 Dagplaatsvergunning
Een dagplaatsvergunning kan worden verleend door het college voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op plaatsen die daarvoor op grond van het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning.
paragraaf 2.4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders
De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich laten bijstaan door één of meer anderen.
Artikel 2.4.2 Legitimatieplicht
Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.
Artikel 2.4.4 Markt schoonhouden
Een vergunninghouder is verplicht afval, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt, zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.
Artikel 2.6.2 Onmiddellijke verwijdering
Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt, gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog dan wel een bij of krachtens deze Paragraaf gestelde bepaling heeft overtreden.
Hoofdstuk 3 Bescherming van de omgeving (milieu, natuurschoon en uiterlijk aanzien)
Artikel 3.1.6 Verboden voor inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van de producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Het in het vijfde lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of organisaties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 3.1.9 Bijzondere gevallen
Het college kan nadere regels vaststellen omtrent het in bijzondere gevallen voor inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst en andere inzamelaars.
paragraaf 3.2 Zwerf- en straatafval
Artikel 3.2.1 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer, een afvalstof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven of geeft, tot hinder en/of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 3.2.4 Weggooien van promotiemateriaal
Degene, die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze en de verpakking daarvan onmiddellijk op te ruimen of te laten opruimen, als deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggegooid buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 3.2.7 Verbod opslag afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of voor inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars alsmede de personen en organisaties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
paragraaf 3.3 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 3.3.1 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden op een openbare plaats de natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 3.3.2 Toestand van sloten, wateren, niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten, andere wateren, niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder oplevert.
Het is in de open lucht, op buiten de weg gelegen plaatsen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden een of meer van de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben: een mestopslag, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.
Artikel 3.4.1 Aanwijzing gebieden
Als gebied als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid van de wet Geurhinder en veehouderij, wordt aangewezen het hele grondgebied van de gemeente Valkenburg aan de Geul.
Artikel 3.4.2 Afwijkende waarden voor ou-dieren
Op grond van artikel 6, tweede lid van de wet Geurhinder en veehouderij, bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul gelegen geurgevoelig object dat na 18 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij:
De afstand moet worden gemeten overeenkomstig de methode in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij.
Artikel 3.4.3 Afwijkende waarden voor vaste afstandsdieren
Op grond van artikel 6, derde lid van de wet Geurhinder en veehouderij bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul gelegen geurgevoelig object:
De afstand moet worden gemeten overeenkomstig de methode in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij.
paragraaf 3.7 Gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 3.7.1 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig of bromfiets als bedoeld in artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, dan wel met een fiets of paard.
Artikel 3.8.2 Vergunningplicht
wordt ter beoordeling voorgelegd aan de stadsbouwmeester en indien het bouwwerk waarop de handelsreclame wordt aangebracht een monument is, aan de monumentencommissie, deze beoorde(len)elt of de handelsreclame in samenhang is met het betreffende bouwwerk conform de welstandsnota (inclusief de excessenregeling).
voor reclame op bedrijfs- of industrieterreinen in het welstandsgebied ‘ enkelbestemming bedrijventerreinen’ zijn de richtlijnen genoemd onder “Reclame aan gevels”, “Reclame op of aan een voorbouw of bouwkundige luifel” en “Criteria voor reclame overig” niet van toepassing. De gemeentelijke stadsbouwmeester dient wel een positief oordeel uit te spreken voor het aanbrengen van reclame in dit welstandsgebied;
voor historische muurschilderingen zijn de richtlijnen genoemd onder “Reclame aan gevels”, “Reclame op of aan een voorbouw of bouwkundige luifel” en “Criteria voor reclame overig” niet van toepassing. De gemeentelijke stadsbouwmeester dient wel een positief oordeel uit te spreken voor het aanbrengen van de historische muurschilderingen;
met uitzondering van reclame aan gevels van gebouwen gelegen in welstandsgebied ‘enkelbestemming bedrijventerreinen en die genoemd onder “Reclame aan de achtergevel” en “Diversen”, dient reclame aangebracht te worden in het gebied ‘vanaf halverwege de raampartijen op de begane grond tot de onderkant van de raampartijen op de eerste verdieping’;
De bovenstaande criteria voor het aanbrengen van handelsreclame zijn niet van toepassing op grootschalige nieuwbouwprojecten zoals het centrumplan ‘aan de Kei’. Het plaatsen of aanbrengen van handelsreclame bij, op of aan bouwwerken die onderdeel uitmaken van een grootschalig nieuwbouw project wordt pas toegestaan nadat:
Artikel 3.9.1 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 3.9.2 Herplant- en instandhoudingsplicht
Als de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze paragraaf van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de eigenaar van de grond waarop zich de houtopstand bevindt, de verplichting opleggen om voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 3.9.3 Bescherming groenvoorzieningen
Het is in een voor publiek toegankelijk park, bos, plantsoen en in bij de gemeente in onderhoud zijnde groenstroken, grasperken, bloembakken en of openbare beplantingen, verboden een voertuig te laten staan, schade toe te brengen aan de flora en hout te sprokkelen.
paragraaf 4.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen
De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 en 3 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.
Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken toestaan van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, als uit het in NEN 5725, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is of de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740 niet rechtvaardigen.
Indien de aangetoonde kwaliteit conform het onderzoek NEN 5725 en/of NEN 5740 niet overeenkomt met de kwaliteit zoals bepaald in de bodemfunctieklassekaart behorende bij de Nota Bodembeheer Valkenburg aan de Geul 2022, dienen er (sanerings)maatregelen getroffen te worden om de kwaliteit in overeenstemming te brengen met deze bodemfunctieklassekaart.
Artikel 4.1.2. Bouwverbod op verontreinigde bodem
Op of in bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
Artikel 4.1.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.37, derde lid van het Bouwbesluit, heeft een verbindingsweg als bedoeld in artikel 6.37, eerste lid van het Bouwbesluit een verharding over een breedte van tenminste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste 25.000 kg.
Hoofdstuk 5. Erfgoed (gereserveerd) Hoofdstuk 6. Ondergrondse infrastructuur (gereserveerd) Hoofdstuk 7. Wegen
Paragraaf 7.1 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 7.1.1 Voorwerpen op, aan of boven de weg
Het in het vijfde lid bedoelde verbod geldt niet op Nederlandse feestdagen en door het college aangewezen dagen. Op deze dagen is het toegestaan één vlag, één banier of één wimpel per pand aan te brengen. Vlaggen, banieren en wimpels zijn dan alleen toegestaan in de zone tussen de bovenzijde van de raam- of deurkozijnen op de begane grond en de onderzijde van de raamkozijnen op de eerste verdieping. De uitval van vlaggen, banieren en wimpels bedraagt maximaal één meter.
Artikel 7.1.2 omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Artikel 7.3.2 Te koop aanbieden van voertuigen
Het is verboden een voertuig te parkeren met het duidelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.
Artikel 7.3.3 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Het is verboden een voertuig op de weg te parkeren dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert en tevens in duidelijk verwaarloosde toestand is.
Artikel 7.3.5 Kampeermiddelen en andere voertuigen
Het is verboden zonder een vergunning van het college een camper, paardentrailer, woonwagen, caravan, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig dat voor recreatie en/of vervoer dan wel voor andere doeleinden dan vervoer wordt gebruikt of is bestemd, langer dan op drie achtereenvolgende dagen te hebben op de openbare weg met een maximum van vier perioden per kalenderjaar.
Artikel 7.3.6 Parkeren van reclamevoertuigen
Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op de weg te parkeren als dat voertuig enkel dient als middel om handelsreclame te maken en waarmee niet daadwerkelijk wordt gereden en in die hoedanigheid niet bijdraagt aan de bedrijfsvoering.
Artikel 7.3.7 Parkeren van grote voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, inclusief de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, te parkeren op een door het college aangewezen plaats, weg of in een gebied, waar dit schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente en/of leidt tot een ongewenste parkeersituatie.
Het is tevens verboden een voertuig als bedoeld in het eerste lid op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt bezorgd.
Hoofdstuk 8 Procedure planschade
Paragraaf 8.1 Advisering tegemoetkoming in planschade
Artikel 8.1.2 Opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het Besluit verstrekt het college aan één of meer adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het Besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 8.1.3 Adviseur of adviescommissie
Als het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid, dan wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of financieel economische bedrijfsvoering.
Als het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid, wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Artikel 8.1.5 Betrokkenheid belanghebbenden bij aanwijzing adviseur en adviescommissie
De aanvrager, andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid van de wet, kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meer adviseurs bij het college indienen.
Artikel 8.1.6 Werkwijze adviseur en adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meer hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten en de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te geven, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid van de wet, worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
Voordat een advies wordt uitgebracht zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen en de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
Paragraaf 9.1 Kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht
Artikel 9.1.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
kwaliteitscriteria: de in landelijke samenwerking tussen bevoegde bestuursorganen ontwikkelde en beschikbaar gestelde kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast;
Deze paragraaf is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van het college.
Artikel 9.1.3 Betrokkenheid gemeenteraad
De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeente vastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving.
Hoofdstuk 10 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van bij of krachtens de in deze verordening bepaalde artikelen en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 10.3 Intrekking Omgevingsverordening
De Omgevingsverordening Valkenburg aan de Geul 2021 is ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 10:3, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Aldus gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 9 oktober 2023.
De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul,
De griffier, De burgemeester,
Bijlage 1 Begripsbepalingen artikel 1.1
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
abri: een wachthuisje bij een halte van het openbaar vervoer;
afvalstoffen: afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
afvalwater: afvalwater als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
andere inzamelaars: de door het college aangewezen personen en organisaties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;
bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;
bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht;
boom: een plant met een verhoute stam en een kroon, met een diameter van de stam van minimaal 40 centimeter op 1.30 meter boven het maaiveld, gerekend langs de stam als het bomen betreft op particuliere percelen. Op openbaar terrein geldt een stamdiameter van 20 centimeter op 1.30 meter boven maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de diameter van de dikste stam;
bouwactiviteit: activiteit inhoudende het bouwen van een bouwwerk;
b ouwbesluit: de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Woningwet, luidende voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
bouwen: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten;
bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerk gebonden installaties; onder bouwwerk wordt mede verstaan: een gedeelte van een bouwwerk;
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
dagplaatsvergunning: publiekrechtelijke toestemming van het college om gedurende maximaal één dag een standplaats in te nemen op een bepaalde markt;
gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de Woningwet; onder gebouw wordt mede verstaan: een gedeelte van een gebouw;
gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor op grond van artikel 10.21 en artikel 10.22 van de wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
gemeente: de gemeente Valkenburg aan de Geul;
geurgevoelig object: object zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;
hakhout: één of meer bomen die, na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.
handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten en/of activiteiten, waarmee duidelijk wordt beoogd een commercieel belang te dienen;
historische muurreclames : de muurreclames die in de vorm van muurschilderingen voor 1930 op de zijgevel van het pand hoek Passage/Lindenlaan te Valkenburg zijn aangebracht en die worden teruggebracht op panden binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul alsmede andere historische muurreclames van voor 1930 die geen huidige commerciële uitdrukking bevatten en voldoen aan de gestelde criteria;
houtopstand; één of meer (monumentale) bomen, hakhout of een houtwal;
houtwal: geheel of gedeeltelijk aan de natuur overgelaten erfafscheiding, die kan bestaan uit bomen en/of struiken;
inzamelen: verzamelen van afvalstoffen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;
inzameldienst: de door het college aangewezen dienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer of klein chemisch afval-box, ten behoeve van één huishouden;
inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of –plaats, zoals een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, voor meer dan één huishouden;
kampeermiddel : een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kweekgoed: bomen die worden gekweekt met het doel deze te verhandelen;
maaiveld: bovenkant van het terrein dat een boom direct omgeeft waarbij het hoogste punt geldt als meetpunt;
monumentale boom; een boom die na toetsing aan het Bomenbeleidsplan als monumentaal wordt aangemerkt;
motorrijtuigen: hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder wordt verstaan;
naambord: aanduiding familie- en/of bedrijfsnaam met beroep;
NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;
NVN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven voornorm;
openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;
openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;
parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens;
rechthebbende: degene die over een zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;
stadsbouwmeester: door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke deskundige die aan het college van burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van dat bouwwerk is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand;
standplaats: het vanaf een vaste, op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of tafel;
standplaatsvergunning : publiekrechtelijke toestemming van het college om gedurende een door het college te bepalen tijd een standplaats in te nemen op een vaste, op een openbare en in de openlucht gelegen plaats;
standwerkvergunning: publiekrechtelijke toestemming van het college voor iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekend verhaal probeert over te halen artikelen te kopen;
straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal, en etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;
totaalplan: een door het bestuursorgaan welke bevoegd is om een besluit te nemen op een aanvraag om omgevingsvergunning, schriftelijk geaccordeerd plan waarin is vastgelegd op welke manier handelsreclame wordt gevoerd bij, aan of op bouwwerken die onderdeel uitmaken van een grootschalig nieuwbouwplan;
uitzoekhandel: handel waarbij de consument kan kiezen uit meer soorten van één artikel;
vaste-standplaatsvergunning: publiekrechtelijke toestemming van het college om gedurende een door het college te bepalen tijd een standplaats in te nemen op een bepaalde markt;
veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;
vellen: rooien, inclusief verplanten, en het verrichten van handelingen die de dood, ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand tot gevolg kunnen hebben of hebben;
voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen;
voor inzameling aanbieden: overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of organisatie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of organisatie geplaatste inzamelmiddelen of –voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;
weg: hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder wordt verstaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-440521.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.