Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nijmegen

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 27 september 2023

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 juni 2023

 

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 151b van de Gemeentewet en 2.2., lid 1 aanhef en onder g, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

 

besluit

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nijmegen.

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    In artikel 2:24a lid 8 eerste zin wordt de verwijzing naar het derde lid vervangen door een verwijzing naar het vierde lid, luidende:

    • 8.

      Vergunningen voor vergunningplichtige evenementen die gelijktijdig plaatsvinden met de Vierdaagsefeesten worden, gelet op de belangen in het vierde lid, geweigerd met uitzondering van de vergunningen voor de Vierdaagsefeesten en de Vierdaagsemarsen en voor evenementen die:

  • B.

    Artikel 2:31 lid 4 sub c komt te vervallen, sub d wordt hernummerd naar sub c.

     

  • C.

    Aan artikel 2.31wordt lid 9 toegevoegd luidende:

    • 9.

      Een verleende vergunning kan uitsluitend met betrekking tot de op de vergunning vermelde beheerders op aanvraag van de exploitant worden gewijzigd. Deze aanvraag moet worden ingediend aan de hand van een door de burgemeester vast te stellen formulier. Lid 4 sub a is van overeenkomstige toepassing.

  • D.

    Artikel 2:33 lid 1 komt als volgt te luiden:

    • 1.

      De burgemeester weigert de vergunning, bedoeld in artikel 2:31, of de wijziging van de vergunning, bedoeld in artikel 2:31 lid 9, indien:

  • E.

    Artikel 2:33a sub d komt als volgt te luiden;

    • d.

      indien de exploitant of beheerder van de inrichting zich schuldig maakt aan feiten of gedragingen, die leiden tot het oordeel dat er in enig opzicht sprake is van slecht levensgedrag.

  • F.

    Artikel 2:48a komt in het geheel te vervallen. De tekst komt als volgt te luiden:

    Artikel 2:48a

    (vervallen)

     

  • G.

    Artikel 2:74a komt als volgt te luiden:

    Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

    Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet of distikstofmonoxide(lachgas) als opgenomen op de in artikel 3 van de Opiumwet bedoelde lijst II of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

     

  • H.

    Artikel 2:74b lid 1 komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op of aan een openbare plaats, aan een verzameling van meer dan vier personen deel te nemen, indien deze verzameling verband houdt met het openlijk gebruik van of de handel in middelen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet of distikstofmonoxide(lachgas) als opgenomen op de in artikel 3 van de Opiumwet bedoelde lijst II of daarop gelijkende waar te gebruiken, of indien deze verzameling verband houdt met de handel in middelen als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet.

  • I.

    Er wordt een nieuw artikel 4:11A toegevoegd, luidende:

    Artikel 4:11a Geldigheidsduur vergunning

    • 1.

      De vergunning als bedoeld in artikel 4:11 wordt verleend voor drie jaar vanaf inwerkingtreding van de vergunning. Na het verstrijken van deze termijn vervalt deze van rechtswege.

    • 2.

      In het geval het een omgevingsvergunning voor het vellen van meer dan één houtopstand betreft, is de omgevingsvergunning voor alle houtopstand slechts drie jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één of enkele houtopstand al geveld zijn.

Artikel II  

Aan de artikelsgewijze toelichting wordt het volgende gewijzigd:

 

  • A.

    Bij artikel 2:31 wordt het volgende toegevoegd.

    lid 9: Indien een ondernemer een op de vergunning vermelde beheerder wil schrappen of een of meerdere beheerders wil toevoegen aan de vergunning, kan hij een aanvraag daartoe indienen bij de burgemeester, waarna een wijzigingsbesluit kan worden genomen. Ook deze nieuwe beheerders worden getoetst op dezelfde wijze als zou gebeuren bij een volledig nieuwe aanvraag.

    Een wijziging van de vergunning is enkel mogelijk als het wijziging van de beheerders betreft. Bij andere wijzigingen, zoals de wijziging van de (rechtsvorm van) de exploitant, dient een volledige aanvraag voor een nieuwe vergunning te worden ingediend, aangezien dit een meeromvattende wijziging is die grote gevolgen heeft of kan hebben.

     

  • B.

    De toelichting van artikel 2:48a komt te vervallen.

     

  • C.

    De toelichting bij artikel 2:74a komt als volgt te luiden:

    Op sommige plaatsen in de publieke ruimte ervaren mensen hinder, overlast en gevoelens van onveiligheid doordat op die plaatsen drugs worden gebruikt. Een aantal gemeenten heeft daarom al enkele jaren een bepaling in de APV opgenomen waarbij openlijk drugsgebruik wordt verboden. De rechtspraak is een aantal jaren wisselend geweest, waarbij in een aantal gevallen zo’n bepaling onverbindend werd geacht omdat de rechter van oordeel was dat door de overlap met de Opiumwet (men kan immers verboden substanties niet gebruiken zonder deze – in strijd met de Opiumwet – voorhanden te hebben) de bovengrens van de gemeentelijke regelgevende bevoegdheid werd geschonden. Maar inmiddels is er een rechterlijke consensus ontstaan waarbij zo’n bepaling, omwille van de openbare orde, dus met een ander motief dan de Opiumwet, toelaatbaar wordt geacht. Zie over de betekenis van ‘daarop gelijkende waar’ het gestelde bij de toelichting op artikel 2:74.

     

  • D.

    De toelichting bij artikel 4:11A komt als volgt te luiden:

    De beoordeling van een aanvraag om een kapvergunning is een momentopname. Op het moment van de aanvraag wordt de waarde van de boom beoordeeld. De beoordeling kan ook gaan over de veiligheid.

    Onveilige bomen moeten binnen een bepaald tijdsbestek worden verwijderd. Rapporten over de vitaliteit van de boom en risico’s hebben vaak een bepaalde geldigheidsduur. Daarnaast worden bomen regulier onderhouden. De beoordeling kan op een ander moment anders zijn. Daarom heeft de kapvergunning een maximale geldigheidsduur van drie jaar. Deze termijn gaat in op de dag dat de vergunning in werking treedt. Op dat moment kan immers van de kapvergunning gebruik worden gemaakt. Als binnen deze termijn niet is gekapt, moet een nieuwe aanvraag worden ingediend, zodat de situatie opnieuw wordt beoordeeld. Ook als een kapvergunning is verleend voor meerdere bomen, geldt de maximale geldigheidsduur. Dat betekent dat als binnen de periode van drie jaar niet alle bomen zijn gekapt, voor het resterende deel van de te kappen bomen een nieuwe aanvraag moet worden ingediend.’

Artikel III  

Het besluit tot wijziging van de Algemene Plaatselijke verordening Nijmegen van 30 november 2022 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 2:60 lid 1 komt als volgt te luiden:

Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoal die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet , bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

Artikel IV  

  • 1.

    De artikelen I en II treden op de dag na bekendmaking in werking.

  • 2.

    Artikel III treedt gelijk met de Wet van 23 maart 2016, inhoudende regels over het beschermen van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) inwerking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2023.

raadsgriffier

Drs. S.J. Ruta

burgemeester

drs. H.M.F. Bruls

Naar boven