Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de wijziging van de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021 (1e wijziging) (Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021 (1e wijziging))

Ons kenmerk: 604698

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelet op artikel 3, eerste en tweede lid en artikel 5, eerste lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2019;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de wijziging van de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021 (1e wijziging) (Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021 (1e wijziging))

Artikel I Wijziging regeling

De Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021wordt als volgt gewijzigd:

• A. Artikel 5, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst	Nieuwe tekst
Aanvragen moeten tussen 2 december en 15 december 2020 ingediend zijn.	Aanvragen moeten tussen 4 oktober en 1 november 2023 ingediend zijn.

• B. Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst	Nieuwe tekst
Het college beslist op een aanvraag om subsidieverlening uiterlijk op 31 december 2020.	Het college beslist op een aanvraag om subsidieverlening uiterlijk op 31 december 2023.

• C. Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7 Subsidieplafond 1. Het college stelt voor deze subsidieregeling voor de periode januari tot en met december 2021 een subsidieplafond vast van € 164.0000 voor plekken reguliere peuteropvang. Dit komt overeen met maximaal 63 plekken reguliere opvang. 2. Het college stelt voor deze subsidieregeling voor de periode januari tot en met december 2021 een subsidieplafond vast van € 945.000,- voor plekken in voorschoolse educatie. Dit komt overeen met 61 plekken voor KOT-VE peuters en 78 plekken voor niet-KOT-VE peuters. 3. De verdeling van de in het eerste en het tweede lid vermelde bedragen geschiedt volgens een aantal verdeelcriteria. Deze zijn in volgorde van prioriteit: a. Aanvragen van houders voor een peuteropvanglocatie waarvoor deze houders in 2020 gemeentelijke subsidie peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. b. Aanvragen voor nieuwe peuteropvanglocaties van houders die in 2020 gemeentelijke subsidie voor peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. c. Aanvragen voor nieuwe peuteropvanglocaties van houders die in 2020 geen gemeentelijke subsidie voor peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. 4. Als er in de gevallen, vermeld onder b. en c. meerdere aanvragen zijn, waarvan het totaal aangevraagde bedrag het resterende budget uit het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare budget gelijkelijk verdeeld over de betreffende aanvragen.

Artikel 7 Subsidieplafond 1. Het college stelt jaarlijks voor deze subsidieregeling een subsidieplafond vast voor plekken reguliere peuteropvangen voor plekken in voorschoolse educatie. 2. De verdeling van de volgens het eerste lid vastgestelde subsidieplafonds geschiedt volgens een aantal verdeelcriteria. Deze zijn in volgorde van prioriteit: a. Aanvragen van houders voor een peuteropvanglocatie waarvoor deze houders in 2023 gemeentelijke subsidie peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. b. Aanvragen voor nieuwe peuteropvanglocaties van houders die in 2023 gemeentelijke subsidie voor peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. c. Aanvragen voor nieuwe peuteropvanglocaties van houders die in 2023 geen gemeentelijke subsidie voor peuteropvang en/ of voorschoolse educatie hebben ontvangen. 3. Als er in de gevallen, vermeld onder b. en c. meerdere aanvragen zijn, waarvan het totaal aangevraagde bedrag het resterende budget uit het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare budget gelijkelijk verdeeld over de betreffende aanvragen.

D. In Artikel 8 vervalt lid vier, omdat er gebruik gemaakt wordt van de inkomstenafhankelijke ouderbijdragetabel van de Rijksoverheid (zie Bijlage 2).

“8.4. Bij de bevoorschotting wordt, voor de bepaling van de ouderbijdrage van ouders die géén recht hebben op kinderopvangtoeslag, uitgegaan van de laagste ouderbijdrage per uur van € 0,34.”

A. Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Bijlage 1 Tarieven 1 januari tot en met 31 december 2021 Subsidie-uurtarief VE Voor de periode januari – december 2021 geldt het subsidietarief per VE-uur van € 10,50. Basissubsidie VE Voor de periode januari tot december 2021 geldt per VE-locatie: […]

Bijlage 1 Tarieven 1 januari tot en met 31 december 2024 Subsidie-uurtarief VE Voor de periode januari – december 2024geldt het subsidietarief per VE-uur van € 11,99. VE-Coach uurtarief Voor de periode januari – december 2024 geldt het subsidietarief voor de VE-Coach per uur van € 51,40, voor 10 uur per doelgroeppeuter per jaar. Basissubsidie VE Voor de periode januari tot december 2024 geldt per VE-locatie: […]

B. De in Bijlage 2 opgenomen Kinderopvangtoeslagtabel 2021 (deel 1 en 2) worden vervangen door onderstaande Kinderopvangtoeslagtabel 2024 Rijksoverheid:

Bijlage 2 Kinderopvangtoeslag 2024 Rijksoverheid (deel 1)

Kinderopvangtoeslagtabel 2024 Rijksoverheid (deel 2)

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 november 2023.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Zutphen 2021 (1e wijziging).

Aldus besloten op 3 oktober 2023.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,