Gemeenteblad van Ede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2023, 435105 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2023, 435105 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen om de Foodvalley regio een Europese topregio te maken op het gebied van kennis, ontwikkeling en innovatie in de agro-foodsector door versterking van het vestigingsklimaat en de kwaliteit van de leefomgeving. De Regio werkt daartoe samen met ondernemers en onderwijs/onderzoek. De Regio concentreert zich op de terreinen economie, werkgelegenheid, ruimtelijke ontwikkeling, wonen en mobiliteit.
Voor de uitvoering van programma’s en projecten, als bedoeld in artikel 4, kunnen de colleges mandaat verlenen aan het bestuur van de Regio, alsmede aan de regiosecretaris. Het betreffende bestuursorgaan stemt in met de mandaatverlening. Voor mandaatverlening aan de regiosecretaris is de instemming van het Algemeen Bestuur vereist, onverminderd het bepaalde in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het Algemeen Bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties, gemeenschappelijke regelingen en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dit in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen.
HOOFDSTUK 2: SAMENSTELLING EN INRICHTING VAN HET BESTUUR
De leden van het bestuur van de Regio en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van het Algemeen Bestuur hebben gezegd of aan het Algemeen Bestuur schriftelijk hebben overlegd.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het Algemeen Bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 12 – Zienswijzen en wensen en bedenkingen
Voorgenomen voorstellen of besluiten van het Algemeen Bestuur voor besluiten van de raden van de deelnemende gemeenten, die ingrijpende ruimtelijke, planologische, sociale of financiële gevolgen kunnen hebben, worden door het Algemeen Bestuur -via de colleges- voor wensen en bedenkingen voorgelegd aan de raden.
Gezien de aard van de regeling, waarin geen bevoegdheden door de gemeentebesturen zijn overgedragen aan het bestuur van de Regio, en gezien de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen en wensen en bedenkingen door de raden op grond van artikel 12, wordt de regeling van inspraak voor ingezetenen van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid overgelaten aan de gemeenten.
Artikel 15 – Samenstelling Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vier leden, te weten de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de Regio en de voorzitters van de portefeuillehoudersoverleggen Economie en Werkgelegenheid én Ruimtelijke ontwikkeling, Wonen en Mobiliteit, en worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen.
Artikel 16 – Beëindiging lidmaatschap
Een lid van het Dagelijks Bestuur houdt op lid te zijn wanneer hij het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur verliest.
Artikel 17 – Reglement van orde
Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast, dat aan het Algemeen Bestuur wordt toegezonden.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het Dagelijks Bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 22 – Vaste commissies van advies
De leden van een commissie en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van de commissie hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd.
Artikel 23 – Het portefeuillehoudersoverleg
Voor de vergaderingen kan het portefeuillehoudersoverleg bestuurlijke vertegenwoordigers van de Provincie Gelderland, Provincie Utrecht, onderwijsinstellingen en ondernemers als adviseur uitnodigen. Het portefeuillehoudersoverleg kan ook vertegenwoordigers van andere maatschappelijke organisaties uitnodigen.
Artikel 25 – Bestuurscommissie
Het Algemeen Bestuur kan met het oog op de behartiging van specifieke belangen een bestuurscommissie instellen overeenkomstig artikel 25 Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 26 - Benoemingsprotocol
Het Algemeen Bestuur stelt een protocol vast voor de aanwijzing van voorzitters en leden van commissies als bedoeld in artikel 22, 23, 24 en 25 en andere door hem in te stellen bestuurlijke portefeuilles en werkgroepen, voor zover de aanwijzing niet rechtstreeks en eenduidig voortvloeit uit het instellingsbesluit.
HOOFDSTUK 3: BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd indien aan de Regio of aan het bestuur van de Regio hetzij een recht van beroep hetzij een recht van bezwaar toekomt, spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar te maken alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, schorsing van de aangevochten beslissing of een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken.
Het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken, indien het Algemeen Bestuur de beslissing van het Dagelijks Bestuur tot het instellen van beroep of het maken van bezwaar niet in zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigt. Het Algemeen Bestuur heeft deze mogelijkheid, voor zover dit het Algemeen Bestuur aangaat.
HOOFDSTUK 4: FINANCIËN VAN DE REGIO
Artikel 39 – Vaststelling begroting
Het Dagelijks Bestuur zendt de door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting vergezeld van de in artikel 38, eerste en tweede lid, bedoelde stukken, binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 40 – Wijziging van de begroting
Indien de begrotingswijziging rechtmatig conform doel niet leidt tot een verandering van de in de begroting vastgestelde financiële verplichtingen van de gemeenten jegens de Regio of het betreft een begrotingswijziging ten behoeve van het verwerken van bij voorafgaande besluitvorming door de gemeenten uitdrukkelijk aanvaarde financiële verplichtingen jegens de Regio, blijft lid 2 buiten toepassing.
Artikel 42 – Jaarrekening en jaarverslag
Het Algemeen Bestuur legt de in het eerste lid, alsmede de in artikel 47, derde en vierde lid, bedoelde stukken, wanneer de bespreking daarvan geagendeerd is, voor eenieder ter inzage en stelt ze algemeen verkrijgbaar. Van de ter inzagelegging en de verkrijgbaar stelling wordt openbaar kennisgegeven. Het Algemeen Bestuur beraadslaagt over de jaarrekening en het jaarverslag niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.
Indien het Algemeen Bestuur tot het standpunt komt dat de in de jaarrekening opgenomen baten, lasten of balansmutaties, die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen, aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg staan, brengt hij dit terstond ter kennis van het Dagelijks Bestuur met vermelding van de gerezen bedenkingen.
Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast de vaststelling van de jaarrekening de leden van het Dagelijks Bestuur ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer.
Artikel 45 – Inzending Gedeputeerde Staten
Het Dagelijks Bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening en het jaarverslag, vergezeld van de overige in artikel 42 bedoelde stukken binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval vóór 15 juli van het jaar, volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten. Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij, indien van toepassing, het besluit van het Algemeen Bestuur over een voorstel voor een indemniteitsbesluit met de reactie, bedoeld in artikel 43, derde lid.
§ 4. Administratie en controle
Het Algemeen Bestuur wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 43 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het bestuur van de Regio, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het Dagelijks Bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet belast de regioarchivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het Algemeen Bestuur een regeling vast, welke aan Gedeputeerde Staten wordt toegezonden.
In afwijking van het derde lid kan in plaats van een regionale archiefbewaarplaats ook een gemeentelijke archiefbewaarplaats van een van de deelnemers worden aangewezen. Het vierde, vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing. Artikel 31 en 32 van de Archiefwet 1995 zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 7: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het voornemen tot uittreding van een college wordt bij aangetekende kennisgeving aan het Dagelijks Bestuur meegedeeld. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste 2 kalenderjaren in acht genomen vanaf het moment dat het besluit tot uittreden aan het Dagelijks Bestuur is meegedeeld.
Op grond van het in het vorige lid bedoelde liquidatieplan besluit het college dat een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid heeft gedaan, of tot uittreding wordt overgegaan. Het college besluit hier niet toe dan nadat het toestemming heeft gekregen van zijn raad als bedoeld in artikel 1, vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Wanneer toepassing wordt gegeven aan het derde lid, stelt het Algemeen Bestuur het liquidatieplan vast. De in het liquidatieplan omschreven financiële verplichtingen zijn voor het uittredende college bindend met dien verstande dat een geschil over het liquidatieplan en de daarin omschreven financiële verplichtingen overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen aan Gedeputeerde Staten kunnen worden voorgelegd.
Gemeente Barneveld
Namens college van burgemeester en wethouders,
(de heer. B. Wijnne)
Gemeente Ede
Namens college van burgemeester en wethouders,
(de heer. A. Versteeg)
Gemeente Nijkerk
Namens college van burgemeester en wethouders,
(de heer. G.D. Renkema)
Gemeente Renswoude
Namens college van burgemeester en wethouders,
(mevrouw P. Doornenbal-van der Vlist)
Gemeente Rhenen
Namens college van burgemeester en wethouders,
(de heer J.A. van der Pas)
Gemeente Scherpenzeel
Namens college van burgemeester en wethouders,
(mevrouw M.C. Teunissen-Willemsen)
Gemeente Veenendaal
Namens college van burgemeester en wethouders,
(de heer K.J.G. Kats)
Gemeente Wageningen
Namens college van burgemeester en wethouders,
(mevrouw M. Hulshof)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-435105.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.