Gemeenteblad van Hilvarenbeek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilvarenbeek | Gemeenteblad 2023, 433375 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilvarenbeek | Gemeenteblad 2023, 433375 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilvarenbeek 2023
De gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2022
gelet op de artikelen 2.9, 2.12, 8.1.1 vierde lid en 12.4 tweede lid van de Jeugdwet, de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 149 van de Gemeentewet;
inwoners die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn, onvoldoende in staat zijn tot participatie, of niet in staat zijn zich zelfstandig te handhaven in de samenleving in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Gemeente Hilvarenbeek 2023.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Toegang tot voorzieningen
Artikel 2.6. Toegang jeugdhulp via justitieel kader
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van de jeugdreclassering.
Artikel 2.7. Spoedeisende ondersteuning
Het college kan in spoedeisende gevallen, daaronder begrepen de gevallen waarin terstond opvang noodzakelijk is, al dan niet in verband met risico’s voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, na een melding besluiten om onverwijld en zo nodig ambtshalve, een tijdelijke maatwerkvoorziening te verstrekken in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.4 of de aanvraag van cliënt. Indien er sprake is van spoedeisende jeugdhulp, treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening en vraagt het college zo nodig een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in artikel 6.1.3, juncto artikel 6.1.8, van de Jeugdwet.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen instantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening en of individuele voorziening.
Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen en maatwerkvoorzieningen
Paragraaf 3.1. inzet individuele en maatwerkvoorzieningen
Artikel 3.1.3 Vervoer van en naar hulpaanbieder
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling van de vergoeding, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening dan wel vergoeding. Hierbij hanteert het college het principe van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate individuele voorziening.
Paragraaf 3.2. Criteria voor verstrekking van een individuele en een maatwerkvoorziening
Artikel 3.2.1. Algemene criteria voor een individuele voorziening en een maatwerkvoorziening.
Een cliënt kan alleen in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening indien naar het oordeel van het college bij de cliënt de mogelijkheden om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk, of met gebruikmaking van algemene voorzieningen of andere voorzieningen afwezig of ontoereikend zijn om:
de problemen die de cliënt ondervindt bij het zich handhaven in de samenleving, als sprake is van een cliënt met psychische of psychosociale problemen of die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, te verminderen of weg te nemen en de cliënt met de, al dan niet aanvullende, maatwerkvoorziening in staat wordt gesteld om zich uiteindelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Als er sprake is van een aanvraag voor een individuele voorziening voor een jeugdige van 16 jaar of ouder moet er door de gemeentelijke toegang, gecertificeerde instelling, medisch domein en jeugdhulpaanbieder in het Plan van aanpak expliciet worden vermeld hoe lang de ondersteuning nodig is. Indien naar verwachting ook na het 18e jaar nog hulp nodig is wordt nagedacht op welke wijze en via welke financieringsstroom dit vorm krijgt (WMO, zorgverzekering, Wlz). Input voor het Plan van Aanpak wordt mede geleverd door jeugdhulpaanbieders via het Perspectiefplan 18+. Uiterlijk bij de leeftijd van 17 en een half jaar moet duidelijk zijn of en welke ondersteuning er nodig is vanaf het 18e levensjaar en hoe dit geregeld gaat worden c.q. binnen welk wettelijk kader deze ondersteuning dient te vallen.
Artikel 3.2.3. Aanvullende criteria maatwerkvoorziening mantelzorgondersteuning met verblijf
Voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van mantelzorgondersteuning, gepaard gaand met verblijf, gelden de volgende aanvullende criteria:
Artikel 3.2.4. Aanvullende criteria voor maatwerkvoorziening doventolk
Voor een maatwerkvoorziening voor het inschakelen van een doventolk gelden de volgende aanvullende criteria:
Artikel 3.2.7. Aanvullende criteria voor beschermd wonen:
Paragraaf 3.5. Tegemoetkoming meerkosten
Artikel 3.5.1. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. Het college zal hierover nadere regels stellen.
Hoofdstuk 4 Ondersteuning in de vorm van een pgb
Artikel 4.1. Mogelijkheden tot het kiezen voor een pgb
Als een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening en/of individuele voorziening en de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, dient de cliënt daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De cliënt maakt hierbij gebruik van een door het college ter beschikking gesteld format, samen met een pgb ondersteuningsplan, waarbij de cliënt aangeeft:
Als de cliënt een pgb vertegenwoordiger heeft gemachtigd om zijn belangen ten aanzien van het pgb te behartigen en de aan het pgb verbonden taken uit te voeren, dan mag om belangenverstrengeling te voorkomen, deze vertegenwoordiger niet de uitvoerder, als professioneel zorgaanbieder zijn van de diensten die met het pgb worden ingekocht. Voor informele zorgverleners, met uitzondering van een Particuliere dienstverlener vallend onder de Regeling Dienstverlening aan Huis, geldt dat deze wel vertegenwoordiger én uitvoerder van de zorg mogen zijn.
De ondersteuning in de vorm van dienstverlening binnen het geheel van ondersteuning kan òf in de vorm van een maatwerkvoorziening/ individuele voorziening in natura òf in de vorm van een pgb worden verstrekt. Een uitzondering hierop is een pgb inzet vanuit informele zorg. Deze ondersteuning is mogelijk naast de zorg in natura.
Artikel 4.2. Hoogte van het pgb en begroting
Het college houdt bij de vaststelling van de hoogte van het pgb rekening met de omstandigheid of er sprake is van professionele ondersteuning of ondersteuning in het informele circuit. De kostprijs van een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening en een niet-materiële maatwerkvoorziening (dienstverlening) richt zich naar de kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura waarbij de volgende differentiatie wordt toegepast:
Het college stelt nadere criteria op om te bepalen of er sprake is van professionele ondersteuning door een organisatie of zelfstandige zonder personeel, informele zorg en sociaal netwerk/naaste familie. Hierbij sluit het college waar mogelijk aan bij de kwaliteitscriteria die worden gesteld aan aanbieders.
Hoofdstuk 5 Bijdragen voor het gebruik van maatwerkvoorzieningen
Artikel 5.1 Compensatie algemeen gebruikelijke kosten
De aanbieder van een algemene of maatwerkvoorziening kan aan de cliënt een bijdrage vragen ter gehele of gedeeltelijke compensatie van de algemeen gebruikelijke kosten die de cliënt uitspaart doordat deze onderdeel uitmaken van de algemene of maatwerkvoorziening voor zover dat tussen college en aanbieder is afgesproken. Het gaat hierbij in ieder geval om algemeen gebruikelijke kosten:
Artikel 5.2 Eigen bijdrage maatwerkvoorziening en pgb
Indien de maatwerkvoorziening of pgb is verstrekt ten behoeve van een woningaanpassing van een minderjarig kind, is de eigen bijdrage verschuldigd door de in artikel 2.1.5, eerste lid, van de wet, bedoelde persoon of personen. De eigen bijdrage is alleen verschuldigd op de meerwaarde welke optreedt als gevolg van de woningaanpassing.
Hoofdstuk 6 Vaststelling kostprijs maatwerkvoorziening en pgb Wmo 2015bij gebruik eigen auto
Hoofdstuk 7 Kwaliteit, klachten en inspraak
Het college draagt er zorg voor dat de kwaliteitseisen, genoemd in artikel 4.1.1 Jeugdwet en artikel 3.1 van de Wmo 2015, worden opgenomen in de contracten met de aanbieders. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, waaronder voldoende deskundigheid van medewerkers daaronder begrepen door:
Artikel 7.2. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Artikel 7.4. Klachten tegen medewerkers gemeente
De Klachtenregeling gemeente Hilvarenbeek is van toepassing voor de afhandeling van klachten (qua bejegening) van de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen (niet zorg-inhoudelijk) als bedoeld in deze verordening.
Artikel 7.7. Betrokkenheid ingezetenen bij de uitvoering van de wet
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 8 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik van de maatwerkvoorzieningen / individuele voorzieningen en herziening, intrekking en tergvordering
Artikel 8.1. Tegengaan oneigenlijk gebruik
Het college treft de nodige maatregelen om het oneigenlijk gebruik van individuele voorzieningen en maatwerkvoorzieningen te voorkomen en fraude te bestrijden. Tot deze maatregelen behoren in ieder geval:
Artikel 8.2. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Een ontvanger van een maatwerkvoorziening of een individuele voorziening of de ouder van een betrokken jeugdige doet onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening of individuele voorziening.
Indien het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens, en in geval van een maatwerkvoorziening opzettelijk, heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die deze onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft:
Artikel 8.3. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Hoofdstuk 9 Slot- en overgangsbepalingen
Het college rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad welke resultaten in het betreffende jaar zijn behaald.
Artikel 9.3 Nadere regels en beleidsregels
Het college kan nadere regels en beleidsregels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.
Artikel 9.5 Intrekking oude verordening
De ‘Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Hilvarenbeek 2019’ wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-433375.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.