Vijfde wijziging Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS

De colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat:

  • -

    de colleges van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam op onderdelen van het gebied van het sociaal domein met ingang van 1 februari 2015 samenwerken in één organisatie;

  • -

    uit het onderzoek “Stroomopwaarts doet zijn naam eer aan” blijkt dat de doelstellingen zijn behaald en de organisatie op koers ligt;

  • -

    in de strategische visie Werk en inkomen die in 2021 door de raden is vastgesteld opgenomen is dat de taken van Stroomopwaarts bij voorkeur zoveel mogelijk in delegatie worden uitgevoerd;

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 gewijzigd is en de tekst van de gemeenschappelijke regeling van Stroomopwaarts hier op aangepast moet worden;

  • -

    de gemeenteraden van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, gelet op artikel 1 lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen over het ontwerp van de gewijzigde regeling;

  • -

    de gemeenteraden van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, gelet op artikel 1 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, toestemming hebben verleend om deze gemeenschappelijke regeling te wijzigen;

Besluiten vast te stellen de vijfde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS.

Artikel I Wijziging gemeenschappelijke regeling

A. Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4 Bevoegdheden/taken

 

1.

Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden, die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen, uit te voeren:

 

a.

Participatiewet;

 

b.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

 

c.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

d.

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

e.

Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 

f.

Algemene wet bestuursrecht;

 

g.

Wet openbaarheid van bestuur;

 

h.

Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015.

 

i.

art. 15 lid 1 Archiefwet 1995:

 

j.

art. 8 Archiefbesluit 1995;

 

k.

art. 9 Archiefbesluit 1995.

 

l.

Wet Inburgering

 

2.

De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam mandateren.

 

3.

Aan het afzonderlijke mandaat moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.

 

4.

De niet mandaterende deelnemer wordt over het afzonderlijke mandaat geïnformeerd

 

5.

Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam kan de bevoegdheid gemandateerd worden om beleidsregels vast te stellen (m.u.v. de Wet Inburgering)

 

6.

Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam is de bevoegdheid overgedragen om de Wet Sociale Werkvoorziening uit te voeren.

 

7.

Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren

Artikel 4 Bevoegdheden

 

1.

Aan het bestuur van het openbaar lichaam worden de bevoegdheden die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen gedelegeerd:

 

a.

Participatiewet;

 

b.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

 

c.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

d.

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 1:432a BW

 

e.

Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

 

f.

Vervallen

 

g.

Vervallen

 

h.

Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015;

 

i.

Vervallen

 

j.

Vervallen

 

k.

Vervallen

 

l.

Wet Inburgering 2021;

 

m.

Wet sociale werkvoorziening.

 

2.

De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam mandateren.

 

3.

Aan het afzonderlijke mandaat moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.

 

4.

De niet mandaterende deelnemer wordt over het afzonderlijke mandaat geïnformeerd.

 

5.

Vervallen

 

6.

Vervallen

 

7.

Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren.

 

8.

Alle opvolgende en in de plaats tredende wet- en regelgeving waarbij de inhoud van de in dit artikel genoemde bevoegdheden niet wijzigt, is van overeenkomstige toepassing.

 

9.

Besluiten van het bestuur van het openbaar lichaam zijn niet vatbaar voor het geven van zienswijzen door de raden van de deelnemende gemeenten, met uitzondering van besluiten tot het vaststellen of wijzigen van de begroting als bedoeld in artikel 35 Wet gemeenschappelijke regelingen en besluiten als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Toelichting

 

Artikel 4 lid 1 onder d

Op 1 januari 2021 trad artikel 432a Boek 1 van het Burgerlijk wetboek in werking. Dit artikel regelt het adviesrecht van gemeenten bij schuldenbewind Het geeft gemeenten de mogelijkheid de rechter te adviseren of een inwoner het beste geholpen is met voortzetting van het bewind, of dat een lichtere vorm van gemeentelijke ondersteuning beter helpt. Deze bevoegdheid wordt door Stroomopwaarts uitgeoefend en moet nog formeel worden overgedragen.

 

Artikel 4 lid 1 onder f en g

De bevoegdheden worden aan Stroomopwaarts gedelegeerd. Dit heeft tot gevolg dat Stroomopwaarts een eigen bevoegdheid heeft om de Algemene wet bestuursrecht en

de Wet open overheid (opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur) uit te oefenen.

 

Artikel 4 lid 1 onder i, j en k

Deze leden vervallen en worden vervangen door de nieuwe archiefparagraaf in hoofdstuk XII.

 

Artikel 4 lid 1 onder l

Het komt voor dat de naam van een wet wijzigt zonder dat de overgedragen bevoegdheid wijzigt. Dit is het geval bij de Wet inburgering 2021 (voorheen de Wet inburgering).

 

Artikel 4 lid 1 onder m

Voor de duidelijkheid zijn onder lid 1 alle gedelegeerde bevoegdheden opgesomd. De tekst van lid 6 is verplaatst naar lid 1 onder m.

 

Artikel 4 lid 5

Dit lid vervalt omdat Stroomopwaarts ten aanzien van de bevoegdheden die zijn gedelegeerd zelf beleidsregels kan vaststellen. Overigens blijven ook de colleges deze bevoegdheid houden (art. 4:81 Algemene wet bestuursrecht).

 

Artikel 4 lid 8

Dit lid is toegevoegd om vast te leggen dat opvolgende en in de plaats tredende wet- en regelgeving waarbij de inhoud van de bevoegdheid niet wijzigt van overeenkomstige toepassing is. Dit voorkomt de administratieve last van het wijzigen van de regeling vanwege een formaliteit.

 

Artikel 4 lid 9

Met ingang van 1 juli 2022 is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Artikel 10 lid 5 bepaalt dat in een regeling vastgelegd moet worden of de raden van de deelnemers over besluiten zienswijzen kunnen indienen. Het artikel is met name bedoeld voor besluiten met een aanzienlijk financieel belang of met beleidsmatige keuzes. Dergelijke besluiten maken in veel gevallen al deel uit van de kaderbrief en ontwerp begroting. Belangrijke strategische documenten en besluiten worden daarnaast niet eerder vastgesteld, dan nadat de raden zijn geconsulteerd en deze hun input hebben kunnen leveren. Het voorgaande geeft voldoende waarborgen voor betrokkenheid van de raden en geeft geen aanleiding voor een aanpassing van de gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS.

 

B. Toegevoegd wordt een nieuw artikel 4a dat luidt:

 

Artikel 4a Participatie

De door Stroomopwaarts ingestelde Adviesgroep brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over nieuw beleid en de uitvoering van het beleid.

 

Toelichting

Op grond van het nieuwe artikel 10 lid 7 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kan ervoor gekozen worden om in de gemeenschappelijke regeling een artikel op te nemen over participatie. Als niet voor participatie gekozen wordt, moet dit ook uit de regeling blijken. Bij Stroomopwaarts is participatie geregeld in de Adviesgroep. Dit is in het nieuwe artikel 4a opgenomen.

 

C. Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts indien de voorzitter dit nodig oordeelt of indien de meerderheid van het algemeen bestuur daarom, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt. De vergadering vindt plaats binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek.

  • 2.

    In het algemeen bestuur heeft ieder lid één stem. Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur wordt gestreefd naar consensus.

  • 3.

    Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer ten minste de meerderheid van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 4.

    In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd of besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting;

    • b.

      de vaststelling van de jaarrekening;

    • c.

      het toetreden tot, het uittreden uit of het wijzigen of opheffen van de regeling;

    • d.

      het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan;

    • e.

      de organisatie-inrichting.

  • 5.

    In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan geen besluit worden genomen over het doen van een uitgave voordat de begroting of begrotingswijziging, waarbij deze uitgave is geraamd, is vastgesteld.

  • 6.

    De leden van het algemeen bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts indien de voorzitter dit nodig oordeelt of indien een vijfde deel van het algemeen bestuur daarom, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt. De vergadering vindt plaats binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek.

  • 2.

    In het algemeen bestuur heeft ieder lid één stem. Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur wordt gestreefd naar consensus.

  • 3.

    Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 4.

    In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd of besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting;

    • b.

      de vaststelling van de jaarrekening;

    • c.

      het toetreden tot, het uittreden uit of het wijzigen of opheffen van de regeling;

    • d.

      het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan;

    • e.

      de organisatie-inrichting.

  • 5.

    In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan geen besluit worden genomen over het doen van een uitgave voordat de begroting of begrotingswijziging, waarbij deze uitgave is geraamd, is vastgesteld.

  • 6.

    De leden van het algemeen bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding in welke vorm dan ook.

 

Toelichting

De leden 1 en 3 bepalen dat een meerderheid van de leden nodig is. Dit artikel klopt niet met art. 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin staat dat een vijfde van het aantal leden nodig is.

 

D. Toegevoegd wordt een nieuw artikel 9a dat luidt:

 

Artikel 9a Actieve informatieplicht algemeen bestuur

 

Het algemeen bestuur legt in het reglement van orde vast op welke wijze het algemeen bestuur en de voorzitter inlichtingen verstrekken aan de deelnemende raden.

 

Toelichting

Dit artikel is toegevoegd omdat artikel 17 van de Wet gemeenschappelijke regelingen voorschrijft dat in de regeling moet worden opgenomen hoe het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de voorzitter aan de deelnemende raden inlichtingen geven.

 

E. Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur en twee leden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. In het dagelijks bestuur zijn de drie deelnemers vertegenwoordigd.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

  • 3.

    Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen, die door ontslag, overlijden of anderszins openvallen, vindt plaats uiterlijk één maand na dat openvallen.

  • 4.

    De leden van het dagelijks bestuur treden af zodra het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling een nieuw dagelijks bestuur heeft aangewezen.

  • 5.

    Bij verhindering of ontstentenis van een lid van het dagelijks bestuur wordt hij zo nodig vervangen door een lid van het dagelijks bestuur.

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur en twee leden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. In het dagelijks bestuur zijn de drie deelnemers vertegenwoordigd.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

  • 3.

    Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen, die door ontslag, overlijden of anderszins openvallen, vindt plaats uiterlijk één maand na dat openvallen.

  • 4.

    De leden van het dagelijks bestuur treden af zodra het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling een nieuw dagelijks bestuur heeft aangewezen.

  • 5.

    Vervallen

 

Toelichting

Formeel juridisch is lid 5 is in strijd met het collegiale karakter van het dagelijks bestuur. De wetgever heeft in de totstandkoming van de wet afgewogen dat vervanging binnen het dagelijks bestuur moet plaatsvinden, vergelijkbaar met de vervanging binnen het college van B&W.

 

F. Toegevoegd wordt een nieuw artikel 14a dat luidt:

 

Artikel 14a Actieve informatieplicht dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur legt in het reglement van orde vast op welke wijze het dagelijks bestuur en de voorzitter inlichtingen verstrekken aan de deelnemende raden.

 

Toelichting

Het toegevoegde artikel sluit aan op de wijziging onder D.

 

G. Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

Artikel 15 De voorzitter

  • 1.

    Door en uit het algemeen bestuur wordt een voorzitter aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Jaarlijks rouleert de functie van voorzitter onder de leden, waarbij iedere deelnemer gelijk aan bod komt en de voorzitter en de secretaris van het openbaar lichaam niet van dezelfde deelnemers afkomstig zijn.

  • 4.

    De voorzitter kan bij verhindering worden vervangen door één van de andere leden van het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het algemeen bestuur beslist omtrent schorsing en ontslag van de voorzitter

Artikel 15 De voorzitter

  • 1.

    Door en uit het algemeen bestuur wordt een voorzitter aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3.

  • 4.

    De voorzitter kan bij verhindering worden vervangen door één van de andere leden van het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het algemeen bestuur beslist omtrent schorsing en ontslag van de voorzitter

 

Toelichting

Voorheen vervulde een lid van het bestuur de rol van secretaris. Dit is gewijzigd, de directeur van Stroomopwaarts is secretaris (art. 18 lid 2)

 

H. De titel van hoofdstuk VI is vervallen.

 

Toelichting

Hoofdstuk VI is bij de eerste wijziging van de gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS komen te vervallen. Dit is nu ook in de titel van het hoofdstuk verwerkt.

 

I. Hoofdstuk XII over het archief wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

Artikel 29 Archief

 

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam draagt zorg voor de informatie- en archiefbescheiden van het lichaam overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen archiefregeling, onverminderd het bepaalde in de Archiefwet en de Wet bescherming persoonsgegevens. De zorg voor de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemers gemandateerde taken berust bij de deelnemers

  • 2.

    De directeur is belast met het beheer van de fysieke en digitale informatie- en archiefbescheiden voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam.

  • 3.

    De archivaris van de gemeente Schiedam oefent toezicht uit op het in het tweede lid genoemde beheer.

Artikel 29a Archiefzorg

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.

 

Artikel 29b Archiefbeheer

  • 1.

    De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt voorschriften vast voor het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

Artikel 29c Archiefbewaarplaats

Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam.

 

Artikel 29d Toezicht

Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van de gemeente Schiedam.

 

Artikel 29e Verantwoording

  • 1.

    De archivaris van de gemeente Schiedam brengt tweejaarlijks aan het dagelijks bestuur verslag uit over het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur brengt tweejaarlijks verslag uit aan het algemeen bestuur over de uitoefening van de aan hem opgedragen zorg voor de archiefbescheiden en de uitvoering van het archiefbeheer van de organen van het openbaar lichaam.

Artikel 29f Ter beschikkingstelling

  • 1.

    De deelnemers stellen tijdig aan het dagelijks bestuur de archiefbescheiden beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.

  • 2.

    In een verklaring van ter beschikkingstelling worden de periode van ter beschikkingstelling en het toezicht op het beheer van d eter beschikking gestelde archiefbescheiden vastgelegd.

  • 3.

    In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de ter beschikkingstelling.

 

Toelichting

Doordat de bevoegdheden aan Stroomopwaarts zijn gedelegeerd, heeft het bestuur van Stroomopwaarts zelf de verantwoordelijkheid over het archief. Bij de oprichting van Stroomopwaarts is afgesproken dat de archivaris van de gemeente Schiedam toezichthouder is en de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam gebruikt wordt. Deze afspraken wijzigen niet.

 

J. Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

 

Huidige tekst

Nieuwe tekst

  • 1.

    Het bestuur van de gemeente Schiedam zendt de regeling en de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging en opheffing aan gedeputeerde staten van de provincie Zuid Holland.

  • 2.

    Het bestuur van de gemeente Schiedam maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend op de in de Wet voorgeschreven wijze.

  • 1.

    Vervallen

  • 2.

    Het bestuur van de gemeente Schiedam maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend op de in de Wet voorgeschreven wijze.

 

Toelichting

De verplichting van het eerste lid is vanaf 1 juli 2021 vervallen.

 

K. Toegevoegd wordt een nieuw artikel 34a dat luidt:

 

Artikel 34a Evaluatie

 

  • 1.

    Voor het begin van een nieuwe raadsperiode wordt deze gemeenschappelijke regeling geëvalueerd

  • 2.

    De evaluatie is een gemeenschappelijke taak van het algemeen bestuur en de colleges.

  • 3.

    De evaluatie ziet in ieder geval toe op:

    • a.

      de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de regeling;

    • b.

      de samenwerking tussen het algemeen en het dagelijks bestuur;

    • c.

      de samenwerking binnen het algemeen bestuur en die binnen het dagelijks bestuur;

    • d.

      de samenwerking tussen het bestuur van het openbaar lichaam en de colleges;

    • e.

      de wijze waarop het bestuur van het openbaar lichaam verantwoording aflegt aan en inlichtingen verstrekt aan de colleges en de raden en de waardering daarvan van de colleges en raden;

  • 4.

    De uitkomsten van de evaluatie worden neergelegd in een evaluatierapport dat wordt besproken met de colleges en de raden.

Toelichting

Op grond van het artikel 10 lid 7 van de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen bestaat de keuze om in de gemeenschappelijke regeling een artikel op te nemen over de evaluatie ervan. Als niet voor evaluatie gekozen wordt, moet dit ook uit de regeling blijken. Met artikel 34a is gekozen om de regeling iedere vier jaar te evalueren voordat een nieuwe raadsperiode begint.

 

L. De Toelichting GR Stroomopwaarts MVS vervalt.

 

Toelichting

De toelichting gaat over de eerste versie van de gemeenschappelijke regeling. Inmiddels is de tekst van de regeling vier keer gewijzigd. De toelichting is zodoende verouderd.

Artikel II Inwerkingtreding

De wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS treedt in werking op 1 januari 2024.

Definitief wijzigingsbesluit vastgesteld door

Burgemeester en wethouders van Schiedam in de vergadering van

de secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

J.G. Bijl

Naar boven