Verkeersmaatregel Lang Grachtje

Ruimte / Mobiliteit / 2023-467013

Burgemeester en Wethouders van Maastricht

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Maandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps;

 

Overwegende :

dat het Lang Grachtje gelegen is in de binnenstad van Maastricht;

 

dat het Lang Grachtje en de Verwerhoek gesloten zijn voor al het verkeer;

 

dat de gemeente het fietsen wil stimuleren;

 

dat het daarom wenselijk is om de route Lang Grachtje, Klein Grachtje, Verwerhoek open te stellen voor fietsers;

 

dat deze wegen in de nabijheid van het kernwinkelgebied liggen;

 

dat een groot deel van het kernwinkelgebied een voetgangerszone is waar fietsers zijn toegestaan en snorfietsen niet;

 

dat het duidelijk is voor het verkeer als de bebording uniform wordt uitgevoerd, conform de bebording in het kernwinkelgebied;

 

dat daarom de geslotenverklaring voor het Lang Grachtje wordt opgeheven en het Lang Grachtje wordt aangewezen als voetgangerszone waar fietsers zijn toegestaan en snorfietsers zijn verboden;

 

dat deze maatregel wordt genomen voor het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

 

dat de locatie is weergegeven op de bijgevoegde tekening als behorend bij dit verkeersbesluit;

 

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

 

dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW de te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van het Lang Grachtje in hun besluit van 5 augustus 1981;

  • 2.

    door het verwijderen van de borden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 de geslotenverklaring voor het Lang Grachtje op te heffen;

  • 3.

    door het plaatsen van de borden G7(zone) van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden met de tekst “toegestaan fietssymbool snorfietsen verboden het Lang Grachtje aan te wijzen als voetgangerszone waar fietsen is toegestaan en snorfietsers verboden zijn.

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 9 oktober 2023

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

Naar boven