Verordening Rekenkamer gemeente Ommen 2023

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel d.d.

gelet op de artikelen 81a – 81k en 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van het presidium van 21 september 2023;

 

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening gemeentelijk rekenkamer Ommen 2023

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • -

    Rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.

  • -

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

  • -

    Leden: de leden van de Rekenkamer gemeente Ommen.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit 3 leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 4 Vergoeding

  • 1.

    De leden en de voorzitter van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding die halfjaarlijks worden uitbetaald.

  • 1.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter 17% en voor gewone leden 13% van de maandelijkse vergoeding voor raadsleden.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning 

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De secretaris is een op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3.

    De secretaris legt verantwoording af aan de voorzitter van de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers en is bij vergaderingen van de rekenkamer aanwezig.

  • 5.

    De secretaris heeft geen onderzoekstaken.

Artikel 6 Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.  

Artikel 7 Monitoring aanbevelingen

De griffie verstrekt de raad jaarlijks voor 1 maart een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De Verordening op de rekenkamercommissie wordt ingetrokken op het moment dat de nieuwe verordening ‘Rekenkamer gemeente Ommen 2023 inwerking treedt.

  • 2.

    Deze Verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Rekenkamer gemeente Ommen 2023.

     

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering 28 september 2023.

 

Namens deze,

S.G.M. Dijk-Horenberg

Griffier

mr. drs. J.M. Vroomen, voorzitter

Toelichting

Algemeen

Deze modelverordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en Xla (De bevoegdheid van de rekenkamer). De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet. De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2 Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de

Gemeentewet).

 

Artikel 3 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag 'word ik wel herbenoemd' dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

 

Artikel 4 Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

 

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

De werkzaamheden voor de rekenkamer kunnen op grond van de wet worden verricht door op de griffie werkzame ambtenaren. Dit is geregeld in artikel 81j,lid 3 van de wet.

De huidig ambtelijk secretaris is organisatorisch ondergebracht bij de griffie en rechtspositioneel onder de griffier. Dit blijft ongewijzigd gehandhaafd.

 

Artikel 6 Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81] van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

 

Artikel 7 Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan de raad ervoor kiezen om de griffie jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raadzelfmoeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.

 

Artikel 8 Slotbepalingen

Dit artikel regelt o.a. het overgangsrecht, ingangsdatum en intrekking van de oude verordening.

 

Naar boven