Burgemeestersbesluit en Collegebesluit tot intrekking van Wob-mandaten en verlening van Woo- en Who-mandaten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst,

 

alsook de burgemeester van de gemeente Hulst, in hoedanigheid van burgemeester,

 

Overwegende dat:

 

  • op 1 mei 2022 de Wet open overheid (Woo) van kracht is geworden;

  • de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) per diezelfde datum is vervallen;

  • in verband daarmee de mandaatbesluiten van de gemeente Hulst (lees: van de burgemeester en van het college) voor de afhandeling van wob-verzoeken dienen te worden ingetrokken; en,

  • in verband daarmee nieuwe mandaatbesluiten door het college en de burgemeester genomen dienen te worden om de tijdige afhandeling van Woo-verzoeken mogelijk te maken;

  • de gemeenteraad bij raadsbesluit d.d. 15 december 2022 heeft besloten de afhandeling van aan de raad gerichte Woo-verzoeken en Who-verzoeken te delegeren aan het college, zoals in dat raadsbesluit is vermeld;

  • daardoor ook de afhandeling van de aan de raad gerichte Woo- en Who-verzoeken door het college op functieniveau kan worden gemandateerd aan ambtenaren;

Besluiten:

 

  • I

    Tot intrekking van de navolgende mandaten m.b.t. de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

     

  • De mandaten als vermeld in het, bij het Algemeen Mandaat besluit gemeente Hulst (recentelijk bijgewerkt en vastgesteld d.d. 19 april 2022 en bekendgemaakt in het gemeenteblad nr 206209 d.d. 6 mei 2022) behorende, Register, bij de nummers 2.1.1 (de bevoegdheid om verzoeker op grond van artikel 3 lid 4 Wob te vragen om zijn verzoek te om preciseren); 2.1.2 (de bevoegdheid om de te nemen beslissing op een wob-verzoek op grond van artikel 6 Wob te verdagen) en 2.1.3 (de bevoegdheid om te beslissen op een wob-verzoek op grond van artikel 5 Wob) worden ingetrokken;

  • II

    Tot verlening/vaststelling van de navolgende mandaten op grond van de Wet open overheid (Woo) aan de Gemeentesecretaris; aan de Strategisch manager I (van alle afdelingen); aan de Tactisch leidinggevenden II en III (van alle afdelingen); aan de Operationeel leidinggevende II (van alle afdelingen); aan de Adviseur II en aan de Adviseur III (afdeling Wonen & Werken):

     

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.1 lid 5 Woo, verzoeker binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek, te verzoeken, om zijn verzoek te preciseren en om daarbij behulpzaam te zijn;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.1 lid 6 Woo, te besluiten om een Woo-verzoek niet te behandelen indien een verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering én het bekend maken van een dergelijk besluit aan verzoeker binnen 2 weken;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.2 Woo, verzoeker door te verwijzen naar een ander bestuursorgaan, respectievelijk het verzoek door te zenden naar een ander bestuursorgaan;

    • De bevoegdheid om, op grond artikel 4.2 lid 2 Woo, informatie te vorderen van degene die over de informatie beschikt, indien het verzoek betrekking heeft op informatie die op grond van enig wettelijk voorschrift bij het bestuursorgaan had behoren te berusten;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.2a Woo, met verzoeker in overleg te treden over de prioritering van de afhandeling van het verzoek, indien een voldoende gespecificeerd verzoek zodanig omvangrijk is dat daarop niet binnen de termijn van artikel 4.4, eerste lid Woo kan worden beslist;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.4 lid 2 Woo, de te nemen beslissing op een verzoek om informatie (Woo-verzoek) met maximaal 2 weken te verdagen, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de informatie een verlenging rechtvaardigt; alsmede de bevoegdheid om schriftelijk gemotiveerd mededeling van die verdaging te doen aan de verzoeker;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.4 lid 3 Woo, verzoeker mede te delen dat de termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort aangezien toepassing is gegeven aan artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    • De bevoegdheid om verzoeker, op grond artikel 4.4 lid 4 Woo, mede te delen dat de opschorting als vermeld in artikel 4.4 lid 3 Woo eindigt, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven;

  • III

    Tot verlening/vaststelling van de navolgende mandaten op grond van de Wet open overheid (Woo) aan de Gemeentesecretaris:

     

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.4 lid 1 Woo, te beslissen op een verzoek om informatie (Woo-verzoek);

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4.6 Woo (antimisbruikbepaling), binnen 2 weken na ontvangst van een verzoek om informatie (Woo-verzoek), te besluiten dat dat verzoek niet behandeld zal worden;

  • IV

    Tot verlening/vaststelling van de navolgende mandaten op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) aan de Gemeentesecretaris; aan de Strategisch manager I (van alle afdelingen); aan de Tactisch leidinggevenden II en III (van alle afdelingen); aan de Operationeel leidinggevende II (van alle afdelingen); aan de Adviseur II en aan de Adviseur III (afdeling Wonen & Werken):

     

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 3 lid 4 Who, verzoeker, zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek, te vragen om het verzoek te preciseren en om daarbij behulpzaam te zijn;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4 lid 3 Who, verzoeker er op te wijzen, dat verzoeker bij een mondeling gedaan verzoek, kan vragen om een schriftelijke beslissing bij een gehele of gedeeltelijke afwijzing van het verzoek;

    • De bevoegdheid om, op grond van de te nemen beslissing op een verzoek om hergebruik overheidsinformatie (Who-verzoek) met maximaal 2 weken te verdagen; alsmede de bevoegdheid om schriftelijk gemotiveerd mededeling van die verdaging te doen aan de verzoeker; telkens als vermeld in artikel 4 lid 5 Who;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4 lid 6 Who, verzoeker mede te delen dat de termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort aangezien toepassing is gegeven aan artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4 lid 7 Who, verzoeker mede te delen dat de opschorting als vermeld in artikel 4 lid 6 Who eindigt, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven;

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 9 lid 4 Who, verzoeker er vooraf op te wijzen als er kosten in rekening worden gebracht voor het hergebruik en met welke factoren rekening wordt gehouden bij de berekening daarvan; alsook het op verzoek inzicht geven in de berekening m.b.t. een concreet verzoek;

  • V

    Tot verlening/vaststelling van de navolgende mandaten op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) aan de Gemeentesecretaris:

     

    • De bevoegdheid om, op grond van 4 lid 4 Who, te beslissen op een verzoek om hergebruik van overheidsinformatie (Who-verzoek);

    • De bevoegdheid om, op grond van artikel 4 lid 8 Who, verzoeker in kennis te stellen van de termijn waarop de informatie wordt verstrekt, indien besloten is informatie voor hergebruik beschikbaar te stellen.

Voor (het gebruik van) de bij de deelbesluiten II t/m V verleende mandaten geldt , hetgeen is vermeld in het Algemeen Mandaatbesluit gemeente Hulst, welk besluit laatstelijk werd vastgesteld d.d. 19 april 2022 en werd bekendgemaakt in het Gemeenteblad d.d. 6 mei 2022 met nr. 206209.

 

Dit besluit, respectievelijk deze deelbesluiten, zullen worden verwerkt in het mandaatregister behorende bij het Algemeen Mandaatbesluit gemeente Hulst.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking (overeenkomstig 3:42 Awb)

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, alsook door de burgemeester van de gemeente Hulst, in hoedanigheid van burgemeester, telkens voor zover het de eigen bevoegdheid betreft, zulks op 10 januari 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst

De secretaris, De burgemeester,

De Burgemeester van de gemeente Hulst, in hoedanigheid van burgemeester,

 

Bezwaarclausule

 

Tegen de besluiten II t/m V kunnen belanghebbenden ingevolge de bepalingen van de Awb, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, bezwaar maken door het schrijven van een bezwaarschrift aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, per adres postbus 49, 4560 AA Hulst. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Awb zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust.

 

Daarenboven kan, op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb, de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team Bestuursrecht, (postbus 90006, 4800 PA Breda) verzocht worden een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Naar boven