Aanvullend mandaatbesluit uitvoering Jeugdwet gemeente Dordrecht

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht;

 

gelet op:

  • de Jeugdwet;

  • de Verordening Jeugdhulp gemeente Dordrecht en de bijbehorende nadere regels;

  • artikel 5, onder IV, van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid;

  • afdeling 10.1.1. van de Algemene wet Bestuursrecht;

  • artikel 171 van de Gemeentewet;

  • het Mandaatbesluit uitvoering Jeugdwet gemeente Dordrecht;

 

 

B E S L U I T :

 

Ter zake van de volgende bevoegdheden en onder de hierna volgende regels mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur publieke gezondheid aanvullend op hetgeen is bepaald in het Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Dordrecht.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht;

b.

directeur:

de directeur publieke gezondheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

c.

gemandateerde:

de directeur publieke gezondheid;

d.

gemeente:

de gemeente Dordrecht;

e.

samenwerkingsverband:

het rechtspersoonlijk bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

 

Artikel 2 Mandaat en benoemingsbesluit

Het college verleent mandaat en machtiging aan de directeur om:

  • 1.

    namens het college uitvoering te geven aan, besluiten te nemen over, en respectievelijke feitelijke handelingen te verrichten uit hoofde van de bevoegdheden die zijn opgesomd in artikel 7.4.0 van de Jeugdwet.

  • 2.

    namens het college de correspondentie te voeren en alle (rechts)handelingen te verrichten in het kader van bezwaarprocedures rondom casussen waarbij sprake is van een formele controle, materiele controle of fraudeonderzoek;

  • 3.

    namens het college nemen een besluit op bezwaar te nemen in zaken waarbij sprake is van een formele controle, materiele controle of fraudeonderzoek;

  • 4.

    namens het college besluiten op bezwaar kenbaar te maken in zaken waarbij sprake is van een formele controle, materiele controle of fraudeonderzoek

  • 5.

    namens het college schriftelijk en mondeling verweer te voeren, nadere inlichtingen te verschaffen en het vertegenwoordigen van de burgemeester, het college en de gemeenteraad ter rechtszitting in verband met de ingediende bezwaarschriften, zienswijzen en bedenkingen, ingesteld (hoger) beroep en/of verzoeken om voorlopige voorziening en verzetprocedures bij de gemeentelijke commissie bezwaarschriften, de gerechten, het college van Gedeputeerde Staten, de CRvB en de (voorzitter van de) Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in zaken waarbij sprake is van een formele controle, materiele controle of fraudeonderzoek;

  • 6.

    Het inschakelen van juridische bijstand ten behoeve van rechtsgedingen waarbij sprake is van een formele controle, materiele controle of fraudeonderzoek.

  • 7.

    namens het college handelingen te verrichten naar aanleiding van, besluiten te nemen over, gevolg te geven aan de conclusies en aanbevelingen in een fraudeonderzoek. Dit behelst onder andere, maar niet uitsluitend, het starten en voeren van een terugvorderingsprocedure, het starten en voeren van een strafrechtelijke procedure, het (laten) leggen van conservatoir en executoriaal beslag, e.d. tegen/jegens subject van onderzoek. Subject van onderzoek behelst zowel de rechtspersoon alsook degene die hoofdelijk aansprakelijk is.

 

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Het is de gemandateerd toegestaan ondermandaat te verlenen aan direct onder hem ressorterende functionarissen binnen het samenwerkingsverband. In het betreffende besluit tot verlening van ondermandaat kan worden bepaald dat ook aan andere functionarissen ondermandaat kan worden verleend, indien dit wenselijk of noodzakelijk is wegens de specifieke kenmerken van de bevoegdheid.

  • 2.

    Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat, mandaatgever en gemandateerde, wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondermandaatgever en ondergemandateerde.

 

Artikel 4 Voorschriften en instructies

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit.

  • 2.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het college vastgestelde richtlijnen, beleidsregels van het college.

  • 3.

    Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college toe.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat de gemandateerde over de informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in de eerste volzin.

  • 5.

    Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de gemandateerde over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de uitvoeringsorganisatie voor het college uitvoert.

  • 6.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 5 Informatie- en overlegplicht

  • 1.

    De gemandateerde stelt het college in kennis van krachtens mandaat te nemen of genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college gewenst is.

  • 2.

    Het niet voldoen aan de in lid 1 omschreven terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

 

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als "Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Dordrecht".

  • 3.

    Dit mandaatbesluit geldt als aanvullend mandaat verleend vanuit het Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Dordrecht.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van dinsdag 19 september 2023.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester

Naar boven