Gemeenteblad van Hollands Kroon
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2023, 409921 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2023, 409921 | beleidsregel |
Beleidsregels horende bij de Verordening fysieke leefomgeving
In de Verordening fysieke leefomgeving zijn de regels die gaan over de fysieke leefomgeving samengevoegd. Niet alle regels voor de fysieke leefomgeving mogen in een verordening worden opgenomen. De beleidsregels voor bijbehorende bouwwerken bijvoorbeeld. Omdat deze regels hun grondslag vinden in de landelijke regelgeving, mogen deze niet in een zelfstandige gemeentelijke verordening worden opgenomen, maar bijvoorbeeld in het Omgevingsplan.
Om wel naar één integraal stuk te werken, zijn alle beleidsstukken of uitvoeringsbesluiten die horen bij de Verordening fysieke leefomgeving, en straks mee gaan naar het Omgevingsplan, toegevoegd als bijlage bij de Verordening fysieke leefomgeving. Zo zijn voor iedereen de regels voor de fysieke leefomgeving op één plek te vinden.
Ook de uitvoeringsregelingen waar in de Verordening naar wordt verwezen, zoals het Handboek Inrichting Openbare Ruimte en de Uitvoeringsregels voor begraafplaatsen zijn in deze beleidsregels opgenomen.
Hoofdstuk 1 Bouwwerken voor dieren
Bij de toepassing van de beleidsregels gelden voor de begripsbepaling, naast de relevante artikelen uit de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en het Besluit kwaliteit
Paardenbak: een door een afscheiding, zoals een hekwerk, haag of opsluitbanden, apart stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, en ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony’s en/of het op een andere manier beoefenen van de paardensport met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.
Voorgevelrooilijn: De lijn die naast het midden van de weg ligt waarlangs regelmatige of bijna regelmatige bebouwing ligt. Deze lijn sluit zoveel mogelijk aan bij de ligging van de bestaande bebouwing en heeft een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn die gelijk is aan de richting van de weg. Een en ander zoals de groene stippellijn bij afbeelding 1.
Hoofdstuk 2 Regels voor verbouw woning
Artikel 2.2 Regels voor bijbehorende bouwwerken
De regels in dit artikel zijn van kracht binnen de gehele gemeente met uitzondering op het beschermde dorpsgezichten Barsingerhorn en Kolhorn en het buitengebied van het voormalige eiland Wieringen en zijn gesteld met het oog op:
Artikel 2.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, als er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Hoofdstuk 3 Aan huis verbonden beroepen, Bed and Breakfast en toeristische verhuur
Artikel 3.1 Aan-huis verbonden beroepen en bedrijven
Aan-huis verbonden beroepen en bedrijven zijn in overeenstemming met de woonfunctie, onder voorwaarde dat:
Hoofdstuk 4 Splitsing van panden
Bij het verzoek tot splitsing wordt, naast de standaard indieningsvereisten, een erfinrichtingsplan en plattegrond van de nieuwe woningen, zowel oude als nieuwe situatie, aangeleverd waaruit de ruimtelijke gevolgen van de splitsing blijkt. De nieuwe verkeerssituatie en positie van eventuele bijgebouwen moet worden aangegeven. Het inrichtingsplan wordt integraal in de organisatie beoordeeld;
Artikel 4.2 Splitsen stolp, boerderij of karakteristiek hoofdgebouw
Splitsen van stolpen, boerderijen of andere karakteristieke hoofdgebouwen is mogelijk als:
TOELICHTING - Beleidsregels horende bij de Verordening fysieke leefomgeving
Hoofdstuk 1 Bouwwerken voor dieren
De beleidsregels voor het bouwen van (paardgerelateerde) bouwwerken zijn overgenomen in deze verordening. Dit met het doel om deze bij het opstellen van het Omgevingsplan over te hevelen naar de planregels.
Nieuw in deze regels is de verplichting tot landschappelijke inpassing van de bouwwerken. Eerst was dat nog een uitwerkingsvraagstuk, maar we vinden het vanzelfsprekend dat een eigenaar van een perceel nadenkt over hoe het perceel er uit ziet vanaf de openbare weg. En zich bewust is van de impact van bouwwerken op de omgeving. Wij vragen daarnaast aan eigenaren om rekening te houden met de natuur om zich heen en waar dat kan die te versterken. Dus niet alleen maar hekken plaatsen, maar bijvoorbeeld een gebiedseigen haag. Lampen die heel nuttig zijn bij het rijden, maar die tegelijk andere dieren in de omgeving niet verblinden.
Er is aansluiting gezocht bij de provinciale regels over het plaatsen van bouwwerken, dus binnen het bouwblok of het erf. Ook de afmeting van schuilstallen is afgestemd op de provinciale regelgeving daarover.
Hoofdstuk 2 Regeling bijbehorende bouwwerken
De huidige regeling voor bijbehorende bouwwerken, zoals aan- en uitbouwen, is overgenomen in de verordening. Ook hier met doel om deze regeling over te nemen in het op te stellen Omgevingsplan. Het werkingsgebied is niet de hele gemeente. De beschermde dorpsgezichten van Barsingerhorn en Kolhorn zijn uitgesloten. Maar ook het Buitengebied van Wieringen valt niet onder de regeling. Van deze gebieden is aangegeven dat deze te bijzonder zijn om hier deze bouwwerken mogelijk te maken. Voor deze gebieden blijven de huidige regels van het bestemmingsplan (na inwerkingtreding Omgevingswet Omgevingsplan) gelden en is er (vooralsnog) geen verruiming opgenomen.
De regels voor binnen en buiten de bebouwde kom zijn voor de leesbaarheid samengevoegd en vereenvoudigd. Nieuw in de regeling is de bepaling dat panden aan de buitenzijde geïsoleerd mogen worden zonder vergunning als het pakket aan maatregelen niet meer van 0,5 meter is. Vanuit een duurzaamheidsoogpunt willen wij eigenaren van woningen geen belemmeringen opleggen om te verduurzamen. De beperking in afmeting zorgt ervoor dat de omliggende panden niet onevenredig benadeeld worden.
Hoofdstuk 3 Aan huis verbonden beroepen, bed en breakfast en toeristische verhuur
Net als in de meeste huidige bestemmingsplannen is een regeling opgenomen voor aan huis verbonden beroep of bedrijf. Dit beroep mag volgens jurisprudentie alleen door een bewoner van de woning worden uitgevoerd. De activiteiten mogen niet belemmerend werken voor de omgeving. De regels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving ten aanzien van geur, geluid en trillingen zijn wel van toepassing op beroep en bedrijven aan huis en wordt via die manier gereguleerd. Ook de uitzonderingen die daarin zijn opgenomen voor beroep en bedrijf aan huis gelden als toegestane activiteiten.
Een Bed and Breakfast tot 4 bedden wordt gezien als een weinig belastende activiteit op de omgeving. Zeker als ook het parkeren op eigen erf plaatsvindt is het effect op de omgeving minimaal. Het is daarbij uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het pand verhuurd wordt als vakantiewoning. De hoofdbewoner(s) van het pand houden toezicht door hun aanwezigheid.
De eerder opgenomen regeling mantelzorg in het buitengebied is eruit gehaald omdat er vergunningsvrij ruime mogelijkheden zijn om een unit te plaatsen.
Hoofdstuk 4 Splitsing van panden
De vraag voor het splitsen van woningen wordt steeds vaker aan de gemeente gesteld. Hier zijn een aantal redenen voor:
Daarnaast ontvangen we verschillende verzoeken voor alternatieve woonvormen. Hieronder vallen onder andere pré-mantelzorgwoningen, kangoeroewoningen en meergeneratiewoningen. Er is niet altijd sprake van een splitsing van een woning bij deze alternatieve woonvormen. Dit is afhankelijk van het plan. Voor reguliere mantelzorgwoningen sluiten wij aan bij de landelijke regelgeving. Deze vallen niet onder dit beleid.
Hollands Kroon wil een aantrekkelijke woongemeente voor haar inwoners blijven. Er is een tekort aan woningen. Daarom zetten we actief in op meer woningbouw. We sturen daarbij op bouwen voor doelgroepen. Met name voor jongeren, starters en ouderen, die behoefte hebben aan kleinere en/of levensbestendige woningen. En we sturen op een woningvoorraad die bijdraagt aan de gezondheid en het welzijn van onze inwoners.
In de gemeentelijke Woonvisie is aangegeven dat het onderwerp ‘splitsen van panden’ verder uitgewerkt moet worden. Dat doen wij met deze beleidsregels. In dit document leggen wij de regels uit die gelden voor het splitsen van woningen.
Het splitsen van woningen in de dorpen is een manier zijn om te zorgen voor meer woningen. Zonder het dorp te vergroten of uit te breiden. De bestaande bebouwing blijft hetzelfde en verstening wordt tegengegaan. Splitsen van een woning in kleinere woningen kan ook een manier zijn om te zorgen dat jongeren in een dorp (kunnen) blijven wonen. Want kleinere woningen zijn goedkoper en daarom beter betaalbaar voor starters en jongeren. De gesplitste woningen zijn geschikt voor kleine(re) huishoudens zoals jongeren, starters, maar ook ouderen. En door het splitsen wordt er in de buurt ruimte gemaakt voor een mix van mensen in verschillende leeftijden. Zorg gerelateerde vragen, zoals voor GGZ-woningen, vallen hier niet onder.
Splitsen kan ook een manier zijn om te voorzien in de vraag naar pré-mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen. Wij krijgen steeds vaker de vraag of er voor de periode van actieve mantelzorg een manier is om elkaar te ondersteunen. Vanwege financiële gevolgen, zoals de belastingaangifte of uitkeringen, komt de vraag voor het splitsen van een woning vaker voor dan de vraag naar ‘inwonen’. Planologisch is hiermee sprake van zelfstandige bewoning en dus vallen deze vragen onder dit beleid.
Ook in de buitengebieden kan splitsen een manier zijn om woningen te behouden, leegstand te voorkomen en woningen toe te voegen zonder het buitengebied veel bebouwing erbij komt. . Door zorgvuldig te splitsen blijven verkavelingsstructuren zichtbaar en herkenbaar. De buitengebieden in Hollands Kroon zijn verschillend en kennen verschillende stedenbouwkundige en landschappelijke opbouwen. Van een dichtbebouwd lint, tot open lintbebouwing. Ontwikkelingen moeten passend zijn bij het landschap waar het perceel zich bevindt en aan de karakteristiek van een erf geen afbreuk doen. Om die reden vragen wij bij ieder splitsingsverzoek om een erfinrichtingsplan. Dit is een tekening die aangeeft hoe het erf er in de nieuwe situatie uit komt te zien en welke invloed het heeft op het landschap. Ook hoe de ontwikkeling past in de directe omgeving.
Aansluitend op de landelijke en gemeentelijke ambities voor de verduurzaming van woningen, is het uitgangspunt bij de te splitsen woning ‘gasloos, tenzij’. We zetten in op gasloos bij de af te splitsen woningen. Want dan is de nieuwe woning direct klaar voor de toekomst. Er kunnen zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken. Zoals technische beperkingen of onredelijke kosten. De aanvrager moet een verzoek om af te wijken hiervan goed onderbouwen bij de aanvraag.
Niet ieder hoofdgebouw kan gesplitst worden. Als overal zonder voorwaarden gesplitst wordt, kan dit negatieve invloed hebben op parkeren, verkeersveiligheid, de groene leefomgeving, erfinrichtingen en mogelijk voor overlast zorgen. Het uitgangspunt in ons parkeerbeleid is dat parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden. Wij kiezen er daarom onder andere voor om rijwoningen uit te sluiten van splitsing. Het splitsen of omvormen van een bijbehorend bouwwerk tot woning valt niet onder de mogelijkheden. Hierbij kan je denken aan een schuur of bijvoorbeeld een garage. Dit vinden wij als gemeente geen gewenste ontwikkeling. Want als je een bijbehorend bouwwerk splitst of omvormt tot woning, wordt er een bijbehorend bouwwerk zoals een schuur onttrokken aan het perceel. De behoefte aan zo’n bijbehorend bouwwerk blijft wel bestaan. Maar na splitsing of omvorming zijn er dan (planologisch) geen mogelijkheden meer om een bijbehorend bouwwerk te realiseren op het perceel. Dit past ook niet binnen de beleidsregels van de Verordening Fysieke Leefomgeving. Hier willen wij niet van afwijken omdat verdere verstening geen gewenste ontwikkeling is.
Hoewel er vraag is naar kleinere woningen, moeten woningen ook niet te klein worden. In de hoofdkernen kunnen gesplitste woningen kleiner zijn dan bijvoorbeeld in het buitengebied. Wij sluiten daarbij aan bij de Woonvisie, maar ook bij provinciaal- en regionaal beleid. Onze vier hoofdkernen zijn Anna Paulowna, Hippolytushoef, Wieringerwerf en Nieuwe Niedorp/Winkel. Op goed bereikbare plekken is de vraag naar kleinere eenheden groter. Denk hierbij aan plekken dicht bij een treinstation of snelweg. Een goede leefomgeving is het uitgangspunt voor splitsen. Om de voor een gebruiksfunctie, wonen, kenmerkende activiteiten te kunnen verrichten, is het noodzakelijk dat er in een gebruiksfunctie een voldoende aantal vierkante meters gebruiksoppervlakte als verblijfsgebied aanwezig is. Dit betekent dat een voor het verblijven van personen bestemd gebouw ten minste één verblijfsgebied moet hebben dat daarvoor geschikt is. Activiteiten die kenmerkend zijn voor het wonen zijn o.a. zitten, koken, eten en slapen.
Om te voorkomen dat erven en het landschap onevenredig worden aangetast vragen wij initiatiefnemers om een erfinrichtingsplan aan te leveren. Daaruit moeten de ruimtelijke gevolgen van een splitsing blijken. Van ontsluiting en parkeren, het mogelijk versterken van de groenstructuur om een perceel en de erfinrichting met bijgebouwen. Hier kan uit volgen dat bijvoorbeeld de hoeveelheid aan bijgebouwen ingeperkt kan worden. Of dat er meerdere bergingen samengevoegd worden in één bijgebouw. Of dat een extra inrit niet mogelijk is en er een recht van overpad ontstaat. Verticaal splitsen (twee grondgebonden woningen maken) zal vaker voorkomen dan horizontaal splitsen (appartementen maken), maar beide vormen vallen onder dit beleid.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
In dit hoofdstuk wordt geregeld hoe aanvragen worden afgehandeld die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn ingediend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-409921.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.