Gemeenteblad van Echt-Susteren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Echt-Susteren | Gemeenteblad 2023, 403266 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Echt-Susteren | Gemeenteblad 2023, 403266 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels jeugdhulp gemeente Echt-Susteren 2023
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ECHT-SUSTEREN;
gelet op artikel 156 van de Gemeentewet, de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp gemeente Echt-Susteren 2020;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ter uitvoering van Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp gemeente Echt-Susteren 2020;
Hoofdstuk 2: Hulpvraag en onderzoek
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 3, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem of zijn ouders een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de wijze waarop een mogelijk toe te kennen maatwerkvoorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen: in het kader van het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur, wordt de ondersteuning die door de verschillende partijen gegeven wordt op elkaar afgestemd;
Artikel 6 Onderzoek naar de inzet
Het college onderzoekt samen met de jeugdige of zijn ouders welke inzet nodig is om te komen tot de resultaten binnen het beoogde profiel en/of product en maakt hierbij een inschatting van tijd, duur, activiteiten en frequentie. Het college gaat uit van de in de betreffende situatie adequaat goedkoopste individuele voorziening die hij kan leveren.
Bij de afweging als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub c wordt bezien in hoeverre sprake is van gebruikelijke hulp, zijnde de normale, dagelijkse hulp die ouder(s) en/of andere huisgenoten elkaar onderling kunnen bieden, dan wel waarvan verwacht mag worden dat zij deze bieden. Bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp past het college de Richtlijn gebruikelijke hulp (bijlage 1) toe.
Hoofdstuk 4: Bijzondere bepalingen over maatwerkvoorzieningen
Bij de afweging ten aanzien van de goedkoopst passende voorziening, hanteert het college onderstaande volgorde:
de aanbieder is in staat de jeugdhulp te leveren op het verblijfadres van de jeugdige of op een locatie die wel zelfstandig, al dan niet onder begeleiding van ouders of het sociaal netwerk, door de jeugdige kan worden bereikt.
Pas als naar het oordeel van het college een jeugdige niet op een van de hiervoor beschreven wijzen de jeugdhulplocatie kan bereiken, kan een maatwerkvoorziening voor vervoer in de vorm van aangepast (groeps)vervoer toegekend worden.
Voor vervoer dat vanwege een medische noodzaak bij de jeugdige redelijkerwijs niet door ouders of het sociaal netwerk kan worden geboden of waarbij ouders of het sociaal netwerk niet beschikken over het benodigde vervoersmiddel, de benodigde medische apparatuur of de benodigde medische of verpleegkundige vaardigheden, kan een aanvullende maatwerkvoorziening voor vervoer in de vorm van aangepast vervoer worden toegekend mits geen sprake is van een voorliggende voorziening.
De gebruikelijke vervoerskosten zijn bepaald op € 30 per maand. Een vergoeding als bedoeld in lid 5 sub a en b wordt als volgt berekend:
Openbaar vervoer: Werkelijke kosten voor openbaar vervoer per maand – minus € 30 gebruikelijke kosten. Tot de werkelijke kosten behoren zowel de kosten voor het openbaar vervoer van de jeugdige als de kosten voor het openbaar vervoer van de begeleider voor de vervoersbewegingen waarbij de jeugdige aanwezig is. In overleg met de verwijzer wordt binnen de mogelijkheden de optimale route bepaald en vervolgens de minimale kosten voor deze route (bijvoorbeeld een U-pas, maand- of jaarkaart).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-403266.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.