Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad

gelet op artikel 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

overwegende dat:

  • het college hiertoe het steunpunt brede ondersteuning Meierijstad heeft ingericht;

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven hoe en op welke manier gemeente Meierijstad zelfmelders en gedupeerden ruimhartig ondersteunt;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen.

Besluit:

Vast te stellen de volgende: Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Beoordelingscommissie: Een interne commissie bestaande uit consulenten brede ondersteuning en kwaliteitsmedewerker schuldhulpverlening

  • b.

    Ex-toeslagpartners: Ex-partner van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als vallende onder de ex-partnerregeling

  • c.

    (Gedupeerde) kinderen: Kinderen van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als vallende onder de kindregeling

  • d.

    (Gedupeerde) ouders: Ouders die na de eerste toets of de integrale beoordeling door de Belastingdienst aangemerkt zijn als daadwerkelijk gedupeerd

  • e.

    Mogelijk gedupeerde ouders: Ouders die zichzelf hebben aangemeld als gedupeerde bij de Belastingdienst, maar nog niet als gedupeerd zijn aangemerkt

  • f.

    Ruimhartige ondersteuning: Het tijdig en adequaat ondersteunen in relatie tot de specifieke situatie, gegeven het moment

  • g.

    Steunpunt brede ondersteuning Meierijstad: Het eerste contactpunt voor ouders en kinderen om brede ondersteuning te kunnen ontvangen

  • h.

    Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagenaffaire (UHT): Een onderdeel van de Belastingdienst. Het UHT beoordeeld of het terugvorderen van kinderopvangtoeslag terecht is geweest en verzorgt financieel herstel

Artikel 2. Doelgroep brede ondersteuning

  • 1.

    Alle inwoners van de gemeente die onder de personenkring van artikel 2.21. van de Wet hersteloperatie toeslagen vallen, kunnen zich tot het college wenden voor brede ondersteuning.

Artikel 3. Doelstelling brede ondersteuning

  • 1.

    Het college heeft als doelstelling met in de inzet van brede ondersteuning dat:

  • a.

    (Mogelijk) gedupeerde ouders, kinderen en ex-partners een nieuwe start kunnen maken en aan herstel kunnen werken

  • b.

    Het vertrouwen van (mogelijk) gedupeerde ouders, kinderen en ex-partners in de overheid hersteld wordt

Artikel 4. Werkwijze en uitgangspunten van de brede ondersteuning

  • 1.

    Het steunpunt brede ondersteuning Meierijstad hanteert de volgende werkwijze bij start brede ondersteuning:

  • a.

    Het steunpunt neemt binnen twee werkdagen telefonisch contact op met (mogelijk) gedupeerde ouders en ex-toeslagpartners nadat de Belastingdienst gegevens heeft gedeeld met het college. Erkend gedupeerde kinderen dienen zelf contact op te nemen met het steunpunt omdat deze gegevens niet gedeeld worden met het college. De gemeente zet erop in deze kinderen te bereiken.

  • b.

    Het steunpunt ondersteunt uitsluitend ouders, kinderen en ex-toeslagpartners die zelf hulp wensen.

  • c.

    De ouder/het kind/de ex-toeslagpartner krijgt een consulent brede ondersteuning als vaste contactpersoon.

  • d.

    De hulpvraag wordt tijdens een of meerdere gesprekken geïnventariseerd, dit wordt tevens gezien als de aanvraag tot brede ondersteuning. Het streven is binnen 3 weken na het eerste contact een eerste gesprek plaats te laten vinden.

  • e.

    Samen met de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner wordt na een of meerdere gesprekken een plan van aanpak opgesteld met doelen op de vijf leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Brede ondersteuning wordt uitsluitend verleend vanuit dit plan van aanpak. Het plan van aanpak is tevens de beschikking en wordt binnen 4 weken na het eerste gesprek schriftelijk verstrekt aan de (mogelijk) gedupeerde. Ondertekening van het plan van aanpak is noodzakelijk.

  • 2.

    Het college maakt bij het bepalen van de inzet van de brede ondersteuning gebruik van de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Op basis van de gesprekken bepaalt het college vanuit ruimhartigheid welke ondersteuning passend is.

  • b.

    Brede ondersteuning wordt geboden op basis van de gestelde Rijksbrede doelen op de vijf leefgebieden:

    Wonen: veilige en betaalbare plek om te wonen;

    Financiën: in staat zijn om een financieel gezonde huishouding te voeren;

    Gezin: samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen;

    Zorg: welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid;

    Werk: duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces en met minimaal de beschikking over een startkwalificatie.

  • c.

    Er kan aanvullend op ondersteuning een vergoeding voor goederen verstrekt worden, mits dit een bijdrage levert aan de te behalen doelen en gemotiveerd is opgenomen in het plan van aanpak. Het recht op brede ondersteuning staat niet gelijk aan het recht op een vergoeding.

  • d.

    Indien een vergoeding voor goederen verstrekt wordt, bepaalt het college de hoogte van het bedrag op basis van het advies van het Nibud. In gevallen waar het Nibudadvies niet toereikend is, wordt uitgegaan van een gemiddelde prijs. Deze vergoedingen wordt eenmalig verstrekt.

  • e.

    Het college vergoedt geen kosten waar een andere voorliggende voorziening voor beschikbaar is.

  • f.

    Het ontvangen compensatiebedrag of de tegemoetkoming van het UHT wordt niet gebruikt bij de afweging om ondersteuning in te zetten. Het compensatiebedrag is een schadevergoeding en niet bedoeld voor herstel.

  • g.

    De noodzaak en vorm van de ondersteuning wordt namens het college vastgesteld door een beoordelingscommissie, rekening houdend met bovenstaande uitgangspunten en de zelfstandigheid, het netwerk en de lichamelijke en psychische gesteldheid van de gedupeerde. Deze ondersteuning is te allen tijde maatwerk en kan niet met anderen vergeleken worden.

  • h.

    De ondersteuning vindt plaats op basis van vertrouwen. Er kan verzocht worden om aanvullende bewijsstukken om te kunnen beoordelen of de in te zetten ondersteuning bijdraagt aan herstel en het maken van een nieuwe start.

  • 3.

    Het steunpunt organiseert en faciliteert op verzoek van de gedupeerde driegesprekken tussen de ouder, het steunpunt en het UHT.

  • 4.

    Het steunpunt organiseert en faciliteert indien gewenst en bij voldoende belangstelling lotgenotencontact.

Artikel 5. Beëindiging brede ondersteuning en nazorg

  • 1.

    Het college beëindigt de brede ondersteuning binnen 30 dagen indien:

  • a.

    Er geen overeenstemming bereikt wordt over het plan van aanpak.

  • b.

    De mogelijk gedupeerde ouder als niet erkend gedupeerd aangemerkt is na de integrale beoordeling door de Belastingdienst. Eventuele gewenste voortzetting van ondersteuning voor niet erkend gedupeerden vindt plaats vanuit de reguliere gemeentelijke regelingen.

  • c.

    De gestelde doelen in het plan van aanpak behaald zijn.

  • d.

    De ouder/het kind/de ex-toeslagpartner de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd.

  • e.

    De ouder/het kind/de ex-toeslagpartner gedupeerde verhuist naar een andere gemeente. Eventuele gewenste voortzetting van ondersteuning wordt overgedragen aan de nieuwe gemeente. Waar mogelijk vindt een warme overdracht plaats.

  • 2.

    Het college biedt minimaal 12 maanden nazorg wanneer:

  • a.

    Het plan van aanpak beëindigd wordt met instemming van de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner omdat de gestelde doelen in het plan van aanpak behaald zijn. Dit houdt in dat de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en het college elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd. Waar nodig vindt een warme overdracht plaats naar het reguliere kader.

  • b.

    De (mogelijk) gedupeerde de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd heeft. Dit houdt in dat de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en het college elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd en vindt waar nodig een warme overdracht plaats naar het reguliere kader.

Artikel 6. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 4 november 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op het moment dat de hersteloperatie eindigt.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire.

Aldus vastgesteld op 5 september 2023.

De secretaris,

Drs. M.G.C. Wilms –Wils RA,

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij

Naar boven