Gemeenteblad van Lochem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lochem | Gemeenteblad 2023, 395660 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lochem | Gemeenteblad 2023, 395660 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening gemeentelijke rekenkamer Lochem
Artikel 3. Benoeming en herbenoeming leden
Onverminderd het bepaalde in artikel 81f van de wet kan een lid van de rekenkamer niet lid zijn van de raad of van een door de raad ingestelde commissie, of medewerker of bestuurslid van een instelling zijn die een functionele of financiële band heeft met de gemeente. Ook is lidmaatschap uitgesloten voor personen die in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een functie hebben bekleed bij de gemeente Lochem.
De rekenkamer is bevoegd om bij alle leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Artikelsgewijze toelichting op de Verordening gemeentelijke rekenkamer Lochem
Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).
De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.
Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.
De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.
In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).
Artikel 3. Benoeming en herbenoeming leden
De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De voorzitter wordt apart door de raad benoemd. Dat biedt de mogelijkheid gericht te zoeken naar een geschikte kandidaat. De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.
De gedragscode die de gemeenteraad op grond van artikel 15 lid 3 Gemeentewet heeft vastgesteld, geldt ook voor de voorzitter en leden van de commissie.
Dit artikel regelt de vergoeding welke de leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k, Gemeentewet).
Artikel 6. Ambtelijke ondersteuning
Dit artikel omschrijft de taken van de ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris wordt geleverd vanuit de griffie en is materieel verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie. Rechtspositioneel heeft de secretaris een relatie met de raad/griffie.
In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid). Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris voor de rekenkamer.
Dit artikel regelt de werkwijze van de rekenkamer. Van belang daarbij is dat de rekenkamer kan beschikken over alle relevante informatie. Welke informatie relevant is bepaalt de rekenkamer zelf. Alle leden van het gemeentebestuur en alle ambtenaren hebben zich daaraan te houden. Over de vraag of informatie relevant is kan derhalve geen discussie ontstaan.
Uit een oogpunt van zorgvuldigheid krijgt de onderzochte partij gelegenheid om op het ontwerprapport van de rekenkamer te reageren. De minimum termijn is in de verordening aangegeven. Verder is uitgangspunt dat de rekenkamer in beslotenheid vergadert, doch dat de rapporten openbaar zijn.
Artikel 25 lid 2 Gemeentewet is de wettelijke basis voor het opleggen van geheimhouding ten aanzien van stukken die zij aan de raad overleggen.
De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81J, Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken. De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Dit artikel regelt hoe de rekenkamer met het budget moet omgaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-395660.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.