Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2023, 394312 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2023, 394312 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijzigingsbesluit Subsidieregeling duurzame Amsterdamse vervoersmiddelen Sloop 2023
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, gelet op het Actieplan Schone Lucht dat op 1 oktober 2019 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam is vastgesteld, gelet op de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit die op 6 juni 2023 door h het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam is vastgesteld,
besluit de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse vervoersmiddelen als volgt te wijzigen:
Artikel I Algemene aanvullingen
Aan het eind van hoofdstuk 1 worden drie artikelen toegevoegd die luiden:
Artikel 1.3 Wisselwerking tussen hoofdstukken
Bepalingen in de hoofdstukken van deze regeling, anders dan in hoofdstuk 1, die geen expliciete verwijzing naar een artikelnummer in een ander hoofdstuk of wetgeving in materiele zin bevatten zijn in hun werking beperkt tot het hoofdstuk waar zij deel van uitmaken.
Het tijdvak voor het aanvragen van een subsidie eindigt gelijk met de looptijd van het subsidieplafond dat voor de subsidiabele activiteit is bepaald, tenzij in een ander hoofdstuk nadrukkelijk een ander aanvraagtijdvak is bepaald.
Artikel 1.5 Volgorde behandeling aanvragen
Artikel II Vernummeren van hoofdstuk 2
Artikel III Toevoeging sloopsubsidie
Aan het einde van hoofdstuk 1 wordt een hoofdstuk toegevoegd, dat luidt:
Hoofdstuk 2 Sloop van vervuilende voertuigen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
de-minimisverklaring: de verklaring waarin de aanvrager aangeeft of hij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel vastgestelde wijzigingen daarvan;
demontageverklaring: verklaring van een RDW erkend demontagebedrijf dat zij binnen 48 uur na tenaamstelling van het kenteken van het te demonteren voertuig op zijn naam, de registratie van demontage van de auto in het kentekenregister van de RDW te bewerkstelligen en deze melding nadien niet ongedaan te (laten) maken met daarbij tevens de verklaring dat het demontagebedrijf zich verplicht ook de auto in eigen beheer, conform de bij of krachtens het Besluit beheer autowrakken gestelde voorschriften, te demonteren en het niet in eigendom over te dragen of te exporteren;
Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit: uitvoeringsagenda van de gemeente Amsterdam, zoals vastgesteld op 6 juni 2023, waarin het college een overzicht geeft van de maatregelen die in de huidige bestuursperiode tot en met 2026 worden genomen om de ambities uit het Actieplan Schone Lucht te realiseren;
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten
Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het laten slopen van de volgende voertuigen:
Artikel 2.3 Hoogte van de subsidie
Subsidie voor slopen van voertuigen kan aangevraagd worden door aanvragers die:
Artikel 2.6 Aanvraagtermijn subsidie
Artikel 2.7 Bij de aanvraag in te dienen gegevens
Een subsidieaanvraag bevat de volgende informatie en documenten:
Artikel IV Aanpassen algemene toelichting
De verbetering van de luchtkwaliteit en het verminderen van CO2 uitstoot in Amsterdam zijn al lange tijd concrete ambities van het gemeentebestuur. Met de aankondiging van het Actieplan Schone Lucht dat op 1 april 2019 door het college van B&W is vastgesteld, de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit die op 6 juni 2023 door het college van B&W is vastgesteld en met de vaststelling van de Routekaart naar een klimaatneutrale stad door de gemeenteraad op 23 april 2020 zijn ambities en de weg erheen verder bepaald. Het geheel aan maatregelen beoogt de stad schoner en duurzamer te krijgen, rekening houdend met het uitgangspunt dat het voor iedereen haalbaar en betaalbaar moet zijn. Subsidies maken een onlosmakelijk onderdeel uit van dat pad. Alle subsidies die bijdragen aan dit doel worden samengebracht in deze Subsidieregeling duurzame Amsterdamse vervoersmiddelen. Dit bevordert de uniformiteit en eenvoud van het duurzame subsidielandschap.
Deze subsidieregeling duurzame Amsterdamse vervoersmiddelen volgt de Subsidieverordeningen Uitstootvrije Taxi’s en Uitstootvrije Bedrijfsvoertuigen op. De twee verordeningen zijn in het geheel ondergebracht in het op de vervanging van bedrijfsvoertuigen gerichte derde hoofdstuk van deze regeling. Besluit hiertoe is op 13 april 2021 door het college genomen. Op 14 september 2021 is er een kleine wijziging gedaan ten behoeve van een verbreding van de subsidie naar uitstootvrije autobussen van ANBI's.
Sloop van vervuilende voertuigen
Op 5 september 2023 heeft het college besloten om een hoofdstuk 2 aan deze subsidieregeling toe te voegen dat gericht is op het subsidiëren van de sloop van vervuilende voertuigen. Een deel van de voertuigen in Amsterdam zou met de alsmaar strenger wordende voorwaarden van de milieuzone onbruikbaar worden voor de Amsterdammer en Amsterdamse bedrijven. Het college achtte het wenselijk om deze groep eigenaren een steuntje in de rug te bieden bij het maken van de overstap naar een schoner voertuig. De groep voertuigen die met subsidie gesloopt zou kunnen worden betreft alleen de dieselpersonenauto’s en bestelauto’s met een Euroklasse 4. De voertuigen met een lagere klasse was toegang tot de milieuzone al eerder ontzegt. Dit hoofdstuk is gericht op éénvoud in de uitvoering, maar ook in het taalgebruik. Er is daarom gekozen voor achteraf aanvragen, zodat de subsidie direct vastgesteld kan worden en de aanvrager idealiter maar 1 keer in contact hoeft te treden met de gemeente. Ook is getracht om de indieningsvereisten zo beperkt mogelijk te houden.
Artikel V Aanpassing artikelsgewijze toelichting
In de artikelsgewijze toelichting wordt na artikel 1.2 de volgende artikelsgewijze toelichting toegevoegd:
Artikel 1.3 - Wisselwerking tussen hoofdstukken
Dit artikel regelt de beperking van interactie tussen bepalingen in verschillende hoofdstukken. Artikelen in hoofdstukken anders dan hoofdstuk 1 hebben in principe geen werking op bepalingen uit andere hoofdstukken. Een voorbeeld van een dergelijke ongewenste wisselwerking zou zijn als de weigeringsgronden uit bijvoorbeeld hoofdstuk 2 van toepassing zouden zijn op de subsidiabele activiteiten in hoofdstuk 3.
Er is gekozen voor deze methode om wisselwerking tussen hoofdstukken uit te sluiten omwille van de bondigheid en leesbaarheid van de artikelen in de hoofdstukken zelf. Zonder een dergelijke bepaling moet ieder artikel en ieder artikellid een hoofdstuk- of artikelverwijzing bevatten waarmee het werkingsbereik wordt beperkt. Dit zou leiden tot een eenduidige, maar wel moeilijker leesbare en langere regeling. Met behulp van deze algemene bepaling kan volstaan worden met een korter en makkelijker leesbaar artikel.
Dit artikel regelt dat het aanvraagmoment voor een subsidie in principe niet later is dan het moment waarop het tijdvak van laatste plafond voor die subsidiabele activiteit is afgelopen. Deze bepaling fungeert vooral als achtervang om een discussie over de status van het subsidieplafond nadat het tijdvak is verstreken te vermijden.
Als alle tijdvakken voor verschillende subsidieplafonds voor een subsidiabele activiteit zijn verstreken, dan is het de bedoeling dat een subsidieaanvraag geweigerd kan worden. Met het verstrijken van het tijdvak kan gesteld worden dat er ‘geen geldend subsidieplafond is’. Deze gedachtenlijn zou kunnen leiden tot de conclusie dat er buiten de gestelde tijdvakken geen plafond zou zijn en dat er dus eindeloos subsidie verleend zou moeten worden. De formulering van de weigeringsgrond in artikel 4:25, tweede lid, Awb is daarin ook geen hulp. Artikel 4:25, tweede lid, Awb luidt: ‘Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.’ Zonder een geldend plafond is er niets om te overschrijden.
Deze discussie wordt met behulp van dit artikel vermeden. Doordat het tijdvak voor aanvragen eindigt met het tijdvak van het plafond, kan onder verwijzing naar artikel 9, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de ASA2013 geweigerd worden. Dat artikel luidt immers: Het college weigert een subsidie te verlenen als de subsidieaanvraag niet uiterlijk op het daartoe vastgestelde tijdstip is ingediend.
De bepaling laat de mogelijkheid open dat in de vervolghoofdstukken afwijkende aanvraag tijdvakken worden bepaald. In dat geval zijn de specifiekere bepalingen in de latere hoofdstukken leidend.
Artikel 1.5 - Volgorde behandeling aanvragen
Dit artikel regelt de volgorde waarop aanvragen behandeld worden. In de huidige vorm is het een aangevulde variant op artikel 7 van de ASA2013. Deze volgorde van behandeling is hoofdzakelijk van belang voor het borgen dat iedereen even lang moet wachten, maar krijgt vooral rechtsgevolg op het moment dat het subsidieplafond bijna bereikt is. De volgorde van behandeling bepaalt namelijk welke aanvragen verleend, gedeeltelijk verleend of geweigerd worden.
De aanvulling in het derde lid borgt dat de tijd die de gemeente gebruikt om de volledigheid van een aanvraag te beoordelen niet leidt tot een verkleining van de kans van een aanvrager om de subsidie te krijgen. Het kan een aanvrager niet aangerekend worden dat de gemeente er langer over doet om hem of haar in gelegenheid te stellen om de subsidie aanvraag aan te vullen. Het recht op deze gelegenheid om aan te vullen volgt uit artikel 4:5, eerste lid, Awb. Een logisch gevolg van deze bepaling is dat de indiener van een pro-forma aanvraag de tijd die gemeente nodig heeft om de volledigheid van deze aanvraag te beoordelen kan gebruiken om de daadwerkelijke aanvraag voor te bereiden.
Dit artikel geeft definities van sommige in de regeling gebruikte termen. Deze definities zijn als gevolg van artikel 1.4 alleen van toepassing op de bepalingen in hoofdstuk 2.
Artikel 2.2 - Subsidiabele activiteiten
Dit artikel bepaalt waarvoor een aanvrager subsidie kan krijgen. Het gaat over het slopen van voertuigen in de aangewezen categorieën. Het begrip slopen en de verschillende voertuig categorieën zijn gedefinieerd in artikel 2.1. Het gaat om een eenmalige subsidie en dus niet om een periodieke subsidie.
Artikel 2.3 - Hoogte van de subsidie
Dit artikel regelt de bedragen die voor de verschillende sloopactiviteiten beschikbaar zijn. De hoogte van de vaste bedragen is gebaseerd op een inschatting van de restwaarde van deze voertuigen. Er is bewust gekozen om een lage inschatting te maken, zodat er een prikkel voor de eigenaren blijft bestaan om goede - elders nog wel bruikbare - voertuigen te verkopen. Een regeling waar de daadwerkelijke restwaarde zou worden gesubsidieerd zou ingewikkelde discussies opleveren en mogelijk ook te begrotelijk worden. In het tweede lid staan de hogere subsidiebedragen die voor stadspashouders beschikbaar zijn.
Dit artikel regelt de subsidieplafonds die er voor de verschillende activiteiten zijn. Als het plafond voor verlening is bereikt, dan worden verdere subsidieaanvragen geweigerd.
Dit artikel beperkt de groep van mogelijke aanvragers. Getracht is hiermee te borgen dat de aanvrager een aantoonbare binding met de gemeente Amsterdam heeft. Deze binding blijkt voor natuurlijke personen uit het feit dat ze in Amsterdam ingeschreven zijn. Voor rechtspersonen blijkt dat uit het feit dat hun hoofdvestiging volgens de Kamer van Koophandel in Amsterdam is. De eigenaar(s) van een eenmanszaak of vereniging onder firma of die volgens de KvK haar hoofdvestiging in Amsterdam heeft kan ook aanspraak maken op deze subsidie. Als de aanvrager niet aan deze voorwaarden voldoet wordt de subsidie geweigerd op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel a van de ASA2013.
Het criterium van de hoofdvestigingslocatie brengt erkentelijk een risico met zich mee dat postbusfirma's die elders in het land vervuilende voertuigen hebben de subsidie kunnen krijgen. Indien hierover gegrond twijfel bestaat kan de subsidie op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel b van de ASA2013 geweigerd worden. De subsidie komt in dat geval niet voldoende ten goede aan de ingezetenen van Amsterdam.
Subsidie voor het slopen van een voertuig moet aangevraagd worden binnen de termijn die in dit artikel wordt gesteld. Aanvragen die buiten deze termijn worden ingediend worden geweigerd op grond van artikel 9, eerste lid, onderdeel a van de ASA2013.
Er is gekozen om tot 6 maanden na de inwerkingtreding van de aangescherpte milieuzone en nul-emissiezone subsidie te verlenen voor de sloop, zodat mensen die ondanks alle waarschuwingen overvallen worden door de invoering hiervan ook ruimschoots gelegenheid hebben om de subsidie aan te vragen.
Artikel 2.7 - Bij aanvraag in te dienen gegevens
Dit artikel beschrijft welke documenten en informatie meegestuurd moet worden met een aanvraag. Als deze documenten en informatie niet geleverd worden, dan kan dat ertoe leiden dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen. Dit gebeurt dan op grond van artikel 4:5 Awb. Het niet in behandeling nemen van een aanvraag op grond van het voorgaande artikel gebeurt niet voordat de aanvrager de gelegenheid heeft gehad om de aanvraag aan te vullen.
Artikel 2.9 - Weigeringsgronden
Dit artikel regelt in haar twee leden de gronden waarop de subsidie geweigerd kan worden.
De gronden in het eerste lid hebben geen beleidsruimte en een zeer beperkte beoordelingsruimte. Dit betekent dat de subsidie geweigerd moet worden als aan deze voorwaarden voldaan is. Deze voorwaarden zijn een aanvulling op de weigeringsgronden in artikel 9, eerste lid van de ASA2013.
De gronden in het tweede lid kennen wel beleidsruimte. Het college kan geheel of gedeeltelijk weigeren, maar is daartoe niet verplicht.
Zo is er in onderdeel b, ruimte gelaten om opnieuw subsidie te verlenen voor een gesloopt voertuig. De gedachte is dat er slechts in zeer uitzonderlijk gevallen gebruik gemaakt zal worden van de mogelijk om toch opnieuw subsidie te verlenen. Gedacht wordt aan gevallen waar het subsidiebedrag voor het slopen van een voertuig kort na de vaststelling van een subsidie is verhoogd en de aanvrager daardoor een bedrag mis zou lopen. Een andere mogelijkheid zou zijn als de subsidie voor het voertuig lange tijd geleden is verleend en geen sloopsubsidie was.
In onderdeel c is rekening gehouden met een uitzonderlijke situatie dat iemand in Amsterdam woont en ingeschreven staat, maar desondanks met goede redenen een voertuig met een anders dan Nederlands kenteken heeft. In de meeste gevallen zullen buitenlandse voertuigen geweigerd worden. Als voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat het voertuig in Nederland gesloopt is en dat er zwaarwegende redenen waren om een buitenlands voertuig in Nederland aan te houden, dan kan het college besluiten om toch ook de sloop van een buitenlands voertuig te subsidiëren. Het feit dat het voertuig niet in Nederland geregistreerd is maakt de controle van de kentekengegevens vrijwel onmogelijk voor de gemeente en het is in die gevallen aan de eigenaar om overtuigende bewijzen aan te leveren dat het voertuig voldoet. De eigenaar zal in dat geval bijvoorbeeld aan moeten tonen dat ze tenminste 6 maanden voor de sloop eigenaar waren van het voertuig.
In onderdeel d is de mogelijkheid gemaakt om de subsidie gedeeltelijk te weigeren als iemand geen stadspas heeft, maar wel aanspraak probeert te maken op het hogere bedrag. Op die manier kan het te verlenen subsidiebedrag aangepast worden, zodat het gelijk wordt aan het lagere subsidiebedrag dat voor niet stadspashouders geldt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 september 2023.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Dit wijzigingsbesluit introduceert een nieuw hoofdstuk aan de subsidieregeling duurzame Amsterdamse voertuigen (voortaan: SDAV). SDAV is een verzamelregeling waarin subsidies voor een breed scala aan activiteiten die te maken hebben met het verduurzamen van voertuigen in Amsterdam opgenomen kunnen worden.
De regeling bevat vóór deze wijziging slechts één onderdeel, namelijk een uitgeputte subsidie voor het vervangen van vervuilende bedrijfsvoertuigen en taxi's met uitstootvrije voertuigen. Om het de lezer van de regeling te vergemakkelijken wordt dit uitgeputte deel verplaatst van hoofdstuk 2 naar hoofdstuk 3.
Het nieuwe deel van de regeling wordt het nieuwe hoofdstuk 2. Dit nieuwe deel betreft een sloopsubsidie voor specifieke voertuigen met emissieklasse 4, maar is qua opzet geschikt voor een verscheidenheid aan verschillende sloopsubsidies, zolang de voertuigen maar opgenomen zijn in het register van de RDW. Deze nieuwe subsidie is erop gericht om de gevolgen van de aanscherping van de milieuzone en de invoering van een nul-emissiezone, die bepaalde voertuigen met emissieklasse 4 de toegang tot delen van Amsterdam ontzegt, te mitigeren. Dit gebeurt door een kleine subsidie beschikbaar te stellen voor het laten slopen van een voertuig in de aangewezen voertuig categorieën.
Er is gekozen voor een opzet van achteraf aanvragen. Door middel van controle van de gegevens in het RDW-register kan de aanvrager volstaan met het indienen van een minimaal aantal gegevens. Het streven is hiermee een eenvoudige en snel aan te vragen subsidie te realiseren.
Artikel I Algemene aanvullingen
Dit artikel vult de algemene bepalingen van de subsidieregeling aan. Aanleiding tot deze wijzigingen is een aanpassing van de ASA2013 die in voorbereiding is, die tot gevolg heeft dat het kader voor subsidieverlening in Amsterdam iets veranderd. Lees de artikelsgewijze toelichting die met artikel V wordt geïntroduceerd voor een uitgebreidere toelichting van de betekenis van de individuele artikelen.
Artikel II Vernummeren van hoofdstuk 2
Dit artikel regelt de vernummering van hoofdstuk 2 naar hoofdstuk 3. Het betreft een groot aantal kleine wijzigingen van ondergeschikte aard. Ook worden incorrecte verwijzingen in de artikelsgewijze toelichting gecorrigeerd.
Artikel III Toevoeging sloopsubsidie
Dit artikel voegt de het nieuwe hoofdstuk 2 en daarmee de nieuwe subsidie aan de regeling toe.
Artikel IV Aanpassen algemene toelichting
Dit artikel past de algemene toelichting bij de regeling aan, zodat de toelichting beter past bij een verzamelregeling.
Artikel V Aanpassen artikelsgewijze toelichting
Dit artikel voegt de artikelsgewijze toelichting aan de regeling toe. De toegevoegde toelichting ziet zowel op een toelichting van de nieuwe artikelen die volgen uit artikel I als de nieuwe artikelen die volgen uit artikel III.
Dit artikel regelt het moment van inwerkingtreding. De inwerkingtreding is zo snel mogelijk. De aanvraagbaarheid van de nieuwe subsidie is geregeld in artikel 2.6. De aanvraagtermijn begint later dan de inwerkingtreding.
Dit artikel regelt de citeertitel van dit wijzigingsbesluit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-394312.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.