Aanwijzingsbesluit toezichthouder
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe, alsmede de burgemeester van de gemeente Epe, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2023, zaaknr. 909686;
gelet op artikel 125 en 172 van de Gemeentewet;
artikel 149 Gemeentewet;
artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 5.2 en 5.10, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
artikel 92 Woningwet;
artikel 95 Wet Bodembescherming;
artikel 148 Wet geluidhinder;
artikel 8.40 en 21.8 van de Wet milieubeheer;
artikel 7.1 Wet ruimtelijke ordening;
artikel 34 van de Wet op de Kansspelen;
artikel 41 van de Alcoholwet;
artikel 6:2 van de Algemene plaatselijke verordening Epe;
artikel 4.2 Wet basisregistratie personen;
artikel 1.2, lid 1, onder g van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO); en de regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 8 juni 2021 kenmerk 253779-1007921-WJZ, houdende de taakverdeling tussen de toezichthoudende ambtenaren, bedoeld in de Alcoholwet, alsmede houdende eisen omtrent hun opleiding en aanstelling (Regeling toezichthoudende ambtenaren Alcoholwet);
en gelet op de Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon opsporingsambtenaren domein I tussen de gemeenten van het politieteam Noord-Veluwe.
Overwegende dat:
- -
het wenselijk is te voorzien in een formele aanwijzing van toezichthouders in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met de onderscheidenlijke wettelijke voorschriften en deze ook te belasten met de opsporing van strafbare feiten;
- -
de bestuursrechtelijke bevoegdheden die worden verkregen als toezichthouder in sommige gevallen meer mogelijkheden bieden dan de strafrechtelijke opsporingsbevoegdheden waar een BOA reeds over beschikt;
- -
het, met het oog op bovenstaande, voor een BOA van belang is om over de bevoegdheden te beschikken als genoemd in titel 5.2. Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT
- I
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de:
- -
Algemene wet bestuursrecht;
- -
Algemene plaatselijke verordening Epe
- -
- -
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Wet basisregistratie personen
- -
- -
- -
- -
- -
Wegsleepverordening
De volgende personen gedurende de periode van aanstelling aan te wijzen als toezichthouder in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht:
- -
de medewerker(s) benoemd in de functie buitengewoon opsporingsambtenaar domein I openbare ruimte (hierna: BOA), in dienst van de gemeente Epe
- -
de medewerker(s) die door de gemeenten: Elburg, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek zijn aangesteld in de functie van BOA.
- II.
Aan de onder I genoemde personen, ten behoeve van de uitoefening van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de onder punt I genoemde wetten of regelingen een legitimatiebewijs te verstrekken als bedoeld in artikel 5.12 Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb".
- III.
De aanwijzing van kracht te laten zijn voor zolang de betrokkene binnen de functie als BOA werkzaam zal zijn en/of zolang de samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon opsporingsambtenaren domein I tussen de gemeenten van het politieteam Noord-Veluwe van kracht is.
- IV.
Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.