Toepassen bestuursdwang voor een Fiat Punto met kenteken: AG-477-NA aan Zuiderstraat ter hoogte van huisnummer 96 te Weert

Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) heeft besloten om spoedeisende bestuursdwang toe te passen ter verwijdering van een Fiat Punto met kenteken: AG-477-NA 2014 (hierna: voertuig), wegens overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming en artikel 10.1, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer. Wij stellen het besluit achteraf op schrift met deze brief. In deze brief wordt het besluit toegelicht.

Besluit

Het college heeft besloten om op grond van artikel 13 van de Wet bodembescherming en artikel 10.1, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Dit ter verwijdering van het voertuig dat is aangetroffen op de Zuiderstraat ter hoogte van huisnummer 96 te Weert.

Constateringen

Op 25 april 2023 en 29 april 2023 heeft het college meldingen ontvangen over het voertuig. Het voertuig zou vanaf november 2022 geparkeerd staan op de Zuiderstraat ter hoogte van huisnummer 96. Dit voertuig zou niet meer worden gebruikt en de rechthebbende van het voertuig werd er niet meer bij gezien.

Eenmaal ter plaatse op 25 april 2023 en 29 april 2023 was door buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente Weert (hierna: boa’s) geconstateerd dat er onkruid om het voertuig heen groeide, dat het voertuig bijzonder vies was en dat er veel bloesem op het voertuig lag. Verder zijn er 2 grote deuken geconstateerd aan de linkerzijde van het voertuig. De 2 deuken bevinden zich linksachter van het voertuig bij de benzineklep.

Op 25 mei 2023 was er wederom een melding over het voertuig ontvangen. Volgens de melding zou er een grote hoeveelheid (vermoedelijk) olie lekken uit het voertuig. Er is door de boa’s een donkere natte plek onder het voertuig geconstateerd. Er zijn absorberende korrels over de donkere natte plek gestrooid door de boa’s. Er is geconstateerd dat de katalysator van het voertuig ontbreekt. Vermoedt wordt dat de katalysator de bron van de olie lek is. Op 23 juni 2023 is wederom het voertuig bezocht door de boa’s en is er geconstateerd dat er olie onder de auto ligt. Er zijn geen maatregelen door de rechthebbende van het voertuig genomen om verdere verontreiniging van de grond te voorkomen. Het voertuig is diezelfde dag meegevoerd.

Wettelijk kader

Ingevolge artikel 13 van de Wet bodembescherming is een ieder die op of in de bodem handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de verontreiniging of aantasting het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.

Ingevolge artikel 95, derde lid van de Wet bodembescherming is het college bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving van artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Ingevolge artikel 10.1, eerste lid van Wet milieubeheer is een ieder die handelingen met betrekking tot afvalstoffen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan, verplicht alle maatregelen te nemen of na te laten die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Ingevolge artikel 10.1, tweede lid van Wet milieubeheer is een ieder bij wie afvalstoffen ontstaan, verboden handelingen met betrekking tot die afvalstoffen te verrichten of na te laten, waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan.

Ingevolge artikel 18.1b Wet milieubeheer in samenhang met artikel 2.4 en artikel 5.1 en artikel 5.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het college bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving van artikel 10.1 eerste en tweede lid van Wet milieubeheer.

Overtreding

De rechthebbende van het voertuig heeft door het niet nemen van maatregelen om verontreiniging te voorkomen, gehandeld in strijd met de in artikel 13 van de Wet bodembescherming vervatte zorgplicht.

Verder heeft de rechthebbende van het voertuig door het niet nemen van maatregelen om verontreiniging van de bodem te voorkomen in strijd is gehandeld met artikel 10.1, eerste lid van Wet milieubeheer.

Daarnaast heeft de rechthebbende, door het voertuig in slechte staat achter te laten, geweten of redelijkerwijs kunnen weten dat er daardoor nadelige gevolgen voor het milieu (kunnen) ontstaan. De rechthebbende heeft gehandeld in strijd met artikel 10.1 tweede lid van Wet milieubeheer.

Handhavingsbevoegdheid

Op grond van artikel 95, derde lid van de Wet bodembescherming is het college bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving van artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Op grond van artikel 18.1b Wet milieubeheer in samenhang met artikel 2.4 en artikel 5.1 en artikel 5.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het college bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving van artikel 10.1 eerste en tweede lid van Wet milieubeheer.

Beginselplicht tot handhaven

Wij hebben in beginsel de plicht tot handhaven bij overtreding van een wettelijk voorschrift, vanwege het algemeen belang dat daarmee wordt gediend. Slechts in bijzondere omstandigheden kunnen wij van die plicht afwijken. Een bijzondere omstandigheid is die waarin concreet zicht op legalisatie bestaat. In dit geval bestaat er geen zicht op legalisatie, omdat de gedraging is verboden op grond van zowel de Wet milieubeheer als de Wet bodembescherming.

Een andere bijzondere omstandigheid op grond waarvan het collega kan afwijken van de beginselplicht tot handhaven, is die waarin handhaving onevenredig is met de daarmee te dienen belangen. Er zijn het college geen omstandigheden gelbeken die maken dat handhavend optreden in dit geval onevenredig is met de daarmee te dienen belangen.

Er is in dit geval sprake van een directe en indringende overtreding van wettelijke voorschriften die ernstige gevolgen hebben voor de kwaliteit van het milieu en/of de volksgezondheid. Alle feiten en omstandigheden in overweging nemende zien wij ons dan ook genoodzaakt spoedeisende bestuursdwang toe te passen.

Zienswijze

Het college heeft in deze zaak spoedeisende bestuursdwang toegepast. Er is niet de mogelijkheid geboden om zienswijze(n) in te dienen, omdat er sprake was van een spoedsituatie. De rechthebbende van het voertuig was niet bekend. Zowel de vereiste spoed om te handelen om herstelmaatregelen te nemen, als de onbekendheid van de kentekenhouder van het voertuig, verzette zich tot de reguliere procedure waarin belanghebbende(n) gevraagd wordt een zienswijze in te dienen.

Kosten

Op grond van artikel 5:25, eerste lid van de Algemene wet Bestuursrecht worden de kosten die zijn verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, verhaald op de kentekenhouder van het voertuig.

Op grond van artikel 5:30, eerste lid van de Algemene wet Bestuursrecht kan het voertuig worden verkocht of vernietigd, indien het meegevoerde en opgeslagen voertuig niet binnen dertien weken na de meevoering kan worden teruggegeven.

Op grond van artikel 5:30, tweede lid Algemene wet Bestuursrecht kan het voertuig binnen de termijn van dertien weken worden verkocht of vernietigd, indien de verschuldigde kosten in verhouding met de waarde van de zaak niet opweegt tegen de kosten voor het meevoeren, opslaan en verkopen van het voertuig.

Bezwaar

Als u belanghebbende bent kunt u, als u het niet eens bent met dit besluit, alleen schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Dat bezwaarschrift kunt u sturen naar het college van burgemeester en wethouders. Het adres is: Postbus 950, 6000 AZ Weert.

Zorgt u ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de datum van deze brief. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen. Schrijf in uw bezwaarschrift in elk geval:

    • Uw naam, uw adres, de datum en uw handtekening;

    • Een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift gericht is (u kunt bijvoorbeeld datum en kenmerk van deze brief vermelden of een kopie meesturen);

    • De reden waarom u bezwaar maakt.

Voorlopige voorziening

Wilt u een voorlopige voorziening laten treffen of de besluit laten schorsen? Dat kunt u vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening aanvragen. Dat doet u bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor heeft u een elektronische handtekening (DigiD) nodig. Op de site leest u hierover meer.

 

Namens burgemeester en wethouders,

Margot van den Broeke

hoofd afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Naar boven