Verkeersbesluit instellen 30 km/u zone en wijzigen eenrichtingsverkeer in een deel van de Planetenwijk en Bomenbuurt

Nr. 2022/1647317

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Zaanenlaan, de parallelweg van de Delftlaan, de Pleiadenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de Wilgenstraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Zaanenlaan, de parallelweg van de Delftlaan, de Pleiadenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de Wilgenstraat in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat de Zaanenlaan, de parallelweg van de Delftlaan, de Pleiadenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de Wilgenstraat wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze weg;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig;

dat de Zaanenlaan, de parallelweg van de Delftlaan, de Pleiadenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de Wilgenstraat gecategoriseerd zijn als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom en de weg daarmee deel uitmaakt van een verblijfsgebied;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat op deze wegen thans nog -soms onbedoeld- een snelheidslimiet van 50 km/u geldt;

dat met het vaststellen van de mobiliteitsvisie (op 23 september 2021) ten principale besloten is dat alle straten in Haarlem 30 km/u worden met uitzondering van de wegen met een stroomfunctie;

dat de instemming van de bewoners van Haarlem impliciet is gegeven met het vaststellen van het Mobiliteitsbeleid Haarlem;

dat bij de behandeling van het verkeersveiligheidsbeleid in de gemeenteraad nadrukkelijk is gevraagd om de snelle invoer van een maximumsnelheid van 30 km/u in straten in Haarlem;

dat in de optiek van de raad er veel zogenaamde quick wins zijn te behalen;

dat de wethouder heeft toegezegd dat hij snel aan de slag gaat met deze quick wins;

dat door het college een informatienota (kenmerk 2021/651797) aan de raad is verzonden;

dat de kernboodschap hierin is dat bij de behandeling van het verkeersveiligheidsbeleid in de gemeenteraad nadrukkelijk is gevraagd om de snelle invoer van een maximumsnelheid van 30 km/u in straten in Haarlem;

dat ten behoeve van het realiseren van deze quick wins een stappenplan is opgesteld met als doel het onderzoeken in welke straten in Haarlem op korte termijn 30 km/u ingevoerd kan worden;

dat, overeenkomstig dit stappenplan en na inventarisatie en analyse, op 7 december 2021 een eerste gesprek met een vertegenwoordiger van de politie heeft plaatsgevonden en is gekeken naar de gebieden om consistente 30 km/u zones te krijgen;

dat daarnaast zijdelings is gekeken naar het Afwegingskader 30 km/h van het CROW dat november 2021 is opgesteld;

dat op basis van het gesprek met de gebiedsverbinder en ondanks het negatief advies van de politie de bovengenoemde weg is voorgesteld;

dat op 19 juli 2022 het Plan van aanpak Haarlem 30 km/uur middels een collegebesluit is vastgesteld, waarin deze straat wordt genoemd als quick-win 30;

dat naar mening van het college van Burgemeester en Wethouders gelet op artikel 15 BABW de Zaanenlaan, de parallelweg van de Delftlaan, de Pleiadenstraat en de Wilgenstraat kenmerken hebben van een verblijfsgebied;

dat deze kenmerken onder andere zijn omschreven in de Uitvoeringsvoorschriften BABW;

dat de op voornoemde wegen of weggedeelten in te stellen maximumsnelheid van 30 km/u in overeenstemming is met het wegbeeld ter plaatse;

dat de beoogde snelheid redelijkerwijs voortvloeit uit de aard en de inrichting van de betrokken weg en van zijn omgeving;

dat het conform de wegencategorisering zoals deze is opgenomen in de SOR wenselijk is om het snelheidsregime van voornoemde wegen aan te passen naar 30 km/h;

dat de wegvakken van de Zaanenlaan, gelegen tussen de Delftlaan en de Meteorenstraat en gelegen tussen de Plataanstraat en de Marnixplein dan ook aangewezen worden als, en daarmee onderdeel worden onderdeel van, een 30 km/h gebied;

dat de Zaanenlaan tussen de Meteorenstraat en de Plataanstraat onderdeel is van de busroute en zodoende buiten de zone 30 km/h valt;

dat thans op de parallelweg van de Delftlaan, ter hoogte van de aansluiting van de Carel Reinierszpad, de begrenzing van de 30/km zone op het zuidwestelijk deel van de parallelweg van de Delftlaan middels een aldaar geplaatst bord einde zone A1(30) eindigt;

dat op het vervolgdeel van de parallelweg van de Delftlaan, het noordoostelijke deel tot aan de Orionweg, thans nog een maximumsnelheid van 50 km/u geldt;

dat thans de begrenzing van de 30-km zone op de Pleiadenstraat begint en eindigt nabij het kruispunt met de parallelweg weg van de Delftlaan;

dat daarmee een situatie is ontstaan dat op dit deel van de parallelweg van de Delftlaan en op een aantal aansluitende zijwegen juridisch gezien geen 30/km zone van toepassing is;

dat met dit verkeersbesluit tegelijkertijd deze omissie wordt gerepareerd door het aanwijzen van de betreffende weggedeelten als 30/km zone;

dat deze wegen daarmee worden toegevoegd aan, en onderdeel worden van een bestaande 30-km zone;

dat deze maatregel in overeenstemming wordt gebracht met de bestaande verkeersmaatregelen op de aansluitende wegen;

dat deze maatregelen gerealiseerd kunnen worden door het verwijderen c.q. plaatsen van de verkeersborden A1-30 (zonale toepassing, begin en einde) van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat qua vormgeving en status van de bromfiets dit voertuig in de afgelopen jaren is opgewaardeerd tot een volwaardig motorvoertuig en verkeersdeelnemer;

dat de regelgeving in de afgelopen jaren daarop is aangepast door de bromfiets een positie op de rijbaan te geven, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten;

dat bromfietsers binnen de bebouwde kom om die redenen geacht worden om de regels te volgen van het gemotoriseerd verkeer;

dat de speed-pedelec wat dat betreft gelijkgesteld wordt met de bromfiets;

dat de veiligheid van het verkeer steeds meer in het geding is indien de bromfiets nog langer wordt toegestaan om tegen de aangeduide verplichte rijrichting in te rijden;

dat het om die redenen gewenst is om in onderstaande straten de uitzondering op het éénrichtingsverkeer niet meer te laten gelden voor bromfietsen;

dat de omrijfactor voor bromfietsers als gevolg van deze maatregel te verwaarlozen is;

dat de bromfietser met deze maatregel niet onevenredig groot wordt benadeeld in het gebruik van de weg;

dat het belang van een verkeersveilige verkeerscirculatie prevaleert boven het door de bromfietser vrijelijk kunnen kiezen van de kortste rijroute;

dat deze maatregel past binnen het vastgestelde mobiliteitsbeleid;

dat op basis van bovenstaande conclusies en het advies van de politie is besloten om in de Planetenwijk en Bomenbuurt op de Wilgenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de parallelweg van de Delftlaan tussen Wilgenstraat - Zaanenlaan de uitzondering voor bromfietsers op het bestaande éénrichtingsverkeer op te heffen;

dat deze maatregel gerealiseerd kunnen worden door het verwijderen van de onderborden OB54 en het aanbrengen van onderborden model OB52 onder de borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 welke zijn geplaatst op bovengenoemde wegen;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en verwijderen van verkeersborden A1-30 (zonale toepassing, begin en einde) van bijlage 1 van het RVV 1990, alsmede het verwijderen van de onder de borden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 aangebrachte onderborden model O54 ‘uitgezonderd fiets/bromfiets’ en het in plaats daarvan aanbrengen van onderborden model OB52 ‘uitgezonderd fiets’ een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat bovengenoemde verkeersmaatregel ten aanzien van het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/u uitgevoerd kan worden omdat de in te stellen maximumsnelheid in overeenstemming is met het wegbeeld ter plaatse en de inrichting van de weg in overeenstemming is met hetgeen bij afzonderlijke borden is voorgeschreven;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie negatief heeft geadviseerd op het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/u. Een en ander is uitgebreid beschreven in een adviesbrief. Kort samengevat stelt de politie dat zij niet akkoord gaat met dit verkeersbesluit en heeft bezwaar tegen de publicatie en het uitvoeren van de in dit besluit genoemde maatregelen. De inrichting en het gebruik van de weg passen naar mening van de politie niet bij de gestelde wetgeving en richtlijnen voor een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom. Bovendien verwacht de politie bij bestuurders op kruispunten een onjuiste toepassing van de voorrangsregeling vanwege een allureverschil veroorzaakt door verschillende verhardingssoorten. Omdat er geen snelheidsremmende maatregelen genomen zijn, is niet uit te sluiten dat de rijsnelheid en het percentage V85 duidelijk boven de gestelde maximumsnelheid komt te liggen. Van handhaving op snelheid kan en zal geen sprake zijn.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van plaatsen van de verkeersborden A1-30 (zonale toepassing, begin) van bijlage 1 van het RVV 1990, een 30 km/h zone in te stellen op de Zaanenlaan tussen de parallelweg van de Delftlaan en de Meteorenstraat en tussen de Plataanstraat en het Marnixplein;

- door middel van het verwijderen van het verkeersbord A1-30 (zonale toepassing, einde) van bijlage 1 van het RVV 1990 de begrenzing van de 30/km zone op de parallelweg van de Delftlaan, nabij de aansluiting van de Carel Reinierszpad, op te heffen;

- door middel van het plaatsen van het verkeersbord A1-30 (zonale toepassing, einde) van bijlage 1 van het RVV 1990 het einde van de 30/km zone op de parallelweg van de Delftlaan, nabij de aansluiting met de Orionweg aan te duiden;

- door middel van het verwijderen van het verkeersbord A1-30 (zonale toepassing,begin en einde) van bijlage 1 van het RVV 1990 de begrenzing van de 30/km zone op de Pleiadenstraat, nabij de aansluiting van de parallelweg van de Delftlaan, op te heffen;

- door middel van het plaatsen van het verkeersbord A1-30 (zonale toepassing, begin) van bijlage 1 van het RVV 1990 het begin van de 30/km zone op de Wilgenstraat, nabij de aansluiting met de Plataanstraat aan te duiden;

- door middel van het verwijderen van de onderborden model OB54 ‘uitgezonderd fiets/bromfiets’ en het vervolgens plaatsen van onderborden model OB52 ‘uitgezonderd fiets’ onder de borden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 de uitzondering op het eenrichtingsverkeer op de Wilgenstraat, Acaciastraat, Voorduinstraat, Laurierstraat en de parallelweg van de Delftlaan tussen Wilgenstraat - Zaanenlaan voor bromfietsers op te heffen.

Situatieschets 1:

Situatieschets 2:

Aldus vastgesteld te Haarlem

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven