/1/png-2/deventer.png)
Gemeenteblad van Deventer
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Deventer | Gemeenteblad 2023, 375396 | ander besluit van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Besluit Overbrenging archief gemeente Deventer 1991-1998
Aldus besloten in de vergadering van 12-06-2023
Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer,
de secretaris,
M.A. Kossen
de burgemeester,
R.C. König
Bijlage 1 bij Verklaring van overbrenging
Bijlage 2 Inleidingen SSA 1991-1998
Inleidingen op de in 2023 overgebrachte archieftoegangen Deventer, Diepenveen en Bathmen
Inleidingen op de archieven van Deventer, Diepenveen en Bathmen bekend onder de werktitel “Semi-statisch archief (SSA) 1991-1998”; achterstallige overbrengingen
TOEGANG 0724, BURGERLIJKE STAND DEVENTER, 1811-1971
Archiefnaam: Burgerlijke Stand Deventer
Deze toegang bevond zich al in goede, geordende, toegankelijke staat, maar was nog niet (geheel) met een Verklaring van Overbrenging overgebracht. Dit diende nog met terugwerkende kracht te gebeuren. In 2023 is het complete archief (situatie 3 mei 2023) formeel overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente. Alles wat na deze datum toegevoegd wordt aan deze toegang dient met een nieuwe Verklaring van Overbrenging overgebracht te worden.
TOEGANG 1559, BESTUURSDIENST VAN DE GEMEENTE DEVENTER, 1991-1998
Archiefnaam: Bestuursdienst van de gemeente Deventer
Auteur: Theo de Jong, Janny Lubberding, Wouter Geerling en Cees Tromp
Geschiedenis van de archiefvormer
Zie ook de organogrammen bij deze inleiding.
Begin 1990 werd binnen de Bestuursdienst van de gemeente Deventer een werkgroep ingesteld, die bestond uit verschillende afgevaardigden van de Bestuursdienst met financiële, juridische, rechtspositionele en organisatieadviseringsfuncties en uit controllers van de grote diensten. In het kader van de reorganisatie van het ambtelijk apparaat was namelijk verzocht aan de directeur van de Bestuursdienst om een aantal nieuwe verordeningen op te stellen. 1
De Organisatieverordening 1991 van de gemeente Deventer werd in de openbare vergadering van de raad van 27 mei 1991 vastgesteld per 1 januari 1991. Daarmee werd het ambtelijk apparaat ingedeeld in organisatorische eenheden. Sinds 1991 werkte de ambtelijke organisatie dan ook volgens het sectorenmodel; het dienstenmodel werd afgeschaft. De hoofdstructuur bestond uit eenheden aangeduid met de algemene benaming ‘dienst’, welke een min of meer permanent karakter kregen. Daarnaast konden organisatorische eenheden met een tijdelijk karakter worden ingesteld, die hoofdtaken of delen daarvan konden overnemen van een eenheid. Als burgemeester en wethouders daar gebruik van wensten te maken, dienden ze eerst de betrokken diensthoofden en commissie(s) van advies en bijstand te horen. Er werd dan een tijdelijk organisatorisch verband ingesteld tussen diensten ter voorbereiding en/of uitvoering van beleid dat meerdere diensten moest aangaan. Eén van de betrokken diensthoofden zou daarvan het beheer krijgen toegewezen.2
Als diensten werden ingesteld:
- a)
- b)
- c)
- d)
- e)
- f)
- g)
- h)
- i)
- j)
- k)
- l)
- m)
Op de Archiefdienst, Gemeentemusea en de Stads- of Athenaeumbibliotheek na waren de diensten aangewezen als tak van dienst ex artikel 252 van de gemeentewet.3
Naast de Organisatieverordening stelde de gemeenteraad van Deventer ook een aantal beheersverordeningen met terugwerkende kracht per 1 januari 1991 vast. Allereerst werd de verordening op het beheer van de Bestuursdienst vastgesteld. De Bestuursdienst kreeg daarmee de kernopdracht om door middel van advisering, coördinatie en ondersteuning bij te dragen aan de instandhouding en de verbetering van het bestuurlijke proces en het functioneren van de gemeentelijk organisatie als geheel, in casu het uitvoeren van concerntaken.4
De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) (zie: NL-DvCO toegang 1569) zou zich gaan bezighouden met de voorbereiding en de uitvoering van het beleid op het gebied van maatschappelijk welzijn, maatschappelijke dienstverlening, volksgezondheid, sportbeoefening en recreatie, cultuur, onderwijs en educatie. Vanuit deze dienst werd ook de ondersteuning verleend aan de Archiefdienst, de Stads- of Athenaeumbibliotheek en de Gemeentelijke Musea met betrekking tot het financieel beleid en financieel beheer.5 De administratie van deze drie werd gevoerd onder verantwoordelijkheid van de controller van DMO.6 Ook verzorgde de DMO advieswerkzaamheden aan deze gemeentelijke organisaties op het gebied van personeel en organisatie en voerde het secretariaat van de adviescommissies voor deze diensten.7
De Dienst Milieu en Stadsbeheer (DMS) (zie: NL-DvCO toegang 1571) ontstond in 1991 uit de voormalige dienst Natuur- en Milieubeheer, een deel van de dienst Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken en een gering deel van de voormalige secretarie.8 DMS moest de voorbereiding en uitvoering van het beleid op het gebied van de aanleg en het dagelijks beheer van de fysieke leefomgeving en milieu, alsmede het dagelijks beheer van gemeentelijke eigendommen – met uitzondering van de bij het Gemeentelijk Woningbedrijf ingebrachte eigendommen – op zich gaan nemen. Het Gemeentelijk Woningbedrijf kreeg de taak om de woningen en woongebouwen, woonwagens, standplaatsen en bedrijfsruimten in gemeentebezit in het kader van volkshuisvesting in stand te houden, te beheren, te verbeteren en te exploiteren. Ze hadden het mandaat om nieuwe woonruimten toe te voegen aan het gemeentelijk bezit.9 Het archief van het Woningbedrijf over de jaren 1914-1957 is terug te vinden onder toegangsnummer 0743. Archiefbescheiden met betrekking tot het Woningbedrijf in latere jaren zijn terug te vinden in het archief van het Gemeentebestuur van Deventer III (1951-1993) (zie: NL-DvCO toegang 1441) en zouden ook terug te vinden kunnen zijn in het archief van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (zie: NL-DvCO toegang 1570). In de jaren ’90 werd het beheer en de uitgifte van sociale woningbouw overgedragen aan private woningbouwverenigingen, maar zolang er nog financiën van het Woningbedrijf te beheren waren bleef het Woningbedrijf overeind.
De Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) (zie: NL-DvCO toegang 1570) kreeg de kernopdracht om de voorbereiding en de uitvoering van het beleid op het gebied van de ruimtelijke en economische ontwikkeling, vastgoed, monumentzorg, volkshuisvesting, stadsvernieuwing, arbeidsmarkt, werkgelegenheid en werkloosheidbestrijding op zich te nemen.10
De Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) kreeg de taak om het beleid op het gebied van de sociale wetgeving, de inkomensondersteuning en de daarmee samenhangende individuele begeleiding van burgers voor te bereiden en uit te voeren.11 Omdat de dienst uitvoerend was, kwamen er maar weinig archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking. Bijvoorbeeld alle cliëntendossiers komen voor vernietiging in aanmerking. De Sociale dienst bestond tot en met 1993. Het merendeel van het archief is terug te vinden in Gemeentelijke Sociale Dienst, toegang 1360. Verder zijn er in het archief van DMO (toegang 1569) stukken betreffende de Sociale Dienst terug te vinden.
De Gemeentelijke Brandweer en Hulpverleningsdienst kreeg de opdracht om brand te voorkomen, beperken en bestrijden, hulp te verlenen bij brand, ongevallen en overige calamiteiten, zoals omschreven in de Brandweerwet 1985 en de Rampenwet 1985. De administratie werd gevoerd onder verantwoordelijkheid van de controller van de Bestuursdienst.12 De burgermeester was eindverantwoordelijk voor de Brandweer, namelijk als onderdeel van zijn portefeuille Openbare Orde en Veiligheid.
De Politie hield zich bezig met de uitvoering van de politietaken zoals omschreven in de Politiewet van 4 juli 1957, Staatsblad 244, zoals sedertdien gewijzigd, of in andere wettelijke voorschriften.13
De Archiefdienst diende te zorgen voor het instandhouden en beheren van de gemeentelijke archieven en dienstverlening aan de burgers, bedrijven en instellingen ten aanzien van deze archieven.14 De dienst Gemeentemusea had als opdracht het aanschaffen, instandhouden en beheren van historische en eigentijdse cultuuruitingen en het exposeren daarvan.15 De Stads- of Athenaeumbibliotheek zou wetenschappelijke literatuur, in het bijzonder met betrekking tot Deventer en het omliggende gebied, moeten aanschaffen, beheren en beschikbaar stellen.16 Op 28 oktober 1991 werd door de gemeenteraad besloten om de Stads- of Athenaeumbibliotheek, de Archiefdienst en Gemeentemusea alsnog de status ex artikel 252 van de Gemeentewet toe te kennen. Het hebben van deze status betekende dat een dienst regels voor de interne organisatie kende, een begroting en een jaarrekening moest opstellen en dat de dienst een grotere (financiële) zelfstandigheid bezat. Het alternatief was volgens Gedeputeerde Staten van Overijssel, welke de Organisatieverordening 1991 d.d. 27 mei 1991 op 8 augustus 1991 had goedgekeurd, dat deze kleine diensten ondergebracht zouden worden bij de Algemene Dienst [hier werd vermoedelijk de Bestuursdienst mee bedoeld]. De Organisatieverordeningen en de Beheersverordeningen op deze drie diensten werden hierop aangepast.17
Het algemeen beheer van de diensten berustte bij burgemeester en wethouders, maar het dagelijks beheer werd opgedragen aan diensthoofden. Per diensthoofd werd een nadere instructie vanuit burgemeester en wethouders vastgesteld.18
Evaluatie van de reorganisatie
In 1993/1994 werd de reorganisatie geëvalueerd, waarop een nieuwe ronde organisatieontwikkeling volgde. De conclusie was dat herbezinning van de organisatiestructuur nodig was, niet vanwege de uitkomst van de evaluatie van de reorganisatie in 1991, maar door (externe) ontwikkelingen, zoals:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Bij besluit van 19 juni 1995 had de gemeenteraad besloten om in te stemmen met de vorming van een Ruimtelijke Dienst, waarbij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Dienst Milieu en Stadsbeheer werden opgeheven. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Gemeentelijke Sociale Dienst werden opgeheven ten gunste van de vorming van één Maatschappelijke Dienst. Ten derde werd besloten om een aantal mutaties in verantwoordelijkheden en het takenpakket van de Bestuursdienst door te voeren, bekend onder de noemer Bestuursdienst nieuwe stijl. Deze drie ‘nieuwe’ diensten kregen per 1 januari 1996 concreet gestalte. De Athenaeumbibliotheek en de Musea werden onderdeel van de Maatschappelijke Dienst en de Archiefdienst werd onder de Bestuursdienst geplaatst.19
Hierop moest de Organisatieverordening 1991 worden aangepast. Vanwege de ingrijpende veranderingen werd er een geheel nieuwe verordening opgesteld, de Organisatieverordening 1997. Daarmee werden naast de verordening 1991 ook de oude, afzonderlijke beheersverordeningen voor de diensten ingetrokken. De daarin beschreven kernopdrachten werden in de nieuwe organisatieverordening opgenomen. Overigens waren de beheersverordeningen voor de Dienst Landerijen (opheffing), de Gemeentepolitie (overgang naar Regiopolitie) en het Gemeentelijk Woningbedrijf (privatisering) al bij eerdere raadsbesluiten ingetrokken. In de Organisatieverordening 1997 bleven de volgende diensten over:
- •
- •
- o
Belast met het instandhouden, vernieuwen en uitbreiden van voorzieningen (materieel en immaterieel) op de terreinen onderwijs, educatie, volksgezondheid, hulpverlening, sport, cultuur en samenlevingsopbouw, opdat burgers tot eigen ontplooiing en deelname aan de samenleving komen; het bieden van inkomensvoorziening aan die burgers, die niet in een eigen inkomen kunnen voorzien, en daarmee samenhangend de begeleiding van deze burgers naar een situatie waarin zij wel in een eigen inkomen kunnen voorzien; en het registreren van bevolkingsgegevens en de daarmee samenhangende afgifte van documenten.
- o
- •
- o
Belast met het stimuleren en aansturen van ruimtelijke en sociaaleconomische processen in de stad; het ontwikkelen en inrichten van de openbare ruimte; het zorgdragen voor een goede kwaliteit van het milieu en de (fysieke) woon-, leef- en bedrijfsomgeving; het wijkgericht beheer en onderhoud van de fysieke infrastructuur van de stad.
- o
- •
Gemeentelijke Brandweer en Hulpverleningsdienst
- o
Belast met het repressief en preventief optreden door: het beperken, bestrijden en voorkomen van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. En belast met het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.20 De Brandweer en Hulpverleningsdienst bleef als zelfstandige, kleine dienst bestaan.21
- o
In de nieuwe organisatieverordening werd geregeld dat burgemeester en wethouders een ambtenaar tot gemeentearchivaris zouden benoemen. De gemeentearchivaris oefende in overeenstemming met het bepaalde in art. 25, lid 2, van de Archiefwet rechtstreeks onder de bevelen van burgemeester en wethouders het beheer uit over de naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden en historisch-documentaire verzamelingen evenals het toezicht op het beheer van archiefbescheiden van de diensten en eenheden, als bedoeld in artikel 2, lid 2, [van de verordening] voor zover deze bescheiden niet waren overgebracht naar de archiefbewaarplaats.22
De Organisatieverordening Deventer 1997 werd uiteindelijk vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 1997 en werd geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1996.23
Zie ook de organogrammen bij deze inleiding.
De bestuursdienst bestond in 1994 uit een staf (directeur, stafbureau controlling, de stadsjurist en de P&O-adviseur) en de sectoren Planning & Control, Bestuurszaken & Ontwikkeling en Communicatie & Dienstverlening, met daaronder afdelingen per sector. Per 1996 veranderde de indeling van de staf en waren er nog slechts twee sectoren, namelijk Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning. In 1997 waren er in de organisatie van de Bestuursdienst enkele wijzigingen met betrekking tot de afdelingen onder de sector Bedrijfsvoering.24
De stadsjurist was Mr. H.J. Ribbink. Hij hield kantoor in de Polstraat, schreef nota’s en bemoeide zich met verschillende stichtingen. Hij adviseerde over de deelname van de gemeente in vennootschappen, stichtingen en gemeenschappelijke regelingen. Ook ingewikkelde privaatrechtelijk klussen, zoals over grondrechten en zakelijke claims, kwamen bij hem terecht. Wanneer hij secretaris was van bijvoorbeeld een stichting, dan beheerde hij ook het hele archief daarvan. Als hij geen secretaris was, dan leverde hij alleen stukken aan als adviseur. Toen de heer Ribbink met pensioen ging werd hij niet opgevolgd.
DMO bestond in 1994 uit een staf (directeur, P&O-adviseur, Control en Financiën, Interne Dienstverlening) en de sectoren Cultuur en Sport, Openbaar Onderwijs, Educatie en Welzijn, met daaronder afdelingen per sector.25 De Gemeentelijke Sociale Dienst bestond in 1994 uit een staf (directeur, P&O-adviseur, Secretariaat, Control en Financiën) en de sectoren Uitkeringen, Algemene en Juridische Zaken, Gemeentelijke Kredietbank, met daaronder afdelingen per sector.26 De vorming van de Maatschappelijke Dienst, per 1 januari 1996, zou gepaard gaan met de opheffing van DMO en de GSD. Het archief van de Maatschappelijke Dienst is vermoedelijk doorgezet onder de naam van DMO. Zo zijn er in het archief van DMO ook stukken met betrekking tot de GSD te vinden. Bij de vorming van de Maatschappelijke Dienst werden ook de delen van de sector economische zaken en werkprojecten van DSO toegevoegd aan de Maatschappelijke Dienst. Zo werd ook de afdeling Burgerzaken van de Bestuursdienst naar de Maatschappelijke Dienst verplaats.27 De Maatschappelijke Dienst bestond in 1996 uit twee stafafdelingen, namelijk Middelen en Secretariaat. Daaronder vielen de sectoren Welzijn, Cultuur en Onderwijs, Sociale Voorzieningen, Algemene en Burgerzaken. In 1997 waren er wijzigingen in de organisatiestructuur op het niveau van de afdelingen. Zo werden de Athenaeumbibliotheek en Musea als afdeling opgenomen in het organogram.28 Per 1 januari 1998 is het Stadsarchief van de Bestuursdienst overgegaan naar de Maatschappelijke Dienst en werd het proces gestart om het Stadsarchief te integreren in de Stads – of Athenaeumbibliotheek. Met ingang van 1999 werd de Maatschappelijke Dienst in het kader van de gemeentelijke samenvoeging van de gemeenten Deventer en Diepenveen respectievelijk in verband met de daarbij behorende reorganisatie opgeheven.29
DSO bestond in 1994 uit een Staf (directeur, P&O-adviseur, directiesecretariaat, stafafdeling PCA30) en de sectoren Wonen, Vastgoed, Ruimtelijke Ontwikkeling en Sociaal Economische Ontwikkeling, met daaronder afdelingen per sector. DMS bestond in 1994 uit een staf (directeur, P&O-adviseur, afdeling Controlling, directiesecretariaat) en de sectoren Groen en Civiele Techniek, Milieu en Afval, Facilitaire Zaken, met daaronder afdelingen per sector.31 De vorming van de Ruimtelijke Dienst, ingaande per 1 januari 1996, ging gepaard met de opheffing van DSO, met uitzondering van de delen van de sector economische zaken en werkprojecten welke aan de Maatschappelijke Dienst werden toegevoegd, en opheffing van DMS, waarbij sprake zou zijn van een nader vast te stellen overgangsregeling.32 De Ruimtelijke Dienst bestond per 1996 uit twee stafafdelingen, namelijk Middelen en Secretariaat. Daaronder vielen de sectoren Ruimte, Milieu en Wonen, Werken en Vastgoed, Stadsbeheer, twee projectbureaus en één project. Het project Afval zou deel uitmaken van de Ruimtelijke Dienst tot het moment van eventuele verzelfstandiging. In 1997 maakt dit project geen onderdeel meer uit van het organogram van de Ruimtelijke Dienst.33 De archiefvorming van de Ruimtelijke Dienst is voortgezet onder het archief van DSO.
De Archiefdienst bestond in 1994 uit een gemeentearchivaris met daaronder Inventarisatie/Dienstverlening, de Archiefinspecteur, Restauratie, Topografisch Historische Atlas en een bibliothecaresse. Dit veranderde in 1996 niet. Per 1 januari 1997 werd de archiefdienst toegevoegd aan de bestuursdienst en gelijktijdig opgeheven. De archiefdienst bestond uit twee poten, de archiefinspectie ten aanzien van de gemeentelijke archieven, waarbij de gemeentearchivaris een wettelijke rol vervulde, en de cultuurhistorische poot. De archiefdienst bleef wel, op eigen verzoek, één organisatorische eenheid.34 In 1998 verhuisden de archieftaken van de Bestuursdienst naar de Maatschappelijke Dienst en werd het proces gestart om het Stadsarchief te integreren in de Stads – of Athenaeumbibliotheek.
De Stads- of Athenaeumbibliotheek had in 1994 een directeur en een conservator en onder de directeur vielen Dienstverlening, Boekverwerking en Wetenschappelijke Steunfunctie. In 1996, toen de bibliotheek onder de Maatschappelijke Dienst werd geplaatst, veranderde ook de organisatiestructuur. Er was toen een directie en een secretariaat, inclusief personeels- en financiële administratie. Onder de directeur vielen nog steeds Dienstverlening en Boekverwerking, maar Wetenschappelijke Steunfunctie was verdwenen. Daarvoor in de plaats kende men Oude Drukken en Collectievorming.35
Musea bestond in 1994 uit een directeur met daaronder Technische Zaken, Bedrijfsondersteuning en Collectiebeheer/Tentoonstellingen en Educatie. Dit veranderde in 1996 niet.36
De Brandweer en Hulpverleningsdienst
De Brandweer en Hulpverleningsdienst bestond in 1994 uit een commandant en de administratie. Onder de commandant vielen Materieel/Inwendige Dienst, Preventie en Opleidingen. Per 1996 werd de commandant gedeeld met de Brandweer Apeldoorn en de Brandweer Regio Stedendriehoek. Brandweer Deventer kende vanaf toen een Ondercommandant. Het organogram wijzigde in 1997 niet.37
Per 1 januari 1998 gold een nieuwe organisatiestructuur met wederom de drie niveaus dienst, sector en afdeling. De structuur met drie grote diensten Bestuursdienst, Maatschappelijke Dienst en Ruimtelijke Dienst en de kleinere Brandweer en Hulpverleningsdienst bleef bestaan.38
Tot en met 1998 was de gemeente Diepenveen zelfstandig, maar vanaf 1999 behoorde de voormalige gemeente Diepenveen tot de gemeente Deventer.
Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998”
Naar aanleiding van de nieuwe organisatiestructuur per 1 januari 1991 werd onderzocht, door de hiertoe ingestelde Werkgroep Archief, op welke wijze de archieven het best gevormd en in stand gehouden konden worden. Het overgenomen advies luidde om zaaksgewijs archief te gaan ordenen, met enkelvoudige opberging. Tevens werd de verouderde Archiefverordening 1969 vervangen. De directeur van de Bestuursdienst werd belast met het archiefbeheer in de semi-statische fase, terwijl elk hoofd van een gemeentelijke organisatie iemand binnen de eigen organisatie moest aanwijzen die belast werd met de dagelijkse verzorging van de archiefbescheiden (de dynamische fase).39 De dynamische archieven werden daarom per 31 december 1990 afgesloten. Lopende zaken, geldende verordeningen, vergunningen, besluiten et cetera moesten worden overgebracht naar de nieuwe archieven van BD, DSO, DMS en DMO.40 Omdat de diensten DMO, DSO, DMS, GSD en BD zelf verantwoordelijk werden gemaakt voor hun archiefbeheer, was er sprake van gedeconcentreerde archieven met gedecentraliseerd beheer. De werkarchieven, die bij elke dienst gevormd konden worden, mochten uitsluitend kopieën van originelen bevatten.41
Per 1-1-1991 moest dus iedere dienst zijn eigen dossiers bijhouden. Binnen DSO bijvoorbeeld was er geen centraal archief meer. Iedere afdeling/sector diende het eigen archief bij te houden. Alle originele stukken moesten na afloop van een periode van 10 jaar worden overgedragen aan het ‘semi-statisch archief’ (SSA). In het SSA werden de stukken in uitgedunde vorm bewaard (alleen de belangrijkste stukken). Vervolgens, na nog eens 15 à 25 jaar, zou het archief worden doorgesluisd naar het statisch archief, oftewel het oud archief aan het Klooster 3 (anno 2023 gevestigd op nummer 12) te Deventer.42
Alle post, behalve die voor het Gemeentelijk Woningbedrijf, kwam wel binnen bij de afdeling Interne Zaken van de Bestuursdienst, van waaruit het verspreid werd over de diensten. Hiervoor dienden BD, DSO, DMO en DMS aangesloten te worden op het postregistratiesysteem. De postkamer van de Bestuursdienst was ook de centrale postkamer voor te verzenden post van alle gemeentelijke diensten, bedrijven en instellingen.43
Het probleem anno 1994 was dat centraal beheer voor de documentaire informatievoorziening ontbrak, waardoor de verschillende diensten en sectoren binnen de gemeente separaat en onafhankelijk van elkaar werkten. In de praktijk kwam het erop neer dat de documentaire informatieverzorgers van de Bestuursdienst de niet meer actuele stukken en dossiers op uiteenlopende manieren kregen aangeboden. Nabewerking kostte daardoor extra tijd. Bovendien was bij het opzetten van de nieuwe archieven per 1 januari 1991 naar de datum van de dossiers gekeken en niet naar de status, zoals wel de bedoeling was. Hierdoor moesten – naar gezegd meerdere keren per dag – dossiers van nog lopende zaken gelicht worden uit het semi-statisch archief, waarvan de depots zich op verschillende locaties bevonden. Er werd gepleit voor:
- •
- •
- •
- •
- •
Het omschrijven van de bestanden in een documentaire informatieplattegrond ten behoeve van de vindbaarheid van stukken en dossiers.44
Vanaf 1999 werden de archieven gecentraliseerd onder één teammanager. De organisatieverordening 1999 waarin dit geregeld werd geldt anno 2023 nog steeds.
Bij de nadere bestudering van de archieven ter voorbereiding op de formele overbrenging in 2023 bleek nog eens te meer dat de gemeente Deventer archieven niet tijdig heeft afgesloten. Bij herindelingen en reorganisaties zijn de archieven niet afgesloten en opnieuw gestart. Zo komen in de archieven van de Bestuursdienst, DMO, DSO en DMO archiefbescheiden voor wat op basis van de geschiedenis van de gemeente als geheel in andere archieven verwacht zou mogen worden. Het archief van het Gemeentelijk Woningbedrijf moet vermoedelijk gezocht worden in het archief van DSO en het Gemeentebestuur 1951-1993 (toegang 1441). Ook de Ruimtelijke Dienst is gearchiveerd onder DSO. De Maatschappelijke Dienst en de Gemeentelijke Sociale Dienst moeten in het archief van DMO gezocht worden. Het lijkt ook alsof er achteraf, tijdens de bewerking, nog archiefbescheiden geclusterd zijn. Er zijn veel verzameldossiers, waarbij de opsomming van de tabstroken letterlijk is overgenomen als extra informatie bij de beschrijving. Voor de vergunningenseries geldt dat deze sowieso over een langere periode doorlopen, dwars door alle reorganisaties heen. Daarbij veranderde wel regelmatig de naam van de afdeling belast met de vergunningverlening, en de plek in de organisatie van de betreffende afdeling, maar de archiefvorming bleef doorlopen.
In 2012 werd de afdeling Document Management (DM) van de gemeente Deventer bij Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) Deventer ondergebracht (bron: nota van B&W d.d. 13-12-2011). De beheerstaken voor papieren archief werden daarmee ondergebracht bij team SAB. Ook in het jaarverslag 2012 van het Stadsarchief staat dat het met ingang van 1 januari 2012 de verantwoordelijkheid had overgenomen voor het semi-statisch archief. Dit was een uitwerking van de opsplitsing van het team Document Management.
In 2012 werd echter ook de archiefruimte aan de Polstraat 12 te Deventer afgekeurd door de provinciaal archiefinspecteur Lolke Folkertsma (bron: nota B&W d.d. 4-9-2012). Begin 2013 is het archiefblok 1991-1998 fysiek overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het Stadsarchief Deventer. De voorbereiding van deze overbrenging was gedaan door het “SSA-Team” (SSA: Semi Statisch Archief) van de gemeente Deventer onder leiding van Theo de Jong en Hylle de Beer. Dit team was onderdeel van de afdeling Document Management, maar was gehuisvest aan de Polstraat 12/14 in plaats van aan de Leeuwenbrug 85, een toenmalig kantoor van de gemeente.
De permanent te bewaren archiefstukken (B) en de archiefstukken die in 2021 of later vernietigd zouden moeten worden (V >2021) werden verplaatst naar het Stadsarchief. Archief dat in 2020 of eerder vernietigd diende te worden (V <2020) mocht in de Polstraat blijven staan. Deze gedoogconstructie voor het nog korte tijd te bewaren materiaal was afgestemd met de provinciaal archiefinspecteur. DigiWerkt, de voorloper van KonnecteD, nam de taak over om het archief tot 2020 tijdig te vernietigen. In 2022 is het te vernietigen archief met een termijn 2021 of later alsnog door KonnecteD opgehaald voor waardering, selectie en vernietiging.
Omdat de provinciaal archiefinspecteur de archiefruimte aan de Polstraat, na jaren van waarschuwingen, in 2013 alsnog afgekeurde, werd het nodig geacht het archief dat niet in de Polstraat zou blijven staan eerst te laten behandelen door Isotron Nederland B.V., onderdeel van de Documentenwacht. Het B- en V >2021-materiaal is wel doorstraald. Dit zou worden opgenomen in de archiefbewaarplaats. Door middel van vriesdrogen is het archief behandeld tegen risico’s zoals schimmels en papiervisjes. Isotron heeft het archief daarna schoon verklaard en de behoudsafdeling van Stadsarchief Deventer heeft dit bevestigd. Sindsdien staat het archief fysiek bij Stadsarchief Deventer. Het archief was daarmee echter nog niet formeel overgebracht in de zin van de Archiefwet. Twee medewerkers van de gemeente Deventer kwamen ‘met het archief mee’ voor de verdere bewerking van het archief.
Per 31 december 2015, dus in 2016, vond de ontvlechting van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek plaatst. Het historisch archief werd samengevoegd met het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle; de Athenaeumbibliotheek werd losgekoppeld van het archief en de DIV-taken werden overgebracht naar KonnecteD/Sallcon. Aangezien het “SSA-archief” nog niet formeel overgebracht was, had het mee moeten verhuizen met de DIV-taken, maar het archief is blijven staan aan het Klooster. Er zijn geen contracten of overeenkomsten opgemaakt ten aanzien van de verdere bewerking van het reeds fysiek verplaatste semi-statisch archief 1991-1998.
De twee medewerkers, die in 2013 met het “SSA-archief” mee waren gekomen naar het Stadsarchief, bleven in 2016 in dienst bij het archief en besteedden een deel van hun werktijd aan deze archieven. Toen de laatste van de twee eind 2019 met pensioen ging is daar geen vervanging voor gekomen. Op 21 oktober 2019 leverden Janny Lubberding en Cees Tromp, beiden werkzaam bij het Historisch Centrum Overijssel locatie Deventer, een beknopt verantwoordingsverslag op aan de toenmalige gemeentearchivaris van Deventer, Margreet Vink-Bos. Sindsdien werd er niet meer aan het archief gewerkt, hoewel het feit dat deze archieven nog niet formeel overgebracht waren een jaarlijks terugkerend item werd in het bevindingenverslag van de gemeentelijke archiefinspecteur.
Op 29 juni 2020 leverde Martin Jansen (DOWR-I) de notitie ‘Archiefbestanden Deventer in beeld en in bewerking’ op aan gemeentearchivaris Margreet Vink-Bos, Henk Sligman (KonnecteD) en Paulien Brinkman (gemeente Deventer). Hierin werd vastgesteld dat het beheer van de semi-statische dossiers, die al bij Historisch Centrum Overijssel waren geplaatst en opgenomen in het collectiebeheerssysteem, doch nog bewerking behoefden, door KonnecteD zou kunnen worden uitgevoerd als onderdeel van het analoge takenpakket. De bestanden moesten nog formeel overgebracht worden. Op basis van het daarbij gevoegde overzicht werd duidelijk dat ook enkele series met vernietigbare dossiers, zoals de reclame- en precariovergunningen, alsnog voor permanente bewaring werden aangemerkt. Het beheer is echter nooit alsnog aan KonnecteD overgedragen.
In oktober 2021 is de notitie “Achterstallige overbrengingen Deventer” door Leoniek Damman-Vrielink (Historisch Centrum Overijssel, later Collectie Overijssel) opgeleverd, waarin gewezen werd op het feit dat de (werktitel) “archieven SSA 1991-1998” fysiek bij Historisch Centrum Overijssel stonden, maar nog niet formeel waren overgebracht. Tevens had de analyse uitgewezen dat de archieven zich nog niet in goede, geordende en toegankelijke staat bevonden conform de door Historisch Centrum Overijssel opgestelde richtlijnen voor overbrenging van overheidsarchief, die opgesteld zijn in lijn met ISAD (G). Juridisch lag de verantwoordelijkheid bij de gemeente. Naast de zorg voor het in goede, geordende en toegankelijk staat brengen, diende de gemeente ervoor te zorgen dat de archieven formeel werden overgebracht en dat er openbaarheidsbeperkingen werden vastgesteld, uitspraken gedaan werden over eventuele auteursrechten, uitzonderingen op vernietiging en vervanging zonder vervangingsbesluit. In de dagelijkse werkpraktijk ervoer Historisch Centrum Overijssel echter de nadelen van deze situatie. Zowel gemeenteambtenaren als burgers vroegen naar informatie uit de archieven, maar de slechte toegankelijkheid en het feit dat Historisch Centrum Overijssel slechts opslagplaats was en geen diensten mocht verlenen naar de burger toe, zorgden voor veel onduidelijkheid en frustratie.
Hierop bracht de recent aangetreden archiefinspecteur van Deventer, Jan Beens, de situatie ter sprake in het Tactisch Informatie Overleg van de gemeente Deventer. Hij concludeerde – aanvullend op wat in deze inleiding benoemd is - dat het archief – hoewel niet geformaliseerd - feitelijk sinds 2013 was uitgeplaatst, omdat de materiële en toegankelijke staat van het archief niet of gedeeltelijk op orde waren en omdat de 20-jaren termijn nog niet verstreken was. Uitplaatsing betekent het onderbrengen van archieven vooruitlopend op de formele overbrenging, waarbij de overbrenging betekent dat het beheer van de archieven vanuit de zorgdrager wordt overgedragen aan de beheerder van de archiefbewaarplaats (i.c. de gemeentearchivaris bij het Stadsarchief/Historisch Centrum Overijssel/Collectie Overijssel). Over de 35 archieven schreef hij dat de geordende en toegankelijke staat zeker niet volmaakt was, maar dat op elk archief wel een toegang was. De toegangen voldeden niet aan het vereiste kwaliteitsniveau, maar waren in de praktijk wel bruikbaar. Het grote verschil is dat de beschrijvingen van de stukken niet de handeling bevatten vanuit het perspectief van de archiefvormer. Het ontbrak de toegangen daarnaast nog aan een inleiding met onder andere de verantwoording voor de bewerking, gebruiksaanwijzingen voor de onderzoeker en een besluit op eventuele beperkingen aan de openbaarheid. Ook moesten de inleidingen duidelijkheid verschaffen aan de gebruiker wat de relatie is tussen de verschillende toegangen.
Uiteindelijk is besloten dat er aan de beschrijvingen van de archiefstukken niet meer gesleuteld zou worden. KonnecteD en de gemeente Deventer zouden zorgen voor de vaststelling van eventuele beperkingen aan de openbaarheid, op grond van de Archiefwet, AVG en Burgerlijk Wetboek, en voor de Verklaring van Overbrenging. Historisch Centrum Overijssel zou zorgen voor de afronding van de materiële verzorging van het archief en inleidingen bij de inventarissen. De inleidingen zijn geschreven door Leoniek Damman-Vrielink op basis van gevonden documentatie, de stukken in de archieven zelf en de hulp van derden. In het najaar van 2022 zijn de behoudswerkzaamheden afgerond. In mei 2023 werden de inleidingen voltooid, de beperkingen op de openbaarheid vastgesteld en is de overbrenging voor 26 van de archieven met de werktitel “SSA 1991-1998” geformaliseerd.
Tot en met 2019 werden onder het archief “SSA 1991-1998” de volgende toegangen geschaard:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
In maart 2023 bleek dat er reeds een archieftoegang (1303) van Stichting Deventer Promotie over de jaren 1968-1985 bestond. Daarom is op 26 april 2023 in overleg met de gemeentelijke archiefinspecteur besloten om toegang 1592, Stichting Public Relations Deventer, vanaf 1976 Stichting Deventer Promotie, 1968-1991 (1,3 m1) nog niet over te brengen. De archiefbescheiden zullen eerst ontdubbeld moet worden om vervolgens als aanvulling op toegang 1303 overgebracht te kunnen worden.
Op 26 april 2023 werd op dringend advies van de gemeentelijke archiefinspecteur besloten om toegang 1597 RegiZorg te Deventer, 2006-2010 (0,6 m1) nog niet over te brengen. De archiefbescheiden zullen moeten worden ondergebracht in het (hybride) archief van de gemeente Deventer over de jaren 1999-2019.
De voormalige gemeenten Diepenveen en Bathmen zijn sinds respectievelijk 1999 en 2005 deel van de gemeente Deventer geworden, waarmee de zorg voor het archief ook onder de gemeente Deventer is komen te vallen. Tot aan de samenvoeging zijn de archieven afzonderlijk van elkaar gevormd.
Nader onderzoek in 2021 wees uit dat ook toegang 1590, Distributiedienst, hoewel het ontbrak in bestaande overzichten, geschaard moest worden onder de nog formeel over te brengen SSA-archieven. Gelijktijdig bleek dat de registers van de Burgerlijke Stand jaarlijks naar het stadsarchief werden gebracht, met een ontvangstbevestiging, maar zonder Verklaring van Overbrenging. Deze drie toegangen en de aanvullingen daarop zijn wel altijd direct toegankelijk gemaakt voor de burger. Qua openbaarheidstermijnen zijn de gebruikelijke termijnen voor de Burgerlijke Stand aangehouden, 100 jaar voor geboorteregisters, 75 jaar voor huwelijksregisters (en partnerschapsregistraties) en 50 jaar voor overlijdensregisters. Ook deze toegangen zijn daarom meegenomen in de Verklaring van Overbrenging uit 2023. De aanvullingen op de archieven van de Burgerlijke Stand Deventer, Diepenveen en Bathmen dienen voortaan jaarlijks met een nieuwe Verklaring van Overbrenging overgebracht te worden. Vanwege ruimtegebrek op de afdeling wordt er niet voor gekozen om de registers Burgerlijke Stand in tienjarenblokken over te brengen.
Aanvulling (2021) op “SSA 1991-1998”
- •
- •
- •
- •
Nader onderzoek door Collectie Overijssel in 2021 wees uit dat de bouwvergunningen van de voormalige gemeenten Diepenveen en Bathmen, respectievelijk per 2000 en 2005 samengevoegd met de gemeente Deventer, nog niet formeel overgebracht waren. Deze twee series stonden al aan het Klooster voordat de Polstraat in 2013 werd afgekeurd. Vermoedelijk zijn de fysieke dossiers na de gemeentelijke herindelingen naar het Stadsarchief gebracht. De gemeente Deventer verzorgde de dienstverlening op deze archieven aan de hand van digitale reproducties, terwijl het analoge origineel feitelijk (zonder overeenkomst) bij het Stadsarchief stond uitgeplaatst. Aan het begin van het jaar 2022 was de intentie nog om ook deze twee toegangen, zie onder, tegelijk met het blok SSA 1991-1998 formeel over te brengen, maar het archief bevond zich onvoldoende in ‘goede, geordende en toegankelijke staat’, zoals de Archiefwet 1995 voorschrijft. Daarop werd in de loop van 2022 besloten om deze archieven op een later moment afzonderlijk over te brengen.
- •
- •
Via Theo de Jong, destijds beheerder van het semi-statisch archief van de gemeente Deventer aan de Polstraat 12/14, kreeg het Historisch Centrum Overijssel een archiefdoos vol met CD-ROM’s aangeleverd. Hierop stond het rond 2000 gedigitaliseerde tekeningenarchief van de gemeente in TIFF en PDF’s bestanden. Deze bestanden zijn in 2019 gekopieerd naar het netwerk van Historisch Centrum Overijssel. De meegeleverde toegangen in Access zijn geïmporteerd in het collectiebeheerssysteem. Het vermoeden bestond dat het archief was vervangen zonder vervangingsbesluit. In 2022 bleek echter dat bij KonnecteD nog zilverfilms (rolfilms) en microfiches aanwezig zijn met daarop vermoedelijk hetzelfde tekeningenarchief. De zilverfilms zouden volgens de gemeentelijke archiefinspecteur als origineel gezien moeten worden. Het was de intentie om ook het Tekeningenarchief in 2022 formeel over te brengen. Het archief bevond zich echter nog onvoldoende in goede, geordende en toegankelijke staat. Of de rolfilms en microfiches bewaard gaan worden en, zo ja, op welke manier ze dan ontsloten zouden moeten worden, daar moet nog een besluit over genomen worden. Het tekeningenarchief wordt daarom op een later moment afzonderlijk overgebracht. Er zal een inleiding geschreven worden op het tekeningenarchief als geheel welke geplaatst zal worden onder toegang 2600. Het Tekeningenarchief bestaat uit de volgende toegangen:
- •
- •
- •
- •
- •
Geschiedenis van het archief – toegang 1559 Bestuursdienst
In 2020 werden tijdens de sanering van het archief van de gemeente Deventer over de jaren 1999-2019 dossiers aangetroffen die thuis hoorden in toegang 1559 van de bestuursdienst. Deze dossiers zijn tijdelijk geplaatst geweest onder toegang 1441, Gemeentebestuur Deventer III, 1951-1993, maar werden in 2022 alsnog opgenomen in het archief van de bestuursdienst. De dossiers waren nog niet eerder formeel overgebracht en zijn ook niet onder toegang 1441 toegankelijk geweest voor de bezoeker. Het betrof de inventarisnummers 925-933, onder de rubriek -1.77 Begraven en Destructie Vee.
Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998”
Het archief “SSA 1991-1998” is een dienstenarchief. Iedere gemeentelijke dienst heeft een eigen archieftoegang, welke niet zijn samengevoegd. In het verleden is dat wel gebeurd bij het Gemeentebestuur van Deventer III, 1951-1993 (zie: NL-DvCO toegang 1441), maar samenvoeging van de dienstenarchieven zou met zich meebrengen dat alle stukken opnieuw, uniek genummerd zouden moeten worden. Daarnaast werd het niet nodig geacht de dienstarchieven samen te voegen, omdat moderne digitale zoekmethoden het mogelijk maken om gelijktijdig in meerdere toegangen te zoeken. De toegangen zijn vanuit Access geïmporteerd in het collectiebeheerssysteem van de archiefdienst en naderhand gecontroleerd door Janny Lubberding en Marion Karsch.
Omdat de archiefruimte aan de Polstraat na jaren van waarschuwingen in 2013 alsnog werd afgekeurd (zie: Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998”, Semi-statisch archief), werd het nodig geacht het archief (met uitzondering van de bouwvergunningen Diepenveen en Bathmen, die al bij het Stadsarchief stonden) eerst te laten behandelen door Isotron Nederland B.V., onderdeel van de Documentenwacht. Door middel van vriesdrogen is het archief behandeld tegen risico’s zoals schimmels en papiervisjes. Isotron heeft het archief daarna schoon verklaard en de behoudsafdeling van Stadsarchief Deventer heeft dit bevestigd. Sindsdien staat het archief fysiek bij Stadsarchief Deventer. Daar is al het materiaal omgepakt. De dossiers bevinden zich in zuurvrije archiefdozen. Alle dossiers en dozen zijn geëtiketteerd. De stukken zijn ontdaan van ijzer en plastic en zuurhoudende tabstroken zijn vervangen door zuurvrije tabstroken, waar de oorspronkelijke tekst op is overgenomen.
Selectie en vernietiging “SSA 1991-1998”
Wat opviel bij het raadplegen van enkele archiefstukken uit de diverse inventarissen ten behoeve van het schrijven van de inleidingen was dat dezelfde stukken in verschillende toegangen voor kunnen komen. De waardering, selectie en vernietiging had dus beter gekund, maar heeft dan ook niet meer plaatsgevonden toen het archief al fysiek naar het Stadsarchief was overgebracht. Alleen materiaal waarvan bij de fysieke verplaatsing naar het Klooster al bekend was dat het op termijn vernietigd moest worden is jaarlijks vernietigd door de Gemeeente, via KonnecteD. Tijdens het bewerken en beschrijven heeft geen waardering en selectie meer plaatsgevonden. De archieven “SSA 1991-1998” bevatten archiefbescheiden die volgens de [destijds] geldende selectielijst voor vernietiging in aanmerking kwamen, zoals de inrit- en aanlegvergunningen. Deze series zijn op uitdrukkelijk verzoek van de archiefvormende afdeling uitgezonderd van vernietiging. Ook de hinderwetvergunningen waren in het verleden aangemerkt als te vernietigen, maar archiefonderzoekers hebben er tegenwoordig veel profijt van dat dit bij sommige gemeenten in Nederland nooit is geeffectueerd. Met name voor de langlopende vergunningen, waarbij de bewaartermijn ingaat na afloop van de vergunning, was het niet mogelijk om per dossier de vernietigingsdatum te bepalen. De systemen van het Stadsarchief (statisch archief) zijn ingericht om eeuwig te bewaren archief toegankelijk te maken en niet om bewaartermijnen in bij te houden. Sowieso zijn de meeste vergunningen pas te vernietigen wanneer de vergunning verlopen is of bijvoorbeeld een bepaald aantal jaar na de sloop van een pand, wat ook voor de afdeling dynamisch of semi-statisch van een gemeente ondoenlijk is om actueel te houden. Vanuit historisch oogpunt zijn veel vergunningenseries juist interessant om te bewaren.
Ook voor de fysieke verplaatsing vond selectie en vernietiging niet altijd voldoende plaats. In 1993 rapporteerde de archiefinspecteur al dat er onvoldoende geselecteerd, vernietigd en geïnventariseerd werd in het dynamisch archief van DSO. Vanaf 1995 werd er wel weer jaarlijks vernietigd.45 In 1994 werd door de gemeentearchivaris een permanente machtiging voor de vernietiging van bepaalde archiefbescheiden van de sector wonen afgegeven, om de efficiëntie en informatieverstrekking te bevorderen.
Ordening van het archief “SSA 1991-1998”
De meeste archieven “SSA 1991-1998” zijn niet hiërarchisch geordend en bestaan uit platte plaatsingslijsten. Er is niet of nauwelijks structuur in aangebracht middels rubrieken en verzamelbeschrijvingen. Bij series archieven, zoals vergunningen, is het overigens zeer gebruikelijk om geen hiërarchische ordening toe te passen. De beschrijvingen in de inventarissen zijn overgenomen uit de administratie van de voormalige DIV-afdeling van de gemeente Deventer. De beschrijvingen voldoen dus niet aan de klassieke regels voor inventariseren van blijvend te bewaren archieven.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief 1559
Bij de import van de gegevens zijn ook metadata meegenomen die voor de ambtenaren van de gemeente Deventer nog van belang zou kunnen zijn, zoals nummers van B&W-besluiten en BIS-nummers. Ook is bij sommige inventarissen de letterlijke tekst van de tabbladen in de dossier overgenomen in het veld annotatie. Deze gegevens worden niet gepubliceerd, maar op verzoek kan de medewerker van de archiefdienst wel zoeken in het collectiebeheerssysteem of een bepaald nummer van een B&W-besluit of BIS-nummer voorkomt in de metadata.
Op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zijn de volgende inventarisnummers voor de termijn van 75 jaar beperkt openbaar: 70-72, 297-298, 772-775
Bestuursdienst 1994, 1996 en 1997
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 1994
Gemeentelijke Sociale Dienst 1994
Maatschappelijke Dienst 1996 en 1997
Dienst Stedelijke Ontwikkeling 1994
Dienst Milieu en Stadsbeheer 1994
Ruimtelijke Dienst 1996 en 1997
Brandweer en Hulpverleningsdienst 1996
TOEGANG 1569, DIENST MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEVENTER, 1991-1998
Archiefnaam: Dienst Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) gemeente Deventer
Auteur: Theo de Jong, Janny Lubberding, Wouter Geerling en Cees Tromp
Geschiedenis van de archiefvormer
Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij de import van de gegevens zijn ook metadata meegenomen die voor de ambtenaren van de gemeente Deventer nog van belang zou kunnen zijn, zoals nummers van B&W-besluiten en BIS-nummers. Ook is bij sommige inventarissen de letterlijke tekst van de tabbladen in de dossier overgenomen in het veld annotatie. Deze gegevens worden niet gepubliceerd, maar op verzoek kan de medewerker van de archiefdienst wel zoeken in het collectiebeheerssysteem of een bepaald nummer van een B&W-besluit of BIS-nummer voorkomt in de metadata.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1570, DIENST STEDELIJKE ONTWIKKELING GEMEENTE DEVENTER, 1991-1998
Archiefnaam: Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) gemeente Deventer
Auteur: Theo de Jong, Janny Lubberding, Wouter Geerling en Cees Tromp
Geschiedenis van de archiefvormer
Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanvullend op wat bij het archief van de Bestuursdienst wordt vermeld is bekend dat de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (sector: Ruimtelijke Ontwikkeling) anno 1991 de behoefte had om op loopafstand te kunnen beschikken over volledige, voor iedereen toegankelijke dossiers. In principe bewaarden zij alleen de volgende stukken in een dossier:
- •
Alle originele vergunningen met bijbehorende stukken, zoals artikel 19-stukken (art. 19 nota’s, art. 19 bezwaarschriften, publicaties, vrijstellingsbesluiten, brieven et cetera als onderdeel van de bouwvergunning), aanvraag, welstandsadvies, brandweeradvies, voltooiingsverklaringen, opzichterkaarten en dergelijken.
- •
- •
- •
Alle nieuwe informatie betreffende voornoemde onderwerpen, welke de volgende 10 jaar nog van belang zou kunnen zijn.46
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij de import van de gegevens zijn ook metadata meegenomen die voor de ambtenaren van de gemeente Deventer nog van belang zou kunnen zijn, zoals nummers van B&W-besluiten en BIS-nummers. Ook is bij sommige inventarissen de letterlijke tekst van de tabbladen in de dossier overgenomen in het veld annotatie. Deze gegevens worden niet gepubliceerd, maar op verzoek kan de medewerker van de archiefdienst wel zoeken in het collectiebeheerssysteem of een bepaald nummer van een B&W-besluit of BIS-nummer voorkomt in de metadata.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1571, DIENST MILIEU EN STADSBEHEER GEMEENTE DEVENTER, 1991-1998
Archiefnaam: Dienst Milieu en Stadsbeheer (DMS) gemeente Deventer
Auteur: Theo de Jong, Janny Lubberding, Wouter Geerling en Cees Tromp
Geschiedenis van de archiefvormer
Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij de import van de gegevens zijn ook metadata meegenomen die voor de ambtenaren van de gemeente Deventer nog van belang zou kunnen zijn, zoals nummers van B&W-besluiten en BIS-nummers. Ook is bij sommige inventarissen de letterlijke tekst van de tabbladen in de dossier overgenomen in het veld annotatie. Deze gegevens worden niet gepubliceerd, maar op verzoek kan de medewerker van de archiefdienst wel zoeken in het collectiebeheerssysteem of een bepaald nummer van een B&W-besluit of BIS-nummer voorkomt in de metadata.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1576, BODEMDOSSIERS GEMEENTE DEVENTER I, 1981-1990
Archiefnaam: Bodemdossiers gemeente Deventer I
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Dit archief bestaat uit de bodemdossiers van de gemeente Deventer. De inhoud van de bodemdossiers is de neerslag van de uitvoering van de Wet Bodembescherming. De Wet Bodembescherming (Wbb) is op 1 januari 1987 in werking getreden. Tot die tijd vielen handelingen met betrekking tot bodem onder de Hinderwet (ingesteld in 1875). Zie voor de Hinderwetvergunningen Deventer, 1919-1991, toegang 1567. De Wbb beoogt een effectieve bescherming te bieden voor de bodem en het zich daar in bevindende grondwater. Enerzijds bevat deze wet bepalingen ter regulering van handelingen die een bedreiging vormen voor de bodem en het grondwater. Anderzijds moeten bestaande verontreinigingen worden aangepakt en gesaneerd of beheerd.
Door de instelling van de Wbb werd er langzamerhand meer archief gevormd dat specifiek betrekking had op bodem. De dossiers bevatten locatie-gebonden documenten over in situ uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij ongeveer de helft van de dossiers is er een straatnaam gekoppeld, waardoor zoeken op straatnaam mogelijk is. Ook in de velden Locatie Opmerking en Opmerkingen kunnen locatiegegevens voorkomen. Sommige dossiers kunnen teruggevonden worden op BIS4all code. In sommige gevallen is het soort bedrijvigheid ingevuld. De dossiers zijn op naar het lijkt willekeurige volgorde in een platte lijst geplaatst.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1611, BODEMDOSSIERS GEMEENTE DEVENTER II, 1991-1998
Archiefnaam: Bodemdossiers gemeente Deventer II
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Dit archief bestaat uit de bodemdossiers van de gemeente Deventer en is het vervolg op toegang 1576 met bodemdossiers uit de periode 1981-1990. De inhoud van de bodemdossiers is de neerslag van de uitvoering van de Wet Bodembescherming. De Wet Bodembescherming (Wbb) is op 1 januari 1987 in werking getreden. Tot die tijd vielen handelingen met betrekking tot bodem onder de Hinderwet (ingesteld in 1875). Zie voor de Hinderwetvergunningen Deventer, 1919-1991, toegang 1567. De Wbb beoogt een effectieve bescherming te bieden voor de bodem en het zich daar in bevindende grondwater. Enerzijds bevat deze wet bepalingen ter regulering van handelingen die een bedreiging vormen voor de bodem en het grondwater. Anderzijds moeten bestaande verontreinigingen worden aangepakt en gesaneerd of beheerd.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij veel dossiers is er een straatnaam gekoppeld, waardoor zoeken op straatnaam mogelijk is. Ook in de velden Locatie Opmerking en Opmerkingen kunnen locatiegegevens voorkomen. Sommige dossiers kunnen teruggevonden worden op BIS4all code. In sommige gevallen is het soort bedrijvigheid ingevuld. De dossiers zijn op naar het lijkt willekeurige volgorde in een platte lijst geplaatst.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1580, RIOOLVERGUNNINGEN DEVENTER, 1895-2009
Archiefnaam: Rioolvergunningen Deventer
Auteur: C. Tromp, W. Geerling, J. Lubberding
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Voor de onderzoeker kan dit archief een nuttige aanvulling zijn op de afzonderlijke series constructie- en bouwdossiers.
Het kaartsysteem riolering Deventer (1895-2005), bestaande uit 47 pakken, is geordend op adres. De kaarten zelf bevatten onder andere de volgende gegevens:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
De velden 'Aantekeningen' en 'Ligging van de modelput' bevatten informatie over de locatie van de rioolleidingen en -aansluitingen. Deze velden zijn echter summier ingevuld. Situatietekeningen ontbreken. Wel is in veel gevallen aangegeven wat de afstand vanuit de rooilijn tot het hart van het riool is, op hoeveel meter de bovenkant van het riool onder de straat ligt, wat de buiswijdte van de aansluitingen en van het hoofdriool is. Daarmee zijn de rioolvergunningen een hulpmiddel om rioolleidingen en -aansluitingen te lokaliseren.
Situatietekeningen, die de aansluiting van individuele panden (perceelleidingen) op het openbare hoofdriool weergeven, zijn niet bewaard gebleven. Alleen de rioleringsstructuurplannen, die het gemeentelijk hoofdriool beschrijven, zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. De rioleringsstructuurplannen zijn onderdeel van het secretariearchief (verschillende toegangsnummers). Aan de hand van dit kaartsysteem riolering kan worden getracht het verloop van de rioolleidingen en de locaties van de aansluitingen op het hoofdriool te bepalen, maar in de meeste gevallen zijn de kaarten zeer summier ingevuld.
Het kaartsysteem wordt gebruikt om vast te stellen óf een vergunning is verleend om de perceelleiding aan te sluiten op het gemeentelijk hoofdriool (stamriool) en op welke datum, wie de vergunninghouder is en of de aansluitkosten zijn voldaan.
De rioolbesluiten op straatnaam bevatten de aanvraag en het besluit per straat. Daarbinnen zijn de verschillende vergunningen per huisnummer(serie) van elkaar gescheiden met een tabstrook. Bij sommige besluiten is een situatietekening toegevoegd.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1585, AANLEGVERGUNNINGEN DEVENTER, 1992-2010
Archiefnaam: Aanlegvergunningen Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer ook het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
De Wet ruimtelijke ordening kende naast ontheffingen twee soorten vergunningen, namelijk de sloopvergunning (artikel 3.20 Wro) en de aanlegvergunning (artikel 3.16 Wro). In de voorschriften van een bestemmingsplan werd aangegeven wanneer een aanlegvergunning nodig was. Voor het realiseren van (bouwvergunning plichtige) bouwwerken was geen aanlegvergunning nodig, aangezien daarvoor het bouwvergunningstelsel in het leven geroepen was. Een aanlegvergunning werd verplicht gesteld om te voorkomen dat een terrein minder geschikt werd voor de realisering van de desbetreffende bestemming of ter handhaving en bescherming van die bestemming. Ook bij het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een bestemmingsplan kon een aanlegvergunning worden voorgeschreven. Anders dan bij de bouwvergunning was de aanlegvergunning dus slechts vereist voor zover dat uitdrukkelijk was bepaald in het bestemmingsplan of het voorbereidingsbesluit.
Werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning gevraagd kon worden waren bijvoorbeeld het graven van sloten, het ophogen van land, het aanleggen van een vuilstortplaats en het verharden van wegen. Er moest wel een noodzaak zijn om de vergunning te eisen, bijvoorbeeld wanneer een terrein archeologische waarde heeft. In de bestemmingsplannen diende dit te worden aangegeven. In de planvoorschriften kon ook worden bepaald dat bijvoorbeeld alleen voor bodembewerkingen op het terreinen dieper dan een bepaald aantal centimeter een aanlegvergunning noodzakelijk was. De gemeente kon aan de aanlegvergunningen voorschriften verbinden, bijvoorbeeld dat er een archeologisch onderzoek moest worden uitgevoerd voorafgaand aan de werkzaamheden.
Per 1 oktober 2010 werd de omgevingsvergunning ingevoerd, waarmee de aanleg- en sloopvergunningen uit de Wet ruimtelijke ordening kwamen te vervallen. Daarmee vormt 2010 ook het eindjaar van dit archief.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
De aanlegvergunningen werden door gemeenten geplaatst onder het classificatienummer van de Basis Archief Code (BAC) -1.733.25.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
De aanlegvergunningen zijn alfabetisch geordend op straatnaam.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1586, INRITVERGUNNINGEN DEVENTER, 1991-2011
Archiefnaam: Inritvergunningen Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Inritvergunningen zijn te vernietigen na vervallen, maar aangezien ze lang geldig kunnen zijn en reeds ingevoerd waren in het collectiebeheerssysteem van de archiefvormer is besloten deze serie uit te zonderen van vernietiging.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
De inritvergunningen zijn alfabetisch geordend op straatnaam.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1587, PRECARIOVERGUNNINGEN DEVENTER, 1981-1990
Archiefnaam: Precariovergunningen Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Precario is de belasting die een gemeente mag heffen voor het gebruik van gemeentegrond. De namen precariobelasting en precariorechten worden daarvoor gebruikt. De belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de openbare grond. Een bekend voorbeeld is de winkeluitstalling op straat (een reclamebord of verplaatsbare manden met koopjes) of het terras van een café. Ook over erkers, luifels, uithangborden en ander uitbouwsels aan een bedrijfspand kan deze belasting worden geheven. Onder de grond komen voorwerpen voor als pijpleidingen, elektriciteitskabels, buizen en funderingen. Dit is vastgelegd in artikel 228 van de Gemeentewet.
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Deze serie vergunningen is op termijn te vernietigen, maar aangezien de vergunningen reeds ontsloten waren via het collectiebeheerssysteem van de archiefbewaarplaats is om praktische redenen besloten de serie uit te zonderen van vernietiging.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
De precariovergunningen zijn alfabetisch geordend op straatnaam.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1588, RECLAMEVERGUNNINGEN DEVENTER, 1951-2011
Archiefnaam: Reclamevergunningen Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
De reclamevergunningen zijn te vernietigen zodra de vergunning is verlopen. Aangezien de vergunningen reeds ontsloten waren via het collectiebeheerssysteem van de archiefbewaarplaats is om praktische redenen besloten de serie uit te zonderen van vernietiging. In dit archief kunnen dus zowel verlopen als nog lopende vergunningen voorkomen.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief bevat reclamevergunningen daterend voor 1991 en reclamevergunningen over de periode 1991-2011. De reclamevergunningen van voor 1991 zijn deels ongedateerd. Binnen deze twee rubrieken zijn de vergunningen, op een enkele uitzondering na, alfabetisch geordend op straatnaam.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1589, CONSTRUCTIEDOSSIERS GEMEENTE DEVENTER, 1971-2006
Archiefnaam: Constructiedossiers gemeente Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief is gevormd door de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer (Gemeente Deventer) het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998. De afdeling Bouw- en Woningtoezicht, vallend onder de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en later de Ruimtelijke Dienst, verzorgde de vergunningverlening. Zie daarom ook de inleiding op het archief van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling gemeente Deventer, 1991-1998 (toegang 1570).
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
De afdeling Bouw- en Woningtoezicht had anno 1991 de behoefte om op loopafstand te kunnen beschikken over volledige, voor iedereen toegankelijke dossiers. De serie is dus afzonderlijk gevormd van de rest van het archief van DSO. De constructiedossiers moeten gezien worden als bijlagen bij de bouwvergunningen, die separaat gearchiveerd zijn.
Verantwoording van de inventarisatie
De constructiedossiers horen bij de bouwvergunningen, maar zijn separaat bewaard gebleven. Vermoedelijk zijn de tekeningen en berekeningen om praktische redenen reeds op de afdeling zelf separaat van de bouwvergunningen opgeborgen. De bouwdossiers zijn en worden in verschillende blokken overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Er is voor gekozen om de dossiers niet met terugwerkende kracht samen te voegen.
In principe waren de constructieberekeningen op termijn te vernietigen, maar aangezien ze bij de tekeningen bewaard zijn gebleven is en nog regelmatig geraadpleegd werden is in de jaren 1980’ besloten de berekeningen uit te zonderen van vernietigen.
Het archief is onvolledig. Er is een lijst beschikbaar van niet aangetroffen dossiers. Deze stukken hebben geen inventarisnummer gekregen.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
De constructiedossiers zijn alfabetisch geordend op straatnaam.
Het archief bevat ook constructiedossiers van kunstwerken zoals bruggen.
Voor een compleet beeld dient u zowel in de serie bouwdossiers alsook in de serie constructiedossiers te zoeken naar het betreffende bouwwerk. Voorheen waren de bouwdossiers vermoedelijk via een dossiercode of iets dergelijks gerelateerd aan de constructiedossiers. In de huidige situatie moet er op adres gezocht worden.
Op grond van het belang van de Staat of zijn bondgenoten zijn de volgende inventarisnummers voor de termijn van 75 jaar beperkt openbaar 1857, 3389-3392, 3428-3430, 4721.
TOEGANG 1590, DISTRIBUTIEDIENST DEVENTER, 1939-1994
Archiefnaam: Distributiedienst Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
In 1939 werd de Distributiewet 1939 vastgesteld. In tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden werd het noodzakelijk geacht de distributie van levensmiddelen en industriële producten volgens een uniform, landelijk systeem uit te voeren. Alle distributiekringen werden overkoepeld door een onder het Ministerie van Economische Zaken ressorterende Centraal Rantsoenerings (C.R.B.). De distributiedienst was verantwoordelijk voor de inventarisatie van de behoefte bij bijzondere verbruikers, zoals ziekenhuizen, sanatoria en horecabedrijven, voor de verstrekking van distributiekaarten en -bonnen en voor de inventarisatie van omzetten en voorraden van de detailhandelaren. Kortom, gedurende de hele distributieperiode zorgde de dienst voor een rechtvaardige verdeling van de beschikbare goederen en fungeerde de dienst als schakel tussen consumenten, winkeliers en producenten. De distributiedienst werd bijvoorbeeld ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog en tijdens de oliecrisis in je jaren ’70 van de 20e eeuw.
Elke gemeente vormde een distributiekring, maar een kring kon ook samengesteld worden uit twee of meerdere gemeenten. De distributiekring Deventer, met kringnummer 18, bestond uit de gemeenten Deventer, Bathmen, Diepenveen, Holten, Olst en Raalte. Deventer was de centrale gemeente binnen deze kring. De burgemeester van de stad werd dan ook als hoofd van de dienst aangewezen en was als zodanig belast met de algehele leiding. Het kantoor bevond zich aan de Brinkgreverweg 69 te Deventer, in het gebouw van de Rijks Hogere School voor Tropische Landbouw. In de overige vijf gemeenten werden hulpkantoren ingericht. Op het moment dat vanuit de regering werd opgeroepen tot uitvoering van distributie, ging er een overgangsperiode in van 9 weken, waarin gebruik gemaakt werd van distributiekaarten. Vanaf de tiende week zou de normale distributie plaatsvinden. Met name vanwege de drukte in de eerste negen weken, kon er ook nog gebruik gemaakt worden van extra uitreiklokalen, voor de massale uitreiking.
De burgemeester van Deventer was de directeur van de dienst, terwijl tijdens overgangsperiode de dagelijkse leiding op de hulpkantoren werd verzorgd door de burgemeesters van de betreffende gemeenten. De kantoren in Deventer en Raalte werden permanent bezet, terwijl voor Bathmen, Diepenveen, Holten en Olst minstens één keer per week gebruik gemaakt werd van reizende ploegen.
De dienst bestond uit drie stafafdelingen, te weten Interne Controle, Administratie en Huishoudelijke dienst. De zes uitvoerende afdelingen waren: Beheer waardemateriaal, Uitreikingen, Stamkaartenregister, Handel, Bijzondere verstrekkingen en Reizende ploegen. De taken van de afdelingen zijn uitgeschreven in verschillende instructies in inventarisnummer 1.
De afdeling Administratie was verantwoordelijk voor de administratie van waardemateriaal; personeels- en salarisadministratie; financiële administratie in samenwerking met de Dienst voor Geldverkeer en administraties; en de algemene correspondenties.
Bij Koninklijk besluit van 14 mei 1997 (Stcrt. 94) werd het Distributiekringenbesluit van 4 februari 1995 (Stcrt. 31) ingetrokken. Het besluit van 1995 gaf uitwerking aan artikel 11, lid 3, van de Distributiewet 1939, waarmee voorzien werd in de aanwijzing van de gemeenten die tezamen een distributiekring vormden. Met de intrekking van het Distributiekringenbesluit werd dus ook de samengestelde Distributiekring Deventer opgeheven, wat inmiddels een ‘slapende’ organisatie was geworden. De distributietaken – indien nodig – zouden weer door de gemeente opgepakt moeten kunnen worden. Hoewel de dienst dus in 1997 ophield te bestaan, daterende de jongste stukken uit dit archief uit 1994.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1599, MILIEUCENTRUM DEVENTER, 1997-2010
Archiefnaam: Milieucentrum Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
De NV Milieucentrum Deventer was opgericht ter bevordering van milieucentrum de Ulebelt. Het was een zelfstandige onderneming, waar de gemeente vermoedelijk 100 procent aandeelhouder van was.
De in deze toegang bewaarde archiefbescheiden van het Milieucentrum Deventer zijn afkomstig uit het archief van de stadsjurist. Mr. H.J. Ribbink was de stadsjurist, een functie die viel onder de bestuursdienst. In de archiefbescheiden zelf wordt de heer Ribbink genoemd als directeur. Vermoedelijk is dit het – mager bijgehouden - archief van de organisatie zelf.
Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998 en lees de Geschiedenis van de archiefvormer in dezelfde inleiding voor meer informatie over de stadsjurist.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1602, MILIEU- EN HINDERWETVERGUNNINGEN GEMEENTE DEVENTER, 1991-1999
Archiefnaam: Milieu- en hinderwetvergunningen gemeente Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Lange tijd waren de secretarie en de technische uitvoeringsorganisaties van de gemeente strikt van elkaar gescheiden. De dienst Openbare Werken kende een afdeling bouw- en woningtoezicht die zeer zelfstandig functioneerde. Bij bouw- en woningtoezicht werkten mensen met een HTS (Hogere Technische School) opleiding. Op de secretarie werkten mensen met een HBO-opleiding gemeentesecretarie. De hinderwetambtenaren op de secretarie hielden het dossier bij een vergunningsaanvraag bij, ze begeleidden de aanvraag en hielden contact met de burger. De afdeling bouw- en woningtoezicht ontving het dossiers voor controle op het technische onderdeel. Na akkoord van deze afdeling kon de secretarie de vergunning verlenen.
Dit veranderde in de jaren ’90. Het gehele proces van het verlenen van de Milieu- en hinderwetvergunningen kwam onder de Ruimtelijke Dienst. De Ruimtelijke Dienst werd verantwoordelijk voor het beleid. Het archief is gevormd door de gemeente Deventer; vergunningen werden verleend namens Burgemeester en Wethouders. Zie voor de geschiedenis van de archiefvormer het gelijknamige hoofdstuk in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998. Daarin valt ook meer te lezen over de beleidsverantwoordelijke voor deze vergunningverlening in de jaren ’90, de Ruimtelijke Dienst.
Dit archief bestaat uit Milieu- en hinderwetvergunningen van de gemeente Deventer. Hinderwetvergunningen werden slechts tot en met februari 1993 uitgegeven, omdat per 1 maart 1993 de Hinderwet vervangen werd door de Wet milieubeheer. Onder de Hinderwet werden vergunningen afgegeven ter voorkoming van hinder. Onder de nieuwe wet kwam er ook aandacht voor de bescherming van het milieu.
In dit archief zijn ook keuringsrapporten van het KIWA bewaard gebleven. KIWA, oorspronkelijk de afkorting voor Keurings Instituut voor Waterleiding Artikelen, keurde producten, diensten en systemen in de bouw en op het gebied van water, energie en gas. De rapporten gaan onder andere over reiniging, kathodische bescherming en sanering en levering van ondergrondse tanks voor voornamelijk benzine en olie. De archiefbescheiden met betrekking tot lozingen (vergunningen tot lozen van “schoon” afvalwater op gemeentelijk oppervlaktewater) en de keuringsrapporten horen bij de milieu- en hinderwetvergunningen. Deze archiefbescheiden hadden in de betreffende dossiers gemoeten; de dossiers zijn ‘slecht’ gevormd.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Conform artikel 15a en in lijn met het Vedrag van Aarhus mogen er geen openbaarheidsbeperkingen gesteld worden aan archiefbescheiden die milieu-informatie bevatten zoals bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. Het archief is volledig openbaar.
Het archief is grotendeels alfabetisch geordend op straatnaam en vervolgens oplopend op huisnummer. Daarnaast bevatten de beschrijvingen informatie zoals de datering, naam aanvrager, bedrijvigheid, het registratienummer van de gemeente, postcode en plaatsnaam en soms het kadastraal nummer.
TOEGANG 1593, STICHTING DEVENTER BAZAR, 1989-1996
Archiefnaam: Stichting Deventer Bazar
Geschiedenis van de archiefvormer
In maart 1988 verscheen het gemeentelijke Actieplan Werkgelegenheid voor Minderheden in Deventer. Naar aanleiding van een onderzoek van de HEAO (Hoger Economisch en Administratief Onderwijs) te Zwolle werd op initiatief van de gemeente Deventer de Stichting Deventer Bazar opgericht. De stichting moest zorgen voor een permanente ruimte voor etnische ondernemers om hun goederen te verkopen. Dit zou de werkgelegenheid bevorderen onder culturele minderen en kon potentieel een toeristische trekpleister zijn. In februari 1990 besloot de gemeenteraad om de voormalige gereformeerde kerk aan de Smedenstraat 100-104 op te kopen voor dit doel. De aankoop bestond uit het voormalige kerkgebouw met kosterswoning en jeugdhonk, de ondergrond en het erf. De totale oppervlakte bedroeg 991 m2. De op 12 oktober 1990 opgerichte stichting zou het pand overgedragen krijgen. De gemeente nam zelf ook deel aan de stichting.
Het doel van de stichting was het bevorderen van de werkgelegenheid onder etnische groepen (ie. migrantengroepen) door werk te bieden, eventueel gecombineerd met een scholingsprogramma. Daarnaast zou de stichting een bijdrage leveren aan de toeristische ontwikkeling van Deventer, het vergroten van het aanbod van Oosterse producten op de markt en het bevorderen van de integratie tussen etnische mensen en de autochtone bevolking. Dit zou de stichting gaan doen door middel van het beheren en (doen) exploiteren van de Oosterse Bazar in de voormalige gereformeerde kerk in de Smedenstraat. De exploitatie van deze markthal was een commercieel project waar verschillende non-profit organisaties, zoals de gemeente zelf, bij betrokken waren. De etnische ondernemers hadden voordeel bij de voorbereidingen en begeleiding vanuit de stichting, maar verder was er geen sprake van oneerlijke concurrentie. Het moest vooral gezien worden als een opstap voor beginnende ondernemers met een migratieachtergrond. Er zou begeleiding zijn vanuit de gemeente, de Sociale Dienst, het Arbeidsbureau, de Kamer van Koophandel, het Instituut voor het Midden- en kleinbedrijf en de ondernemersopleidingen. De stichting kon bestaan van subsidies en donaties, zoals schenkingen, erfstellingen en legaten.
Na de verbouwing van de kerk werd op Goede Vrijdag, 18 april 1992, de bazar geopend. De markt zou dagelijks van 10 tot 18 uur geopend zijn, met uitzondering van vrijdag en maandag. Elke onderneming kreeg 12 vierkante meter winkelruimte. De markthal bood ruimte aan veertig winkels, verzameld onder één dak. Volgens de brochure uit 1992 waren de volgende bedrijvigheden er gevestigd:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Nog geen jaar na de opening besloot het bestuur van de stichting de winkelruimte in het pand uit te breiden en een ander aanzien te geven. Het woord bazar wekte de indruk dat het om een rommelmarkt zou gaan, dus werd de naam gewijzigd in Oosterse Passage. Het beeld moest zijn dat er kwaliteitsproducten voor een redelijke prijs werden verkocht. Ruim dertig allochtone ondernemers waren gestart in de bazar. Ze konden een eigen winkel beginnen en een opleiding volgen om de juiste papieren te verkrijgen. De bazar had echter een te westers karakter, wat kwam door de kleur, inrichting en een tekort aan ambachtelijke winkeltjes, zoals een bakker en een meubelmaker. De meeste bezoekers kwamen kijken en niet kopen. De markthal moest dus binnen een jaar na de opening al verbouwd worden, waarbij de sfeer aangepast werd en er op de eerste verdieping meer ruimte zou komen voor meer winkeltjes. In het eerste jaar stopten zes ondernemers en kwamen er vijf meer ervaren ondernemers voor terug. Het bieden van ruimte aan ervaren ondernemers was niet in lijn met de doelstelling, maar uiteindelijk moest ook het risico voor de organisatie beperkt worden.
Op 29 mei 1993 kopte het Deventer dagblad dat de Oosterse Bazar in de problemen zat. Onder de ondernemers, van wie er vijftien de in hun ogen hoge huur niet meer konden opbrengen, heerste verdeeldheid. Een deel gaf het bestuur van de stichting de schuld. Het bestuur beweerde echter dat een deel van de ondernemers zich niet aan de regels had gehouden. Zo zouden kredieten voor persoonlijke investeringen zijn gebruikt in plaats van voor het bedrijf, de boekhoudingen zouden niet kloppen en sommigen dachten dat het een soort luilekkerland was. Niet alle ondernemers hadden evenveel vertrouwen in de verbouwing. Hierop werd besloten om de winkelruimten ook aan autochtone Nederlanders te verhuren. 14 augustus 1993 werd de bazar opnieuw geopend onder de naam Oosterse Passage.
Op 2 november 1994 werd er een vergadering gehouden betreffende de verkoop van het pand van de Stichting Deventer Bazar aan de Smedenstraat. Het plan van de aanwezige projectontwikkelaar Ankervast B.V. was om de begane grond en de eerste verdieping te verhuren aan de winkels Kijkshop en Scholten. In de bovenste verdieping zouden appartementen worden gecreëerd. Problematisch was echter dat er nog lopende contracten waren met huurders van de stichting. Uiteindelijk werd het eigendom van de stichting aan de Smedenstraat 100-104 per 29 mei 1995 verkocht aan Ankervast B.V. Van het batig saldo na verkoop kon de stichting een deel van de openstaande schulden bij de gemeente Deventer aflossen. Daarna volgde in 1995-1996 nog de financiële afhandeling van de stichting. De laatste overgeleverde archiefstukken dateren uit 1996, dus vermoedelijk is rond die tijd ook de stichting opgeheven. Een akte van opheffing is niet aangetroffen in het archief.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
In de overgeleverde meter archief is niet verder geschoond. Er is voor gekozen om financiële stukken zoals bankafschriften en rekeningen wel te bewaren, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is, omdat over deze jaren geen jaarrekeningen bewaard zijn gebleven.
Het archief is onderverdeeld in drie hoofdrubrieken, namelijk Algemeen, Organisatie en Taken. Onder de algemene stukken vallen de notulen en correspondentie. Onder organisatie zijn stukken te vinden over de oprichting, ontwikkeling en opheffing van de organisatie, maar ook over personeel en over de eigendommen en financiën. De derde rubriek betreft de taakuitvoering.
Zie verder voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zijn de volgende inventarisnummers voor de termijn van 75 jaar beperkt openbaar: 6 en 7.
TOEGANG 1594, STICHTING SAMENWERKING VERPLEEGTEHUIZEN REGIO DEVENTER (SSVD), 1991-1997
Archiefnaam: Stichting Samenwerking Verpleegtehuizen regio Deventer (SSVD)
Geschiedenis van de archiefvormer
De Stichting Samenwerking Verpleegtehuizen regio Deventer was de voortzetting van de in 1977 opgerichte stuurgroep met vergelijkbare naam. De stichting werd in 1981 opgericht en bestond tot en met ongeveer 1998. De heer C. Hogenstijn was destijds beleidsmedewerker volksgezondheid onder de Maatschappelijke Dienst van de gemeente Deventer en vanuit die hoedanigheid aangesteld als ambtelijk secretaris van de stichting. In 2001 schreef hij een brief aan Burgermeester en Wethouders waarmee hij het complete archief van de inmiddels opgeheven stichting overdroeg aan de secretarie op het stadhuis.
De stichting was een samenwerking tussen de besturen van verschillende verpleegtehuizen. De gemeente was participant in de stichting en had niet de bevoegdheid om te beslissen over de zorginstellingen in de regio. Het bestuur vergaderde maandelijks. Volgens de heer Hogenstijn was de stichting bedoeld om elkaar te versterken. Er werd fatsoenlijk met elkaar gesproken over een gezamenlijke aanpak en timing. De onderlinge samenwerking was de kracht van de stichting. Zorg werd eerlijk verdeeld. Er werd bijvoorbeeld afgestemd over (ver)bouwplannen, zodat niet iedereen tegelijk een aanvraag deed bij de minister, maar om de beurt. De regio bestond uit de gemeenten Gorssel, Raalte en Deventer.
Uit het jaarverslag over 1989 blijkt dat het doel van de stichting was: “…het ten dienste van het algemeen belang op doelmatige wijze doen voorzien in de behoeften aan behandeling, verpleging en verzorging in de ruimste zin van het woord in de verpleeghuizen in de regio Deventer”. Bij het nastreven van haar doel zou de stichting zich laten leiden door de belangen van de bevolkingsgroepen, die op de verpleeghuizen waren aangewezen, welke belangen meebrachten, dat de dienstverlening en de zorg geschiedden met inachtneming van de levenshouding en eigen leefsfeer van de in de verpleeghuizen opgenomen patiënten.
De stichting trachtte het doel te bereiken door:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Uiteindelijk zorgde de privatisering van de zorg ervoor dat de gemeentelijke zorginstellingen verdwenen.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Gedurende de gehele bestaansperiode was de heer C. Hogenstijn ambtelijk secretaris en beheerder van het archief. In 2001, toen de stichting opgeheven werd, werd het volledige archief van de stichting door de heer Hogenstijn overgedragen aan de toenmalige beheerders van de dynamische gemeentelijke archieven. Het zou ongeveer een meter aan archief geweest moeten zijn, waarvan slechts een fractie is opgenomen in deze inventaris. Het archief is dus incompleet en het is onbekend wat er met de rest van het archief is gebeurd. De gemeente Deventer kon anno 2023 niet vertellen waar de rest van het archief gebleven is.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Het archief bestaat slechts uit vergaderstukken van de stichting uit de periode 1991-1997.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1595, ADMINISTRATIEF SERVICE BUREAU ONDERWIJS (ASBO), (1948) 1991-1999 (2004)
Archiefnaam: Administratief Service Bureau Onderwijs (ASBO) te Deventer
Datering: (1948) 1991-1999 (2004)
Geschiedenis van de archiefvormer
Het ASBO, het Administratief Service Bureau Onderwijs, was de eerste uitvoeringsorganisatie van de gemeente en regelde de huisvesting en personeelszaken van scholen in Deventer. Het was een administratiekantoor voor het basisonderwijs. Het ASBO viel onder de afdeling onderwijs. Het doel was om het algemeen en bijzonder onderwijs gelijk te stellen. Het ASBO was een private stichting. De gemeente gaf de zorg over het openbaar onderwijs in handen van de stichting, zodat de stichting namens de gemeente de zorg voor het onderwijs op zicht kon nemen. De bestuurlijke en financiële constructie was complex.
Vermoedelijk werd rond 2004/2005 het contract tussen de gemeente en het ASBO ontbonden, waarmee het archief van het ASBO met betrekking tot Deventer werd afgesloten.
Per 1 januari 1995 werd op alle openbare scholen voor basis- en speciaal onderwijs te Deventer het zelfbeheer ingevoerd. Zelfbeheer betreft de exploitatie van de school door de schooldirectie zelf in plaats van door het schoolbestuur/de gemeente, voor zover mogelijk. Er is toen een regeling betreffende de overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden opgesteld.
Het ASBO verzorgde anno 1996 de basisadministratie van het schoolbestuur en de school, de personeels- en salarisadministratie, de financiële administratie, archivering, leverde bestuurs- en managementondersteuning, ondersteunde op het gebied van personeel en organisatie (zoals personeelsplanning, functie-indeling en werving en selectie, maar ook huisvestingsbeleid en materieel beleid). In maart 1998 werd er geëvalueerd, want ruim twee jaar daarvoor was een contract afgesloten tussen het ASBO en de gemeente. Het vierjarige contract betrof de uitvoering van werkzaamheden van de sector OO [betekenis van deze afkorting is onbekend], werkzaamheden voor de muziekschool, overname van personeel en het voorbereiden van het onderwijsveld op het feit dat er na deze contractperiode minder geld zou zijn voor ondersteuning.
De volgende scholen vielen in 1997 onder het ASBO:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
In 1998 traden ook de twee Diepenveense scholen toe tot het ASBO, mogelijk vooruitlopend op de gemeentelijke herindeling waarbij de voormalige gemeente Diepenveen per 1999 aan de gemeente Deventer werd toegevoegd:
- •
- •
Het per 1 januari 1995 ingevoerde zelfbeheer werd zeer positief ervaren door de directeuren. Daarom werd er gekeken of er meer onder zelfbeheer kon vallen. De nieuwe regeling trad in werking per 1 januari 1999.
De instelling (datering onbekend) van de bestuurscommissie openbaar primair onderwijs, een gemeentelijke instelling, had tot doel om voor de openbare scholen voor primair onderwijs een zelfstandig en functioneel schoolbestuur te realiseren op afstand van de gemeente. De bestuurscommissie handelde namens de gemeente. De commissie wilde een beleidsvormend bestuur zijn dat zoveel mogelijk op hoofdzaken stuurde en controle uitoefende op het totale proces van beleidsvoering en de resultaten daarvan. Om deze taken goed te kunnen vervullen werd professionele ondersteuning door het bovenschools management en een professioneel ondersteuningsbureau een noodzakelijke voorwaarde geacht. De bestuurscommissie streefde naar de invoering van bovenschools management per 1 januari 2000. Het bovenschools management zorgde voor de centrale aansturing van de organisatie Openbaar Primair Onderwijs. In de praktijk zou dit later ingevoerd worden.
Integraal management op schoolniveau was wenselijk en sloot aan bij de eis tot profilering van individuele scholen. De bestuurscommissie achtte het niet verstandig in dit verband alles tot in detail te regelen. Het doel was om door twee bovenschoolse directeuren (directeur en adjunct) de totale organisatie te laten leiden. Er zou een duidelijke hiërarchische lijn komen tussen bestuur, bovenschools management en de directeuren. De bovenschoolse directie bleef integraal verantwoordelijk voor de totale organisatie Openbaar Primair Onderwijs Deventer, waar de 14 bovengenoemde scholen ondergebracht waren. Binnen het bovenschools management kon sprake zijn van specialisatie op deelgebieden. Het bestuur stelde het strategisch beleidsplan, de beleidskaders en de algemene richtlijnen vast, waar de organisatie aan moest voldoen, en formuleerde hoofddoelen. De bovenschoolse directie kreeg het mandaat om de totale organisatie te leiden.
De bovenschoolse directeur ondersteunde de bestuurscommissie, gaf leiding aan de directeuren en was verantwoording schuldig aan de bestuurscommissie. De commissie stelde de beleidskaders vast, welke door de bovenschoolse directeur samen met de directeuren van de scholen werden uitgewerkt in het directeurenberaad OPPO, Overlegplatform Primair Onderwijs. De bovenschoolse directeur was de voorzitter binnen het OPPO.
Toen de diensten van het ASBO aan de gemeente Deventer stopten werd het archief met betrekking tot Deventer overgedragen aan de afdeling Welzijn, Cultuur en Onderwijs van de gemeente Deventer. Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Op grond van ‘bedrijfsmatige en historische redenen’ is in 2012 een selectie van personeelsdossiers van onderwijzend personeel uitgezonderd van vernietiging. De redenatie was dat er van voorgaande jaren ook personeelsdossiers bewaard waren vanuit historisch perspectief of omdat de betreffende persoon een belangrijke bijdrage had geleverd aan het onderwijs. De personen waren op dat moment reeds meer dan tien jaar uit dienst. De heer C. Hogenstijn heeft de keuze gemaakt om de personeelsdossiers welke geïnventariseerd zijn onder de inventarisnummers 79-87 uit te zonderen van vernietiging.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zijn de volgende inventarisnummers voor de termijn van 75 jaar beperkt openbaar: 44, 66, 79-87.
TOEGANG 1596, STICHTING CENTRALE ANTENNE INRICHTING (CAI), EN RECHTSOPVOLGERS, EN STICHTING BEHEER CAI-GELDEN TE DEVENTER, 1991-2010
Archiefnaam: Stichting Centrale Antenne Inrichting (CAI), en rechtsopvolgers, en Stichting Beheer CAI-Gelden te Deventer
Geschiedenis van de archiefvormer
Op 27 april 1979 werd de Stichting Centrale Antenne Inrichting (CAI) Deventer opgericht. De stichting was een samenwerkingsverband tussen de gemeente, woningcorporaties en abonnees. Op 4 juni 1986 werden voor het eerst de statuten gewijzigd. Op 27 juni 1991 werd besloten dat de statuten wederom zouden worden gewijzigd. Op 23 oktober van dat jaar werd nog over aanvullende wijzigingen besloten. Uiteindelijk werd dit pas doorgevoerd per 27 april 1993. Daarbij werd met een minimaal verschil de officiële naam gewijzigd in: Stichting Centrale Antenne-Inrichting Deventer. Het doel van de stichting was de aanleg, het beheer en de exploitatie van één of meer centrale antenne-inrichtingen, met toebehoren, binnen het werkgebied van de stichting, namelijk het grondgebied van gemeente Deventer. Het bestuur was bevoegd om de aanleg en exploitatie aan derden op te dragen. De inkomsten kwamen uit facturen aan gebruikers van de diensten, renten van belegde reserves, vrijwillige bijdragen, subsidies en toevallige baten. Het bestuur bestond uit twee leden van de gemeenteraad, één namens het college van burgemeester en wethouders, twee vertegenwoordigers namens de gezamenlijke woningbouwverenigingen en vier bestuursleden namen deel op persoonlijke titel. In totaal bestond het bestuur dus uit negen leden. Bij opheffing van de stichting zou het batig saldo aan de gemeente worden overgedragen en worden aangewend om zo lang mogelijk de continuïteit van het systeem casu quo de systemen te handhaven.
In 1997 verkocht de CAI haar kabelnet aan CasTel. De afspraak daarbij was dat per 1 januari 1998 de kabel geschikt moest zijn voor interactief verkeer. De verkoop van de kabel bracht 40,8 miljoen gulden op. De opbrengsten van deze deal worden CAI-gelden genoemd. Deze erfenis diende uiteraard beheerd te worden en zou volledig gebruikt worden als herinvestering in de stad.
Een kwart van de opbrengst (tien miljoen gulden) werd gebruikt voor vernieuwing van media en communicatie in Deventer. Een deel daarvan werd ingezet om de snelle ontwikkelingen op mediagebied voor de Deventer burgers toegankelijk te maken. Uitgangspunten waren: toegang tot een interactief ingericht kabelnet, de ontwikkeling van nieuwe diensten en de ondersteuning van gebruikers bij het werken met nieuwe interactieve diensten. Van die tien miljoen werd zes miljoen ingezet voor de op te richten B.V. Deventer Interactief, welke zorgde voor gratis decoders voor alle Deventer aansluiting, zodat bewoners toegang tot betaaltelevisie en interactieve diensten zoals internet konden krijgen. Vier miljoen werd ingezet voor de ontwikkeling van lokale diensten en voor de ondersteuning van de gebruikers.
Omdat de aard van de stichting veranderde werden bij akte van 29 oktober 1997 ook de statuten gewijzigd en de naam aangepast van Stichting Centrale Antenne-Inrichting Deventer in Stichting CAI Media. De nieuwe doelstelling was het volgen van ontwikkelingen op telecommunicatiegebied alsmede het beheren van vermogen en het doen van uitkeringen aan andere algemeen nut beogende instellingen. De bestuurssamenstelling bleef gelijk.
De overige CAI-gelden werden gebruikt om materiele bijdragen te leveren aan structuurversterkende investeringen in de stad. Op 4 september 1997 werd daarom Stichting Beheer CAI-gelden opgericht, waaraan het beheer van dertig miljoen gulden werd toevertrouwd. Het doel van deze stichting was:
- •
- •
- •
De Stichting Beheer CAI-gelden richtte zich dus op het fondsbeheer en de realisatie van uitgewerkte bestedingsrichtingen en investeringen in de stad. Het bestuur van deze bestond uit:
- •
- •
- •
De laatste 0,8 miljoen werd gereserveerd voor overige kosten.
Stichting CAI-Media werd bij conform de statutenwijziging van 28 oktober 2003 omgedoopt tot Stichting DevEnter Digitaal. De doelstelling van deze stichting was het volgen van ontwikkelingen op telecommunicatiegebied, het bevorderen van innovatieve ontwikkelingen op ICT-gebied, alsmede het beheren van vermogen en het doen van uitkeringen aan andere algemeen nut beogende instellingen. Het doel zou bereikt moeten worden door het bestuderen van relevante aandachtsvelden, het initiëren en coördineren van initiatieven en het ter beschikking stellen van bijdragen aan daarvoor in aanmerking komende projecten, welke konden worden aangemerkt als zijnde van algemeen belang. Het bestuur was opgedragen aan de directie. De directie werd benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht.
Op 6 november 2007 werd door de Raad van toezicht besloten de Stichting DevEnter Digitaal op te heffen. Het batig saldo werd uitgekeerd aan de gemeente Deventer. Het batig saldo zou worden toegevoegd aan de daarvoor ingerichte bestemmingsreserve “ICT in de samenleving”. Op 8 juli 2008 hield de stichting echt op te bestaan, omdat er geen bekende baten meer waren. In 2012 is de liquidatie heropend, omdat er onduidelijkheid was over een registergoed dat nog op naam van de stichting zou staan. Nadat dit afgehandeld was werd de zaak in hetzelfde jaar alsnog weer gesloten.
Zie voor de geschiedenis van het archief het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Het archief bestaat uit twee delen, namelijk van Stichting Centrale Antenne Inrichting (CAI) en rechtsopvolgers, met name stukken uit de periode van Stichting CAI Media, en het archief van Stichting Beheer CAI-gelden. Voor zover bekend zijn de projectnummers van de projecten van Stichting Centrale Antenne Inrichting overgenomen in de beschrijvingen. In de Notabene valt te lezen dat alle projecten met een projectnummer te maken hadden met subsidieverlening.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1598, NV VASTGOEDMAATSCHAPPIJ CULTUREEL CENTRUM DEVENTER (CCD), 1993-2009
Archiefnaam: NV Vastgoedmaatschappij Cultureel Centrum Deventer (CCD)
Geschiedenis van de archiefvormer
De NV Vastgoedmaatschappij Cultureel Centrum Deventer (CCD) was opgericht ter bevordering van het cultureel centrum De Leeuwenbrug. Het was een zelfstandige onderneming, waar de gemeente vermoedelijk 100 procent aandeelhouder van was.
De in deze toegang bewaarde archiefbescheiden van het Cultureel Centrum Deventer zijn afkomstig uit het archief van de stadsjurist. Mr. H.J. Ribbink was de stadsjurist, een functie die viel onder de bestuursdienst. In de archiefbescheiden zelf wordt de heer Ribbink onder andere genoemd als procuratiehouder (verlengstuk van de directie gemachtigd tot het uitvoeren van rechtshandelingen en om financiën af te handelen) en plaatsvervangend secretaris. Vermoedelijk is dit het – mager bijgehouden - archief van de organisatie zelf.
Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998 en lees de Geschiedenis van de archiefvormer in dezelfde inleiding voor meer informatie over de stadsjurist.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1372, BURGERLIJKE STAND DIEPENVEEN, 1811-1970
Archiefnaam: Burgerlijke stand Diepenveen
Deze toegang bevond zich al in goede, geordende, toegankelijke staat, maar was nog niet (geheel) met een Verklaring van Overbrenging overgebracht. Dit diende nog met terugwerkende kracht te gebeuren. In 2023 is het complete archief (situatie 3 mei 2023) formeel overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente. Alles wat na deze datum toegevoegd wordt aan deze toegang dient met een nieuwe Verklaring van Overbrenging overgebracht te worden.
TOEGANG 1583, MILIEU- EN HINDERWETVERGUNNINGEN DIEPENVEEN, 1923-2004
Archiefnaam: Milieu- en hinderwetvergunningen Diepenveen
Inventarisatiedatum: Augustus 2020
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief van het gemeentebestuur van Diepenveen is in de archiefbewaarplaats opgenomen onder toegangsnummer 1385 (periode 1914-1920) en 1458 (periode 1921-1998). Stukken betreffende de Hinderwet zijn in toegang 1458 terug te vinden onder de taakuitvoering Milieuhygiëne, toezicht op inrichtingen die schade of hinder kunnen veroorzaken. Bekijk de inleiding op dit archief voor meer informatie over de organisatie van de gemeente Diepenveen. Vermoedelijk viel de afdeling belast met het toezicht op schade en hinder anno 1924 onder Gemeentewerken, daar vielen immers alle werkzaamheden onder die onder de openbare dienst vielen. Na de reorganisatie in 1994 viel deze taak onder de Sector RO en beheer, ofwel onder de afdeling Volkshuisvesting, RO en Milieu ofwel onder de afdeling Civiel- en cultuurtechniek, waartoe de afdeling gemeentewerken was omgevormd.
Dit archief bestaat uit Milieu- en hinderwetvergunningen van de gemeente Diepenveen. Hinderwetvergunningen werden slechts tot en met februari 1993 uitgegeven, omdat per 1 maart 1993 de Hinderwet vervangen werd door de Wet milieubeheer. Onder de Hinderwet werden vergunningen afgegeven ter voorkoming van hinder. Onder de nieuwe wet kwam er ook aandacht voor de bescherming van het milieu.
In de inleiding op het archief van het gemeentebestuur van Diepenveen, 1921-1998 (toegangsnummer 1458) is aangegeven dat de volgende bestanden niet zijn opgenomen in de betreffende inventaris:
- •
- •
- •
- •
De Burgerlijke Stand is terug te vinden onder toegangsnummer 1372; de bouwvergunningen zullen toegankelijk gemaakt worden onder toegangsnummer 1407 en de bodemdossiers onder toegangsnummer 1614. Bij de hinderwet- en milieuvergunningen staat dat de hinderwetvergunningen van Diepenveen zijn vernietigd. Toch zijn er 128 resultaten wanneer men zoekt op de plaatsnaam Diepenveen in combinatie met de term ‘hinderwet’. Wat er precies bedoeld wordt in toegang 1458 met de uitspraak dat de hinderwetvergunningen van Diepenveen vernietigd zouden zijn is dus onduidelijk. Mogelijk functioneerde de afdeling belast met de vergunningverlening dusdanig zelfstandig, dat uit beeld was verdwenen dat deze afdeling zelf archief vormde. De serie milieu- en hinderwetvergunningen Diepenveen had namelijk afgesloten moeten worden toen de voormalige gemeente Diepenveen in verband met de gemeentelijke herindeling per 1999 aan de gemeente Deventer werd toegevoegd. Naar het schijnt is men echter doorgegaan deze serie onder de noemer Diepenveen te vormen, ondanks dat de taak inmiddels onder de afdeling milieu van de Ruimtelijke Dienst Deventer viel. De serie vergunningen loopt door tot 2005, het jaar waarin ook de voormalige gemeente Bathmen bij Deventer werd gevoegd.
Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Conform artikel 15a en in lijn met het Verdrag van Aarhus mogen er geen openbaarheidsbeperkingen gesteld worden aan archiefbescheiden die milieu-informatie bevatten zoals bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. Het archief is volledig openbaar.
Het archief is grotendeels alfabetisch geordend op straatnaam en vervolgens oplopend op huisnummer. Daarnaast bevatten de beschrijvingen informatie zoals de datering, naam aanvrager, bedrijvigheid, het registratienummer van de gemeente, postcode en plaatsnaam en soms het kadastraal nummer.
TOEGANG 1614, BODEMDOSSIERS GEMEENTE DIEPENVEEN, 1980-1998
Archiefnaam: Bodemdossiers gemeente Diepenveen
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief van het gemeentebestuur van Diepenveen is in de archiefbewaarplaats opgenomen onder toegangsnummer 1385 (periode 1914-1920) en 1458 (periode 1921-1998). Stukken betreffende de hygiëne van de bodem zijn in toegang 1458 terug te vinden onder de taakuitvoering Milieuhygiëne. Bekijk de inleiding op dit archief voor meer informatie over de organisatie van de gemeente Diepenveen. Vermoedelijk viel de afdeling belast met het toezicht op hygiëne van de bodem anno 1924 onder Gemeentewerken, daar vielen immers alle werkzaamheden onder die onder de openbare dienst vielen. Na de reorganisatie in 1994 viel deze taak onder de Sector RO en beheer, ofwel onder de afdeling Volkshuisvesting, RO en Milieu ofwel onder de afdeling Civiel- en cultuurtechniek, waartoe de afdeling gemeentewerken was omgevormd.
In de inleiding op het archief van het gemeentebestuur van Diepenveen, 1921-1998 (toegangsnummer 1458) is aangegeven dat de volgende bestanden niet zijn opgenomen in de betreffende inventaris:
- •
- •
- •
- •
De Burgerlijke Stand is terug te vinden onder toegangsnummer 1372; de bouwvergunningen zullen toegankelijk gemaakt worden onder toegangsnummer 1407 en de milieu-en hinderwetvergunningen onder toegangsnummer 1583. Deze toegang met bodemdossiers bevat de genoemde bodemonderzoeksrapporten.
Dit archief bestaat uit de bodemdossiers van de gemeente Diepenveen. De inhoud van de bodemdossiers is de neerslag van de uitvoering van de Wet Bodembescherming. De Wet Bodembescherming (Wbb) is op 1 januari 1987 in werking getreden. Tot die tijd vielen handelingen met betrekking tot bodem onder de Hinderwet (ingesteld in 1875). Zie voor de Milieu- en hinderwetvergunningen Diepenveen, 1923-2004, toegang 1583. De Wbb beoogt een effectieve bescherming te bieden voor de bodem en het zich daar in bevindende grondwater. Enerzijds bevat deze wet bepalingen ter regulering van handelingen die een bedreiging vormen voor de bodem en het grondwater. Anderzijds moeten bestaande verontreinigingen worden aangepakt en gesaneerd of beheerd.
Door de instelling van de Wbb werd er langzamerhand meer archief gevormd dat specifiek betrekking had op bodem. De dossiers bevatten locatie-gebonden documenten over in situ uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen.
Het archief eindigt in 1998, het laatste jaar waarin de gemeente Diepenveen als zelfstandige gemeente functioneerde. In 1999 vond de gemeentelijke herindeling plaats en werd de voormalige gemeente Diepenveen aan de gemeente Deventer toegevoegd.
Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Bij sommige dossiers is er een straatnaam gekoppeld dan wel opgenomen in de beschrijving (dossiertitel), waardoor zoeken op straatnaam mogelijk is. Ook in de velden Locatie Opmerking en Opmerkingen kunnen locatiegegevens voorkomen. Sommige dossiers kunnen teruggevonden worden op BIS4all code. In sommige gevallen is het soort bedrijvigheid ingevuld. De dossiers zijn op naar het lijkt willekeurige volgorde in een platte lijst geplaatst.
Het archief is volledig openbaar.
TOEGANG 1508, BURGERLIJKE STAND BATHMEN, 1811-1970
Archiefnaam: Burgerlijke Stand Bathmen
Deze toegang bevond zich al in goede, geordende, toegankelijke staat, maar was nog niet (geheel) met een Verklaring van Overbrenging overgebracht. Dit diende nog met terugwerkende kracht te gebeuren. In 2023 is het complete archief (situatie 20 september 2022) formeel overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente. Alles wat na deze datum toegevoegd wordt aan deze toegang dient met een nieuwe Verklaring van Overbrenging overgebracht te worden.
TOEGANG 1606, MILIEU- EN HINDERWETVERGUNNINGEN GEMEENTE BATHMEN, 1938-2005
Archiefnaam: Milieu- en hinderwetvergunningen gemeente Bathmen
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief van het gemeentebestuur van Bathmen is in de archiefbewaarplaats opgenomen onder toegangsnummers 1499 (periode 1811-1937) en 1461 (periode 1938-2004). Stukken betreffende de Hinderwet zijn in toegang 1499 terug te vinden onder de taakuitvoering Bouwtoezicht en hinderwet. In toegang 1461 valt de uitvoering van milieu gerelateerde zaken onder de taakuitvoering Eigendom, openbare werken, belastingen. Vermoedelijk viel de uitvoering van de werkzaamheden rondom de milieu- en hinderwetvergunningen onder de afdeling Gemeentewerken.
Dit archief bestaat uit Milieu- en hinderwetvergunningen van de gemeente Bathmen. Hinderwetvergunningen werden slechts tot en met februari 1993 uitgegeven, omdat per 1 maart 1993 de Hinderwet vervangen werd door de Wet milieubeheer. Onder de Hinderwet werden vergunningen afgegeven ter voorkoming van hinder. Onder de nieuwe wet kwam er ook aandacht voor de bescherming van het milieu. Het archief eindigt in 2005, het jaar waarin de gemeente Bathmen samengevoegd werd met de gemeente Deventer.
Zie voor de geschiedenis van het archief ook het hoofdstuk Geschiedenis van het archief – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Verantwoording van de inventarisatie
Zie voor de verantwoording van de inventarisatie, de selectie en vernietiging en de ordening van het archief het hoofdstuk Verantwoording van de inventarisatie – de archieven “SSA 1991-1998” in de inleiding bij toegang 1559, het archief van de Bestuursdienst van de gemeente Deventer, 1991-1998.
Aanwijzingen voor het gebruik van het archief
Conform artikel 15a en in lijn met het Verdrag van Aarhus mogen er geen openbaarheidsbeperkingen gesteld worden aan archiefbescheiden die milieu-informatie bevatten zoals bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. Het archief is volledig openbaar.
Het archief is grotendeels alfabetisch geordend op straatnaam en vervolgens oplopend op huisnummer. Daarnaast bevatten de beschrijvingen informatie zoals de datering, naam aanvrager, bedrijvigheid, het registratienummer van de gemeente, postcode en plaatsnaam en soms het kadastraal nummer.
De dossiers zouden vanaf inventarisnummer 349 tot en met 416 gedigitaliseerd zijn door de gemeente. Het is onbekend of de reproducties een één-op-één weergave zijn van het analoge origineel. Daarom worden de digitale reproducties niet overgenomen.
Bijlage 3 Verklaring van overbrenging
Conform artikel 9, derde lid, van het Archiefbesluit 1995
De eerste ondertekenaar, Dhr. M.A. Kossen, algemeen directeur, hiertoe gemachtigd per collegebesluit 2023-501 op 13 juni 2023, verklaart namens de gemeente Deventer te hebben overgebracht naar de tweede ondertekenaar, Drs. V. Robijn, in zijn hoedanigheid van gemeentearchivaris van Deventer, die verklaart als beheerder van de archiefbewaarplaats van de gemeente Deventer daarin te hebben opgenomen ter verdere bewaring:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
De inhoud daarvan is nader beschreven in de hierbij als bijlage opgenomen toegangen.
Bij de overgebrachte archiefbescheiden zijn op grond van artikel 15 eerste lid, de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het belang van de Staat of zijn bondgenoten van de archiefwet 1995, beperkingen aan de openbaarheid gesteld zoals aangegeven in de bijlage.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt,
M.A. Kossen, algemeen directeur
V. Robijn, gemeentearchivaris van Deventer
- •
- •
- •
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-375396.html