Gemeenteblad van Oldebroek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldebroek | Gemeenteblad 2023, 374922 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldebroek | Gemeenteblad 2023, 374922 | delegatie- of mandaatbesluit |
Mandaatregeling gemeente Oldebroek 2023
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
in het nieuwe mandaatbesluit ervoor is gekozen alle wettelijke bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester aan de teammanagers in de organisatie toe te kennen, met uitzondering van die bevoegdheden die specifiek zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur;
In dit besluit wordt verstaan onder:
teammanager: degene die belast is met de dagelijkse leiding van een team en die als eerstverantwoordelijke is belast met de integrale aansturing en facilitering van de medewerkers van een taakveld, of een cluster van samenhangende taakvelden. Een tactisch teamleider wordt gelijkgesteld aan een teammanager in deze mandaatregeling;
Artikel 2. Schakelbepaling volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit wordt met het verlenen van mandaat gelijkgesteld, het verlenen van volmacht en het verlenen van machtiging.
De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid:
zoals het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbewijzen, het voeren van overige correspondentie, het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen en het verzorgen van bekendmakingen, kennisgevingen en andere publicaties.
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het dagelijks bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
Artikel 4. Mandaat aan gemeentesecretaris/algemeen directeur en teammanagers
Aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanagers wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden, met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in bijlage 1 (college) ,bijlage 2 (burgemeester) en voor zover het betreft het mandaat aan de teammanagers de aangelegenheden zoals vermeld in bijlage 3 (gemeentesecretaris).
De gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanager zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.
Artikel 5. Mandaat aan medewerkers
De in het tweede lid genoemde functionarissen maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van:
De teammanagers zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur gezonden, tenzij het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.
Artikel 5a Mandaten heffings- en invorderingsambtenaar
Voor de mandaten van de heffings- en invorderingambtenaar en de daarbij behorende ondermandaten geldt de regeling zoals opgenomen in bijlage 5
Artikel 10. Ondertekeningsmandaat en wijze van ondertekening
Artikel 12a Wijziging wet- en regelgeving
Als wet- of regelgeving waarop een mandaat is gebaseerd wijzigt en de nieuwe wet- of regelgeving kent overeenkomstige bevoegdheden als die waarvoor onder de oude wet- of regelgeving mandaat is verleend, dan geldt het mandaat onverkort voor deze overeenkomstige bevoegdheden in de nieuwe wet- of regelgeving.
Aldus besloten te Oldebroek op 11 juli 2023,
Burgemeester en wethouders,
T.H. Haseloop-Amsing
burgemeester
P.H. Lensselink
secretaris
De burgemeester van Oldebroek,
T.H. Haseloop-Amsing
Bijlage 1. Aangelegenheden welke voorbehouden blijven aan het college
Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee voorbehouden blijven aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek:
Bijlage 2. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de burgemeester
Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee voorbehouden blijven aan de burgemeester van de gemeente Oldebroek:
Bijlage 3. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur
Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee bij de gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Oldebroek dienen te berusten:
|
Uitoefenen bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet op de Ondernemingsraden. |
|
|
Het aanwijzen van twee lokale feestdagen/verplichte sluitingsdagen. |
Bijlage 4. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de teammanagers
Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee bij de teammanagers van de gemeente Oldebroek blijven berusten:
Bijlage 5 Mandaten heffings- en invorderingsambtenaar
Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Bestuursorganen zijn bijvoorbeeld het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.
Het mandaat kan vervolgens worden verleend aan een wethouder, een medewerker of zelfs iemand van buiten de gemeentelijke organisatie. Denk aan mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst. Deze functionarissen heten ook wel de gemandateerden en de bestuursorganen die mandaat verlenen worden de mandaatgevers genoemd.
De gemandateerde kan namens de mandaatgever besluiten nemen. De mandaatbevoegdheid wordt altijd uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde bestuursorgaan.
Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen. Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de medewerker die het besluit feitelijk heeft genomen. Voor de gemeente Oldebroek is behoefte aan een nieuwe organisatie-brede mandaatregeling, die aansluit op de nieuwe organisatiestructuur.
Methodiek traditioneel mandaat
De methodiek die traditioneel binnen de meeste gemeenten wordt gehanteerd is het vaststellen van een brede gemeentelijke mandaatregeling, waarin alle gemandateerde bevoegdheden expliciet worden benoemd in een register op afdelingsniveau. Dit gebeurt vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd.
Meestal zie je bij deze gemeenten vervolgens zeer uitgebreide mandaatregisters. Deze methode heeft zowel positieve als negatieve aspecten.
Positieve aspecten zijn dat vrij nauwkeurig kan worden nagegaan aan welke medewerker welke bevoegdheid is gemandateerd. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatregisters, dan is dus uitsluitend het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester bevoegd om die besluiten te nemen.
Negatieve aspecten van deze methodiek zijn dat dergelijke mandaatregisters snel "verouderen" en daardoor erg onderhoudsgevoelig zijn. Wetten worden voortdurend gewijzigd, er komen steeds nieuwe wetten bij of wetten worden juist ingetrokken. Dit alles maakt dat de mandaatregeling met registers vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig is. Bovendien past deze traditionele methodiek niet zo goed bij de uitgangspunten van integraliteit, onderlinge vervangbaarheid en bij het neerleggen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie, teneinde de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken.
Enige jaren geleden zijn enkele gemeenten overgestapt op een andere wijze van mandateren. Dit betrof de methodiek van het zogenaamde omgekeerde mandaat.
Bij deze methodiek worden alle bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders dan wel van de burgemeester gemandateerd tot op medewerker-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Deze voorbehouden zijn vervolgens opgenomen in “tenzij” registers die in aparte bijlagen aan de mandaatregeling zijn toegevoegd.
Binnen onze gemeentelijke praktijk wordt hiermee een nieuwe stap gezet om de beslissingsbevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen. De omgekeerde methodiek sluit hier goed op aan. Daarnaast is de mandaatregeling thans minder onderhoudsgevoelig doordat deze methode minder gevoelig is voor wijziging in wet- en regelgeving. De methodiek van het omgekeerd mandaat sluit bovendien naadloos aan bij de organisatiestructuur die binnen de gemeentelijke organisatie is vastgesteld.
Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, nadere regels, beleidsregels, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen etc., in acht te worden genomen.
Om een bevoegdheid te mandateren is echter geen wettelijke grondslag vereist. Mandatering is toegestaan tenzij een wettelijk voorschrift, of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid Awb). Daarom moet bij het verlenen van een mandaat telkens nagegaan worden of de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid is gebaseerd iets zegt over eventueel mandaat. Ook zal nagegaan moeten worden of er andere redenen zijn dat een mandaatverlening is uitgesloten. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, beperking van grondrechten, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het beslissen op een bezwaarschrift en dergelijke.
Ondertekening- en beslissingsmandaat
In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen, tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissings-mandaten betreffen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg. Een voorbeeld van een beslissing gericht op rechtsgevolg is een vergunning of een subsidiebesluit.
Een voorbeeld van een beslissing die niet is gericht op rechtsgevolg is de vooraankondiging van een handhavingsbesluit. De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan.
Eén van de belangrijkste uitgangspunten is dat het college of de burgemeester de belangrijke en/of beleidsbepalende beslissingen zelf nemen en daarmee dus de hoofdlijnen van het beleid uitzetten. In welke gevallen sprake is van beleidsbepalende beslissingen zal in de praktijk van geval tot geval moeten worden vastgesteld. Van de ambtenaren mag worden verwacht dat zij dat zelf moeten kunnen inschatten en zij behoren hierop bedacht te zijn. Overleg in twijfelgevallen is uiteraard altijd mogelijk en zeer wenselijk.
Politiek gevoelige zaken die belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kunnen hebben, dienen altijd aan het bestuursorgaan voorgelegd te worden. Het mandaat blijft bij dergelijke zaken achterwege. Ambtenaren dienen actief hierop bedacht zijn en te overleggen in twijfelgevallen.
(gelet op jurisprudentie van de Afdeling is de status van dit voorschrift slechts intern. Wanneer deze regel overtreden wordt, kan het bestuursorgaan niet aanvoeren dat het besluit onbevoegd genomen is. RvS, 26 juni 2002, LJN AE4636).
Strijd met wet- en regelgeving, beleid
Uiteraard is het nimmer de bedoeling dat een ambtenaar van zijn bevoegdheid gebruik maakt in strijd met de wet of in afwijking van (al dan niet beschreven) gemeentelijk beleid.
Het mandaat mag niet worden toegepast in gevallen waarin geen of onvoldoende budget voorhanden is voor de uitvoering van het besluit.
Instructies geven en mandaat intrekken
De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde intrekken. Het bestuursorgaan blijft te allen tijde bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.
Verantwoordelijkheid teammanagers en vier ogen principe.
Om de kwaliteit te waarborgen kan afgesproken worden dat er ten aanzien van bepaalde
besluiten of processen het vier ogen principe wordt gehanteerd. De ene collega checkt het besluit van de andere collega vóórdat deze de deur uitgaat. Door deze check kunnen eventuele fouten eruit gefilterd worden.
De teammanager controleert regelmatig de onder zijn leiding in mandaat genomen besluiten bij wijze van steekproef. Dit kan zowel vooraf als achteraf plaatsvinden. Bij de controle zal in ieder geval de rechtmatigheid en doelmatigheid gecontroleerd worden, als ook of de in mandaat genomen besluiten passen binnen de gestelde beleidskaders.
Artikel 4 Mandaat aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanagers
In dit artikel worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de gemeentesecretaris en de teammanagers. r.. De teammanager is feitelijk het centrale punt van waaruit ade bevoegdheden in de organisatie worden verspreid, voor zover die niet zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris.
De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie en heeft mandaat voor alle bevoegdheden die niet exclusief zijn voorbehouden aan het college of de burgemeester.
Het uitgangspunt van deze regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdheden niveau.
Op grond van artikel 10:8 Awb kan een mandaatgever (in dit geval het college of de burgemeester) het mandaat te allen tijde intrekken. Die bevoegdheid wordt in het tweede lid ook toegekend aan de gemeentesecretaris en de teammanagers. Dit maakt het mogelijk dat de gemeentesecretaris of de teammanager beslist dat hij bepaalde aangelegenheden voor een korte of langere tijd zelf af wil doen of dat zij in een concreet geval aangeeft dat het aan een onder haar ressorterende functionaris verleende mandaat voor dat geval niet geldt en hij het besluit zelf wil nemen. In het eerste geval gaat het om een min of meer structurele situatie en geldt de eis dat dit schriftelijk wordt vastgelegd en ter informatie aan het college wordt gezonden. Een dergelijk besluit zal ook op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt, zodat dit ook naar buiten toe bekend en toetsbaar is. Bij incidentele gevallen is dat niet nodig.
Artikel 5 Mandaat en ondermandaat aan overige functionarissen
Dit mandaatbesluit beoogt een maximale flexibiliteit te verlenen aan de organisatie. Omdat de organisatie mogelijk nog niet helemaal klaar is voor het ‘loslaten’ op alle niveaus, is er gekozen voor een stelsel waarin de teammanager het mandaatniveau in zijn eigen team kan bepalen. De teammanager blijft als mandaatgever verantwoordelijk voor de uitvoering van het door hem/haar verleende ondermandaat. Aan het ondermandaat mag de teammanager voorwaarden verbinden, waardoor de teammanager de mogelijkheid heeft te sturen op processen en het uitvoering geven aan het vierogen-principe. Daarnaast krijgt de teammanager door de combinatie met het budgethouderschap zoals gesteld in de Financiële verordening van de gemeente Oldebroek, de mogelijkheid taken volledig op procesniveau te mandateren.
Het mandaat is ook gekoppeld aan de werkzaamheden en de beschikbare budgetten. Er zijn twee type van vervangende mandatering. De horizontale en de verticale. Omdat de verticale mandatering impliciet geregeld is, is alleen de horizontale mandatering benoemd. De horizontale mandatering beoogt de mogelijkheid van onderlinge vervanging en waarneming en daarmee de slagvaardigheid van de organisatie te waarborgen. Horizontale vervanging is ook in ondermandaat mogelijk. Dit is bewust gedaan omdat dit beter aansluit op de lijn van de jurisprudentie.
Artikel 7 Algemene uitzonderingen mandaat
Uitgangspunt bij mandaat behoort te zijn dat het zaken betreft waaraan praktisch geen beleidsconsequenties zijn verbonden. Hierbij kan worden gedacht aan gebonden beschikkingen, routinebesluiten en besluiten op basis van bekend gemaakt beleid. In bepaalde gevallen zal het bevoegde bestuursorgaan afstemming wensen alvorens er gebruik wordt gemaakt van de gemandateerde bevoegdheid. In het mandaatbesluit is een aantal begrenzingen opgesteld ten aanzien van het gebruik van gemandateerde bevoegdheden.
Op grond van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 augustus 2003 is het criterium “politiek-gevoelige zaken” voor velerlei uitleg vatbaar en onduidelijk. Dit is in strijd met afdeling 10.1.1 van de Awb. Ook is een aantal begrippen in dit artikel opgenomen die onbepaald zijn te noemen. Daarom zijn ze ook opgenomen in een artikel waarin bepaald wordt wanneer er teruggekoppeld moet worden en niet in een artikel waarin bepaald wordt dat het mandaat niet gebruikt mag worden.
Op basis van dit artikel kan bijvoorbeeld een portefeuillehouder beslissen dat een aangelegenheid door het college moet worden afgedaan. Dat impliceert dat gevoelige kwesties tijdig aan de portefeuillehouder moeten worden voorgelegd. In grote lijnen betekent dit dus dat voor de in dit artikel genoemde gevallen de verplichting bestaat de beslissing voor te leggen aan het college of de burgemeester. De criteria zijn niet allemaal even hard. Van de betrokken functionaris mag worden verwacht dat hij/zij dergelijke begrippen op juiste waarde weet te schattenen daar op zorgvuldige wijze mee om kan gaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-374922.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.