Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 368625 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 368625 | beleidsregel |
Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal
De gemeente Dijk en Waard en al haar inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen hebben de opgave om uiterlijk in 2050 een CO2-neutraal energiesysteem te hebben. Dit betekent dat we dan geen fossiele brandstoffen meer kunnen gebruiken om onze gebouwen te verwarmen en te verlichten, ons te verplaatsen, fabrieken en machines te laten draaien.
De verandering die hiervoor nodig is, is groot. Maar we krijgen er ook heel veel voor terug. Bij een CO2-neutraal systeem, helpen we klimaatverandering tegen te gaan. We dragen bij aan bestaanszekerheid, omdat we niet meer afhankelijk zijn van steeds schaarsere, duurdere fossiele brandstoffen.
Het goede nieuws is dat we al op weg zijn. De CO2-uitstoot daalt in onze gemeente. Bij de verduurzamingsstappen die afgelopen jaren al door bijvoorbeeld inwoners en bedrijven genomen zijn, hebben we veel geleerd over de uitdagingen die er nog liggen.
Dit uitvoeringsprogramma geeft antwoord op de vraag: welke concrete stappen nemen we nu als gemeente en gaan we de komende jaren nog nemen om onze inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen te helpen om over te schakelen op een duurzaam energiesysteem? En hoe geven we als gemeentelijke organisatie, een van de grootste werkgevers binnen de gemeentegrenzen en eigenaar van meer dan honderd gebouwen, zelf het goede voorbeeld?
Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat de overheid er is om te bewaken dat de energietransitie eerlijk verloopt. Het gevaar bestaat dat ongelijkheid toeneemt, omdat mensen met ruime financiële middelen er relatief makkelijk in slagen om hun huizen te verduurzamen en dat een categorie inwoners achterblijft. Dit is niet eerlijk en is bovendien een fundamentele bedreiging voor het slagen van de energietransitie.
De gemeente staat daarom vooral klaar voor mensen die hulp het meest nodig hebben. Dit is geen vanzelfsprekendheid, omdat dit vaak een categorie inwoners is die minder makkelijk de weg weet te vinden naar (financiële) regelingen.
Zelfs voor inwoners, bedrijven, instellingen of verenigingen die wel de financiële middelen hebben, is verduurzamen lastig. Het brengt veel keuzes met zich mee, het is veel ‘gedoe’. Daarom is het belangrijk dat de gemeente begrijpt waar mensen tegenaan lopen. Als lokale overheid zijn we in een goede positie om dit te doen. Het is de kern van dorps- en wijkgericht werken. Hoe we het beste kunnen zorgen dat we dichtbij staan, is een van de zaken die we onderzoeken in het uitvoeringsprogramma.
In onze gemeente zijn veel kansen om het energiegebruik in deelgebieden slim in balans te brengen: zorgen dat op een bedrijventerrein of in een woonwijk de opwek van energie en het verbruik zoveel mogelijk in evenwicht zijn. Vaak is hierbij ook een combinatie nodig met opslag van elektriciteit of warmte. Dit noemen we een energiehub. Dit is duurzaam, kan de energieprijs voor gebruikers omlaag brengen en gaat overbelasting van het stroomnet (‘netcongestie’) tegen. Een belangrijke rol van de gemeente is om te stimuleren dat mensen hierbij verder kijken dan de energievoorziening van hun eigen gebouw en gaan samenwerken met de buren. Dit kan door inwoners of bedrijven bij elkaar te brengen, door te verbinden. Ook dit komt terug in dit uitvoeringsprogramma.
Als het over de energietransitie gaat, is er in de media en in discussies veel aandacht voor innovatieve technieken zoals waterstof. In dit programma sluiten we niet de ogen voor dit soort technieken, maar maken we wel een duidelijke keuze om als gemeente de meeste energie te steken in bewezen effectieve werkwijzen waar we onze inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen nú al mee kunnen helpen. Dit betekent bijvoorbeeld veel aandacht voor energiebesparing. Want energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. En voor duurzame mobiliteit geldt bijvoorbeeld: er valt al heel veel te winnen door wandelen of fietsen aantrekkelijker te maken.
Het uitvoeringsprogramma heeft betrekking op de periode 2023 t/m 2026, maar focust vooral op 2023 en 2024. Enerzijds omdat ontwikkelingen in de energietransitie elkaar in rap tempo opvolgen, waardoor we nu nog niet goed kunnen overzien wat er over twee jaar nodig is. Anderzijds om flexibiliteit in de uitvoering te borgen, waardoor we kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen als dat nodig is.
Het uitvoeringsprogramma bestaat uit twee delen. Deel A beschrijft de aanleiding van het uitvoeringsprogramma (H1), de zes actielijnen waar we de komende jaren op inzetten (H2) en de werkwijze die we voor dit uitvoeringsprogramma hanteren (H3). In deel B is uitgewerkt met welke activiteiten we de komende tijd concreet aan de slag gaan en wat de planning is van de activiteiten.
Om van de huidige naar de gewenste situatie te komen, zijn in dit hoofdstuk de actielijnen beschreven waar we als gemeentelijke organisatie de komende jaren op inzetten. Per actielijn is uitgewerkt wat de belangrijkste uitdagingen binnen de actielijnen zijn, welke ontwikkelingen van invloed zijn op deze actielijn en wat we willen bereiken. De activiteiten die we gaan uitvoeren en de planning zijn per actielijn uitgewerkt in deel B van dit uitvoeringsprogramma.
CO2-neutraal worden doen we met zijn allen. Inwoners vormen dan ook een belangrijke schakel in het realiseren van onze doelen. Veel van de dagelijkse activiteiten van inwoners leiden namelijk tot CO2-uitstoot. Zo is het energiegebruik in woningen volgens Klimaatmonitor goed voor 29% van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Een groot deel van deze uitstoot ontstaat door het gebruik van aardgas om woningen mee te verwarmen. Om de uitstoot tegen te gaan zullen inwoners moeten besparen op hun energieverbruik en (op termijn) overstappen op duurzame energiebronnen voor hun verwarming (de warmtetransitie). De noodzaak tot alternatieve energiebronnen wordt bovendien vergroot door de sterk oplopende energieprijzen ten gevolge van de huidige geopolitieke situatie. Dit resulteert in toenemende mate in energie-armoede binnen de gemeentegrenzen. Het verduurzamen van woningen is dus niet alleen belangrijk voor het klimaat, maar ook voor de koopkracht van onze inwoners, verenigingsleven etc. Deze actielijn is er dan ook op gericht om onze verantwoordelijkheid te nemen als gemeente en de warmtetransitie in Dijk en Waard te regisseren, waarbij we inwoners actief ondersteunen bij het nemen van energiemaatregelen.
2.2. Bedrijven en instellingen
Bedrijven en instellingen hebben volgens Klimaatmonitor gezamenlijk een aandeel van 44% in de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Met name de glastuinbouw en industrie hebben een groot aandeel in de CO2-uitstoot. Wat kenmerkend is voor beide sectoren is dat de bedrijven in deze sectoren vaak veel energie nodig hebben in hun productieprocessen en dat een beperkt aantal (grote) bedrijven verantwoordelijk is voor het grootste deel van het energiegebruik binnen deze sector. Het verduurzamen van bedrijven en instellingen, met een focus op glastuinbouw en industrie, is daarmee een belangrijke opgave voor onze gemeente. Niet alleen om CO2-reductie te realiseren, maar ook om sectoren die een belangrijke werkgelegenheidsfunctie voor onze gemeente en de regio hebben op de langere termijn concurrerend te houden. We zien bijvoorbeeld dat door de stijgende energieprijzen de toekomstbestendigheid van met name energie-intensieve bedrijven onder druk staat. Binnen deze actielijn richten we ons op het verminderen van het fossiele energiegebruik van bedrijven en instellingen door in te zetten op vermindering van de energievraag, vergroten van de gebouwgebonden opwek van hernieuwbare energie en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de energietransitie bij bedrijven en instellingen. De focus ligt vooral op het verduurzamen van de glastuinbouw en industrie.
Energiebesparingsplicht en informatieplicht: Het Activiteiten-besluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen (die per jaar vanaf 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas of een equivalent daarvan verbruiken) om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Met de invoering van de Informatieplicht dienen deze bedrijven en instellingen aan RVO te rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen
Label C verplichting: Per 1 januari 2023 moet een kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een primair fossiel energiegebruik van maximaal 225 kWh per m2 per jaar. Voldoet het gebouw dan niet aan de eisen, dan mag het per 1 januari 2023 niet meer als kantoor gebruikt worden. Deze verplichting staat in het Bouwbesluit 2012.
Energiebesparingsakkoord met de provincie. Het energiebesparingsakkoord is een aanjager voor de energiebesparingsplicht die bij punt 1 staat. Er is een vierjarig traject waarbij de gemeenten de bedrijven voorlichten over de energiebesparingsplicht en waarop vervolgens door de Omgevingsdienst wordt gehandhaafd.
Mobiliteit is volgens Klimaatmonitor verantwoordelijk voor ruim een kwart van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Deze uitstoot wordt vrijwel volledig veroorzaakt door wegverkeer en mobiele werktuigen. Er is qua mobiliteitspatronen een sterke verwevenheid tussen Dijk en Waard en de omliggende regio(s). Een deel van de inwoners van Dijk en Waard werkt, studeert of recreëert
buiten de gemeente en vice versa. Daarnaast wordt een deel van de uitstoot door de mobiliteit veroorzaakt door doorgaand verkeer. Dit maakt dat samenwerking op meerdere schaalniveaus nodig is om de CO2-uitstoot door mobiliteit in Dijk en Waard te reduceren.
In het landelijke Klimaatakkoord is de ambitie voor mobiliteit als volgt verwoord: Geen emissies, uitstekende bereikbaarheid toegankelijk voor jong en oud, arm en rijk, valide en mindervalide. Betaalbaar, veilig, comfortabel, makkelijk én gezond. Slimme, duurzame, compacte steden met optimale doorstroming van mensen en goederen. Mooie, leefbare en goed ontsloten gebieden en dorpen waarbij mobiliteit de schakel is tussen wonen, werken en vrije tijd.
2.4. Grootschalige hernieuwbare energie
Het grootste deel van de energie die we op dit moment in Dijk en Waard gebruiken, is opgewekt met fossiele bronnen. Uit cijfers van Klimaatmonitor blijkt dat de hoeveelheid hernieuwbare energie die we momenteel in Dijk en Waard opwekken, overeenkomt met circa 8% van het totale energieverbruik in onze gemeente. We willen het gebruik van fossiele bronnen uiteindelijk afbouwen naar nul. Dit betekent dat we de energievraag willen reduceren (zie vorige actielijnen), maar ook dat we de opwek van hernieuwbare energie willen vergroten. Het gaat hierbij zowel om hernieuwbare warmte-
bronnen als alternatief voor aardgas als opwek van hernieuwbare elektriciteit om in de groeiende elektriciteitsvraag te voorzien.
SDE++: De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie is een omvangrijke, landelijke subsidieregeling om grootschalige duurzame energieprojecten met een onrendabele top te ondersteunen. De toekomstige inrichting van deze regeling is daarmee van grote invloed op het realiseren van grootschalige duurzame energieprojecten in Dijk en Waard.
2.5. Toekomstig energiesysteem
Door de energietransitie neemt de complexiteit van ons energiesysteem toe. Er is sprake van een verschuiving van centrale opwek van elektriciteit naar steeds meer decentrale opwek door zonnepanelen en windmolens. Ook het vervangen van aardgas door duurzame warmtebronnen heeft grote impact op de energie-infrastructuur in Dijk en Waard. Verder zijn energiegebruikers in toenemende mate ook producenten van energie. De groeiende rol van hernieuwbare elektriciteit en warmte stellen andere eisen aan ons energiesysteem. Binnen deze actielijn werken we aan de integratie van hernieuwbare energiebronnen in ons energiesysteem met als doel om de leveringszekerheid en betaalbaarheid van ons energiesysteem ook in de toekomst te kunnen waarborgen.
2.6. Zelf het goede voorbeeld geven
Om te laten zien dat we als gemeente duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, willen we zelf het goede voorbeeld geven. We moeten ook wel, het klimaat wacht niet en we hebben doelstellingen te halen. Door onze organisatie, inkoop en vastgoed
te verduurzamen willen we laten zien dat we het menen en hopen hiermee andere actoren te inspireren om hun eigen duurzaamheids-maatregelen te nemen. Hierbij hebben we extra aandacht voor de verduurzaming van het onderwijshuisvesting. We hopen hiermee een sneeuwbaleffect te creëren door jongeren vroeg kennis te laten maken met de verduurzamingsnoodzaak, wat duurzaam gedrag in de hand werkt.
Om de uitvoering tot een succes te maken, zijn een aantal randvoorwaarden van groot belang. Deze randvoorwaarden zijn nader toegelicht in dit hoofdstuk
Het afbouwen van de rol van fossiele energiebronnen in ons energiesysteem kunnen we als gemeente niet alleen. We hebben directe invloed op de CO2-uitstoot die we als gemeentelijke organisatie uitstoten. Dit is echter maar een klein deel van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard. Voor veruit het grootste deel van de CO2-reductie die nodig is, zijn we afhankelijk van de keuzes die inwoners, bedrijven en instellingen in onze gemeente en bezoekers van onze gemeente maken. Daarnaast hebben keuzes die op (inter)nationaal en regionaal niveau worden gemaakt grote invloed op onze ambitie.
Dit betekent dat samenwerking en een integrale benadering van het vraagstuk cruciaal is. De verschillende actielijnen beïnvloeden elkaar en pakken we dus in samenhang op. Daarnaast zoeken we actief de samenwerking met andere domeinen binnen de gemeentelijke organisatie zoals wonen, ruimtelijke ontwikkeling, sociaal beleid, economie, inkoop, bedrijfsvoering, et cetera. Tevens zoeken we actief de samenwerking met externe partners. Dit doen we op verschillende geografische schaalniveaus:
Om de energietransitie in Dijk en Waard te versnellen, zijn verschillende rollen mogelijk. NSOB1 onderscheidt vier rollen (sturingsmodellen) van de overheid:
De vier rollen komen allemaal terug in dit uitvoeringsprogramma. Dit is hieronder nader toegelicht.
In deze rol staan begrippen als legitimiteit en rechtmatigheid centraal. Als gemeente geven we hier bijvoorbeeld invulling aan door wettelijke
verplichtingen op het gebied van energietransitie actief te gaan handhaven en onze regierol nadrukkelijk te pakken.
In deze rol ligt de nadruk op doelmatigheid en doelgerichtheid. Dit borgen we bijvoorbeeld door de voortgang van dit uitvoeringsprogramma te monitoren. Ook willen we zelf het goede voorbeeld geven door als gemeentelijke organisatie voorop te lopen in CO2-reductie en transparant te zijn over de voortgang.
Samenwerking met maatschappelijke partners vormt een belangrijk uitgangspunt in deze rol. Zoals in de vorige paragraaf beschreven, zoeken we bij de uitvoering van activiteiten actief de samenwerking met andere partijen.
In deze rol zoekt de overheid zoveel mogelijk aansluiting bij initiatieven die vanuit de samenleving ontstaan. We geven hier met dit uitvoeringsprogramma op verschillende manieren invulling aan, bv. door lokale energiecoöperaties te ondersteunen en inwoners te helpen die in hun wijk of buurt met de energietransitie aan de slag willen.
De langjarige opgaven waar we aan moeten werken om de energietransitie te realiseren zijn omvangrijk. Tegelijkertijd is de uitvoeringscapaciteit van de gemeentelijke organisatie beperkt en volgen nieuwe ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Binnen de geschetste kaders van de langjarige opgaven en daaraan gekoppelde actielijnen maken we daarom jaarlijks een nieuwe afweging over welke activiteiten we oppakken (deel B van dit uitvoeringsprogramma). Hiermee borgen we de flexibiliteit en behouden we focus. We wegen dan af welke activiteiten het beste aansluiten op de behoefte van de samenleving en strategische ontwikkelingen die zich voordoen op verschillende schaalniveaus, zodat we de beschikbare capaciteit effectief inzetten. De planning in de actielijnen biedt houvast, maar tussentijds kunnen inzichten veranderen en kan de planning worden aangepast.
3.4. Monitoring en verantwoording
Datagedreven werken vormt een belangrijk uitgangspunt in onze aanpak. We willen optimaal gebruik maken van data om doelgroepen in beeld te brengen en om de voortgang te bewaken. Dit laatste doen we door jaarlijks de voortgang op de actielijnen en de voortgang van de energietransitie in onze gemeente te monitoren. Hierdoor kunnen we – indien nodig – de uitvoeringsstrategie tijdig bijsturen. De verantwoording over de voortgang vindt plaats via de reguliere planning & control cyclus van de gemeente Dijk en Waard. In de tabel op de volgende pagina is uitgewerkt welke indicatoren we willen gaan monitoren gedurende de looptijd van het uitvoeringsprogramma. Een deel van de indicatoren is reeds beschikbaar, een deel van de indicatoren nog niet. Voor deze indicatoren gaan we uitwerken hoe we dit het beste kunnen operationaliseren. De uitwerking van beoogde resultaten per project/activiteit vallen buiten de scope van dit uitvoeringsprogramma.
Tabel 1: Opzet monitoringsraamwerk
Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal
Actielijn Bedrijven en instellingen
* = In het Omgevingsprogramma Mobiliteit Dijk en Waard is het gemeentelijke mobiliteitsbeleid opgenomen. Vanuit het Omgevingsprogramma Mobiliteit wordt een Uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin ook de projecten/activiteiten op het gebied van duurzame mobiliteit worden opgenomen.
Actielijn Toekomstig energiesysteem
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-368625.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.