Wijzigingsverordening Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Meppel

De Raad van de gemeente Meppel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022,

nr. 1547403/1661495;

 

Overwegende:

Dat het gewenst is om heldere regels te stellen voor het innemen van een ligplaats met een historisch schip in de binnenstad van Meppel;

 

het de bedoeling is om ligplaatsen op een eerlijke en transparante wijze te verdelen over de belangstellenden;

 

de huidige bewoners belang hebben bij meer zekerheid over de continuïteit van hun ligplaats, die voor hen de woonplaats is;

 

Gelet op artikel 149 Gemeentewet, de Havenverordening gemeente Meppel en de Havengeldverordening

 

b e s l u i t :

 

 

Vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Meppel

 

De Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Meppel wordt als volgt gewijzigd:

 

I In hoofdstuk 1”Algemene bepalingen” wordt artikel 1.1. “Begripsomschrijvingen” gewijzigd door aan de opsomming in alfabetische volgorde de volgende begrippen toe te voegen in de begrippenlijst onder vernummering van de overige begrippen:

  • a)

    Havengeldverordening: Havengeldverordening gemeente Meppel

  • b)

    Havenverordening: Havenverordening gemeente Meppel

  • c)

    Historisch schip: een schip dat voldoet aan de criteria zoals opgenomen in artikel 6.2.4.1. derde lid

  • d)

    Vaste ligplaats voor historisch schip: ligplaats voor een historisch schip, bedoeld om meer dan 6 maanden per jaar door hetzelfde schip te worden ingenomen

II In hoofdstuk 2 ’Aanwijzingen in de fysieke leefomgeving’ wordt in afdeling 2.1 ‘Bebouwde kom’ paragraaf 2.2.2 ‘Marktplaatsen’ en artikel 2.2.2.1 ‘Inrichting van de markt; branche-indeling’ vernummerd naar ‘paragraaf 2.1.2’ en ‘artikel 2.1.2.1’

 

III In hoofdstuk 2 “Aanwijzingen in de fysieke leefomgeving” wordt in afdeling 2.2. in paragraaf 2.2.2 historische vaartuigen de volgende tekst ingevoegd.

 

Paragraaf 2.2.2. Historische vaartuigen

Artikel 2.2.2.1. Toepassingsgebied

  • a)

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de bij deze regeling aangewezen vaste ligplaatsen voor historische vaartuigen. De vaste ligplaatsen zijn ingetekend in de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT)

  • b)

    Er zijn zes vaste ligplaatsen voor historische schepen, die met een huisnummer zijn opgenomen in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) te weten:

  • c)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 1: Heerengracht 18A

  • d)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 2: Heerengracht 20A

  • e)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 3: Heerengracht 23A

  • f)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 4: Oosteinde 3A

  • g)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 5: Keizersgracht 42

  • h)

    Vaste ligplaats voor historisch schip 6: Stoombootkade 11

  • i)

    Er zijn twee reserve vaste ligplaatsen voor historische schepen, te weten:

  • j)

    Reserve vaste ligplaats voor historisch schip 1: Oosteinde ter hoogte van huisnummer 1

  • k)

    Reserve vaste ligplaats voor historisch schip 2: Galmanspad ter hoogte van huisnummer 3A

  • l)

    De reserve vaste ligplaatsen kunnen door het college worden omgezet in een vaste ligplaats voor historisch schip zodra het aantal belangstellenden dat aan de toetsingscriteria voldoet groter is dan het aantal beschikbare vaste ligplaatsen voor een historisch schip.

  • m)

    Per vaste ligplaats is een maximum scheepslengte van toepassing:

  • n)

    Vaste ligplaats 1: 25 meter

  • o)

    Vaste ligplaats 2: 25 meter

  • p)

    Vaste ligplaats 3: 25 meter

  • q)

    Vaste ligplaats 4: 30 meter

  • r)

    Vaste ligplaats 5: 23 meter

  • s)

    Vaste ligplaats 6: 23 meter

  • t)

    Reserve vaste ligplaats 1: 25 meter

  • u)

    Reserve vaste ligplaats 2: 23 meter

IV In hoofdstuk 6 “procedurele bepalingen” wordt in afdeling 6.2 na paragraaf 6.2.3 ‘Advies bij omgevingsvergunning monument’ een nieuwe paragraaf 6.2.4 opgenomen met daarin het navolgende artikel:

Artikel 6.2.4.1. Stichting Historische Schepen Meppel

  • a)

    Stichting Historische Schepen Meppel adviseert het college over de algemene visie, het beleid en de kwaliteit voor zover het betreft historische vaartuigen in het grachtengebied en de daarin gesitueerde vaste ligplaatsen.

  • b)

    Stichting Historische Schepen Meppel adviseert het college over een aanvraag voor een vergunning voor een vaste ligplaats voor een historisch vaartuig, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid onder c, van de Havenverordening.

  • c)

    De advisering van Stichting Historische Schepen Meppel vindt plaats aan de hand van de volgende toetsingscriteria waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een vergunning voor een vaste ligplaats:

    • a)

      Leeftijd

    • b)

      Het vaartuig dient tenminste 50 jaar oud te zijn

    • c)

      Scheepstype

    • d)

      Het vaartuig dient een voormalig bedrijfsvaartuig te zijn, waarmee op de Nederlandse wateren enig beroep of bedrijf is uitgevoerd c.q. typerend is geweest binnen de ontwikkeling van de Nederlandse scheepsbouw en waarvan het karakter overwegend bewaard is gebleven.

    • e)

      Met andere woorden, het vaartuig dient een cultuurhistorische en monumentale waarde te hebben.

    • f)

      Silhouet

    • g)

      Het silhouet van het vaartuig dient qua uiterlijk gaaf te zijn.

    • h)

      Ingrepen zijn aanvaardbaar, indien deze op respectvolle wijze ten aanzien van het historische karakter van het schip hebben plaatsgevonden.

    • i)

      Staat van het vaartuig

    • j)

      Het vaartuig dient in een varende, goede en verzorgde staat te verkeren.

    • k)

      Voortbewegen van het vaartuig

    • l)

      Het vaartuig dient zich, behoudens in geval van reparatiewerkzaamheden, op eigen motorkracht te kunnen voortbewegen.

    • m)

      Mate waarin met het vaartuig wordt gevaren

    • n)

      Er dient regelmatig te worden gevaren met het vaartuig. Onder regelmatig wordt verstaan: tenminste één maal per jaar.

    • o)

      Restauratieplan

    • p)

      Indien het vaartuig niet geheel voldoet aan de toetsingscriteria onder c, d en e, kan op basis van een door de Stichting Historische Schepen Meppel goedgekeurd restauratieplan, inclusief een tijdsplanning, een vergunning voor een vaste ligplaats voor een historisch vaartuig worden verleend.

    • q)

      Omvang en welstand

    • r)

      Het vaartuig moet qua uiterlijk en omvang passen in de omgeving, bij de eventueel reeds aanwezige schepen en de beschikbaar gekomen plaats.

    • s)

      Het vaartuig mag niet feitelijk een jacht zijn dat, gezien zijn afmetingen in redelijkheid een plaats moet kunnen vinden in een jachthaven.

  • d)

    De toetsingscriteria als bedoeld in het derde lid kunnen door Stichting Historische Schepen Meppel worden uitgewerkt. De uitwerking c.q. nadere invulling van de toetsingscriteria dient ter goedkeuring aan het college te worden voorgelegd.

  • e)

    Stichting Historische Schepen Meppel brengt binnen zes weken na ontvangst van een adviesaanvraag voor een vergunning advies uit aan het college.

  • f)

    Wanneer Stichting Historische Schepen Meppel is opgehouden te bestaan of buiten staat is om te adviseren zal het college advies over een aanvraag zoals bedoeld in het tweede lid vragen aan een deskundig persoon met kennis en ervaring op het gebied van historische schepen.

V In hoofdstuk 3 “Activiteiten in de fysieke leefomgeving” wordt in afdeling 3.4. “Activiteiten op of bij wegen of bij wateren in beheer bij de gemeente” na paragraaf 3.4.6 “Stand- en marktplaatsen” de volgende tekst ingevoegd.

 

Paragraaf 3.4.7 ligplaatsen historische vaartuigen

Artikel 3.4.7.1. Vaste ligplaatsvergunning historisch schip en wachtlijst

  • a)

    Het college verleent voor maximaal acht historische vaartuigen vergunning voor een vaste ligplaats. Dit betreft zes vaste ligplaatsen voor een historisch schip gedurende het gehele jaar en twee reserve vaste ligplaatsen.

  • b)

    Het college maakt op een daarvoor geschikte manier bekend dat er een of meer vergunningen beschikbaar zijn en op welke wijze een belangstellende daarvoor in aanmerking kan komen.

  • c)

    Een aanvraag kan worden ingediend middels een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • d)

    Er is een wachtlijst. Het college schrijft een aanvrager op zijn schriftelijk verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 2, derde lid, maar aan hem nog geen vaste ligplaatsvergunning kan worden toegewezen omdat het maximum aantal is bereikt.

  • e)

    De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • f)

    a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • g)

    b. bij overlijden van de ingeschrevene;

  • h)

    c. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • i)

    d. wanneer aan de ingeschrevene een vaste ligplaatsvergunning is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • j)

    e. indien niet meer aan de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 2, derde lid, wordt voldaan.

  • k)

    De toewijzing van een beschikbaar gekomen vaste ligplaats geschiedt aan degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

  • l)

    Een vergunning voor een vaste ligplaats is persoons- en vaartuiggebonden.

  • m)

    Bij verkoop en levering van het historisch schip waarvoor een vaste ligplaatsvergunning is afgegeven kan deze vergunning op naam gesteld worden van de nieuwe eigenaar-bewoner. De nieuwe eigenaar kan een daartoe strekkend verzoek indienen bij het college.

  • n)

    De toewijzing van een beschikbaar gekomen vaste ligplaats geschiedt aan degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 3.4.7.2 Schepencarrousel

  • a)

    Een schip dat is ingeschreven bij de stichting Schepencarroussel en dat voldoet aan de afspraken van het schepencarrousel kan ligplaats innemen aan de Jan van den Boschkade of aan de Prins Hendrikkade.

  • b)

    De maximale ligduur voor een schip uit de schepencarroussel is 3 maanden .

  • c)

    In de periode van 1 oktober tot en met 31 maart kan op verzoek de maximale ligduur voor een schip als bedoeld in het eerste lid worden verlengd tot zes maanden tot maximaal 31 maart Hiervoor dient de procedure van artikel 2.4. lid 3 van de Havenverordening te worden gevolgd

  • d)

    Voor een schip dat voor het eerst ligplaats inneemt na minimaal drie maanden geen gebruik te hebben gemaakt van op een van de volgens het eerste lid aangewezen plaatsen en dat voldoet aan de overige criteria van het eerste lid wordt een ontheffing krachtens artikel 2.4. lid 3 van de Havenverordening geacht te zijn verleend voor de duur overeenkomstig het tweede lid.

  • e)

    De havengeldverordening regelt de liggelden voor schepen die op grond van dit artikel ligplaats

Artikel 3.4.7.3 Gebruik vaste ligplaats

  • a)

    Een toegewezen vaste ligplaats is uitsluitend bestemd voor eigen gebruik; onderverhuring, ingebruikgeving aan derden of medegebruik is niet toegestaan. Ruiling van plaats is niet toegestaan.

  • b)

    De vergunninghouder c.q. gebruiker van een vaste ligplaats dient deze net, ordelijk en overeenkomstig de bestemming in te richten en te gebruiken.

  • c)

    Gebruik van de kade of wal is niet toegestaan. Op verzoek van een bewoner van een historisch schip plaatst de gemeente Meppel een voorziening voor het parkeren van enkele fietsen die verankerd is in de kade.

  • d)

    De vergunninghouder is verplicht het vaartuig aan te sluiten op de van gemeentewege aangelegde voorzieningen, zoals elektriciteit en riolering zodra deze aanwezig zijn op de vaste ligplaats.

  • e)

    Voertuigen van de vergunninghouder c.q. gebruiker en bezoekers mogen alleen worden geparkeerd of gestald op de als zodanig aangegeven (openbare) parkeerplaatsen.

  • f)

    De vergunninghouder van een vaste ligplaats voor een historisch schip dient daarvan minimaal gedurende zes maanden per kalenderjaar gebruik te maken. Indien de vergunninghouder hieraan niet voldoet, heeft het college de bevoegdheid de vergunning in te trekken of niet te verlengen.

  • g)

    De termijn van het zesde lid geldt naar evenredigheid in het jaar van eerste aanvraag van de vergunning. De datum op de beschikking van vergunningverlening is hierbij doorslaggevend.

  • h)

    Indien vergunninghouder zijn vaste ligplaats gedurende een periode van een week of langer, om welke reden dan ook, niet zal gebruiken, moet dat vooraf gemeld worden aan de havenmeester. De havenmeester is gerechtigd om de betreffende vaste ligplaats gedurende de betreffende periode toe te wijzen aan een ander, zonder dat vergunninghouder rechten kan doen gelden op verrekening van het havengeld. De vergunninghouder behoudt het recht gebruik te maken van de vaste ligplaats gedurende de vergunningsperiode.

  • i)

    Het is niet toegestaan:

    • a)

      wijzigingen aan steigers, kaden e.d. aan te brengen;

    • b)

      toebehoren als masten, rondhout, meertouwen e.d. op de kaden te laten liggen;

    • c)

      open vuur te ontsteken;

Artikel 3.4.7.4 Tijdelijk andere ligplaats

De havenmeester kan de vergunninghouder tijdelijk een andere ligplaats aanwijzen in verband met activiteiten, onderhoudswerkzaamheden of iets dergelijks.

Artikel 3.4.7.5 Intrekking van een vaste ligplaatsvergunning

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1.2.4 kan het college een vergunning voor een vaste ligplaats voor een historisch schip in te trekken als:

  • a)

    dat in het belang is van het optimaal nautisch gebruik van de haven, de vaarwegen, de kades en de aangrenzende wegen en percelen.

  • b)

    de vergunninghouder zich niet aan de voorschriften daarvan houdt en hij tweemaal schriftelijk met een tussenpoos van twee maanden is aangemaand om zich daaraan te houden.

  • c)

    de vergunninghouder het bepaalde in deze paragraaf overtreedt

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022

Burgemeester en wethouders van Meppel,

W.J. Spoelstra,

Griffier.

R.T.A. Korteland,

Voorzitter.

Toelichting

Algemeen paragraaf 2.2.2.

Historische schepen zijn permanent bewoonde vaartuigen van tenminste 50 jaar oud die zijn getoetst aan criteria uit paragraaf 2.2.2. De toetsing gebeurt aan de hand van een aantal criteria door Stichting Historische Schepen Meppel. De gemeente kan, als het schip aan de toetsingscriteria voldoet een vergunning afgeven voor het innemen van een vaste ligplaats met een historisch schip. Omwille van beknoptheid is niet voor alle artikelen een toelichting geschreven maar zijn met name de wijzigingen ten opzichte van eerder beleid toegelicht.

 

Artikel 2.2.2.1.

Er zijn 6 vaste ligplaatsen aangewezen voor historische schepen en 2 reserve vaste ligplaatsen. De permanente vaste ligplaatsen hebben een adres aangewezen gekregen door de gemeente. Bij de aanwijzing van de vaste ligplaatsen in 2008 is zorgvuldig onderzoek gedaan naar de juiste plekken en is er voorlichting en inspraak geweest met de omwonenden.

 

Er is in 2018 door de gemeenteraad een bijzondere permanente vaste ligplaats aangewezen voor het schip de Vereeniging III. Mocht dit schip definitief vertrekken, dan wordt opnieuw bezien of de plek gehandhaafd blijft als historische vaste ligplaats. Door deze vaste ligplaats nu op te nemen in het reglement historische schepen wordt het toepasselijke regime gelijk voor alle vaste ligplaatsen voor historische schepen.

De reserve-vaste ligplaatsen zijn feitelijk ook permanente vaste ligplaatsen. Ze zijn nog niet in gebruik genomen als vaste ligplaats en hebben nog geen adres toegewezen gekregen. Mocht het aantal belangstellenden voor een vaste ligplaatsvergunning toenemen dan kunnen deze plaatsen in gebruik genomen worden.

 

Per vaste ligplaats is een maximaal toelaatbare scheepslengte opgenomen. Dit heeft te maken met de ruimtelijke mogelijkheden van de vaste ligplaats en tot zichtlijnen in het openbaar gebied. Bij het aanmeren van een schip moet worden bedacht dat de op de kaart aangegeven symbolen voor de vaste ligplaats indicatief zijn. Het kan dus voorkomen dat een schip langs de kade iets naar voren of naar achteren wordt gelegd vanwege de beschikbare toegang tot het schip in relatie tot bijvoorbeeld op de kade aanwezige objecten zoals een boom of de aansluitingen voor nutsvoorzieningen. Dit verschilt per schip.

 

Artikel 3.4.7.1.

Omdat het een beperkt aantal beschikbare vergunningen in de gemeente betreft is daarop de jurisprudentie over schaarse rechten van toepassing. Deze brengt met zich mee dat de gemeente een regime moet invoeren waarbij meerdere belanghebbenden een gelijke kans op een vergunning kunnen krijgen. De verordening gaat uit van een eerlijke verdeelmethode maar maakt een uitzondering voor de uiterlijke termijn voor de vergunning. Het verlenen van vergunningen voor onbepaalde tijd kan worden gerechtvaardigd met het oog op het belang van de bewoners.

 

Bij schaarse vergunningen geldt als hoofdregel dat deze niet voor onbepaalde tijd worden verleend en dat de vergunningen ook niet voor een te lange periode worden verleend zodat bevoordeling kan worden voorkomen. Uit rechtspraak volgt echter wel dat er voor de tijdelijkheid van een vergunning principieel minder redenen bestaan indien een vergunning geen betrekking heeft op een economische activiteit, omdat van een onevenredige bevoordeling van gegadigden in economische zin geen sprake is.

 

Nu hiervan sprake is bij de vaste ligplaatsvergunningen voor historische schepen en er ook bij de vaste ligplaatsvergunningen voor historische schepen geen sprake is van een grotere vraag dan dat er aanbod is, lijkt hier geen sprake van een onevenredige bevoordeling van gegadigden. Vanuit het oogpunt van dwingende reden van algemeen belang, mede gelet op de bescherming van het recht op wonen (artikel 8 EVRM), het recht van vrije vestiging (artikel 12 IVBPR) en het rechtszekerheidsbeginsel, kan hiervoor een rechtvaardiging worden gevonden dat bij de schaarse vaste ligplaatsvergunningen voor wonen op een historisch schip en op een woonschip wordt afgeweken van het uitgangspunt dat schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend.

 

Zevende lid, overdracht vergunning

De bedoeling van de regeling is dat de schipper / eigenaar / bewoner van een historisch schip een vergunning krijgt om permanent vaste ligplaats in te nemen. De vergunning kan niet op naam van een derde worden gesteld. Het is de bedoeling om het eigenaren mogelijk te maken hun schip aan te meren en langere tijd te blijven. Onderdeel van de regeling is ook dat ze minimaal 1x per jaar hun plek verlaten; het is immers een vergunning voor een varend schip. Dit aspect verdraagt zich niet met verhuur aan derden die het schip uitsluitend voor bewoning zouden kunnen gebruiken.

 

De vergunning kan worden verleend voor een vaste ligplaats voor een historisch schip. Met zo’n vergunning kan het hele jaar gebruik gemaakt worden van een ligplaats. Er is geen sprake meer van “winterligplaatsen”. Wel kunnen schepen die lid zijn van de schepencarroussel een periode van 3 maanden liggen op daartoe aangewezen plaatsen, ook in de winterperiode.

 

Artikel 3.4.7.2

Meppel wil een aantrekkelijke stad zijn voor varend erfgoed. Daarom zal aansluiting worden gezocht bij de Stichting Schepencarrousel die speciale arrangementen met havens afspreekt over het ontvangen van varend monumentaal erfgoed. Omdat de criteria voor varend monumentaal erfgoed ruimer zijn dan de specifieke criteria die deze regeling hanteert voor historische schepen is er een aparte bepaling aan gewijd. Een apart gedeelte van de haven wordt aangewezen voor het ontvangen van deze schepen, zonder uitsluiting van andere schepen op die plek. Onderdeel van de afspraken met Stichting Schepencarrousel is dat een ligplaats niet langer dan drie maanden (of bij verlenging zes maanden) kan worden ingenomen. Dat is belangrijk omdat we voor deze schepen geen vaste ligplaatsen willen creëren. Als aangesloten schepen voor het eerst aanmeren wordt de ontheffing automatisch gegeven als de ligplaats is ingenomen die door de havenmeester is toegewezen Bij de verlenging moet dat wel apart worden aangevraagd, zodat er geen automatisme kan ontstaan ten aanzien van het gebruikmaken van de ontheffing. Belangrijk is ook dat periodes niet aaneengeregen kunnen worden door de haven kortstondig te verlaten. Daarom is opgenomen dat een aangesloten schip de haven minimaal drie maanden niet moet hebben aangedaan om in aanmerking te kunnen komen voor een ligplaats tegen het tarief voor een carrousselschip.

 

Artikel 3.4.7.3.

Het gebruik van de vaste ligplaats is gebonden aan regels. Voor permanente bewoning van schepen in de binnenstad gelden er hoge eisen. Het is niet de bedoeling dat bewoners een gedeelte van de kade in gebruik nemen als erf. De ruimte is er daarvoor niet, en dat zou ook het aangezicht bederven. In overleg met de bewoners plaatst de gemeente een fietsnietje zoals deze ook elders in de binnenstad gebruikt worden. Zo wordt het mogelijk om op een ordelijke manier toch een fiets in de nabijheid van het schip goed en veilig te kunnen stallen. Auto’s kunnen alleen op openbare parkeerplaatsen worden geparkeerd en niet direct bij het schip.

 

Als de gemeente nutsvoorzieningen heeft aangebracht bij de vaste ligplaats is de bewoner / schipper verplicht van deze voorzieningen gebruik te maken.

 

Een vaste ligplaats mag tijdelijk worden verlaten met het schip. Het betreft immers varend erfgoed, waarvan het belangrijk is dat dit in werkende staat wordt gehouden om ook op andere plekken zichtbaar te zijn. De havenmeester kan bij afwezigheid van een historisch schip voor kortere tijd de vrijgekomen vaste ligplaatsruimte toewijzen aan passanten.

 

Zodra de vaste ligplaats gedurende een groot deel van het jaar niet meer wordt ingenomen is de gemeente vrij om de vaste ligplaats aan een andere belanghebbende toe te wijzen. Men kan zodoende niet een plek voor langere tijd “bezet” houden zonder er te liggen. De termijn van 6 maanden liggen binnen een jaar werd altijd aangehouden. Dit is nu iets gepreciseerd door te werken met de term kalenderjaar. Als de vergunning lopende het kalenderjaar wordt afgegeven is het vaak niet meer mogelijk om 6 maanden te blijven liggen. Dan wordt de ligtijd naar evenredigheid bepaald. 6 maanden is 50% van een kalenderjaar. Dus bij een vergunning die is afgegeven op 1 maart resteren nog 10 maanden. Wanneer men daar 50% van neemt moet het schip dus 5 maanden binnen liggen in dat kalenderjaar in plaats van 6.

 

Artikel 3.4.7.4

De verordening voorziet in een regeling om vergunningen die voor onbepaalde tijd zijn verleend te kunnen intrekken. Het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel vereisen dat een situatie die niet blijvend voldoet aan het Europees recht wel op een later moment aangepast kan worden door het gemeentebestuur.

 

Hiermee kan het college bij onvoorziene omstandigheden in het nautisch beheer of vaarwegbeheer ontstaan, tijdig de benodigde maatregelen nemen om de schaarse ruimte te verdelen en wordt zo de mogelijkheid geboden om vaste ligplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd om te zetten in vaste ligplaatsen voor bepaalde tijd.

 

Op de procedure voor intrekking en wijziging van een vergunning zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing. Deze voorzien onder meer in de mogelijkheid voor vergunninghouder om een zienswijze in te dienen op het voorgenomen intrekkings- of wijzigingsbesluit en eventueel bezwaar te maken tegen het genomen besluit.

 

Artikel 6.2.4.1.

Stichting Historische Schepen Meppel is de vaste adviseur van de gemeente voor de beoordeling of een historisch schip voldoet aan de criteria van historische schepen. Zodra de gemeente een aanvraag ontvangt stuurt zij deze door aan de stichting met een adviesaanvraag. Het is natuurlijk mogelijk dat belangstellenden direct met Stichting Historische Schepen Meppel informatie inwinnen over de geschiktheid van hun schip voor een vaste ligplaats van een historisch schip.

 

Mocht onverhoopt de stichting ophouden te bestaan of tijdelijk niet in staat zijn om advies uit te brengen dan zal de gemeente advies kunnen vragen aan een andere deskundige op het gebied van historische schepen. Het toetsingskader zoals opgenomen in bijlage II blijft altijd het uitgangspunt voor de beoordelen. Op deze manier kan de continuiteit van de vergunningverlening worden gewaarborgd.

Naar boven