Gemeenteblad van Moerdijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Moerdijk | Gemeenteblad 2023, 360993 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Moerdijk | Gemeenteblad 2023, 360993 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Erfgoedverordening gemeente Moerdijk
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 13 juli 2023
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 mei 2023,
gelet op artikelen 3.16 van de Erfgoedwet en artikel 38 van de Monumentenwet 1988
gezien het advies van de commissie fysieke infrastructuur;
vast te stellen de volgende verordening:
Deze verordening verstaat onder:
Bouwhistorisch onderzoek: onderzoek, in een schriftelijke rapportage vastgelegd, naar de bouwgeschiedenis, de bouwhistorische kwaliteit en de monumentale waarde van een monument zoals aangegeven in de leidraad voor praktijkgericht bouwhistorisch onderzoek, opgesteld door de Rijksdienst voor Monumentenzorg (nu genaamd Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed).
archeologisch onderzoek: onderzoek naar de (aanwezigheid en/of waarde van) archeologische relicten door een gecertificeerde instantie werkend volgens de geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd Plan van Aanpak (PvA) (bij booronderzoek) of Programma van Eisen (PvE) (bij gravend onderzoek).
Programma van Eisen (PvE): document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van gravend onderzoek (proefsleuven, opgraving of archeologische begeleiding) staan geformuleerd conform de geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Artikel 2 Gemeentelijk erfgoedregister
Burgemeester en wethouders houden een door eenieder te raadplegen gemeentelijk erfgoedregister bij van krachtens deze verordening onherroepelijk aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed inclusief de locaties waaraan krachtens artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet in het omgevingsplan de functie cultureel erfgoed is toebedeeld. (gemeentelijk erfgoedregister).
Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:
gegevens over door burgemeester en wethouders van de minister ontvangen afschriften van de inschrijving van een rijksmonument in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet en instructies als bedoeld in artikel 2.34, vierde lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functieaanduiding rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht;] [c. gegevens over door burgemeester en wethouders van gedeputeerde staten ontvangen instructies als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functieaanduiding provinciaal monument, provinciaal archeologisch monument of provinciaal beschermd stads- en dorpsgezicht.
HOOFDSTUK 2 AANWIJZING GEMEENTELIJK BESCHERMD CULTUURGOEDEREN OF GEMEENTELIJKE BESCHERMDE VERZAMELINGEN
Artikel 3 Aanwijzing als gemeentelijke beschermd e cultuurgoed of gemeentelijk of beschermde verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en dat in eigendom is van de gemeente of dat aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als gemeentelijke beschermd cultuurgoed.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als gemeentelijk beschermde verzameling.
Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een gemeentelijk beschermd cultuurgoed of een gemeentelijk beschermde verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
Artikel 5 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als gemeentelijk beschermd cultuurgoed of gemeentelijk beschermde verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, ambtshalve wijzigen of intrekken. Artikel 3, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het gemeentelijk beschermd cultuurgoed of gemeentelijk beschermde verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
HOOFDSTUK 3 AANWIJZING GEMEENTELIJK MONUMENT
Artikel 6 Aanwijzing als gemeentelijk monument
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een object of een terrein met waardevolle archeologische resten in de ondergrond, dat van bijzonder belang is voor de gemeente vanwege zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde aan te wijzen als gemeentelijk (archeologisch) monument.
Artikel 12 Spoedprocedure -aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument
In een spoedeisend geval kunnen burgemeester en wethouders, al dan niet zonder dat hiervoor een beargumenteerd verzoek uit de samenleving is gekomen, een object of een terrein met waardevolle archeologische resten in de ondergrond aanwijzen als voorlopig gemeentelijk monument. In afwijking van artikel 9 wordt in dat geval aan de Monumentencommissie geen advies gevraagd over de vastgestelde aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument.
Hoofdstuk 4 is van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat zakelijk gerechtigden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van het een object of een terrein met waardevolle archeologische resten in de ondergrond als voorlopig gemeentelijk monument. Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
Artikel 13 Wijziging gemeentelijk erfgoedregister, vervallen aanwijzing monument
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING GEMEENTELIJK (ARCHEOLOGISCH) MONUMENT
Artikel 14 Instandhoudingsplicht gemeentelijk monument
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 15 Omgevingsvergunning gemeentelijk monument
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, of een plicht tot het melden van handelingen als bedoeld in het tweede lid.
HOOFDSTUK 5 AANWIJZING GEMEENTELIJK BESCHERMD STADS- EN DORPSGEZICHT
Artikel 17. Aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht
De gemeenteraad stelt ter bescherming van een op grond van het eerste lid aangewezen gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet vast. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht kan hiertoe een termijn worden gesteld.
Dit artikel is niet van toepassing op een beschermd stads- of dorpsgezicht dat via instructies de functie-aanduiding rijksbeschermd of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht heeft, of dat is aangewezen op grond van artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 of een provinciale verordening als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 18. Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van burgemeester en wethouders, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 17, tweede en derde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- of dorpsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
HOOFDSTUK 6 INSTANDHOUDING VAN ARCHEOLOGISCHE GEBIEDEN
Artikel 20. Vangnet archeologie
Het is verboden de bodem te verstoren in een archeologisch monument of een gebied waar archeologische vondsten of waarden worden verwacht als in het daar vigerende omgevingsplan niet is voldaan aan artikel 5.130 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, tenzij:
het de verstoring betreft van een archeologisch monument, waarde of verwachting die is aangegeven op de gemeentelijke archeologische beleids-, waarden- of verwachtingskaart en het verrichten van de activiteiten geen strijd oplevert met door burgemeester en wethouders vastgestelde regels over de toegestane mate van verstoring op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd archeologisch rapport, waarin in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 21 Instandhoudingbepaling
Artikel 22 Wijzigen kwalificatie van een locatie
Op grond van een melding ingevolge artikel 5.10 van de Erfgoedwet of op grond van de resultaten van archeologisch onderzoek is het bevoegd gezag bevoegd een terrein of locatie alsnog aan te wijzen als een ander gemeentelijk archeologisch beleidsgebied.
Artikel 23 Ontheffing archeologische beleidsgebieden
Een ontheffing kan slechts worden verleend indien vooraf door de aanvrager van de ontheffing door middel van een rapportage van archeologisch vooronderzoek conform de vigerende KNA en het PvE (indien het gravend onderzoek betreft), naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld dat bij realisatie van de bodemingrepen de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld.
Artikel 25 Opgravingen en begeleiding
Het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen aanwijzingen van het bevoegd gezag in acht te worden genomen.
4 Het is verboden om gravend archeologisch onderzoek te verrichten binnen de gemeente Moerdijk zonder een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen en zonder een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 eerste lid van de Erfgoedwet. Dit geldt tevens voor het opsporen van archeologische resten, munitie, wapens of munten met een metaaldetector.
HOOFDSTUK 7 HANDHAVING EN TOEZICHT
Degene die handelt in strijd met artikel 14 of met het bepaalde krachtens artikel 15, derde lid, van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 13 juli 2023,
de griffier,
H.M. Vonk- Schenkel
de voorzitter,
A.J. Moerkerke
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-360993.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.